1. Typering De vrouw met de vogelkop gaat over twee vriendinnen. Janine is een labiele vriendin van Ina. Janine heeft al in meerdere inrichtingen gezeten en is onder behandeling van psychiater Hurwitz. Ze is getrouwd geweest met Frank de Jager; ze heeft met hem een dochter Saskia. Saskia groeit op bij haar vader en Oma, de schoonmoeder van Janine. Door de labiele toestand van Janine mag haar dochter niet bij haar wonen. Ina is een vriendin van Janine, Janine kan haar verhalen bij Ina kwijt. Ina zelf is een volwassen verstandige vriendin. In het verhaal wordt niet duidelijk of Ina een vriend, verloofde of man heeft. Het verhaal gaat over de vriendschap tussen beide vriendinnen en de angsten waarmee Janine leeft.
2. Analyse van de tekst Thema: Het thema wat centraal staat in het boek is angst. Het verhaal gaat over de angsten van Ina in haar labiele toestand.
Titel, ondertitel en motto:
Titel: de vrouw met de vogelkop
De vrouw met een vogelkop staat voor iemand waarbij de onderdelen niet passen. Janine denkt soms wel eens: ‘Ik lijk op zo’n vrouw zoals Magritte wel geschilderd heeft, zo’n surrealistisch bloot mens met een wekker in haar buik en met een vogelkop als hoofd’. De titel geeft dus aan hoe Janine over zich zelf denkt. Ze vindt dat er iets niet klopt aan haar lichaam.
Structuur: a. Er is in het boek geen sprake van een proloog of epiloog. b. Het verhaal begint midden in een gebeurtenis. Ina wordt opgebeld door Janine, die heeft haar hulp nodig om Saskia weer terug te krijgen en om even van zich af te praten. c. Het verhaalt eindigt met een gesloten einde. Ina krijgt te horen dat Janine een ongeluk heeft gehad, ze leest de laatste brief die Janine voor Ina heeft geschreven. d. Het boek wordt geschreven vanuit de ikpersoon Ina; af en toe zijn er hoofdstukken die bestaan uit delen van Janine’s dagboek. Dat zijn de twee hoofd verhaallijnen. e. Het boek is verdeeld in zeventien hoofdstukken. Dit is aangegeven met Romeinse cijfers. f. Er zijn geen hoofdstuktitels.
Personages: a. Ina is de eerste hoofdpersoon, zij is een gesloten persoon. Je komt in het boek vrij weinig over haar te weten. In het boek komt één keer ter sprake dat haar moeder een Joodse is. Verder wordt er niet veel verteld over haar jeugd. Ze is een vrouw van over de veertig. Janine daar en tegen vertelt veel over haar jeugd. Ze is een labiele vrouw die komt met psychische problemen. Ze is in Urk opgegroeid en kijkt niet leuk terug op haar jeugd. Ze voelt zich in de steek gelaten door haar ouders. Janine is eveneens als Ina een vrouw van over de veertig.
b. Ina ontwikkelt zich in het boek niet. Over haar leven krijg je ook niet zo veel te weten. Janine ontwikkeld in het boek ook niet. Alleen je krijgt naarmate je verder leest wel steeds meer in de gate hoe ziek Janine eigenlijk is.
c. Ik vind Ina een sympathieke vrouw. Ondanks dat Ina eigenlijk Janine helemaal niet mag, zorgt ze goed voor haar en staat ze open voor de verhalen van Janine. Ina is de gene die het dagboek van Janine bij zich houdt om het later aan Saskia te kunnen geven. Janine vind ik in het boek niet sympathiek. Ze wil iedereen voor haar karretje spannen. Ik vind wel dat je moet kijken naar de geestelijke toestand van Janine, want haar gedrag heeft alles te maken met haar labiele toestand.
d. In geen van beide hoofdpersonen zou ik mezelf herkennen. Ina zou wel de eerste zijn waarin ik me misschien zou herkennen omdat ze toch een luisterend oor heeft voor haar vriendin. Ik vind echter wel dat ze veelte gesloten is, dit heb ik zelf helemaal niet; vandaar dat ik mezelf niet in haar herken.
Historische tijd: a. Er wordt in het verhaal niet duidelijk aangegeven wanneer het verhaal zich afspeelt. b. De tijd is niet van belang in het verhaal. De flashbacks zijn juist wel erg van belang.
Ruimte: a. Ook de ruimte waar het verhaal zich afspeelt wordt niet duidelijk aangegeven. Het is een verhaal wat zich afspeelt in de werkelijkheid en in de fantasie van Janine. b. De plaats speelt geen grote rol in het verhaal. Het verhaal laat op dit gebied onopgehelderd.
Tijdsduur: a. Het verhaal speelt zich ongeveer in een paar maanden af. Omdat er zo veel flashbacks inzitten en stukken uit een dagboek, is dit niet helemaal te volgen af en toe. b. Er zitten geen vertragingen of versnellingen in het verhaal. c. X
Tijdsvolgorde: a. Het verhaal is in chronologische volgorde verteld. Alleen tussen door krijg je verschillende delen uit een dagboek, en flashbacks. b. Je krijgt door de flashbacks een duidelijker beeld over de achtergrond van Janine. Je leert haar kennen, en je begrijpt waarom ze langzamerhand is doorgedraaid.
Perspectief: a. Het boek is geschreven vanuit de huid van de personages. Er zijn twee ikpersonen. Het verhaal wordt geschreven vanuit Ina. In het boek zitten ook delen van het dagboek van Janine, deze zijn ook in de ikvorm geschreven. b. Er zijn twee ik personen, Ina en Janine. Er wordt belevend geschreven vanuit beide personen. c. Door de ikpersoon Ina krijg je een beetje een negatieve indruk van Janine, het heeft mijn in ieder geval wel beïnvloed.
Idee: a. Het boek is niet echt met een bedoeling geschreven. Ik heb in recensies wel gelezen dat Innez van Dullemen, haar eigen leven er in betrekt. Sommige delen van het verhaal komen uit haar eigen jeugd. Ik denk niet dat het de bedoeling van haar is geweest om hiermee een statement te maken. b. X
Fictie/werkelijkheid: a. Het verhaal is deels in de werkelijkheid, hier in worden ook delen van Urk beschreven. Het dagboek van Janine is ook veel fantasie, dit zijn meer haar gevoelens. b. Er wordt niet verwezen of gebruik gemaakt van literaire teksten.
Literatuur/lectuur: Ik vind dit zeker een boek uit de literatuur. Het is een goed doordacht verhaal. Je moet er helemaal in zitten wil je de verhaallijn helemaal snappen. Ik vind het vooral een goed boek omdat het in mijn ogen wel uniek is. Ik vind dat Inez van Dullemen het verhaal uniek gemaakt omdat ze via de gedachtes van Ina een beeld schetst over Janine. Dat beeld komt weer heel mooi terug in de delen uit het dagboek van Janine. Je leert hierbij een persoon kennen vanuit twee perspectieven.
Eigen mening:
Het boek was zeer vernieuwend voor mij. Ik had nog nooit een boek gelezen, die op zo’n manier een verhaal overbracht. Het thema angst wat ik in het boek verwachte terug te zien, heb ik zeker in dit boek terug gevonden. Ik vind het erg leuk te merken dat het thema in dit boek precies terug komt zoals het in mijn gedichten ook is voorgekomen. Angst is hier in dit boek echt een gevoel, het is niet zomaar uit de weg te gaan. Het is geen angst/vrees zoals hoogtevrees. Als je hoogtevrees hebt, dan kan je dat uit de weg gaan, door zo min mogelijk in hoge gebouwen te komen, door niet op ladders te klimmen. Maar in het boek wordt een angst beschreven, die het leven van Janine volkomen beheerst. Ze weet eigenlijk niet waarvoor ze nou allemaal bang moet zijn. Ze is bijvoorbeeld bang voor de toekomst van haar dochter. Krijgt ze die ooit nog terug? Kan ze het wel aan als ze überhaupt terug komt? Moet ze naar de psychiater om zich te laten helpen? Wil ze haar levens verhaal wel vertellen aan een vreemde? Zo heeft ze dus bij elk stukje van haar leven vragen en angsten. Alles weet ze weer te verdraaien tot dat ze daar ook bang voor is. Ik ben dus zeer tevreden over dit boek. Het thema komt er precies zo in voor als dat ik verwacht had.
REACTIES
1 seconde geleden