Een ontgoocheling door Willem Elsschot

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
Boekcover Een ontgoocheling
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 1172 woorden
  • 17 maart 2004
  • 13 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
13 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Willem Elsschot
Genre
Novelle
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
1921
Pagina's
141
Geschikt voor
vmbo/havo/vwo
Punten
1 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands
Literaire thema's
Desillusie,
Kindertijd & Kinderleed,
School- en Studentenleven

Boekcover Een ontgoocheling
Shadow
Een ontgoocheling door Willem Elsschot
Shadow
ADVERTENTIE
Zo weet je precies wat je nog moet leren voor je examens! 📚✅

Al aan het stressen voor je eindexamens? Niet met Examenbundel! Maak per vak de gratis quickscan en check hoe je ervoor staat. Zo krijg je direct inzicht in wat je al beheerst en wat je nog moet leren en oefenen.
 

Naar de quickscan

Titel : Een ontgoocheling
Auteur :Willem Elsschot (Alfons de Ridder) Uitgever :Van Kampen, Amsterdam
1e druk : 1921
Gelezen druk : 1921
Genre : Novelle

Eerste reactie : A, Dit boek heb ik gekozen omdat ik een boek zocht voor 1920 die makkelijk te lezen was. Ik kwam toen op dit boek uit. Ik wilde geen middeleeuws toneelstuk met ingewikkelde oud-Nederlandse teksten. Dit boek leek mij goed te lezen en ook leuk om te lezen. B, Het verhaal vind ik persoonlijk niet erg boeiend. Het was een simpel verhaal waar denk ik wel een bepaalde gedachte achter zit. Het was wel een herkennend verhaal. Dat mensen willen presteren in het leven en zo hoog mogelijk willen komen maar dat, dat niet altijd kan.

Samenvatting: Meneer De Keizer gaat een keer met van Tichelen naar de hoeren waar hun vrouwen achter komen. Kareltje gaat naar het gymnasium omdat hij advocaat wil worden ( dat wil zijn vader vooral )maar hij blijft doordat hij slecht is in Latijn, Frans en wiskunde drie jaar in de eerste klas zitten. Nadat De Keizer met de directeur heeft gepraat hoeft Kareltje niet meer op school te komen. Hij blijft een tijdlang niks doen en gaat daarna werken bij de Compagnie Belge Transatlantique. Hij werkt daar met ene Stockmans en moet de postzegelkas bijhouden. Hij leert van Stockmans hoe meer port te vragen voor een brief en de rest aan Stockmans te geven. Als hij een keer cognossementen moet ophalen en ze verliest komt hij er niet meer terug. Daarna gaat hij werken bij een drukkerij, Poortmans Dechesne & Co. Hij wordt daar in het begin vaak gepest door de andere werknemers. Tegelijkertijd woont meneer De Keizer de vergadering van de Lustige Whistspelers bij, waar hij voorzitter is. Dubois aast echter op die plaats, en krijgt hem bij een volgende vergadering. De Keizer blijft de vergaderingen wel bijwonen, maar voelt zich er niet op zijn gemak. Dubois begint de zaal compleet anders in te richten. Een paar maanden later wordt De Keizer ziek door alcohol en sterft een paar dagen later. De Lustige Whistspelers benoemen een \'feestcommissie\' die voor de begrafenis zal zorgen. Dubois organiseert ook gelijk een kampioenschap uit om een andere club te verslaan. De Keizer wordt begraven in een mooie begrafenis, waarbij veel whistclubs hun laatste eer komen betonen.

1 De schrijfstijl is in het oud-Nederlands. Veel woorden en zinnen zijn anders dan nu. Hoewel de taal iets anders was, was het boek goed te volgen. Er werden geen moeilijke woorden gebruikt en het verhaal was erg duidelijk. 3 - Meneer De Keizer was een sigarenfabrikant. Hij verdiende daar niet veel geld mee want hij maakte er geen reclame voor en verkocht ze alleen aan familie of vrienden en de sigaren waren slecht. Sigaren maken wilde hij niet meer doen. Hij was getrouwd en had twee kinderen, Kareltje en Marieke. Hij wilde niet dat zijn zoontje ook sigarenfabrikant werd. Hij was voorzitter van de whistclub \'De Lustige Whistspelers\' ( een kaartclub ) wat eigenlijk zijn leven was. Meneer De Keizer was geen slimme man en een zwakke man. Hij was niet succesvol in zijn leven. - Mevrouw De Keizer deed het huishouden. Ze speelde verder niet een erg belangrijke rol in het verhaal.

- Karel was de zoon van de De Keizers en werd Kareltje genoemd. Zijn vader besloot dat hij advocaat moest worden, omdat hij dacht dat hij wel slim was. Maar Kareltje was net zo dom als zijn vader en hij is dus ook nooit advocaat geworden. Hij is 3 jaar in de eerste blijven zitten en is uiteindelijk in de drukkerij terecht gekomen. - Meneer van Tichelen was een vriend van De Keizer. Hij hield ervan om te drinken en naar de hoeren te gaan. Hij heeft De Keizer een keer overgehaald om mee te gaan. - Dubois verkocht kolen en speelde bij De Lustige Whistspelers. De Keizer hield niet van Dubois omdat Dubois de sigaren van De Keizer niet lekker vond. Dubois wou de voorzittersplek van de Whistspelers innemen. 5 Het verhaal wordt door de schrijver verteld.

Het thema is: de ontmaskering van mensen. Aan het begin van het verhaal lijkt alles normaal maar in de loop van het verhaal merk je dat er problemen zijn en dat de mensen anders zijn dan dat ze zich voordoen. Uiteindelijk zie je die werkelijke kant van deze mensen. De titel verwijst naar de twee belangrijkste gebeurtenissen van het verhaal. De twee ontgoochelingen van meneer De Keizer, namelijk het falen van zijn enige zoon Karel en zijn falen in de whistclub. In deze 2 gebeurtenissen zie je dus duidelijk dat deze mensen zich eerst heel slim voordeden maar dat daarna de werkelijke mensen te voorschijn komen. D, Het werk is voor het eerst gepubliceerd in 1921. Ik weet niet of dit werk typerend is voor de schrijver omdat ik verder geen boeken van hem gelezen heb. Ik denk dat het in die tijd erg belangrijk was wat voor baan je had en hoe goed je in iets was. De Keizer wilde een goede baan en slim overkomen maar dit is hem niet gelukt. Hij was niet succesvol. Informatie over de schrijver : Willem Elsschot (eigenlijk Alphonsus Josephus de Ridder; 1882-1960) Belgisch (Vlaams) schrijver. Leidde na WO I te Antwerpen een eigen reclamebureau. Elsschot neemt in de Nederlandstalige literatuur een eigen plaats in door zijn laconieke, geconcentreerde stijl, waarachter grote bewogenheid schuilgaat. Zijn eerste roman was \'Villa des roses\' (1913), in 1921 gevolgd door \'Een ontgoocheling\' en \'De verlossing\'. In 1924 verscheen \'Lijmen\', de eerste van een serie ik-romans. De in wezen fatsoenlijke ik-figuur Frans Laarmans treedt eerst in de voetsporen van de doorgewinterde zakenman Boorman, maar in het vervolg \'Het been\' (1938) keert hij terug tot zijn eigen fatsoensnormen. Laarmans treedt in een aantal romans op, te weten \'Kaas\' (1933), \'Tsjip\' (1934), \'De leeuwentemmer\' (1940), \'Het tankschip\' (1940) en \'Het dwaallicht\' (1946), Elsschot\'s laatste werk. Daarnaast verschenen nog de novelle \'Het pensioen\' (1937) en de dichtbundel \'Verzen van vroeger\' (1934). Bekroond met onder andere de Belgische Driejaarlijkse Staatsprijs voor het Proza (1948) en de Nederlandse Constantijn-Huygensprijs (1951).

Beoordeling : Dit verhaal vind ik diepzinnig. Het is misschien wel een simpel verhaaltje en niet erg spannend of boeiend maar er zit een achterliggende gedachte achter. Je moet je niet anders voordoen dat je bent en het maakt niet uit hoe je bent. Je moet accepteren hoe je bent en niet meer willen zijn. Eigenlijk heb ik niet echt een passage die mij erg aanspreekt. Misschien wel het gedeelte wanneer Kareltje over de straat loopt met een kar en bang is door iedereen gezien te worden en dat hij dan 2 jongens van het Gymnasium tegenkomt. Hierin merk je goed de schaamte van deze jongen die ik aan de ene kant wel kan begrijpen maar aan de andere kant ook weer niet goed vind. Het thema van dit boek spreekt me aan. Het is een thema die denk ik altijd van toepassing is. Veel mensen willen een goede baan, een goede opleiding enz. maar dit kan niet altijd het geval zijn. Dit boek zou ik alleen niet andere mensen aanraden. Het is niet bepaald een boeiend boek en ik denk dat er leukere boeken zijn te vinden met dit thema.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.