Een muis met klauwen.
Uitgeverij: Lemniscaat
Jaar van verschijnen: 1993
Auteur: Lineke Dijkzeul
Samenvatting
Merel Muys is een meisje dat wordt gepest in de klas door Ronnie. Frank is de enige die het gepest niet leuk vindt voor Merel, maar doet soms zelf ook mee.
Als Merel een keer met haar vader mee gaat tanken bij het benzinestation waar haar broer werkt, is haar vader aan het afrekenen en ineens springt er een wildvreemde man naast haar in de auto. Merel wordt bij haar school afgeleverd en loopt verlamd van schrik weer naar huis. Thuis hoort ze dat haar broer in het ziekenhuis ligt met een schedelfractuur…
Een muis met klauwen is geschreven door Lineke Dijkzeul. Lineke Dijkzeul is geboren op 7 maart 1950.
De hoofdpersonen zijn Merel Muys en de motorrijder. De bijfiguren zijn Merels vader, moeder, haar broer Peter, Frank en Ronnie.
Beschrijving van de hoofdpersonen
Merel Muys is een verlegen meisje, daarom wordt ze ook de muis genoemd. Op school heeft ze bijna geen vrienden alleen Frank.
De motorrijder is een overvaller, hij heeft geen baan dus hij steelt geld. Hij weet meestal niet zo goed wat hij moet doen.
Beschrijving van de Bijfiguren
Peter is de broer van Merel. Hij is erg brutaal tegen zijn ouders
Merels vader is een aardige vader, die haar goed helpt met dingen waar ze moeite mee heeft
Merels moeder is een moeder, die bijna niks anders doet dan schoonmaken in het hele huis
Frank is een vriend van Merel, hij helpt haar met informatie vinden over de motorrijder.
Ronnie is een jongen in Merels klas die haar altijd pest. Hij vindt zichzelf heel stoer en zet bijna de hele klas op tegen Merel…
Hoe veranderen de hoofdpersonen?
Merel word van een bange muis een muis met klauwen. Ze vindt haar zelfvertrouwen terug als ze word opgesloten door de motorrijder in een donkere kamer, waar ze toch uit weet te ontsnappen.
De motorrijder verandert niet veel. Hij is nog steeds een beetje in de war. Hij wordt aan het eind van het verhaal opgepakt.
Waar en wanneer speelt het verhaal zich af?
Het verhaal speelt zich af in het huis van Merel en in het appartement waar de motorrijder woont. Ook speelt het zich af op school.
Ik denk dat het verhaal zich nu nog steeds af kan spelen, want de gebeurtenissen lijken vrij echt.
De afloop
Merel word ontvoerd door de motorrijder en word 2 dagen in een kamer opgesloten waar een aquarium met een enge slang instaat. Als de motorrijder naar haar toe komt op de 2e dag, gooit Merel een steen naar de motorrijder die op het aquarium lag. De steen mist hem en Merel weet niet zo snel wat ze moet doen. Dan rent ze naar het aquarium en duwt met al haar kracht de bak om. De motorrijder vlucht naar de keuken waar hij bewusteloos neervalt. Merel vliegt hals over de kop naar buiten en rent naar huis. Als ze een paar dagen later op school komt, wordt ze als een held behandelt, alleen Ronnie maakt nog flauwe grapjes. Haar broer mag weer uit het ziekenhuis en zo komt alles weer goed.
Mijn mening
Ik vind “een muis met klauwen” een heel spannend boek om te lezen. Het verhaal wordt zo verteld dat het net lijkt alsof je zelf bij de belevenissen aanwezig bent en daar hou ik van. Het wordt goed duidelijk gemaakt wie de hoofdpersonen zijn en dat vind ik handig gedaan, want als je bij de belevenissen van de motorrijder bent wordt de tekst anders op het papier gezet dan bij de belevenissen van Merel.
Ik vond het heel leuk om mijn boekverslag over dit boek te houden omdat het boek mij erg aansprak!!!!!
Verwerkingsopdracht.
Ik heb gekozen voor: Zoek of schrijf 3 gedichten die passen bij de gebeurtenissen in het verhaal en/of bij de gevoelens van de hoofdpersoon. Leg uit waarom ze er zo goed bij passen.
Gedicht 1. Klauwen.
Ha, die muis,
Elke keer weer,
Je vind het niet fijn,
Het doet je zeer.
En nog de motorrijder,
Je schrikt je toch rot!
Je broer in het ziekenhuis,
met je ouders weer mot.
Maar een ding weet ik zeker,
Deze muis zet door!
Het is een muis met klauwen,
Zij gaat ervoor!!
Gedicht 2. Gevlucht.
In een fractie,
Een paar seconden,
Hij zit naast je,
Doodsbenauwd,
Jij bent weg,
Met je gedachten,
Gevlucht.
Gedicht 3. De slang.
In een grote, glazen kooi
Zit hij te wachten op zijn prooi.
Een kop schiet schichtig in het rond,
Zijn gladde lijf schuurt over de grond Ineens zit daar een meisje,
Doosbang in de hoek.
Dan hoort hij een stilte,
Toen een binnensmonds gevloek.
Dan gaat de plank eraf,
Eindelijk is hij vrij!
Tot dan ene moment,
Toen was het voorbij,
Asiel…
Ik heb deze gedichten zelf verzonnen en ik vind ze goed bij het verhaal passen. Gedicht 1 vat het begin een beetje samen, gedicht 2 gaat over de motorrijder die naast Merel in de auto zit, en gedicht 3 gaat over de slang die op het laatst in het asiel zit.


REACTIES
1 seconde geleden
X.
X.
Echt een sssssssssssssuuuuuuuuuuuuuuuuppppppppppppppppppppeeeeeeeeeeeeeeeerrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr
boek!!!!!!!!!!!!!!!!!
14 jaar geleden
AntwoordenX.
X.
alleen het boek dat ik gelezen heb heeft een andere kaft
14 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
cool=gaaf= super= mega cooooooooooooool
14 jaar geleden
Antwoorden