Feitelijke gegevens
Titel: Dit zijn de namen
Oorspronkelijke titel: idem
Auteur: Tommy Wieringa
Verschijningsdatum 1e druk: 6 oktober 2012
Gebruikte druk:1e
Aantal bladzijden: 300
Uitgeverij: De Bezige Bij
Verfilmd als: n.v.t
Verslag geschreven door: Kees van der Pol
Biografie auteur
Tommy Wieringa schreef onder andere de romans Alles over Tristan (Halewijnprijs, 2002) en het boek waarmee hij doorbrak naar een groot lezerspubliek, Joe Speedboot (vele nominaties voor literaire onderscheidingen en de F. Bordewijkprijs, 2006). Zijn reisverhalen werden gebundeld in Ik was nooit in Isfahaan (2006). In 2007 verscheen De dynamica van begeerte, een aanstekelijk onderzoek naar de oorsprong van begeerte en de grote rol van pornografie in de moderne wereld. Essays en beschouwingen verschenen in de Volkskrant en NRC Handelsblad. Verder had Wieringa een vaste column in De Pers en in Hollands Diep. Het werk van Tommy Wieringa wordt wereldwijd vertaald, onder meer in het Hebreeuws, het Koreaans en het Frans, Duits en Engels. In mei 2009 verscheen Caesarion, een roman waarover Pieter Steinz van NRC Handelsblad het volgende meldde: "Tommy Wieringa heeft er met Caesarion voor gezorgd dat hij bij de Grote Tien van de Nederlandse literatuur hoort. Caesarion werd ook in de buitenlandse pers geprezen, zo schreef Le Figaro: ‘De enigen die er de afgelopen jaren in zijn geslaagd de heilige graal van een totale roman te bereiken, zijn W.G. Sebald met Austerlitz, J.M. Coetzee met In ongenade en Philip Roth met Alleman. Aan die lijst zouden we de naam van Tommy Wieringa kunnen toevoegen.’ In een 'starred review' in Publishers Weekly werd de hoge inzet van Wieringa's roman geroemd: 'In Caesarion speelt Wieringa het spel bloedserieus
Flaptekst
Pontus Beg is commissaris van politie in Michailopol, een perifere grensstad in de steppe. Als de winter invalt, wordt er een groep uitgeteerde vluchtelingen gesignaleerd in de straten van zijn stad. Niemand weet wie zij zijn, hun spookachtige aanwezigheid veroorzaakt angst en onrust. Als ze uiteindelijk worden opgepakt, wordt in hun bagage het bewijsstuk van een gruwelijke misdaad gevonden. Stukje bij beetje ontrafelt Pontus Beg de toedracht, en daarmee de geschiedenis van hun helletocht.
De barre reis van de migranten raakt gaandeweg het onderzoek verweven met de ontdekking die Pontus Beg doet over zijn eigen afkomst. De ontmoeting met een oude rabbijn, de laatste Jood van Michailopol, leert hem de werkelijkheid kennen over zichzelf. Zijn plaats in de wereld is een andere dan hij altijd heeft gedacht.
Dit zijn de namen is een waar kunststuk: Tommy Wieringa weet de duistere binnenwereld van de mens met humor en wijsheid te verbinden aan de grotere thematiek van immigratie, de vraag naar wie wij zijn, en of verlossing mogelijk is.
Motto
“De Meester zei: ‘Zolang je ouders nog leven, reis dan niet ver weg. Indien je op reis gaat, laat ze dan weten waar je naar tor gaat.”
Dat is een helder en begrijpelijk motto voor een queesteroman.
Opdracht
“Voor Hazel, voor Zoë.’
Eerste zin van het boek
“Pontus Beg was niet de oude man geworden die hij zich had voorgesteld. Er ontbrak iets aan. Er ontbrak zelfs tamelijk veel aan. “(blz. 9)
Quotes
“Allemaal waren ze alleen op weg gegaan, toeval had ze bij elkaar gebracht, niemand was verantwoordelijk voor een ander. Zo lang je kon lopen, behoorde je tot de groep, zolang je kon lopen, maakte je haar sterker. Als de groep voor haar afzonderlijke leden moest gaan zorgen, verzwakte ze. Altruïsme betekende haar einde. Strikt eigenbelang vergrootte de kans op overlevering. (blz. 57)
'Hij weet dat ze vooruitgeschoven posten zijn van hun familie, hun dorp, hun gemeenschap. In hun voetspoor reist een onzichtbaar gezelschap van vaders, moeders, broers, zusters, ooms en tantes en neven en nichten mee. Op hen is alle hoop gevestigd. Zij zijn het pioniersgewas - alles kun je ze aandoen, honger, dorst, hitte en kou, ze zullen alles overleven.' (blz. 101)
“De kandelaar wees hem zijn plaats in het verleden. Hij herinnerde hem aan het kind dat hij was, dat door de slaapkamer van zijn ouders sloop en de voorwerpen in het hoekkastje in zich opnam, en vertelde hem dat hij geboren was uit een joodse vrouw, die haar afkomst verborgen had gehouden- zoals ze ook de menora onder de voile had weggemoffeld. Hij twijfelde niet meer- hij zou een jood zijn- nee, hij was er een. Dat was zijn plaats in de wereld, deel van een volk, van een gemeenschap. Een op één na uitgestorven gemeenschap. Dat hij ergens bij hoorde, dat was de ontroering. (blz. 141)
‘De rabbijn had gezegd dat elke Jood, waar en wanneer hij ook ter wereld was, zichzelf moest beschouwen als een vluchteling uit Egypte, een zwerver in de woestijn, zo belangrijk waren de vlucht en de veertig zwerfjaren voor het volk van Israel. Elke voetstap van een Jood herinnerde aan de uittocht en voerde hem terug tot de geboorte van een volk in de woestijn. (blz. 248)
Trivia
Er zijn geen triviale feiten over deze roman bekend.
Samenvatting
In deel I zijn twee verhaaldraden die zich onafhankelijk van elkaar ontwikkelen. Voor het gemak worden ze in deze samenvatting gescheiden weergegeven. In de structuur van de roman wisselen de verhaallijnen zich af.
De draad van Pontus Beg
De roman begint in Michailopol, een niet bestaande grensstad ergens in de steppe van de Oekraïne. Het stadje ligt er volstrekt verlaten en afgesloten van de wereld. We maken in dit decor kennis met de 53-jarige politiecommissaris Pontus Beg. Zijn enige lichtpuntje in zijn grauwe wereld en grijze bestaan is de maandelijkse vrijpartij met zijn huishoudster, die er een andere relatie met een vrachtwagenchauffeur op na houdt. “(Beg beschouwde de regeling als een ideaal huwelijk, in Zita’s gedachten was het een uitstekende betrekking.’_ Pontus' kinderloze bestaan biedt een even desolate aanblik als het landschap. Pontus is een gelaten burger met een merkwaardige voorkeur voor de wijsheden van de filosoof Confucius. Hij eet gehaktbrood en drinkt bier in Tina's Bazooka Bar - Tina was een prostituee, maar serveert nu gewoon eten en drank. Zijn bestaan is 'ingericht op het bestrijden van pijn en ongemak', maar hij is 'soms jaloers op de alcoholisten en de junks met hun trampolineleven, van laag naar hoog, van hoog naar laag, net zo lang tot ze geen tand meer in hun mond hebben en een langzame, ellendige dood sterven'.
Pontus Beg heeft het man van zijn leeftijd niet naar de zin. Hij heeft ook wat lichamelijke problemen, (doorbloedingproblemen in zijn benen) maar vooral mentale, wat duidelijker wordt als er in de stad een oude rabbijn sterft. Die moet op Joodse wijze worden begraven, maar hoe moet dat? Leeft er nog wel een tweede Jood in de stad? Die blijkt er te zijn, een andere oude rabbijn die geen goed woord over heeft voor de gestorvene (‘Hij was een slecht mens. Ik ben blij dat hij dood is’), maar hem toch begraaft. Pontus Beg herinnert zich dan ook het liedje dat zijn moeder voor de kinderen zong. Het blijkt een oud Jiddisch liefdesversje te zijn. Zou Pontus soms van joodse afkomst zijn? Dat roept een verlangen in hem wakker, het verlangen om de Jood van zijn moeder te zijn. Hij gaat zelfs de Thora bestuderen
Maar hij laat ook in een hoofdstuk zien dat hij een keiharde exponent van het systeem is: hij arresteert een vrachtwagenchauffeur die te hard zou rijden en doet zo mee in het systeem van corruptie dat de politie in zijn stad heeft opgezet en waarvan ze met zijn allen de opbrengsten delen. Hij mept de man ook met gemak zonder enige scrupules in elkaar. Weinig menslievend derhalve. De lading wordt later bovendien gestolen door een zware crimineel en van hem ontvangt Pontus een bedrag ter vergoeding. Zo werkt het systeem. Hij neemt ook weer contact op met zijn zus en hij vraagt haar of ze het liedje van zijn moeder ook kent. Hij begint steeds meer te denken dat hij joods is. Hij gaat daarom met de rabbi naar een plek waar hij in het diepste van de aarde zich zou kunnen reinigen in een bad. Hij zou dat graag willen. Hij vertelt in een flashback ook over zijn verkering met het meisje Lea met wie hij drie jaar is omgegaan, waarna ze het per telefoon uitmaakte. Dat is al weer 23 jaar geleden.
De draad van de vluchtelingen
Een groep vluchtelingen heeft met geld en valse papieren een mensensmokkelaar kunnen inhuren die hen met een vrachtwagen over de grens moet smokkelen op weg naar een betere toekomst. Ze gaan weg onder het motto van de één zijn dood, is de ander zijn brood. Wanneer ze bij “grens gekomen”zijn, ziet de jongen onder de vluchtelingen inderdaad uniformen van grenswachten ed. maar het is later duidelijk dat ze geflest zijn en dat ze helemaal niet over de grens van een beter land zijn gezet. Daarna maken ze een barre helletocht die sterk doet denken aan de tocht van het volk van Israel in het Oude Testament. Er wordt gesproken over een lange man, een stroper, een vrouw, de man uit Asjchabad een jongen, een Ethiopiër en ene Vitaly. Ze lijden honger en sterven van de dorst. De lange man en de Ethiopiër raken op een zeker moment achter bij de anderen, maar weten toch weer aan te sluiten. Voor de neger hebben de anderen de meeste angst: hier komt het motief van de onderdrukking van een ander ras toch ook naar voren: hij krijgt de schuld van de ellende en wanneer hij een keer één van de andere mannen aanraakt, krijgt die een zweer in op die plek. Op een zeker moment sterft de lange man en gaan ze zonder hem verder. Wanneer de jongen op een morgen opkomt, heeft iemand van de groep de Ethiopiër om het leven gebracht. Niemand vertelt wie het heeft gedaan, maar zijn hoofd is van zijn romp gescheiden. Dat hoofd nemen ze op de rest van de reis mee. Dat element verwijst naar de reis van het volk van Mozes: daarbij werden de beenderen van Jozef veertig jaar lang meegedragen. Het hoofd krijgt magische betekenis, want de zwervers denken dat het hoofd hun de weg al wijzen naar het beloofde Land waarna ze op zoek zijn. De vrouw heeft intussen een relatie aangeknoopt met de man van Asjchabad en na verloop van tijd blijkt ze zwanger te zijn.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden
E.
E.
Ik snap het einde niet, is die Saïd Mirza die met Pontus Beg naar het beloofde land krijgt, de baby of de jongen die zelf de toch door heeft gemaakt en hoe kan dit?
12 jaar geleden
AntwoordenI.
I.
hey emma de baby die wordt het land uit gesmokkelt en doordat de baby dezelfde naam krijgt als saïd heeft hij een nieuwe identiteit om later naar het buitenland te reizen
6 jaar geleden
D.
D.
Het is de jongen, want de baby van twee weken oud kan geen Hebreeuws leren. Maar de jongen krijgt de papieren van de baby. De baby gaat het namelijk waarschijnlijk niet redden.
11 jaar geleden
Antwoorden(.
(.
Huh? Kijk ik snap wel dat het de jongen is. Dat had ik zelf al geïnterpreteerd. Maar er staat nergens dat de baby het waarschijnlijk niet gaat redden... In tegendeel ik heb zelfs gelezen dat het wonderlijk was dat het zo'n gezonde baby was.
11 jaar geleden
R.
R.
Pardon, maar wat een ongelooflijk slecht taalgebruik voor een docent.
10 jaar geleden
Antwoorden