B Boekbespreking:
1 Titel;
A Kun je de titel verklaren?
Niet echt, een mond vol dons, waarom weet ik niet goed maar elke keer wordt er wel om dons gesproken.
2 Soort verhaal;
A Wat voor soort verhaal is het?
Avontuurverhaal want ze beleven allerlei dingen samen.
3 Gebeurtenissen: problemen en hoofdlijnen.
A Wat is het probleem van de hoofdpersoon?
Het boek heeft in het begin geen echt probleem, maar later verslechterd Marjans relatie met Soof en loopt ze weg
C Wat voor soort begin heeft het verhaal?
Het verhaal begint met een inleiding
D Wat voor soort einde heeft het verhaal?
Aan het einde krijgen ze ruzie en Soof gaat naar huis.Ze vertelt aan de ouders van Soof dat ze haar gevonden heeft, maar ze vertelt niet waar Soof is. Hierover krijgt Marjan ruzie met Soofs ouders en ze gaat terug naar Amsterdam. Als ze daar is maakt Soof een tatoeage bij Marjan, het een vleermuis. Dan praten ze het uit en Marjan gaat naar huis. (Open einde).
4 Personen:
A Welke personen komen er in het verhaal voor?
Marjan:
Soof (Sophie):
Kasper en Lilian
Famke
Jip
Merel
Teun
Harko
B Wie zijn de hoofdpersonen en wie de andere personen?
De hoofdpersonen zijn bij vraag a schuin gedrukt.
5 Tijd;
A wanneer speelt het verhaal zich af?
Wanneer? De schrijver vertelt het verhaal, maar weet niet meer exact de data dus ze kon ook wat door de war hebben gehaald in de volgorde van het verhaal "jaartallen doen er niet toe" zegt ze ook. Maar als je laat in het boek leest over een tatoeëerder kun je spreken over een behoorlijke moderne tijd.
B Hoeveel tijd ligt er tussen het begin en eind?
De tijdsduur is eigenlijk vanaf ze baby waren tot pubers van ongeveer 15 jaar.
6 Plaats
A Waar speelt het verhaal zich af?
De plaats waar Soof en Marjan wonen wordt niet genoemd, maar wel dat Soof naar Amsterdam wegloopt.
7 Met wie kijk je mee?
A Kijk je mee met de ik persoon, met de hij/zij persoon of met de verteller?
Je kijkt mee met de ik- persoon, want het wordt vanuit het oogpunt van Marjan vertelt.
8 Onderwerp
A Wat is het onderwerp van het verhaal?
Het gaat over twee meisjes die heel goed bevriend zijn. Dan loopt er een van de twee weg (Soof). Ik denk dat de schrijver duidelijk wil maken dat vriendschap niet voor altijd is en dat vrienden uit elkaar groeien en dat ze anders groter worden
10 Taalgebruik
A Vind je dat de schrijver gemakkelijk of moeilijk schrijft?
Ik vind dat het boek niet moeilijk is geschreven.
C Mening
Ik vond het wel een leuk boek om te lezen want er zat wel veel spanning in en ik hou wel van boeken van het genre avontuur.
D Informatie over de schrijver:
Geboren: 23 mei 1957 te Velp
Opleiding: studeerde Spaans aan de Universiteit van Amsterdam en journalistiek in Utrecht; in 1988 haalde ze haar doctoraaldiploma Spaanse taal- en letterkunde
Werk:
ze was redacteur en eindredacteur bij de Volkskrant; in 1991 koos ze ervoor om schrijver te worden, maar ze bleef af en toe voor verschillende kranten en tijdschriften schrijven
Eerste boek: Een geheim pad naar gisteren (1982)
Bijzonderheden: ze schreef vijf boeken over Roosmarijn, een ondernemende kleuter; haar dochter heet ook Roosmarijn
Bekende Boeken:
1982 Een geheim pad naar gisteren (Van Goor)
1989 Maanzaad (Leopold; herdruk 1994 in de serie Goud van Leopold) Vlag en Wimpel
1993 Een mond vol dons (Leopold) Zilveren Griffel
1994 Het ware verhaal van Marietje Appelgat en haar vieze vrienden (Leopold) Getipt door de Nederlandse Kinderjury
2000 Anansi´s web (Leopold) Eervolle vermelding Zoenenjury + Jenny Smelik-IBBYprijs
2004 Zoenen is vies, zei Darma Appelgat (Kinderboekenmarkt)
2005 Ondersteboven. Samen met Hans Kuyper, Nanda Roep, Daan Remmerts de Vries. (Leopold)
REACTIES
1 seconde geleden