1. Beschrijving van het boek:
Auteur: A.Alberts
B. Colofon
Uitgever: G.A. van Oorschot
Plaats, Jaartal: Amsterdam 1991
Druk: Tweede druk
Jaar eerste uitgave: 1991
C. Motto
Het boek heeft geen motto.
D. Opdracht
Niet aanwezig.
E. Aantal bladzijde
Het boek heeft 79 bladzijde en geen hoofdstuk indeling.
F. Omslag
Aan de omslag is weinig te zien. Het is oranje met witte letters van de titel. Dat oranje slaat denk ik op de parasol, zo’n vrolijke kleur.
G. Bijzonderheden
Het lettertype is makkelijk leesbaar en vrij groot waardoor je er makkelijk door heen leest. Dat is prettig in een boek.
2. Korte inhoud van het verhaal:
Pieter is in het familiebedrijf gekomen van zijn oom Anton. Maar zijn twee broers, Frits en Jan, zitten ook in het bedrijf en die vinden dat hij niet genoeg doet binnen het bedrijf en proberen hem over te halen uit het bedrijf te gaan door middel van het geven van geld. Pieter wil dit niet maar op het laatst wordt hij gedwongen en krijgt hij een deel van de opbrengst als hij de rest maar niet meer voor de voeten loopt. Zijn vrouw Aafje, door de andere altijd de vrouw van Pieter genoemden nooit is Aafje, vindt dat ze op reis moeten gaan. Maar er is een probleem waar laten ze kleine Pieter, want hij kan niet mee op reis. Dan bieden Frits en Julia aan dat kleine Pieter zolang bij hun kan blijven en Aafje en Pieter gaan op reis, maar voordat ze op reis gaan krijgt Pieter nog ruzie met Anton. Ze gaan naar Parijs maar Pieter gaat al vroeg terug om het bij te leggen met Anton. Nadat hij langs geweest is bij Anton vertrekt hij naar Duitsland en ontmoet daar Hilde, een kamermeisje. Maar als hij verder wil gaan met zijn tocht door Duitsland wil Hilde niks meer met hem te maken hebben. Ondertussen sturen Aafje maar ook Pieter ansichtkaarten naar hun zoontje Piet. De familie leest die ook en maakt zich ongerust over Pieter en Aafje. Ondertussen komt Aafje in het eenzame Parijs Johanna tegen, een meisje dat ruzie heeft met haar moeder. Johanna houd het niet meer vol en samen met Aafje reizen ze af naar Londen, maar na een tijdje wil Aafje terug naar huis en ze gaat dan met de boot van Harwich naar Hoek van Holland. Alleen krijgen ze heel slecht weer onderweg en de kapitein van de boot had liever gehad dat ze nooit waren uitgevaren. Op de boot hoort Aafje rare geluiden en er komen golven over het schip heen. Ze probeert te denken aan Pieter maar dat lukt niet,dan breekt het schip doormidden.. Als er even later hulp arriveert is dat voor Aafje al te laat.
Ze is van het schip geslagen door een brok puin en overleeft het niet.
3. Verklaring van titel, ondertitel, motto en opdracht:
Hier is alleen sprake van een titel verklaring.
Titelverklaring:
Ik heb niet echt een goede verklaring voor de titel. Ik denk de parasol van vrolijkheid is, want als je de parasol opzet doe je dat meestal met mooi weer en meestal ben je dan vrolijk. Aafje is ook een mens van vrolijkheid en probeert er altijd wat leuks van te maken. In het boek wordt Aafje een maal genoemd met een parasol. En de vrouw met de parasol, lijkt erg afstandelijk en dat is net als “de vrouw van Pieter”.
4. Perspectief:
Het perspectief in het boek is auctoriaal, want het wordt verteld vanuit meerdere personages.
Het leuke hieraan is dat je meer krijgt te weten over bijv. de gedachtegang van meerdere personages in plaats van een personage wat in veel boeken zo is.
5. Personages:
- Aafje: Ze is een round character. Samen met Pieter haar man heeft ze een zoontje kleine Pieter. Verder kom je niks te weten over haar uiterlijk, maat qua karakter probeert ze overal de vrolijkheid van in te zien. Alleen vindt ze het erg vervelend dat ze altijd “de vrouw van Pieter” wordt genoemd en nooit eens Aafje zelfs niet door haar zoontje.
- Pieter: Hij is ook een round character. Pieter doet over alles niet zo moeilijk en wil het op de makkelijkste manier oplossen behalve als de zaken om geld draaien. Zoals wanneer hij uit het bedrijf wordt gezet vanwege zijn luiheid. Pieter is echt een man met een eigen willetje en zal nooit nadenken over hoe een ander zich zou voelen.
- Julia: Ze is een flatcharacter en de vrouw van Frits. Julia past tijdelijk op kleine Pieter als de rest op reis is.
- Frits: Broer van Pieter en zorgt er ook mede door dat Pieter uit het bedrijf wordt gezet. Bij Frits moet alles voor de zaak wijken. Hij is ook een flat character.
- Jan: Ook een broer van Pieter en Frits en helpt ook mee met de uitzetting van Pieter uit het bedrijf. Hij is een flatcharacter en neemt snel dingen van andere aan.
- Johanna: Ze ontmoet Aafje in Parijs en heeft altijd veel ruzie met haar moeder. Ze wil daarom ook al tijden weglopen en Aafje helpt haar hierbij. Ze worden vriendinnen. Ook zij is een flat charater.
Vragen bij de personages:
- Kan je je goed verplaatsen in een van de personages?
Ant. Ja, ik kan me goed verplaatsen in Aafje. Ze probeert alles leuk en gezellig te houden en draagt op haar manier altijd een steentje bij met bijv. hulp in het bedrijf en aan andere die in de problemen zitten zoals ze Johanna helpt.
- Keur je het gedrag van de hoofdpersonen goed?
Ant. Nee, zoals Pieter met Aafje omgaat vind ik niet goed. Hij laat Aafje al snel in Parijs alleen achter en als hij in Duitsland zit flirt hij alweer met de volgende, een kamermeisje.
- Zou je de problemen net zo aanpakken als de hoofdpersonen?
Ant. Ja, zoals dat Aafje haar vriendin Johanna helpt naar Londen te gaan weg bij haar moeder vind ik heel goed. Johanna heeft een eigen wil en die kan ze niet uiten als haar moeder er bij is. Haar moeder is alleen uit op een vriendje voor Johanna dat is ook de rede dat ze in Parijs zijn.
- Reageren de personages voorspelbaar?
Ant. Nee, het verhaal en dus de personages veroorzaakte onverwachte wendingen zoals de brief die Pieter schreef naar Aafje als hij in Duistland zit.
- Welk personage vindt je sympathiek?
Ant. Julia, ze bemoeid zich niet overal mee en wil de taak om op kleine Pieter te passen als zijn ouders op reis zijn op zich nemen zo lang als ze maar weg gingen. Het maakte haar niet uit. Dat vind ik erg sympathiek.
6. Tijd:
Het verhaal verloopt chronologisch en heeft geen flashbacks wat voor dit verhaal ook niet echt nodig is om het goed te volgen. Het zou het er alleen maar ingewikkeld op maken. Het speelt zich af zo rond 1990. Het is een verhaal van die tijd, niet te modern maar ook niet te weinig laat ik maar zeggen. Zoals dat ze bijv. brieven naar elkaar schrijven in plaats van mailen wat Pieter nu in 2004 absoluut gedaan zou hebben. Want de brief moest Aafje zo snel mogelijk
bereiken.
7. Plaats en Ruimte:
Het boek speelt zich eigenlijk af op veel soorten plaatsen in verschillende ruimtes. Het verhaal begint op een plaats waar ze wonen vlak bij Pieters werk. De ruimte wordt hier wel goed
beschreven. “Het doet kil aan en het is hier erg koud, zegt Aafje tegen kleine Pieter.” “ Kijk daar staat een kast met allemaal munten en daar een groot bureau, zegt kleine Pieter.”
Dan komt het café / koffiehuis aanbod maar dit wordt niet uitgebreid beschreven. Je weet alleen dat Anton hier vaak zit om zaken te doen elke maandag. Dan gaan Pieter en Aafje naar Parijs. Je krijgt hier geen beschrijving van en dan ineens zitten ze op hun hotelkamer. Van hun hotelkamer weet je alleen dat ze uitzicht hebben op de oostkant en dat ze een
tweepersoonskamer hebben. Dan krijg je de beschrijving van Pieter die een stuk door de bergen gaat wandelen als hij in Duitsland is. “Je moet het pad volgen langs de zuidelijke berghelling,
dan kun je de zon zien schijnen op de andere kant en zelf in de schaduw blijven. Halverwege kom je bij een glashut waar je wat kan eten en drinken.” “Je zult het wel vinden.”
Verder weet je alleen dat zodra Aafje op de boot zit, het gaat stormen en dat ze omkomt.
8. Structuur:
Het boekje is een doorlopend verhaal zonder hoofdstukken. Je hebt wel alinea wisseling maar van een echt nieuw hoofdstuk kan je niet spreken. Het verhaal begint midden in een handeling.
De handeling dat Aafje en kleine Pieter naar het werk van Pieter wandelen om hem op te halen.
Het boek eindigt open, omdat je niet weet wat er nu met Pieter gebeurd nu Aafje dood is en hoe het de kleine Pieter zal vergaan.
Vragen:
- Vind je het verhaal ingewikkeld?
Ant. Nee, het is makkelijk geschreven en omdat er geen flashbacks zijn blijft het verhaal duidelijk doorlopen.
- Vind je het verhaal spannend?
Ant. Ja, op het moment dat Aafje op de boot zit en je niet weet of ze het gaat redden of niet. En dat ze net overlijdt als de hulptroepen haar komen halen.
- Blijf je aan het slot nog met vragen zitten?
Ant. Ja, je weet niet wat er nu met kleine Pieter gebeurd en Pieter zelf. Je weet namelijk niet of Pieter terug keert van zijn wandeling.
- Hoe zou je het slot willen veranderen?
Ant. Niet, omdat het zo spannend blijft en je zelf kan bedenken hoe het met alle personages afloopt.
9. Thema en Motieven:
- Thema
Het thema dat naar voren komt is denk ik eenzaamheid van de personages op zich. Allemaal hebben ze hier mee te maken en lossen dat dan weer zelf op. Bijv. kleine Pieter die zijn ouders mist, maar verbergt dat door leuk met Julia te gaan spelen en zijn ansichtkaarten te lezen die hij van Pieter en Aafje heeft gehad. Aafje voelt ook eenzaamheid op het moment dat Pieter weg is. Ze zit dan alleen in Parijs zonder bekende, maar gelukkig raakt ze bevriend met
Johanna en raakt zo haar eenzaamheid kwijt. Pieter voelt denk ik de eenzaamheid pas op het moment dat hij de wandeling gaat maken en niet weet of hij de juiste weg wel neemt. Hij vergeet dit weer zodra hij bij de glashut aankomt en stuurt een brief.
- Motieven
De afstandelijkheid van mensen tegenover Aafje. Alle mensen die Aafje ontmoet houden toch een redelijke afstand van haar door bijv. de vrouw van Pieter te zeggen ect. Waarom dat zo is is mij niet duidelijk geworden in het boek. Maar het keert wel steeds terug.
10. Genre:
Het genre van dit boek is een psychologische roman. De personen in het boek krijgen allemaal
met eenzaamheid te maken en verdriet van gemis. Aafje en Pieter hebben ruzie vanwege dat
Pieter zo snel is weggegaan en niet heeft genoten in Parijs en heeft daar verdriet om. Nu blijft
ze alleen achter. Kleine Pieter mist zijn ouders erg, vooral zijn moeder met wie hij een goede
band had en nu blijkt ook nog dat ze omkomt op de terug reis.
11. Taalgebruik:
Het taalgebruik is makkelijk en goed leesbaar. Er is geen gebruik gemaakt van lange zinnen
waardoor het ook voor je gevoel snel leest. Het leest gewoon prettig.
Citaat uit het boek:
“Ik begrijp het niet, zei Julia.
De oude mevrouw keek haar aan.
Ze dacht: Dat hoef jij ook niet te begrijpen.”
12. Commentaar op het boek/schrijver:
Albert Alberts werd op woensdag 23 augustus 1911 in Haarlem geboren. Vanaf zijn zesde jaar woonde hij in Apeldoorn. Hij studeerde Indologie aan de Rijksuniversiteit te Utrecht en sloot deze studie in 1936 af met zijn doctoraal examen. Daarna was hij enkele jaren, tot juni 1939, werkzaam als ambtenaar op het Franse ministerie van koloniëën te Parijs.
Op vrijdag 22 september 1939 promoveerde hij op het proefschrift Baud en Thorbecke, 1847-1851. De promotoren waren de hoogleraren F.C. Gerretson (1884-1958, publiceerde als dichter onder het pseudoniem Geerten Gossaert) en H. Westra.
Diezelfde maand nog vertrok hij naar Nederlands-Indië.
Van november 1939 tot maart 1942 was hij als adjunct-controleur op het eiland Madoera (bij Java) in dienst bij het binnenlands bestuur van Nederlands-Indië. Na zijn internering op Java door de Japanners, van april 1942 tot september 1945, kwam hij in november 1946 met verlof naar Nederland.
Hij werkte enige maanden bij het Ministerie van Overzeese Gebiedsdelen op de afdeling Politieke Zaken (met als chef H.J. Friedericy), maar nam ontslag uit de Indische bestuursdienst omdat hij zich niet kon verenigen met het regeringsbeleid ten aanzien van Indonesië. Na enkele jaren te hebben gewerkt als directiesecretaris van het Kina-bureau in Amsterdam, werd hij in mei 1953 redacteur van De Groene Amsterdammer. Van begin 1959 tot begin 1960 werkte hij bij Sticusa, de in Amsterdam gevestigde Nederlandse Stichting voor Culturele Samenwerking met Suriname en de Nederlandse Antillen. In 1960 kwam hij terug bij De Groene Amsterdammer en bleef daar tot mei 1965. Hij werkte daarna, tot zijn pensionering in 1976, bij de overheid als ambtenaar op het ministerie van Buitenlandse Zaken. In de laatste (halve) jaargang van het tijdschrift Hollands Diep was hij een van de vaste medewerkers [3 (1977) 1 - 12/13].
Voor zijn pensionering schreef Alberts drie historische werken die door Querido werden uitgegeven. In 1979 verscheen bij Van Oorschot De honden jagen niet meer. Daarna kwam tot en met 1992 bijna jaarlijks een boek van Alberts bij Van Oorschot uit.
A. Alberts overleed op zaterdag 16 december 1995.
13. Eigen mening:
Ik vond het een grappig boekje om een keer gelezen te hebben, maar zou het niet zo snel nog een keer gaan lezen. Er gebeurde niet zo heel erg veel, maar wat er gebeurde werd dan wel goed duidelijk gemaakt. Maar echt bijzonder en erg spannend was het niet. Het positieve eraan is dat het wel lekker snel weg leest.
14. Bronvermelding:
Bronnen:
Boek “De vrouw met de parasol” van A.Alberts
http://web.inter.nl.net/hcc/Her.Jansen/index.html voor de bibliografie
REACTIES
1 seconde geleden