A
1. Een muis met klauwen
2. Lieneke Dijkzeul
3. Lemniscaat, Rotterdam in 1993
4. Detective, gijzelingen
B
Een fragment uit het boek dit stukje gaat over dat Merel ontvoerd werd door de motorrijder.
Dit staat op pagina 28
In een vloeiende beweging trok hij het portier dicht en draaide het contactsleuteltje om.
Een naar natte schoenen ruikende mouw raakte haar arm aan, en ze deinsde achteruit. Die vent was gek, die wou hun auto stelen! In paniek worstelde ze om de veiligheidsgordel los te maken.
Eruit, ze moest eruit! De helm draaide haar kant op, het neergeklapte vizier spiegelend in het vage licht dat van buiten kwam. ‘Bij met je poten van die gordel af.’ De woorden werden niet hardop gezegd, maar gefluisterd, en altijd als ze later aan dat ogenblik terugdacht wist Merel dat dat het ergste geweest was. Die heesfluisterende stem vanuit het zwarte niets achter dat vizier.
1. Merel Muys is een meisje dat gepest wordt op haar school.
Ze ging op een avond met haar vader mee naar een benzinestation.
Een overvaller probeerde Merel te ontvoeren toen ze nog in haar auto zat.
En de motorrijder (zo noemen ze de overvaller in het boek) had zijn sleutels verloren en die vond Merel.
Door die fout niet het niet goed af met de motorrijder. Want Merel Muys liet niet met haar sollen.
En dat verklaart de titel. Een muis met klauwen. Want een muis is onschuldig en dat klauwen dus is gevaarlijk. En ik denk dat Merel die muis is en dan doordat ze die sleutels vond dat het zeg maar gevaarlijk is voor de motorrijder. En dat verklaart de klauwen.
2. De hoofdpersonen zijn Merel Muys, de vader van merel, haar moeder, Frank, Ronnie, Peter en de Motorrijder.
Merel: een stil type en wordt gepest op school (meestal door Ronnie). En is heel er moedig.
Ze ziet er gewoon uit.
Vader van merel: hij is dus de vader van Merel hij is denk ik een echte vaderpersoon ik kan er niet zoveel over hem vertellen. Ziet er ook gewoon uit.
Moeder van Merel: komt ook erin voor maar je daaruit niet bepalen wat haar karakter is.
En ze ziet er ook gewoon uit. Ze is gewoon een echte moeder.
Frank: een vriend van merel ik zou zeggen dat hij dapper is om met Merel mee te gaan en helpen die man zoeken. En ik denk zelfverzekerd. Lijkt mij wel aardig. En ziet er ook gewoon uit.
Motorrijder: is denk ik mysterieus, ik denk dat hij een nare verleden heeft en daarom steelt en zo en lijkt mij ook niet aardig. En hij draagt een motorpak met een tijgerkop op mijn rug.
3. De belangrijkste gebeurtenissen zijn: dat die motorrijder Merel ontvoerd had dat was op een
benzine pomp, op school want Merel is nog een kind en gaat natuurlijk naar school maar ik denk dat ze het niet leuk vindt om naar school te gaan want ze wordt daar heel erg gepest.
De juwelier omdat Merel en Frank een kaart hebben gevonden waarin staat dat de motorrijder de juwelier wilt beroven en daarom wouden ze de juwelier waarschuwen maar ze luisteren niet naar een stel kinderen. En bij het geleende huis van de motorrijder want daar viel Merel de motorrijder aan met een slang.
4. Ik denk zelf dat de gebeurtenissen van deze tijd zijn. En het duurt een week of zo.
Namelijk toen ze die ontvoering had gehad en dan ging ze gelijk die dag daarna naar school.
En toen hadden ze een paar dagen daarna een kaart gevonden over de juwelier.
En een paar dagen later waren ze in het huis van de motorrijder.
5. Het belangrijkste probleem van het boek was dat Merel iemand dat gepest wordt in een situatie
Belandt waar ze ontvoerd wordt door de motorrijder. Maar de man verliest zijn sleutel en daardoor verslaat als het ware Merel de motorrijder.
6. Merel heet van haar achternaam Muys en daarom schelden ze haar vaak voor muis uit.
Op een avond gaat ze met haar vader benzine tanken. Ze gaan naar de benzinepomp waar Peter (haar broer) werkt. Merel blijft in de auto zitten. Plotseling komt er een man naar buiten een zogenaamde motorrijder. Hij wil zijn motor starten maar het lukte niet. Dan stapt hij in de auto waar Merel in zit en rijdt dan weg. Merel is doodsbang. De man wou Merel af zetten bij huis. Als Merel thuiskomt vertelt haar vader dat er een overval was. Peter ligt in het ziekenhuis. De volgende dag gaat ze naar school en Frank een vriend van haar wou weten wat er gebeurd was. Toen ze het had verteld wou hij op onderzoek uitgaan. Merel heeft een sleutel gevonden van het huis van de dader. Frank ging toen het huis binnen. Hij vond een kaart waarop staat 2 kruizen op staan. Het 1e kruis is het pompstation, de 2e is een juwelierszaak. Frank schrijft een brief naar juwelierszaak om te vertellen dat het overvallen werd. Een aantal dagen later wordt de juwelierszaak beroofd. Frank gaat weer naar het huis en spreekt af dat, als de man eraan komt, Merel op de bel drukt. Dan komt de man, Merel drukt op de bel en rent weg. Alleen de bel doet het niet en Frank moet via de achterkant uit het huis komen. Merel denkt dat Frank gevangen is genomen en gaat ernaar toe. Dan wordt Merel gevangen genomen en in een kamer gezet waar een slang in zit. Als de man komt stoot Merel de bak om en de slang grijpt hem beet. Merel ontsnapt en de man wordt opgepakt. Toen waren Merel en Frank als helden behandelt.
C
Ik vond het een spannend boek, omdat je meteen wilt weten wat er dan gebeurd is en je kan er erg goed inleven in het verhaal. Je moest ook goed het begrijpen waar het boek overging dat was het enige moeilijke. De kinderen ware heel erg dapper en moedig. Het was ook heel erg leuk geschreven en dat het afwisselen van personen steeds in een tekst. Ik vond het ook heel mooi geschreven. En dit boek zijn 1 van de boeken die ik niet saai vond. Mijn lievelingspassage was van pagina167 t/m pagina178
Extra opdracht bij boek 4
Ik vind dit stuk heel erg spannend omdat dit het stuk is waarmee ze de motorrijder verslaat.
Het was niet echt voorspelbaar wat ze ging doen. En de spanning was erg hoog bij het stukje wanneer de motorrijder omviel maar dan weer opstaat want dat was dus dan niet genoeg om de motorrijder te verslaan.
Om kwart voor negen werd de sleutel in het slot omgedraaid en ze hield op met ademen. Haar hart bonkte als een razende, haar mond werd kurkdroog. O God, nu ging het gebeuren. De deur ging open en de motorrijder stapte de schemerdonkere kamer binnen. Verbaasd bleef hij staan en mompelde iets. Hij strekte zijn arm uit naar het lichtknopje, maar Merel gaf hem de kans niet het aan te raken. Ze tilde de steen op en smeet die met alle kracht naar hem toe. Ze mikte op zijn borst, zodat hij zou vallen en blijven liggen en zij onderweg al hoogte, en met afgrijzen zag ze dat ze het niet haalde. Toch was het geen slechte worp. De steen trof de man hoog op het boven been. Hij struikelde, knikte door zijn knieën en sloeg tegen de muur. Maar hij bleef niet liggen. Hij kwam ogenblikkelijk overeind en stormde vloekend op haar af. “Wel verdomme, Jij klein kreng!’ Het mislukte. Ze had haar kracht overschat, en nu mislukte het. In wanhoop deed ze het enige wat ze nog kon doen. Ze zette haar handen tegen de glazen bak en duwde uit alle macht. De bak kantelde, leek even te blijven hangen en stortte met een daverende knal waarmee hij uit elkaar spatte was oorverdovend. Een groene bliksemstraal schoot door de lucht, sneller dan ze ooit had zien bewegen. Ze sprong naar voren, dwars door de scherven heen en dook naar de deuropening.
Ik vind dit stuk heel erg spannend omdat dit het stuk is waarmee ze de motorrijder verslaat.
Het was niet echt voorspelbaar wat ze ging doen. En de spanning was erg hoog bij het stukje wanneer de motorrijder omviel maar dan weer opstaat want dat was dus dan niet genoeg om de motorrijder te verslaan.
Ze heeft het spannend gemaakt door:
· die manier te vertellen hoe het gebeurt
· ze heeft door de afloop uit te stellen ook spannender gemaakt
· de personages beschreven en de gevoelens hoe bang of boos die gene is
· en een beetje vertelt hoe het eruit zag.


REACTIES
1 seconde geleden