Samenvatting:
Marjan en Sophie zijn buurmeisjes en kennen elkaar al hun hele leven. Ze weten van elkaar precies wat de ander denkt, ze hebben een speciale band.
Sophie is weggelopen van huis, daarom begint Marjan herinneringen op te halen over vroeger. Door al die herinneringen begint Marjan te snappen waarom Sophie is weggelopen. Ze gaat haar zoeken.
Zelf denkt Marjan dat ze Sophie wel nooit zal vinden, maar dan denkt ze ineens aan hoe Sophie was.
Toen Marjan en haar moeder samen met Sophie d'r familie op vakantie gingen, gingen ze naar een oud huis. Daar vlogen 's nachts veel vleermuizen. Sophie werd helemaal geobsedeerd door de vleermuizen. Het werd haar teken. Alles wat ze tekende had een vleermuis erin.
Sophie tekende om haar gevoelens te uiten. Het was de laatste dag van school en de rapporten werden uitgedeeld. Sophie zou blijven zitten. Ze begon te tekenen op haar tafeltje, dit tekende ze:
Op het tafelblad voor haar is een heel schilderij ontstaan. Ze tekent met blauwe pen. Ik zie gezichten… een heleboel gezichten onderaan. Ze hebben grote ogen en open monden. Sneeuwvlokken stijgen eruit op. Bovenaan herken ik een vleermuis, afgetekend tegen een grote zon. De sneeuwvlokken - nee, het zijn kleine veertjes -veranderen van vorm en boven in de tekening zijn het cijfers geworden. Van nul tot vijf in dikke lijnen. Ik lach zachtjes, Soof heeft net als wij de cijferkoorts. Er verschijnen praatballonnetjes tussen de cijfers, en woorden. Ik lees een paar praatballonnetjes, maar er staat alleen onzin: 'Blawblawblaw' en 'krrrusjjj' en liefiemijnliefie'. Een zinnetje maar slaat ergens op: 'Jammer hoor'.
Een paar dagen later rent Sophie weg. Na een tijdje besluit Marjan Soof te gaan zoeken. In Amsterdam. Ze weet niet waarom, maar daar gaat ze kijken. Net voordat ze weggaat, heeft Marjan voor het eerst een goed gesprek met haar moeder. Eenmaal in Amsterdam, gaat Marjan samen met haar vriend Teun naar een opvangtehuis. Ze vragen daar of Sophie daar heeft geslapen. Nee, ze hebben nog nooit van haar gehoord. Samen lopen Teun en Marjan door de stad, Marjan geeft het zo ongeveer op. Ze snapt niet meer waarom ze hier is gekomen. 's Avonds gaat ze naar een barretje. Daar bedenkt ze ineens wat Soof altijd zei: 'Als ik later groot ben, ga ik je vader voor je zoeken.' Marjan rent naar de telefoon en pakt het telefoonboek. Haar vader heeft een hele normale achternaam, in Amsterdam wonen er eenenzeventig Van Mouriks. Het heeft geen zin.
De volgende ochtend, als Marjan naar buiten loopt, ziet een stickertje met een vleermuis erop. De vleermuis zoals Sophie hem altijd tekende. Eronder stond 'Tattoo Studio' met adres. Daar ging ze heen, ze wist zeker dat Sophie daar was. Marjan had gelijk. Sophie was daar… Ze woonde daar samen met Marjan's vader. Ze hielp hem met de tatoeage studio. Marjan geloofde haar ogen niet. Eerst werd ze boos op Sophie, toen gingen ze samen even praten. Marjan merkte dat Sophie en zij uit elkaar waren gegroeid. Sophie liet haar tatoeage zien. Een vleermuis, net boven haar borst. De vleermuis had zijn vleugels gespreid, alsof hij elk moment weg zou vliegen. Marjan moest Sophie beloven dat ze niet aan haar ouders zou vertellen waar Sophie was.
Eenmaal thuis, praat Marjan eerst met haar moeder. Dan loopt ze naar de buren, de ouders van Soof. Ze zegt alleen dat Sohpie gelukkig is. Eerst was ze wel van plan om te vertellen waar Soof was. Soof had haar toch ook verraden? Ze was zonder Marjan weggegaan, ze was zonder Marjan haar vader gaan zoeken? Maar dan denkt Marjan even goed na. Zo was het niet. Sophie had haar niet verraden. Ze had Marjan een kaart gestuurd waaruit bleek dat ze in Amsterdam was, die kaart werd alleen daar verkocht. Ze wist dat Marjan haar zou komen opzoeken. Dus, vertelt Marjan niet waar Soof is.
Ze gaat nog een keer naar Amsterdam. Ze wil ook een tatoeage. Soof maakt er een voor haar. Ze tekent het eerst op papier. Marjan wil weten wat ze maakt, Soof zegt alleen dat Marjan het er wel mee eens zou zijn.
Thuis haalt Marjan het papiertje van de tatoeage af. Ze ziet een vleermuis, net zo een als die van Sophie, maar dan met zijn vleugels ingeklapt. Alsof hij slaapt. Ineens snapt ze alles. Waarom Sophie wegelopen is. Waarom Soof niet op haar heeft gewacht. Waarom Soof niet terug zal komen.
Verhaalanalyse
Titel:
De titel wijst naar een diepere betekenis. 'Een Mond Vol Dons' is een psychologische titel. Je moet het boek gelezen hebben om de titel te begrijpen. 'Een Mond Vol Dons' slaat op Sophie. Zo denkt Sophie. Haar ouders worden nooit boos, ze zijn alleen erg teleurgesteld als er iets gebeurd en praten haar dan schuldgevoelens in. Sophie d'r ouders geloven in stilte. Je mag nooit schreeuwen als je boos bent en moet overal over praten. Daar houdt Sophie niet van en daarom loopt ze weg. Ze kan er niet meer tegen. 'Een Mond Vol Dons' betekent dus eigenlijk, zachte woorden in je mond.
De titel wordt pas duidelijk in het midden van het boek. Totdat je dat gelezen hebt, snap je de titel niet.
Soort:
Als je naar de kenmerken van dit boek gaat kijken, is "Een Mond Vol Dons" een literatuur boek. Allereerst heeft het boek een moeilijke bouw. Marjan vertelt het verhaal door geheugens op te roepen, maar soms is ze ineens weer terug in de tegenwoordige tijd. Het boek begint met een flashback, maar eindigt in de tegenwoordige tijd.
Het belangrijkste van dit boek zijn de gevoelens. Er gebeurt niet zo gek veel, maar als er wat gebeurt heeft het altijd met gevoelens te maken. Bijvoorbeeld als Marjan voorstelt Soof te gaan zoeken, ze weet niet waarom ze Soof wil zoeken. Als ze in Amsterdam is, heeft Marjan op een gegeven moment een gesprek met Teun:
"Waarom wil je haar eigenlijk zo graag vinden?" vroeg Teun. Hij ging naast me zitten. "Ik denk eigenlijk dat ze niet gevonden wil worden."
"Nee…" zuchtte ik.
"Nou?"
"Wat?"
"Wat heb je eraan haar te vinden?"
"Ik weet het zelf ook niet," zei ik. "Eerst was ik er bang voor. Toen begon ik naar haar te verlangen. Ik herinnerde me van alles- weet je, Soof en ik kennen elkaar al ons hele leven. Ik herinner me ook steeds vervelende dingen, dat ze gemeen tegen me deed bijvoorbeeld. Maar dat helpt helemaal niets."
Dit gesprek geeft heel duidelijk de gevoelens weer.
Het onderwerp is heel abstract. Dit boek gaat over de gevoelens van een meisje. Die gevoelens worden nooit echt beschreven omdat ze zelf niet precies wat ze voelt. Sophie doet alles impulsief, ze weet niet precies waarom. Marjan volgt Sophie, zij weet ook niet precies waar het allemaal om draait. Uiteindelijk weet je zelf wel welke gevoelens Sophie voelt. Ookal moet je wel een beetje levenservaring hebben om dit abstracte onderwerp te begrijpen.
Dit heel psychologisch onderwerp kun je alleen maar begrijpen als je weet hoe de mens is. Welke gevoelens een mens heeft. Sophie haat de manier waarop haar ouders zich gedragen. Zij denken dat alles op te lossen is met een beetje thee. Sophie uit haar gevoelens moeilijk en haat dit soort "ritueeltjes". Daar door wordt ze een beetje rebels want ze is een beetje in de war. Sophie rent weg omdat ze haar gevoelens niet meer aan kan. Ze gaat alles doen wat ze Marjan beloofd heeft. Zoals Marjan d'r vader opzoeken. Waarom weet ze niet precies, maar het moet. Om dit te snappen moet je toch wel een beetje levenservaring en mensen kennis hebben.
Wat de schrijfster duidelijk probeert te maken is niet echt duidelijk. Ze wil de gevoelens laten zien van twee totaal verschillende personen, Marjan en Sophie en hoe ze ermee omgaan. Dit komt niet zo duidelijk over doordat het boek een heel abstract onderwerp heeft.
De woordkeuze is niet zo ingewikkeld. De zinsopbouw is ook niet moeilijk te begrijpen. Doordat Marjan, een tiener, het vertelt is haar woordkeuze gebruikt. De hoofdpersonen zijn tieners. Deze twee onderwerpen maken het boek net aan het randje van een jeugdboek of een literatuurboek. Toch is het een literatuur boek. Volwassen spelen een heel grote rol in het boek. Door de manier waarop zij zich gedragen, gedraagt Sophie zich zo rebels.
Personages:
De meest belangrijke personages zijn Sophie en Marjan. Sophie d'r ouders en Marjan d'r moeder spelen ook een grote rol in het verhaal. Sophie d'r oudere zus, Famke en Teun zijn de bijpersonen.
Sophie is een zestienjarig meisje. Sophie heeft een erg sterk karakter. Ze is erg impulsief, het kan haar niet zoveel schelen of iets mag of niet. Ze houdt haast geen rekening met anderen. Soof, zo noemt Marjan haar al vanaf dat ze elkaar kenden, is erg rebels, tot grote spijt van haar ouders. Sophie wil graag vrij zijn, ze wil weg van haar leven. Sophie ziet er normaal uit, met lang blond haar. Ze heeft een hele sterke invloed op Marjan. Marjan gelooft alles wat Sophie doet en doet ook aan alles mee, ookal krijgen ze er wel problemen door. Sophie leeft in een gezin dat van buitenaf heel normaal lijkt, heel gezellig, het perfecte gezinnetje. Zo is het niet. Ze is helemaal niet gelukkig zo en probeert altijd de aandacht te trekken. Bijvoorbeeld toen ze zich had kaal geschoren, ookal wist ze dat haar ouders dat niet leuk zouden vinden. Haar ouders trekken haar zus Famke altijd voor en daar Sophie niet zo goed tegen. Ze haat ook de rust in huis. Schreeuwen mag nooit en alles moet uitgepraat worden.
Marjan is net zo oud als Sophie. Marjan is de stillere van de twee. Haar ouders zijn gescheiden, ze kent haar vader niet. Haar moeder bemoeit zich niet zo heel veel met haar. Marjan weet wat goed en fout is en houdt zich daar ook aan. Behalve als Sophie weer wat van plan is, dan doet ze altijd mee. Ze is een beetje een meelopertje. Ze denkt dat ze eigenlijk niet zo heel veel voor Sophie betekent maar ze heeft meer invloed dan ze denkt. Sophie stuurt haar een kaart als ze is weggelopen, dat doet ze zodat Marjan haar kan vinden, ze is een beetje ongelukkig zonder Marjan. Marjan is eigenlijk een heel gewoon meisje. Ze leeft een normaal leventje, en is daar gelukkig mee.
Sophie d'r ouders spelen voor Sophie een belangrijke rol, ze hebben grote invloed op het gedrag van Sophie. Elk moment van de dag moeten ze weten waar Sophie is, ze heeft geen privacy. Sophie d'r vader, Kasper, heeft een ongeluk gehad en kan niet meer lopen. Hij zit in een rolstoel en schildert graag. Sophie d'r moeder, Lilian, wil de perfecte moeder zijn. Ze forceert haar liefde voor haar kinderen erg veel en is altijd erg bezorgd.
Marjan d'r moeder, Merel, is alleen staande moeder en heeft haar eigen winkeltje. Ze is daar erg druk mee en heeft daardoor niet altijd tijd voor Marjan. Ze is heel verschillend ten opzichte van Sophie d'r ouders. Marjan mag bijna alles, maar houdt zich aan de regels. Sophie mag bijna niks en gaat daardoor allemaal rare dingen doen. Dit speelt een hele belangrijke rol in het boek. Pas tegen het einde van het boek, als Marjan iemand nodig heeft om tegen te praten, komt ze pas bij d'r moeder en begint moeizaam een gesprek. Merel luistert aandachtig, maar forceert niks, Soof d'r ouders hadden dat wel gedaan. Door die gesprekken begint Marjan pas te beseffen dat ze het eigenlijk veel beter heeft getroffen met haar moeder dan Soof met haar ouders.
Famke is de oudere zus van Sophie. Zij is het oogappeltje van de twee en wordt daardoor vaak voorgetrokken. Ze is poeslief tegen haar ouders. Sophie haat haar. Als hun ouders er niet bij zijn, is Famke erg gemeen tegen Sophie. Famke had altijd meer vrijheid dan Sophie. Totdat Sophie wegrent. Ineens mag ook Famke niks meer en willen haar ouders altijd weten waar ze is.
Teun is het vriendje van Marjan. Hij gaat met haar mee naar Amsterdam om Soof te zoeken. Toen ze nog vrienden waren vond Marjan hem erg leuk. Toen ze verkering kregen deden ze niet meer dan zoenen. Ze vond het saai worden. Totdat ze naar Amsterdam gaan. In Amsterdam heeft ze ook voor het eerst sinds hun verkering een goed gesprek met Teun, en gaan ze ook wat verder dan alleen zoenen. Ze krijgen een veel hechtere band.
Tijd:
Het verhaal speelt zich rond deze tijd af. Het is een erg modern verhaal. De hele omgeving is van deze tijd. In dit stukje lopen Teun en Marjan door Amsterdam op zoek naar Soof:
We waren intussen in de rosse buurt verzeild geraakt. Ik kon er niets aan doen, maar ik moest overal naar binnen kijken.
"Denk je soms dat je Soof achter zo'n raam zal zien zitten?" vroeg Teun, die me van opzij aankeek.
Het boek begint met Marjan die begint te vertellen over vroeger. Over de eerste keer dat ze Soof ontmoette. Ze waren allebei net één. Het eindigt als Marjan naar Amsterdam is geweest en een tatoeage op haar arm heeft. Dus verloopt er ongeveer vijftien jaar in het verhaal. Marjan vertelt over vroeger als een herinnering. Door die herinneringen leert Marjan zelf heel veel en begrijpt ze Sophie steeds beter. Hoeveel tijd er verloopt vanaf de eerste herinnering tot het einde van het boek is niet duidelijk.
Het verhaal is verteld in de tegenwoordige en de verleden tijd vertelt. Als de herinneringen zich afspelen, and praat Marjan in de tegenwoordige tijd, bij deze herinnering geeft Marjan een slaapfeestje, op het laatste moment mag Soof niet komen:
Teuns vader en moeder gaan uit eten met de ouders van zijn beste vriend, het zou laat worden hebben ze gezegd, en omdat wij vlakbij wonen heeft zijn moeder gevraagd of hij een nachtje bij ons kan slapen. Dat is natuurlijk best, en ik vind het wel geinig. Ik ken Teun nog niet goed, maar een logeerpartij is altijd leuk. Ik heb wel eens op televisie kinderen gezien die met hun allen bij elkaar gingen slapen, Als een soort feestje, en dat leek me nog leuker. Daarom heb ik aan mijn moeder gevraagd of dat mocht. Het mocht. Ik heb iedereen uitgenodigd, en ze zijn gekomen, allemaal. Behalve Soof. Op het laatste moment wordt er aangebeld: Lilian, om te zeggen dat Soof niet kan komen. Waarom, dat vertelt ze er niet bij.
Als Marjan vertelt over de herinneringen dan vertelt ze in de verledentijd. Net als het stukje dat vooraf de herinnering van het slaapfeestje gaat. Als ze wat uitlegt over het feestje:
Ik herinner me niet veel uit die tijd. Soof werd stil, ik bedoel dat ze alles deed zonder geluid te maken. Ze bonkte niet meer op de trap, ze lachte zonder te gillen, zelfs haar klopsignalen waren zwakker. Tot de avond dat de halve klas bij mij logeerde, ik weet niet hoeveel later.
Alle herinneringen zijn flashbacks. Er zijn niet, of haast geen, terugverwijzingen. Vaak komen er versnellingen voor. Marjan "springt" van de ene herinnering naar de andere en dan is ze ineens een jaar verder. Er zijn dus veel tijdsprongen, vaak zijn het iets kleinere tijdsprongen, bijvoorbeeld op de dag dat Marjan naar Amsterdam zal gaan. 's Ochtends zit ze met haar moeder te praten, dan komt er een tijdsprong en zit ze met Teun in de trein. Dan komt er nog een tijdsprong en dan staan ze op het station.
Er komen niet veel vertragingen voor. Het stukje wanneer Marjan aan Soofs ouders moet vertellen dat Soof gelukkig is, zit vol vertragingen. Een paar minuten worden helemaal beschreven en als Lilian thee voor Marjan neerzet zit Marjan te denken, die paar seconden worden heel uitvoerig beschreven.
Vertelsituatie:
Het verhaal is verteld in de ikvorm. Vauit Marjans ogen wordt alles verteld. Ze weet niet wat Sophie voelt of denkt. Ze begrijpt Sophie wel heel vaak. Maar doordat zij niet precies weet wat er door Sophie heen gaat, weet de lezer dat ook niet, wat het boek een beetje moeilijk maakt. Marjans gevoelens worden wel beschreven, maar die van Sophie niet echt.
Ruimte:
Het verhaal speelt zich af in Nederland in een dorpje. Waar het precies is wordt niet vermeld. Het ligt aan de herinneringen die Marjan ophaalt, waar het verhaal zich afspeelt. Meestal gaan de herinneringen over thuis, bij Sophie of bij haarzelf. Anders zijn ze op school, of op het schoolplein. De zomervakantie tussen het laatste jaar van de basisschool en het eerste jaar van de middelbare school is heel belangrijk. Ze gaan dan met z'n allen op vakantie. Sophie en haar ouders en Famke en Marjan met d'r moeder en de vriend van haar moeder. Ze gaan naar een oud huis dat Harko, de vriend van Marjan d'r moeder, heeft gehuurd van een vriend. Het huis staat ver van de bewoonde wereld op het platteland. Achter het huis mogen Marjan en Sophie niet komen. Dat is gevaarlijk omdat het huis daar op instorten staat. Marjan en Soof gaan er toch naar het gevaarlijke deel en komen erachter dat daar vleermuizen zitten. Vanaf die zomer is Soof helemaal gek van vleermuizen en Marjan komt er die zomer achter dat Soof en zij uit elkaar zijn gegroeid, tenminste dat denkt ze. Daarom is die plek zo belangrijk, omdat dat een heel belangrijk punt in het verhaal is.
De huizen waar Marjan en Soof wonen grenzen aan elkaar. De wanden ertussenin zijn erg dun. Als Marjan een glas tegen de wand zet, kan ze horen wat Kasper en Lilian zeggen. Doordat ze af kan luisteren, weet Marjan misschien wel meer dan ze zou moeten weten en daarom begrijpt ze Soof ook beter. Soof en Marjan hebben ook een klopsignaal zodat ze 's avonds ook met elkaar kunnen praten. Sophie kan vanuit haar raam zo naar dat van Marjan klimmen. Dat doet ze ook.
Opbouw:
Het boek heeft een kleine inleiding:
Dit is het verhaal van mijn vriendinnetje Soof, het verhaal over de griezelige spelletjes die ze verzon en ook het verhaal over hoe ik haar uiteindelijk kwijtraakte. Ik vertel het hier omdat ik nooit, nooit wil vergeten hoe Soof was. Soof met de lange blonde haren waar ze zelf een hekel aan had, Soof van de vleermuizen, klim-Soof en schilder-Soof, Soof die ik misschien nooit meer zal zien. Ik moet haar bewaren. Want Soof was de beste vriendin die ik ooit heb gehad en ooit zal hebben. En dat we elkaar zijn kwijtgeraakt, was haar schuld niet.
Dit is meteen een soort samenvatting van wat er in het boek zal gebeuren.
Er is niet veel spanning in het boek maar het is ook niet langdradig. Er is één belangrijke spanningsboog, wanneer Marjan en Soof de vleermuizen ontdekken in het vakantiehuis:
Begin van de spanningsboog: Het raampje moet achterin zitten. Maar we zien niets. Opeens horen we geritsel. We zijn niet alleen! Mijn mond wordt kurkdroog van angst en ik kan niet eens even iets tegen Soof zeggen, zomaar, om mijn eigen stem te horen. Maar misschien zou ik dat toch niet durven. Is hier iemand? Woont hier iemand?
Ze vinden de vleermuizen, Soof en Marjan gaan nog eens terug en zien een vleermuis weg vliegen, de vleermuis van Soof. Zo eindigt deze spanningsboog.
Er spelen twee verhaallijnen. De ene is de verhaallijn van Marjans herinneringen. Dat is de hoofdverhaallijn. De tweede verhaallijn is wat er gebeurt tussen de herinneringen door als Marjan weer even terug in het heden is. Die twee verhaallijnen lopen door elkaar heen.
Het boek eindigt in een gesloten einde. Marjan heeft Soof eindelijk gevonden. Ze wil dat Soof een tatoeage op haar schouderblad maakt. Soof maakt er eentje, maar Marjan mag nog niet weten wat het is. Als Marjan thuis komt rukt ze het plastic er van af en vraagt haar moeder wat er op staat. Een vleermuis. Marjan schrikt en gaat kijken. Het klopt, een vleermuis met ingeklapte vleugels. Soof heeft ook een tatoeage van een vleermuis maar dan eentje met open vleugels alsof hij elk moment weg zal vliegen. Dit laat het verband tussen de twee zien. Marjan realiseert zich eindelijk dat Soof en zij nog steeds beste vriendinnen zijn en ineens gaat het heel goed met haar.
Thema en Motieven:
Het thema van het boek is vriendschap. Marjan en Soof hebben zo'n hechte vriendschap dat ze elkaar steeds weer aanvoelen. Door die hechte vriendschap weet Marjan Soof ook te vinden als ze is weggelopen. Gevoelens spelen ook een heel belangrijke rol in het verhaal, dat is meer het abstracte thema van het boek. Marjan en Soof zijn zulke goede vriendinnen, ookal is Soof vaak gemeen en voelt Marjan zich vaak in de steek gelaten. Ze zijn toch beste vriendinnen.
Motieven:
Alle herinneringen die Marjan vertelt gaan over wat ze samen beleefd hebben. Meestal bracht dat hen in de problemen waardoor Soof weer straf kreeg. Dit herhaalt zich meerdere keren. Soof heeft weer een idee om wat te gaan doen waarvan ze weten dat ze straf zullen krijgen. Marjan krijgt de straf op een heel andere manier dan Soof. Dat is één van de belangrijkste motieven. Dat maakt hun vriendschap ook zo speciaal.
Bedoeling:
Lydia Rood, de schrijfster vertelt iets over wat ze zelf heeft meegemaakt. Achter in het boek staat een stukje over de schrijfster. Daaruit haal ik dat Soof eigenlijk het exacte evenbeeld is van Lydia Rood. Het kan Soof niet schelen wat mensen van haar denken en ze doet iets omdat ze er zin in heeft, niet omdat het goed of fout is. De schrijfster schrijft dat ze geen zin had om te deugen, ze wilde gewoon zichzelf zijn. Zo is Soof ook. Daarom is ze weggerend van huis. Thuis kon Soof zichzelf niet zijn, ze moest zijn zoals haar ouders wilden dat ze was, dat kon ze niet. Dus rende ze weg. Het stuk over de schrijfster begint met de schrijfster die haar broek naar beneden trekt als protest tegen de Franse kernproeven.
In het boek is niet echt een boodschap te vinden van de schrijfster. Als je wat meer over de schrijfster weet dan snap je wel waarom Lydia Rood dit boek heeft geschreven. Het is een verhaal over zichzelf. Zij is Sophie.
Taal:
Het boek is niet moeilijk geschreven. De zinnen zijn makkelijk opgebouwd en dus makkelijk te begrijpen. De woordkeuze is ook heel simpel, je hoeft er niet met een woordenboek bij te zitten. Het zijn ook moderne woorden, woorden van nu. De taal is wel voorzichtig, er komen geen scheldwoorden in voor, maar toch, is het verhaal niet verzacht. De gedachten van Marjan zijn opgeschreven zoals Marjan ze zou echt zou denken, daardoor wordt het verhaal heel realistisch.
REACTIES
1 seconde geleden
S.
S.
Echt goed!!!!!!!!!
-xxx-ies Moi
23 jaar geleden
AntwoordenE.
E.
Goed uittreksel! Ik had er een 8.5 voor! bedankt!
23 jaar geleden
AntwoordenN.
N.
waaaaaaw meid wat een goede verslag vet een 10 supeeer man
22 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
ik vind de samenvatting wat lang, ik zelf zou hem wat korter maken. maar veder is het een hele goede bruikbare samenvatting. Let ook een beetje meer op de grammatica sommige zinnen of woorden zijn niet helemaal corect.
20 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
Ik wil je even bedanken voor dit verslag, ik had het namelijk wel zelf gelezen ofzo.
Maar ik wist niet waar de titel op sloeg. En dankzij jou verslag weet ik dat wel.
Bedankt daarvoor, je bent trouwens ook erg duidelijk met alle uitleg. En geeft veel informatie over een onderwerp, dat vind ik erg goed.
20 jaar geleden
Antwoorden