Een varken in het paleis door Tessa de Loo

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
Boekcover Een varken in het paleis
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 2306 woorden
  • 30 april 2002
  • 33 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
33 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Tessa de Loo
Genre
Geschiedenis
Roman
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
1998
Pagina's
257
Geschikt voor
bovenbouw havo/vwo
Punten
2 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands
Literaire thema's
Reizen

Boekcover Een varken in het paleis
Shadow
Een varken in het paleis door Tessa de Loo
Shadow
ADVERTENTIE
Hulp nodig bij je toetsweek?

Met ToetsMij oefen je per hoofdstuk voor al je vakken, precies op het niveau van je toets. Zo weet je precies wat je kunt verwachten en met de uitleg bij de antwoorden kun je lastige dingen beter begrijpen. Zo zijn er geen verrassingen meer op de toets en haal je hogere cijfers!

Probeer nu 7 dagen gratis!

I Zakelijke gegevens Titel: Een varken in het paleis
Auteur: Tessa de Loo
Uitgever: De Arbeiderspers
Plaats van uitgave: Amsterdam, Antwerpen
1e uitgave: 1998
Druk + jaar uitgave 1e druk, 1998-4
Aantal bladzijden: 265 blz. Genre: Reisverhaal, biografie en historische documentaire.

II Eerste reactie Goh, wat knap dat je zo’n ontzettend saai boek kunt schrijven. Dat is op zich ook een kunst.

III Samenvatting

In het boek komen eigenlijk 2 verhaallijnen voor: De eerste is het verhaal van 2 jonge mannen, Lord Byron en Hobhouse, die een tocht maken door Albanië begin 19e eeuw. De tweede gaat over Tessa de Loo, die dezelfde reis maakt, in deze tijd.

De reis van Lord Byron

In 1809 maakt lord Byron, 21 jaar, een Grand Tour samen met Hobhouse. Aangezien hij al zijn geld verbrast had tijdens de studie, verkocht hij hiervoor zijn landgoed. Hij nam een pakketboot van Engeland naar Portugal. Van daar trok hij door Spanje. Hij was van plan over te steken naar Noord Afrika maar de wind stond ongunstig. Daarom namen ze een pakketboot naar Malta en van daaruit naar Griekenland.

Op 1 oktober 1809 vertrokken zij van de Griekse kust naar met 10 paarden naar Ioanina. Van hieruit begon hun reis door Albanië, dat toen nog bij Turkije hoorde. Het was er een mengelmoes tussen oosterse beschaving en het wilde van de Balkan, dat 1 groot roversnest was. In Ioanina merken zij voor het eerst van de invloed van Ali Pasja, de landheer, als midden in een stad een afgesneden arm in een boom hangt. Een opstandeling is door Ali Pasja in stukken gesneden en her en der tentoongesteld. Ali Pasja heeft al van hen vernomen en heeft voor onderdak en een gewapende escorte voor de rest van de reis gezorgd. Ook nodigt hij hen uit in zijn Paleis in Tepelenië.

Een paar dagen later vertrekken ze naar Tepelenië. Ze verdwalen tijdens een storm de eerste dag. De paarden slaan op hol en de gidsen raken in paniek maar Lord Byron geniet er van en blijft rustig. Ze vinden onderdak in het dorpje Zitsa, en de volgende dag in Mosure. De dag erop trekken zij verder naar Delvinaki, een grotere plaats. Na dagen reizen komen ze in Tepelenië aan. Dit is een haveloze, naargeestige stad, maar het paleis is juist erg groot en overdadig versierd. Ali Pasja zegt dat hij Byron als een zoon beschouwd en laat hem de hele dag als een kind verwennen met snoep. Hobhouse is erg onder de indruk van de Pasja, die als boerenjongen begonnen is en alles bij elkaar geroofd heeft.

In 1811 keert Byron terug naar Engeland. Hij is geïnspireerd door Albanië en schrijft daar zijn gedicht “child Harold”, waar hij beroemd mee wordt. Daarna schrijft hij nog vele gedichten, maar heeft ook depressieve periodes. Hij sterft op 36 jarige leeftijd in Griekenland, waar hij helpt in de vrijheidsstrijd van de Grieken tegen de turken. Ali Pasja, die Albanië onafhankelijk wil maken, wordt uiteindelijk door zijn eigen minnares verraden en gedood door het Turkse leger.

De reis van Tessa de Loo

Tessa de Loo was van jongs af aan al helemaal weg van Lord Byron. Ze is gefascineerd geraakt door zijn werk en zijn persoon. Ze weet dan ook alles van hem af. Als ze de brief die Lord Byron op reis door Albanië aan zijn moeder schreef, onderogen krijgt. Ze krijgt de drang met hem mee te reizen, als ze de brief onderogen krijgt die Lord Byron schreef aan zijn moeder, toen hij door Albanië trok. In 1996 maakt zij de reis nog eens samen met 2 medereizigers. Professor Karagjozi en Daniël Koster. Zoo hoopt ze de betovering waarover Lord Byron schreef zelf te ontdekken en te vluchten uit de drukte van de twintigste eeuw.

Het is geen gemakkelijke reis die Tessa de Loo maakt. Ze maken de reis te voet en t paard terwijl Lord Byron dit geheel te paard deed. En de tocht die ze van Ioanina tot Tepelenië maakt, gaat door vrij onherbergzaam gebied. Daar komt bij dat lang niet alle wegen waarover Lord Byron ging, nog bestaan. Verder hebben ze pech met de paardenman. Hij blijkt een afzetter te zijn en houdt zich helemaal niet aan de afspraken. En alsof dat niet genoeg is krijgt ze tijdens de tocht ook nog eens last van haar maag.

Desondanks kan ze nog over de momenten van schoonheid en melancholie tijdens de tocht vertellen. Maar het romantische idee dat ze had, iets terug te vinden van het landschap en de cultuur zoals Byron die gezien had, blijkt al snel een illusie te zijn. Wat niet vervallen of vergaan is, is verdwenen onder staal en beton. Ook van het ooit zo glorieuze paleis van Ali Pasja, het einddoel van de reis, is weinig meer bewaard gebleven. Waar ooit het paleis gestaan had, wentelde zich nu een bruingrijs gevlekt varken in de modder.

IV Verdieping

Personages:

• Lord Byron: Lord Byron is een jonge Engelse dichter, van adel. Hij is mank. Hij is heel eigenzinnig, avontuurlijk onvoorspelbaar en excentriek. Veel mensen vinden hem een beetje vreemd en hij wordt buitengesloten door de elite. Bovendien blijkt hij later biseksueel te zijn, iets waar in die tijd in Engeland nog de doodstraf op stond. Het is in die tijd gebruikelijk dat adellijke studenten hun studie afronden door een reis naar Griekenland om daar overblijfselen van de Griekse oudheid te bestuderen. Dit heet een Grand Tour. Het is typisch iets voor Byron om iets heel anders te doen: Hij maakt een reis door Albanië, in die tijd een behoorlijk gevaarlijke onderneming.

• John Cam Hobhouse: Was de beste vriend van Byron en metgezel tijdens de tocht. Hij is erg precies en pietluttig en niet zo avontuurlijk aangelegd. Hij hield het hele verloop van de reis bij, maakte tekeningen en Kaarten van de omgeving. Byron verklaarde hem voor gek, maar later bleek dit erg nuttig, want anders was Tessa De Loo nooit in staat geweest de reis opnieuw te maken.

• Ali Pasja: Is een Albanese grootgrondbezitter en rover . Hij ziet er gemoedelijk uit als de kerstman; dik, met een witte baard en blauwe ogen, maar hij is bijzonder wreed. Zo roostert en spiest hij bijvoorbeeld opstandelingen en heeft hij het eens klaargespeeld alle vrouwen uit een bepaald dorp te laten verdrinken. Hij is echter erg gastvrij voor Byron en zijn gezelschap, omdat Byron volgens hem een adellijk uiterlijk heeft en daar kijkt hij tegenop. Hij nodigt Lord Byron uit te logeren in zijn Paleis.

• Tessa de Loo
Is de schrijfster n de hoofdpersoon van het boek. Uit het boek kun je opmaken dat ze liever in het verleden had willen leven. Maar ze realiseert zich ook, dat ze de luxe van de twintigste eeuw ook nodig heeft. Ze raakt in sommige situaties snel geëmotioneerd

• Daniël Koster
Hij vergezelt Tessa de Loo de hele reis. Hij is een Nederlandse historicus en dient vaak als tolk.

• Professor Karagjozi
Is een Albanees en een Byron-kenner. Hij is heel opvliegend, maar probeert wel op zijn eigen manier zoveel mogelijk zaken uit Tessa’s handen te nemen. Hij leert Tessa veel over de Albanese gebruiken en de verstandhouding tussen de Albanezen en de Grieken. Een vaak terugkerend zinnetje van hem is: “No problem, I’ll handle this.”

Ruimte
De beschrijving van het leven van Lord Byron gaat over Engeland, Griekenland, Albanië en Venetië ( waar hij later woonde). De beschrijving van Tessa’s reis begint in het eerste hoofdstuk in Nederland en gaat ook nog over de conferentie van Byron- kenners in Griekenland. Verder speelt het hele verhaal zich af in Albanië.

Tijd/ Tijdsduur
Het verhaal over de reis van Lord Byron gaat voornamelijk over het jaar 1809. De reis door Albanië duurt ongeveer 2 maand. Verder wordt ook het leven van Byron behandeld. Dit beslaat de periode van 1788 tot 1824. De reis van Tessa de Loo speelt zich in het heden af. Deze reis duurt ongeveer 2 weken.

Beide verhalen spelen zich af in chronologische volgorde, maar de verhalen worden door elkaar heen verteld. Hierdoor wordt het onoverzichtelijker.

Vertelsituatie
De stukken over de reis van Lord Byron zijn afwisselend in personaal en auctoriaal vertelperspectief weergegeven. De stukken over zijn leven zijn helemaal in auctoriaal vertelperspectief geschreven. De delen waarin Tessa de Loo verteld over haar reis zijn in Ik-perspectief. Ook went ze zich in briefvorm soms rechtstreeks tot Byron.

Vertelwijze
De delen die gaan over lord Byron worden heel objectief verteld, als in een documantaire. Ze zijn in de verleden tijd geschreven. De stukken over de reis van Tessa de Loo, zijn in de tegenwoordige tijd geschreven. Hier kun je je juist wel inleven in het verhaal. Het is meer subjectief geschreven.

V Thematiek

Thema’s
De thema’s zijn natuurlijk reizen en geschiedenis. “Een varken in het Paleis” is op de eerste plaats een reisverhaal. Daarnaast geeft het veel informatie over het verleden.

Motieven
Motieven die steeds terugkeren zijn “het vluchten uit de drukke 20e eeuw” en de teleurstelling die daarop volgt, wanneer blijkt dat niet mogelijk is. Hier draait het verhaal om.

Titelverklaring
De titel “Een varken in het paleis” heeft twee betekenissen. Als Tessa de Loo en haar metgezellen uiteindelijk aankomen bij het vervallen paleis van Ali Pasja, blijkt er tegenwoordig een bruingrijs gevlekt varken in de ruïne te huizen. Dus letterlijk een varken in het paleis. Ook staat dit varken symbolisch voor Ali Pasja. Hij was heel wreed, barbaars, maar woonde toch in een paleis.

VI Plaats in de literatuurgeschiedenis

Over de auteur
Tessa de Loo is het pseudoniem van Tineke Duyvené de Wit. Zij wordt geboren op 15 oktober 1946 in Bussum. Tijdens haar middelbareschooltijd schildert en tekent ze veel. Ook schrijft ze vaak opstellen en na het eindexamen gaat ze Nederlands studeren in Utrecht. Op twintigjarige leeftijd trouwt ze en na vijf jaar krijgt ze een zoon, Joris. Ze schrijft in die periode weinig. Het stadsleven benauwt haar en ze verhuist naar de Achterhoek, waar ze als lerares werkzaam is. Ze pakt haar studie op, maar besluit toch schrijfster te worden. Ze verhuist naar Pieterburen, Groningen, in 1980 na haar scheiding. In 1994 vestigt De Loo zich in Portugal, waar ze, naar eigen zeggen, een nieuw werk schrijft. Haar pseudoniem is ontleend aan de Texelse achternaam van haar grootmoeder. In 1983 debuteert De Loo met de verhalenbundel De meisjes van de suikerwerkfabriek. Daarvan worden 46.000 exemplaren verkocht en het boek ontvangt de Anton Wachterprijs en het Gouden Ezelsoor. Haar eerste roman Meander verschijnt in 1986. De novelles Het rookoffer (1987) en Isabelle (1989) worden minder goed ontvangen bij de critici. Zij vinden dat er te veel clichés in gebruikt worden. De tweeling, de roman die in 1993 verschijnt, wordt een enorm verkoopsucces. Binnen een jaar worden meer dan 130.000 exemplaren verkocht van deze roman, waarin de relatie tussen Nederlanders en Duitsers na de oorlog centraal ligt. De Loo ontvangt hiervoor de Publieksprijs voor het Nederlandse boek en de internationale Otto von der Gablentz-prijs. Deze laatste prijs wordt uitgereikt aan mensen die zich verdienstelijk maken op het gebied van objectieve informatievoorziening over de Bondsrepubliek Duitsland. “Een varken in het paleis” Een varken in het paleis is een reisverhaal, biografie en historisch documentaire. Dit werk is kenmerkend voor de schrijfstijl van Tessa de Loo. Het taalgebruik is eenvoudig, net als in haar eerdere werken. Ze maakt gebruik van gemakkelijke woorden en korte zinnen. Het verhaal heeft evenals haar andere boeken een rustig tempo en er is niet echt sprake van een grote ommekeer. Het onderwerp is echter geheel anders. Dit is haar eerste reisverhaal.

VII Beoordeling

Ik heb dit boek gekozen omdat het onderwerp me enorm aansprak: reizen in het verleden. Ik nam aan dat een verhaal met dit onderwerp spannend en origineel zou zijn. Ook kende ik al verschillende boeken van Tessa de Loo. Hoewel ik haar schrijfstijl vrij saai vind, is haar taalgebruik erg gemakkelijk. Daardoor leest het prettig.

Dit boek viel me echter ontzettend tegen. Hoewel het onderwerp interessant is, heeft ze het klaargespeeld een ontzettend saai boek te schrijven.

De verhandeling over het leven van Lord Byron is zo objectief geschreven, dat het geen verhaal meer is, maar een ontzettend droge informatieve tekst. Hoewel een reis door Albanië in het begin van de negentiende eeuw een hele gebeurtenis moet zijn geweest, is er niets van spanning in het verhaal terug te vinden.

De stukken over het de reis die Tessa de Loo maakte, zijn zo mogelijk nog erger. Haar schrijfstijl was in al haar boeken al simpel, maar nu wordt het ronduit oppervlakkig. Ook is Het een aaneenschakeling van objectieve beschrijvingen van landschappen. Om wat geleerder over te komen, gooit ze er voortdurend citaten van andere schrijvers doorheen, wat het boek er ook niet bepaald boeiender op maakt.

Gelukkig ben ik niet de enige die “Een varken in het paleis”een afgrijselijk boek vind. In “Trouw” van11 september 1998 vond ik een recensie van Odile Jansen over “Een varken in het paleis”. Zij houdt er ongeveer dezelfde mening op na:

“De Loo heeft met \"Een varken in het paleis” zowel een zelfreflectief reisverslag als een biografie en tijdsdocument willen schrijven. Wie zulke pretenties waar wil maken moet van goeden huize komen.

Helaas kon De Loo geen weerstand bieden aan de zuigkracht van quasi-intellectueel geneuzel en sensationele faits divers. Nu is dat waarschijnlijk ook onvermijdelijk bij een auteur die de uitlating van Byron “Ik ben altijd godsdienstiger op een zonnige dag” kwalificeert als zijn “ongerijmdste, leukste en misschien wel diepzinnigste uitspraak”.

De ondiepte van dit reisverslag wordt al zichtbaar in het voorwoord waar De Loo, beginnend met een familiair”Mijn beste George”, aan een Byron in het hiernamaals verteld hoe roerig het tijdperk wel niet is waarin wij leven, met een in duigen vallende Muur en Trabantrijdende Oost-Duitsers die, met de dollartekens in hun ogen, zich verkopen aan het grootkapitaal.

In elk geval zou een literaire pelgrimagedoor het post-communistische Albanië meer moeten kunnen opleveren dan een reeks oppervlakkige beschrijvingen van ontbrekend comfort, arme Albanezen, westers schuldgevoel en een onbevredigend hunkeren naar een sprookjesachtige oosterse cultuur.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.