Zakelijke gegevens
Renate Dorrestein is de schrijfster van dit boek ‘Een sterke man’. De uitgever is Contact, Amsterdam, 1994 – 1, 284 blz. Het is een psychologische roman.
Eerste reactie
Ik heb voor dit boek gekozen omdat ik het in de bibliotheek zag liggen en het leek me een leuk onderwerp om over te lezen voor mijn leesdossier. De naam van de schrijfster kwam me bekend voor en ik had van anderen gehoord dat haar boeken mooi om te lezen waren. Ook stond dit boek op de literatuurlijst in het boek El Dorado.
Ik vind het een moeilijk boek, het is het eerste echte literatuurboek dat ik gelezen heb en je moet echt gaan nadenken over wat er verteld wordt. Het taalgebruik is ingewikkelder dan in de boeken die ik hiervoor heb gelezen, het is voor volwassenen geschreven. Ik vind het ook een heel mooi boek omdat het zo geschreven is dat het vlot leest. Het verhaal is in 4 delen verdeeld en elk deel wordt door iemand anders verteld. Dit maakt het interessant, je komt te weten wat de motieven van de 4 mensen zijn voor hun gedrag.
Samenvatting
In het eerste deel van het boek is Barbara Vrijman aan het woord, een Nederlandse beeldhouwster. Ze vertelt dat ze op weg is naar Kerrimagannagh, ergens in Ierland. Dit is een werkplaats voor kunstenaars. Kunstenaars kunnen er zonder afgeleid te worden werken. Sister Nancy, een non die kunstwerken recenseert, heeft haar helemaal afgekraakt in een stuk dat ze schreef. In Ierland heeft ze heel veel gezag. Dus vanwaar de uitnodiging? Maar omdat het een hele eer is om uitgenodigd te worden door Stephen, de ‘baas’ van Kerrimagannagh, gaat ze er toch op in.
Eenmaal aangekomen ontmoet ze de bewoners. Felix, een Amerikaanse dwerg, Sarah, schrijfster, Marcus, een oude man die bezig is met een theaterstuk, Katie, pottenbakster en erg vaak dronken, Olympia, schrijfster van klassieke werken, Harriet, ze kerft met een mes in panelen, Belle, vrouw van Stephen, Beryl, het zoontje van Belle en Stephen die aan kanker lijdt, Helen en Jane, een eeneiige tweeling die zelfs samen schilderen, Tom, schrijver, Julia, secretaresse van Stephen, Doreen en Maureen, dienstmeisjes en natuurlijk Stephen.
In het tweede deel wordt er gepraat met Helen, de ene helft van de eeneiige tweeling. Ze hebben hun hele leven alles samen gedaan. Hun moeder is pas overleden en ze hebben haar tot de dood bijgestaan. Hun vader heeft Helen en Jane vroeger ‘verkocht’ aan de IRA, hij liet ze onder hun dak verkrachten en kneep zelf een oogje dicht. Toen hij halfdood om hun hulp riep omdat hij overhoop was gelopen door een paard, hebben ze hem niet geholpen en hun laatste gebeden gezegd voor hem.
De reis naar Kerrimagannagh is de eerste keer dat ze echt van huis zijn. Aan het begin van hun verblijf hebben ze helemaal geen inspiratie. Maar dan beginnen ze na te denken over het leven. Ze komen tot de conclusie dat het lichaam altijd onvolmaakt is.. Daarom besluiten ze onvolmaakte lichaamsdelen te gaan schilderen.
Er komt een nieuwe gaste, de Zuid-Amerikaanse Charlie. Felix is meteen onder de indruk van haar. Een tijd later hebben ze een relatie.
Op een dag komt Beryl op bezoek bij Jane en Helen, ook al heeft Stephen het hem verboden om de gasten te storen. Hij heeft altijd heel veel fantasie en is ondertussen dikke maatjes met Barbara. Hij wil een club van B-mensen oprichten (mensen waarvan de naam met een B begint) en wil daarom portretten hebben van Barbara, z’n moeder en hijzelf. Hij eist dat Jane en Helen de tekeningen apart maken. Als Beryl weg is krijgen Jane en Helen ruzie over het feit dat ze al hun hele leven samen zijn. Jane vertrekt en het is de eerste keer in Helen’s leven dat ze er helemaal alleen voor staat.
Omdat Jane niks meer produceert stuurt Stephen haar naar huis. Na een tijd krijgt Helen een brief waarin staat dat Jane een nieuw leven is begonnen zonder haar.
Deel 3: Katie is aan het woord. Ze is zeer gesteld op Stephen. Ze is vaak dronken, en elke keer als ze dronken is zegt ze dat drank maar 1 nadeel heeft en het is elke keer een ander nadeel. Ze zit al een aantal dagen te wachten op Stephen, hij is net weer teruggekeerd van een reis en hij komt bij iedereen langs. Hij praat aardig bot tegen haar, maar ze vat het allemaal goed op. Hij geeft haar drank want als ze heeft gedronken maakt ze de mooiste potten.
Beryl herinnert haar aan haar dochtertje. Haar dochtertje is vermoord door de Ulster Freedom Fighters, een wraakactie voor een IRA-aanslag. Na de wake haalt ze haar dochtertje uit de kist en vult de kist met de mooiste stenen die ze kan vinden, sinsdien heeft ze een band met stenen. Dan maakt ze een mozaïek voor haar dochtertje en vindt ze eindelijk haar rust. De volgende dag kleit ze haar eerste pot.
Dan komt er een nieuwe gast, Walter Hyde. Hij maakt tinnen potjes. Ze noemt hem een braaklap. Hij boert, laat scheten, kwijlt, heeft heel vet haar en stinkt. Niemand snapt waarom Stephen hem in huis heeft genomen. Dit brengt de gasten dichter bij elkaar.
Op een dag komt Beryl bij haar kleien, omdat Barbara druk bezig is. Hij vertelt haar dat Walter tegen hem heeft gezegd dat als hij zich niet snel laat wederdopen hij naar de hel gaat. Een tijd daarna bezorgt Walter Barbara de schrik van haar leven door een raam open te zetten in haar kamer, terwijl het stormt. Als ze haar kamer binnenkomt wordt ze zowat weggeblazen en al haar spullen liggen door de kamer verstrooid.
Dan besluiten Beryl en Katie bij Barbara’s kamer een val te zetten voor Walter, omdat hij de vaas die Beryl voor Barbara had gemaakt kapot had laten waaien. Intussen heeft Sarah een petitie opgezet, nu hadden ze concreet bewijs dat hij vervelend was omdat hij huisvredebreuk had gepleegd. Maar niemand durft de petitie bij Stephen langs te brengen. Uiteindelijk moet Katie het doen. Ze krijgen ruzie en Katie heeft geen vertrouwen meer in Stephen.
Katie voelt zich schuldig omdat ze destijds in een dronken bui Jane heeft verlinkt bij Stephen. Daarom wil ze iets voor Walter doen. Hij beweert dat geesten niet bestaan. Iedereen die in Kerrimagannagh woont gelooft in een soort huisgeest, genaamd Bunty. Walter zegt dat hij een nacht op de kamer van Bunty blijft slapen, en dit doet hij dan ook. Die hele nacht slaapt niemand lekker. Dan horen ze gegil en het geluid alsof iemand door een deur loopt: Walter. Daarna valt hij van de trap.
In het vierde deel praat de inspecteur met Bella, de vrouw van Stephen. Ze houdt allang niet meer van hem, des te meer van Beryl. Stephen zag, nadat geconstateerd was dat Beryl kanker had, hem niet meer als zijn kind. Daar hebben Bella en Stephen voortdurend ruzie over.
Walter staat in het middelpunt van belangstelling. Niemand weet hoe het precies is gekomen dat Walter is gevallen, maar iedereen voelt zich wel schuldig omdat ze hem alleen naar de kamer van Bunty hebben laten gaan. Bella vindt dit niet leuk, hij trommelt haar voortdurend op om allerlei klusjes voor hem te doen. Ze is de enige die hem nog steeds onsympathiek vindt.
Bella is jaloers op Barbara, omdat Beryl en zij zulke goede vriendjes zijn. Ze doet heel veel dingen met Beryl, knutselt met hem en gaat picknicken.
Dan komt het nieuws dat Sister Nancy op bezoek komt. Het hele huis staat op z’n kop. Bella gaat naar Stephen toe om informatie te verkrijgen, maar hij laat helemaal niks los. Ze krijgen weer ruzie en Bella schreeuwt dat Sister Nancy het wel interessant zal vinden om Barbara op Kerrimagannagh te zien. Toevallig hoort Felix dit. Als ze teruggaat naar huis treft ze daar Katie en Beryl aan. Ze hebben een geheim voor haar en Bella probeert er via Beryl achter te komen, maar hij laat niks los. Ze komt er wel achter dat hij Walter weg wil stoppen, zodat Sister Nancy hem niet ziet. Hij moet zolang maar bij hen in huis komen wonen.
Stephen vertelt Beryl dat er mensen zijn die willen dat Barbara weggaat. Hij barst in tranen uit. Barbara denk dat Bella haar weg wil hebben, uit jaloezie. Iedereen keert zich tegen haar en ondertussen vertelt Stephen alle gasten over Sister Nancy. Hij wordt heel boos op ze omdat ze volgens hem niks produceren.
Na het eten hebben Bella en Stephen een goed gesprek. Hij vertelt haar over zijn tactiek. Hij plaats altijd één zwakke in de groep, zodat alle anderen een team gaan vormen.
Die nacht staan Charlie en Felix bij haar voor de deur. Ze vertellen haar dat Stephen dood is. Ze voelt helemaal niks, geen opluchting en geen pijn. Als eerste belt ze Julia, die altijd al de beste band met hem had. Julia is er helemaal ondersteboven van. Bella niet, ze had hem gewaarschuwd. Er zijn in elk geval genoeg mensen die Stephen dood wilden hebben.
Vertelwijze
De vertelwijze van dit verhaal is een ik-verhaal. Het is wel 4 keer een andere ik, omdat in alle 4 delen iemand anders aan het woord is.
Ruimte
De ruimte is eigenlijk een verhoorkamer, het hele verhaal wordt aan een rechercheur die onderzoek doet naar de moord van Stephen verteld. De ruimtes van het verhaal zijn vooral Kerrimagannagh en omgeving. Soms wordt er in flashbacks een stukje over de jeugd van een verteller naar voren gehaald, dan speelt het verhaal dus daar af.
Tijd
Het verhaal speelt ergens in de jaren ’90, in begin januari en februari, misschien een stukje maart.
Personages
De verhaalfiguren zijn:
- Barbara, 39 jaar, Nederlandse, beeldhouwster, ze heeft suikerziekte, gescheiden. Ze krijgt naar een tijd een relatie met Tom. Ze kan erg goed opschieten met Beryl, vooral omdat hij ook ziek is en ze weet wat hij doormaakt. Ze is een round character.
- Felix een Amerikaanse (Arkansas), dwerg, met haar dat in plukken op z’n hoofd staat. Hij krijgt een relatie met Charlie maar kan eigenlijk elke vrouw krijgen. Hij is een flat character
- Sarah, apart gekleed, ze maakt zichzelf heel onproffesioneel, kinderlijk op, schrijfster van klassieke werken. Ze is een flat character.
- Beryl, hij is 8 jaar, zoontje van Bella en Stephen, hij heeft kanker, heeft veel fantasie, hij is stiekem verliefd op Barbara. Hij probeert z’n vader te overtuigen dat hij aardig is, hij wil hem laten zien dat hij gewoon met hem kan omgaan. Hij maakt met Katie een anti-Walter val waardoor Walter van de trap valt. Hij is een flat character.
- Bella, getrouwd met Stephen, maar allang niet meer verliefd op hem. Houdt zielsveel van Beryl. Heeft alles voor hem over. Ze ziet er een beetje vermoeid uit. Ze is hoogstens halverwege de 30. Ze heeft rood haar. Ze zorgt voor het eten op Kerrimagannagh, ze heeft een vervelende jeugd achter de rug. Ze is een round character.
- Charlie, Zuid Amerikaanse en knap. Ze is fotografe. Ze is erg in zichzelf geïnteresseerd. Ze wil eerst niks van Felix weten maar heeft later wel een relatie met hem. Haar vader heeft een goede band met Stephen en hij heeft haar naar Kerrimagannagh gestuurd. Ze is een flat character.
- Marcus, een beetje een verstrooide theaterschrijver. Hij is de oudste van de gasten. Hij mag elk jaar op Kerrimagannagh komen omdat hij zichzelf anders helemaal verwaarloost. Eerst is hij goede vrienden met Felix maar na de komst van Charlie krijgen ze ruzie en sluit hij zich op op z’n kamer waar hij een hele tijd niet meer uit komt. Hij is ook een flat character.
- Stephen, hij wordt door iedereen behalve door Bella bewonderd, hij noemt zichzelf het liefst de conciërge van Kerrimagannagh, maar is natuurlijk veel meer. Hij is getrouwd met Bella maar heeft een relatie met Julia. Hij accepteert Beryl niet meer sinds er kanker bij hem is ontdekt. Hij beslist wie er mag komen op Kerrigmagannagh. Hij is een flat character.
- Katie, ze is erg gesteld op Stephen maar komt er na een tijd achter dat hij toch niet is wie ze dacht. Ze is vaak dronken. Ze heeft vroeger een dochtertje gehad dat is overleden bij een aanslag van de Ulster Freedom Fighters. Door Beryl wordt ze aan hem herinnerd. Ze voelt zich schuldig omdat mede door haar Jane naar huis is gestuurd en wil daarom iets goedmaken bij Walter. Ze is pottenbakster en een hoertje van beroep. Ze is de op 1 na oudste, na Marcus. Ze is een round character
- Helen, tweelingzus van Jane. Zijn hun hele leven samen geweest, maar krijgen op Kerrimagannagh ruzie. Ze denkt goed over iedereen. Vroeger werkte haar vader voor de IRA en liet hij hun verkrachten om bij de IRA in een goed daglicht te komen. Ze schildert. Nadat Jane weg is zondert ze zich af van de groep. Ze is een round character.
- Jane, tweelingzus van Helen. Jeugd: zie Helen. Ze schildert ook, maar na de ruzie produceert ze niks meer en wordt ze door Stephen naar huis gestuurd. Ze besluit om een nieuw bestaan op te bouwen. Ze is een flat character.
- Julia, ze is de secretaresse van Stephen en houdt meer van hem dan Bella doet. Ze is een flat character.
- Maureen, dienstmeisje, jong, flat character.
- Doreen, zie Maureen.
- Walter, arriveert later. Hij is heel smerig, heeft korstjes onder z’n neus, armoedzaaierogen met rode randjes en dichtgeplakte hoeken, witte spuugvlekken in z’n mondhoeken, rubber laarzen die naar dode hond stinken, z’n haren en z’n jasje glimmen, hij eet alle taarten op, is protestant. Hij maakt tinnen soldaatjes, geheel historisch verantwoord. Niemand mag hem, maar hij probeert aardig gevonden te worden. Hij wil de bewoners imponeren met het feit dat hij een nacht in Bunty’s kamer blijft slapen, maar ‘s nachts valt hij van de trap en je komt er in het boek niet achter hoe het is gekomen. Wel weet je dat hij is gestruikeld over een anti-Walter val die Katie en Beryl hebben gemaakt. Nadat hij van de trap is gevallen heeft iedereen wel aandacht voor hem en daar knapt hij van op. Hij is een flat character.
- Olympia, ze is de tante van Bella en Stephen heeft haar in huis genomen. Eigenlijk heet ze gewoon Mary-Jane. Ze is een flat character. Ze maakt een nieuwe bewerking van de Metamorfosen van Ovidius, wat een heel groot karwei is. Ze is een oudere vrouw met een ernstig gezicht met liefdeloos opgestoken haar. Ze is een flat character.
- Harriet, ze heeft donker glanzend haar, dat haar gezicht als een helm omsluit. Ze maakt panelen waar ze met een mes in kerft, dit geeft haar een opgelucht gevoel.
- Tom, hij is een jonge schrijver, ongeveer 20 jaar oud. Hij is Engels. Hij krijgt na een tijd een relatie met Barbara, die bijna dubbel zo oud is als hij. Hij heeft een mooi gebit en honingkleurige haren. Hij is niet echt spraakzaam. Hij is een flat character.
- Bunty, de huisgeest. Ze spookt soms ’s nachts door het huis, maar niemand hoeft bang voor haar te zijn. Ze is een goede geest. Walter maakt haar altijd belachelijk, en nadat hij een nacht in haar kamer heeft geslapen valt hij op mysterieuze wijze van de trap.
Stijl
De schrijfstijl is mooi, goed te lezen. Af en toe moest ik wel een woord opzoeken in het woordenboek, maar over het algemeen valt het taalgebruik wel mee. De zinnen zijn niet al te lang. Er zit wel humor in het boek, bijvoorbeeld dat Katie elke keer als ze dronken is zegt: ‘Er is maar één nadeel aan drank, en dat is... ’ en dat dit elke keer een ander nadeel is. Het boek is niet zakelijk geschreven, eerder emotioneel.
Opbouw
De beginsituatie is dat Barbara zich voorstelt aan de rechercheur. Je begint eigenlijk aan het einde verhaal, omdat alles wordt verteld. Voor elke nieuwe situatie is er een regel wit gelaten. Het boek heeft een open einde, je weet nog niet wie Stephen vermoord heeft en hoe het komt dat Walter zo hysterisch uit de kamer wegrende.
Thema
Het thema van het boek vind ik heel moeilijk te zeggen. Het thema is denk ik manipuleren. Alle mensen in het huis worden door iemand beïnvloed. De meeste mensen worden door Stephen beïnvloedt, hij zet iedereen naar z’n hand. Iedereen gelooft in hem, vindt hem een goed mens. Alleen Bella kent de echte Stephen, hoe hij is als er niemand in de buurt is.
Motieven
- charisma, Stephen kan dingen zo brengen dat ze niet slecht klinken maar wel slecht zijn. Hij vertelt bijvoorbeeld Katie dat het haar schuld is dat Jane naar huis is gestuurd, en ze gelooft hem ook en gaat zich echt schuldig voelen.
Ook is iedereen helemaal van hem onder de indruk, iedereen zit op hem te wachten tot ze hem zien. Als hij niet in het huis is hangt er een depressieve sfeer.
- een goede strategie, hij kiest iedere keer een zwakke schakel uit en die nodigt hij uit. Dit doet hij zodat de anderen zich tegen hem/haar keren en een hechte groep gaan vormen. In het verhaal is dit Walter.
Titelverklaring
De titel is ‘Een sterke man’. Dit gaat duidelijk over Stephen, hij is een sterke man. Hij weet iedereen naar z’n eigen hand te zeggen zonder dat iedereen het gevoel krijgt dat hij dat ook werkelijk doet.
Het boek is voor het eerst gepubliceerd in september 1994.
Biografie
Renate Dorrestein is geboren in Amsterdam in 1954. Ze groeit op in een rooms-katholiek gezin. Haar vader is advocaat en haar moeder is voor haar trouwen onderwijzeres. Meteen na het behalen van haar gymnasiumdiploma in 1972 aan het Keizer Karel College in Amstelveen stort Dorrestein zich in de journalistiek. Ze volgt een stoomcursus tijdschriftjournalistiek bij uitgeverij Spaarnestad. Als achttienjarig meisje krijgt ze een aanstelling bij het weekblad Panorama. Ze werkt hier vier jaar in vaste dienst en daarna nog enkele jaren als freelance medewerkster. Met een vriendin richt ze daarna een productiebureau op waar ze bijlagen voor tijdschriften, mailings, interviews en reportages voor schrijft.
Vanaf 1982 zit ze in de redactie van het feministische tijdschrift Opzij. Voor dit blad schrijft ze talloze columns. In deze jaren is ze ook hoofdredactrice van het inmiddels opgeheven tijdschrift Mensen van nu. Ook in de tijdschriften De Tijd en Bzzlletin werkt Dorrestein zich als columniste. Ze probeert in haar columns bewust de wereld wakker te schudden.
In 1983 debuteert ze als romanschrijfster met Buitenstaanders, na jarenlang vergeefse pogingen haar boeken gepubliceerd te krijgen. Haar reputatie als een van de meest fantasierijke Nederlandse schrijfsters van deze tijd is met deze roman gevestigd. Nadien verschijnen er verschillende romans van haar hand, zoals Noorderzon (1986) en Een sterke man (1994).
In 1986 en 1987 is ze verbonden aan de University of Michigan als 'writer in residence'. Ze baart veel opzien in de Verenigde Staten met haar lezing Who wants to write like a woman?. In 1986 richt ze de Anna Bijns stichting op. Deze stichting reikt ieder jaar een prijs uit aan invloedrijke vrouwelijke auteurs.
In de Keefmanlezing in Den Bosch in 1987 maakt zij heel duidelijk wat haar wereldbeeld is: 'mannen zijn laffe, bekrompen, egoïstische, kinderachtige orgasmenjagers (…) mensen van mijn geslacht worden gekleineerd, onderbetaald, uitgelachen, misbruikt en weggemoffeld, óf als wezenloze prinsessen op de erwt geromantiseerd en geïdealiseerd'. In zowel haar columns als in haar romans komt ze hier vaak op terug.
Dorrestein voelt zich een eenling binnen de Nederlandse literatuur. Met hedendaagse Nederlandse schrijvers voelt ze zich, naar eigen zeggen, niet verwant. Ze is volstrekt niet geïnteresseerd in moderne literatuur, verklaart ze in een interview in Vrij Nederland :"Ik hoor niet bij een traditie, een 'school' heet dat. Ik val overal buiten". Verwantschap voelt zij alleen met 18e en 19e eeuwse Engelstalige schrijvers en auteurs als Fay Weldon en Beryl Bainbridge die net als zij het wonderbaarlijke in hun werk samenvoegen met maatschappelijke betrokkenheid. Door hen is haar werk beïnvloed.
Een andere invloed op het werk van Dorrestein is de zelfmoord van haar zus. Ze leed jarenlang aan eetstoornissen en heeft uiteindelijk een einde aan haar leven gemaakt. Pas in de roman Het perpetuum mobile van de liefde (1988) schrijft ze over dit onderwerp. In de eerder genoemde Keefmanlezing spreekt ze voor het eerst in het openbaar over de gebeurtenis en de impact die het op haar leven heeft.
Vanaf het moment waarop is vastgesteld dat ze aan de chronische vermoeidheidsziekte ME lijdt, is ook deze ziekte en het sociaal isolement waar patiënten in terechtkunnen komen een belangrijk thema in haar boeken.
In haar columns geeft zij op een felle manier uiting aan haar feministische ideeën. Hierbij spaart zij niemand. Vooral mannen moeten het ontgelden, maar ook vrouwen en hun zwakheden worden aangepakt. Geërgerde reacties van de lezers deren haar niet. Ze is er juist op uit het publiek tegen zich in het harnas te jagen. Ze wíl discussie oproepen.
Hoewel minder uitgesproken dan haar columns, vertonen ook haar romans feministisch trekken. Zij stelt daarbij stigmatiserende opvattingen over de vrouw aan de kaak, bijvoorbeeld dat de vrouw pas voor vol wordt aangezien als ze getrouwd is en kinderen heeft. Bovendien spelen mannen in haar romans over het algemeen slechts bijrollen.
Een veelvuldig terugkomend thema in haar werk is de scheidslijn tussen waan en werkelijkheid. Deze grens lijkt erg onzeker en wat voor normaal moet doorgaan blijkt dat vaak niet te zijn. Met haar grillige verbeeldingen wil ze vanzelfsprekendheden ontkrachten. Een favoriet genre van Dorrestein is de thriller, die ze schrijft op een huiveringwekkende, humorvolle manier, zoals bijvoorbeeld Het hemelse gerecht.
De zelfmoord van haar zus staat centraal in het werk Het perpetuum mobile van de liefde. Ze beschrijft hierin de jarenlange lijdensweg van een aan een eetstoornis lijdende vrouw. In een interview zei ze eens: 'Al mijn boeken hebben in feite maar één thema: de dood van mijn zusje en mijn schuldgevoel daarover.' Ze noemt haar 'het spook dat door mijn boeken waart en mijn handen bindt, een boosaardige muze die in mijn onderbewustzijn aan de touwtjes trekt'.
Vóór de publicatie van Het perpetuum mobile van de liefde is het thema zelfmoord te ontdekken in hoofdpersonen die van daken of rotsen springen of geduwd worden zonder dat ze daarbij om het leven komen. Vaak weten de vrouwen in haar boeken zich geen raad met hun lichaam en ontlenen zij de zin van hun bestaan aan het zorgvuldig voorbereiden van hun zelfmoord. Dit wordt het Pilatusmotief genoemd.
Het plot van Dorresteins romans wordt ingewikkelder naarmate het verhaal vordert. Ze doet dit expres omdat ze het soort boeken wil schrijven dat ze zelf ook graag leest, 'boeken waarin wat te puzzelen valt, waarin nèt voldoende geïmpliceerd wordt zodat de lezer genoeg houvast krijgt om het raadsel te kunnen oplossen'.
Over de stroming en de tijd van het boek valt niet zoveel te vertellen omdat het boek nog niet zo lang geleden gepubliceerd is.
Beoordeling
Het element dat de hele groep ongemerkt elkaar moet stimuleren om goed werk te leveren vind ik heel goed. Ik kan begrijpen dat iemand als Stephen echt een zondebok in de groep zal plaatsen zodat de rest van de groep beter gaat presteren. Ontroerend vind ik de stukjes over het verleden van de 4 ‘vertellers’. Allemaal hebben ze een beroerde jeugd achter de rug (behalve Barbara), maar hebben ze toch iets van hun leven weten te maken en behoren ze tot de beste kunstenaars van de wereld. Als ze dat niet waren zouden ze niet uitgenodigd zijn op Kerrimagannagh. De nacht dat Walter op de kamer van Bunty blijft is spannend, je weet dat er iets gaat gebeuren omdat dat gezegd wordt, maar je weet niet wat.
Het sterkst spreekt me het stuk over het overleden dochtertje van Katie aan, en dat Katie haar voor de begrafenis weghaalt en mee neemt naar huis. Ik denk dat een moeder in staat is om dit soort dingen te doen voor haar kind.
Ik vond het in het begin vervelend om het verhaal van Helen te lezen omdat ze alles in de we-vorm vertelt. Dit ben je niet gewend, normaal is het de ik-vorm. Omdat Helen en Jane hun hele leven samen zijn geweest is Helen niet anders gewend, maar na de ruzie praat ze wel in de ik-vorm.
Ik zou geen boek/film kennen waarmee je dit verhaal kunt vergelijken.
Het thema, wat volgens mij manipuleren is, komt wel vaak voor maar zoals het in dit boek voorkomt is niet gebruikelijk. Het is hier heel gecompliceerd, zo in elkaar gezet dat niemand het in de gaten heeft.
Het taalgebruik is over het algemeen niet zo ingewikkeld, maar wel duidelijk voor volwassenen geschreven. Heel af en toe moest ik wel een woord opzoeken in het woordenboek.
Ik vind het een heel mooi boek, ik zou het iedereen aanraden om te lezen. Het is mooi geschreven en duidelijk. Het is echte literatuur, je moet dieper over het boek nadenken dan dat je normaal doet.
Ik vind het heel leuk om literatuur te lezen en om te leren hoe je literatuur moet lezen. Ik zou het ook heel leuk vinden om literair te kunnen lezen, dat je overal op een diepere manier tegenaan kijkt. Je ziet dingen die ‘normale’ mensen niet zien.
Ik vind het een leuk onderwerp, het interesseert me wel hoe het artiestenleventje in elkaar zit. Het is ook leuk dat je 4 keer het verhaal van een ander persoon hoort, zo leer je dat verschillende mensen verschillende dingen goed/afkeuren. En je hoort hetzelfde verhaal vanuit een standpunt, je komt erachter dat er best wel eens twee partijen gelijk kunnen hebben.
Recensies:
'Ik schrijf, ik ga naar bed, ik schrijf, ik ga naar bed'
Haar nieuwe boek, 'Een sterke man', is een knap opgebouwde thriller waarin vier vrouwen een getuigenverklaring afleggen over de dood (ongeluk? moord?) van het slachtoffer, wiens identiteit pas op drie kwart van het boek wordt onthuld nadat de lezer eerst nog even op het verkeerde been gezet is. Het is haar elfde boek en een twaalfde staat alweer op stapel. Ondanks de ziekte die haar leven drastisch heeft veranderd, ME (myalgische encephalomyelitis); ze beschreef dat in haar vorige boek, 'Heden ik'. Een chronische aandoening, vreest ze, die haar ongeveer vier 'verticale uren' per dag geeft, vier uren waarin ze niet in bed ligt en waarvan ze er twee à drie aan schrijven besteedt. Alle andere bezigheden heeft ze uitbesteed en uitgaan is er ook amper meer bij. `Ik schrijf, ik ga naar bed, ik schrijf, ik ga naar bed. Zo kan ik een boek per jaar produceren. Dat is ook het behoud van mijn geestelijke gezondheid. Ik denk dat ik anders knettergek zou worden.’Eenzaamheid is een duidelijk thema in haar nieuwe boek. `Eigen ervaringen zijn nu eenmaal het basismateriaal waarmee je werkt. Vijf jaar geleden had ik zo'n boek nooit geschreven, want toen kende ik die eenzaamheid niet. Je kunt door zo'n ziekte weliswaar in zekere zin droog komen te staan omdat je weinig nieuwe impulsen opdoet, maar anderzijds maak je weer heel andere dingen mee die je als gezond mens gemist zou hebben. Mijn repertoire is, vreemd genoeg, door mijn ziekte, vergroot. Hopelijk is dat scala gevarieerd genoeg om er langdurig uit te kunnen putten.’`Eenzaamheid was ook een drijfveer om dit boek te schrijven. Het prachtige en het paradoxale is dat existentiële eenzaamheid een ervaring is die juist alle mensen met elkaar verbindt. In diepste eenzaamheid beleef je iets dat iedereen vroeger of later een keer overkomt. Op het moment dat je eenzaamheid zo ervaart, heft die zichzelf ook op. Dat is ongelooflijk bevrijdend. Maar voor het zover is, ben je door diepe dalen aan het modderen. Chronisch ziek zijn is een zeer vereenzamende bezigheid.’De ziekte, oordeelt ze, heeft invloed op haar schrijven, ook al heeft ze dat lange tijd niet voor zichzelf willen erkennen. `Die ziekte is al erg en ingrijpend genoeg voor mijn hele bestaan, die mag, vond ik, mijn werk niet aanraken. Maar iets dat zoveel ruimte in je leven inneemt, raakt je schrijverschap, dat kan niet anders.’Haar meeste boeken zijn, ook door haarzelf, wel getypeerd als gothic novels, diabolische sprookjes zoals ze in de achttiende-eeuwse Engelse literatuur werden geschreven, spelend op afgelegen plaatsen, eilanden, spookachtige decors. Bijna steeds, de ene keer meer uitgesproken dan de andere, is in haar boeken haar zusje terug te vinden, het zusje dat op twintigjarige leeftijd van het dak van een flatgebouw sprong. In 'Een sterke man' komt een identieke tweeling voor, twee zusjes die volkomen aan elkaar verknocht zijn, zelfs samen, elkaar aanvullend, schilderen. Totdat een van hen plotseling besluit dat het beter is om uit elkaar te gaan, nu eindelijk eens ieder hun eigen leven te leiden. Toch weer dat zusje, toch weer een beeld van die abrupte scheiding? Renate Dorrestein: ‘Ik denk het. Mijn uitgeefster vond dat gezamenlijke, haast automatische schilderen van die twee zusters een prachtig beeld, vroeg me hoe ik daar nou op kwam. Ik weet nooit hoe ik ergens aan kom, ik denk er ook nooit over na. De volgende ochtend werd ik wakker en dacht: Wel verdomme! Daar is ze weer!’‘Het sterke vind ik dat ik het zelf niet eens registreer. Het is kennelijk een vanzelfsprekend onderdeel van alles wat ik inzet en het duikt vroeger of later weer op, of ik dat nu wil of niet. Blijkbaar is het een onderdeel van mijn handschrift geworden, een onvervreemdbaar onderdeel van mij. Hier kom ik nooit meer van af. Maar het is de vraag of dat moet. Misschien moet je een geliefd persoon op de een of andere manier toch altijd bij je houden. Misschien moet je meer daarnaar streven dan naar de afrekening. Die afrekening betreft voornamelijk je eigen tekortkomingen, je eigen negatieve gevoelens over zo'n zelfmoord.’In haar meest autobiografische boek, 'Het perpetuum mobile van de liefde', beschrijft ze ineens te beseffen ‘hoe vaak er in mijn werk sprake is van personages die van daken, balkons en rotsen springen of worden geduwd, maar dan niet te pletter vallen, zoals mijn zusje. Er zijn altijd wonderlijke omstandigheden of hulpmiddelen die maken dat mijn personages veilig wegvliegen. (. . .) Geen moeite is mij te veel om de bons waarmee het lichaam tegen de wereld stuk slaat, niet te hoeven horen.’ Dit keer echter, in 'Een sterke man' valt er wèl iemand te pletter. Even stilte. Dan: ‘Je bent de eerste die dat tegen me zegt. Ik heb er eentje dood laten vallen . . . Misschien is dat toch wel een nieuw geluid. Niet meer te hoeven redden.’Je hebt dat niet bewust gedaan? ‘Nee. Nee. Vallen is voor mij nog altijd iets vreselijks. Ik kan het niet aanzien als er in een film iemand van een dak valt. Nu heb ik gewoon iemand van de trap laten vallen. Dat is toch wel sterk. Ben ik waarschijnlijk toch weer een stap verder gekomen in het proces. Zie je, ik snap er zelf ook geen bal van. Dit soort dingen kan voor jezelf op een gegeven moment verklaren waarom je zo'n innerlijke noodzaak had om een bepaald boek te schrijven. Mijn onderbewustzijn wilde mij kennelijk duidelijk maken dat er een fase is afgesloten. Dat ik in een boek iemand dood kan laten vallen.’Ook, en dan wat je zusje betreft, in die andere, figuurlijke betekenis? ‘Nee, ik geloof niet dat ik die gevoelens jegens mijn zusje heb. Het is wel zo dat die vreselijke betrokkenheid vermindert. Onverschilligheid kun je het niet noemen, dat zou een te sterk woord zijn. Op de een of andere manier zingt het leven je los van wat er gebeurd is.’De vrouwen in 'Een sterke man' adoreren de figuur die als zodanig in de titel wordt aangeduid. Hier duikt de weliswaar feministische maar jegens vrouwen zeker niet onkritische Dorrestein op. ‘Een van de grootste handicaps van vrouwen is dat wij in diepste wezen verlangen naar een man om op te steunen en er maar niet aan kunnen wennen dat die soms niet wordt aangeleverd door het bestaan. Het gevoel dat het leven voor een heteroseksuele vrouw pas compleet is als daar een heer aan vastzit.'' ‘Bewondering is een heel gevaarlijke emotie, vergelijkbaar met haat. Je gaat iemand idealiseren, je maakt een god van hem, maar vervolgens blijkt helaas dat het gewoon een mens is, met zijn fouten en feilen die je hem heel erg kwalijk gaat nemen. Ik weet nog dat ik vroeger, toen ik veel optrad, bang kon worden voor zalen waaruit mij honderden aanhankelijke ogen tegemoet staarden. Ik had dan het gevoel dat als ik iets zou doen wat niet bij het verwachtingspatroon van het publiek paste, ze me zouden lynchen.’Heeft het feit dat het een man is die van de trap valt te maken met feministische denkbeelden? ‘De bewonderde persoon moest hier een man zijn, want ik wilde het hebben over een van die zwakke kanten van vrouwen, de behoefte aan een sterke man. Dus moest hij ook het slachtoffer van de bewondering worden. Dat was onvermijdelijk.’Via het redelijke aantal vrouwen in het nieuwe kabinet en de veel geprezen minister van volksgezondheid mevrouw Borst komen we weer bij ME uit. Renate Dorrestein heeft een ME-fonds opgericht en een (binnenkort uit te reiken) prijs, de International ME Award, voor de beste wetenschappelijke publicatie over deze ziekte. ‘ME wordt nog steeds niet als ziekte erkend, waardoor mensen ten onrechte geen uitkering krijgen. Terwijl het een echte fysieke kwaal is, waardoor mensen kunnen worden getroffen, zoals anderen door leukemie of suikerziekte.’Even later: ‘Vreemd dat ik altijd in situaties beland waarin ik de barricade op moet. Het idee: dit neem ik niet, hier moet ik wat aan veranderen, dit treft, met mij, duizenden anderen. Ik ben een typisch produkt van de vrouwenbeweging: als iets je niet zint, ga je handelen. Dat is mij met de paplepel ingegoten.’
Dit stukje komt uit de Trouw van 22 september 1994. Het is geschreven door Jet Kunkeler.
De recensente vindt het een goed boek, een ‘knap opgebouwde thriller’. Ik ben het hier mee eens.
Ze vertelt dat het thema eenzaamheid is, dit heb ik niet uit het boek kunnen halen. Ik vind het erg moeilijk om achter het thema en de motieven te komen.Na haar recensie gelezen te hebben denk ik wel dat eenzaamheid het thema is. Alle vrouwen in het huis hebben behoefde aan die ‘sterke man’.
REACTIES
1 seconde geleden
B.
B.
Waarom staat er Stephen?
12 jaar geleden
Antwoorden