Hoe goed is jouw kennis over wachtwoorden? 🔐
Test jezelf met deze quiz!

Doe de quiz!

De uitvreter door Nescio

Beoordeling 7
Foto van een scholier
Boekcover De uitvreter
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 1962 woorden
  • 28 februari 2005
  • 95 keer beoordeeld
Cijfer 7
95 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Nescio
Genre
Novelle
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
1911
Pagina's
40
Geschikt voor
havo/vwo
Punten
1 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands
Literaire thema's
Escapisme,
Maatschappijkritiek

Boekcover De uitvreter
Shadow
De uitvreter door  Nescio
Shadow
ADVERTENTIE
Welke studie past bij jou? Doe de studiekeuzetest!

Twijfel je over je studiekeuze? Ontdek in drie minuten welke bacheloropleiding aan de Universiteit Twente het beste bij jouw persoonlijkheid past met de gratis studiekeuzetest.

Start de test
De Uitvreter
1. Zakelijke gegevens

a) Auteur: Nescio
b) Titel: De uitvreter, Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam, 1997, 33e druk, 41 blz. (eerste druk in boekvorm 1918)
c) Genre: novelle

2. Samenvatting

Koekebakker (de verteller) ontmoet Japi via zijn vriend Bavink. Bavink heeft Japi ontmoet in Zeeland. Japi tuurde over het water en Bavink vond hem erg interessant. Samen gaan ze leven van het geld dat Bavink verdient aan zijn schilderijen. Japi maakt niet alleen misbruik van Bavink, maar ook van de andere vrienden.
Na een tijdje verliezen ze Japi uit het oog. Hij heeft een baan aangeboden gekregen van zijn vader die hij moest aannemen. Nu is hij geen uitvreter meer. Ondertussen heeft hij ook nog een tijdje een verhouding gehad met een française; Jeanne. Zij is gestorven aan een borstkwaal. Japi voelt zich niet gelukkig. Hij moet voor zijn werk naar Afrika. Binnen twee jaar komt hij weer terug maar hij is erg ziek. Japi ziet het niet meer zitten en pleegt zelfmoord door van een brug af te stappen.

3. Analyse

a) Thema
Het thema van het boek is een zoektocht naar het ultieme geluk. Japi’s doel is om te versterven. Na verloop van tijd lijkt hij dat doel overboord te hebben gezet en een’gewoon’bestaan te gaan leiden, maar hij wordt teleurgesteld en loopt dan alsnog van een brug.

b) Fabel / Sujet
De fabel en het sujet zijn in De Uitvreter gelijk, met één uitzondering. In hoofdstuk VII wordt verteld wat Japi, die op dat moment in Wijk bij Duurstede is, heeft gedaan vanaf zijn vertrek naar Afrika. Verder wordt het hele verhaal chronologisch verteld door Koekebakker.
Vertelperspectief (Point of view)
Het verhaal is geschreven als ik-verhaal, met Koekebakker als verteller. Het is een combinatie van ik als getuige en ik als verteller. Koekebakker beschrijft namelijk situaties waar hij zelf niet bij was, zoals de ontmoeting van Japi en Bavink, als situaties waar hij wel direct bij betrokken was, zoals hoofdstuk IV, waarin Japi bij Koekebakker komt logeren.
Maar op andere momenten lijkt het ook vanuit een auctoriale vertelsituatie te zijn geschreven. Bijvoorbeeld in het laatste hoofdstuk waar Japi verteld wat hij wat hij de afgelopen jaren heeft gedaan.
Tijd
• Verteltijd en Vertelde Tijd
Het verhaal speelt zich waarschijnlijk af aan het begin van de twintigste eeuw en omspant een tijdsperiode van ongeveer vijf jaar. Dat is op te maken uit aanwijzingen van de verteller (Koekebakker), zoals “In Juni” (blz.14) en “Op een zomermorgen om half vijf” (blz. 41). Het wordt chronologisch verteld en het is in twee delen te verdelen. Het eerste deel, waarin het goed met Japi gaat, duurt tot en met hoofdstuk vijf. Hij is dan gelukkig; een uitvreter. En het tweede deel, waarin het bergafwaarts met hem gaat.
In het eerste deel wordt een periode van ongeveer acht maanden uitgebreid besproken. Er zijn niet veel tijdsverdichtingen. Het tweede deel duurt ongeveer vier jaar. Hier zijn juist veel tijdsverdichtingen; er worden hele seizoenen overgeslagen. [“Den zomer daarop” Blz. 33 en “Binnen de twee jaar was i terug.” Blz. 37]
• Prospectie en Retrospectie
Er komen enkele prospecties voor; “Schilderen kan i niet, zal i nooit leeren, dat zie ik wel(...),” zei Japi. (...) Dat Appi nooit schilderen zou leeren heeft Japi goed gezien; z’n vader heeft hem later in een huis-, reclame- en decoratieschilderswerkplaats gezet.
Er komt maar een retrospectie voor, namelijk in hoofdstuk VII (blz.38 t/m 40), wanneer verteld wordt wat Japi sinds zijn vertrek naar Afrika heeft gedaan.
Ruimte
Het verhaal begint in Zeeland, waar Japi en Bavink elkaar ontmoeten. Ze blijven daar de hele zomer. Vervolgens gaan ze naar Amsterdam, waar Koekenbakker en Hoyer in het verhaal komen. Midden in de winter gaat Japi naar Friesland, maar zes weken later is hij weer terug.
De volgende zomer gaat hij naar Brussel, waar hij Koekebakker tegenkomt. Eind Augustus komt hij terug in Amsterdam
Enkele maanden later wordt hij door zijn kantoor naar Afrika gezonden. Binnen twee jaar komt hij weer terug in Nederland. Koekebakker ziet hem in Wijk bij Duurstede. In mei vertrekt Japi naar Nijmegen waar hij op een zomermorgen van de brug stapt.
In het verhaal speelt het landschap een grote rol. Zo contrasteren het Zeeuwse landschap en de grote rivieren met de Amsterdamse volkswijk waar Koekebakker woont.
Ook de weersomstandigheden zijn belangrijk. Op het moment dat het goed gaat met Japi schijnt vaak de zon. Later, als het bergafwaarts gaat, wodt ook het weer slechter. Het regent en sneeuwt dan veel.
Personages
• Japi. Hij is de hoofdpersoon waar de titel op slaat; de uitvreter. Hij maakt misbruik van zijn vrienden door ongevraagd hun spullen te lenen, eten op te eten, sigaren op te roken etc. etc. In het eerste hoofdstuk zit hij in Veere dagenlang naar het water te kijken. Dat is ook wat hij het liefst doet; niets. Het is namelijk zijn doel om te versterven. Hij heeft eerst geen baan en hij leeft dan van het geld van zijn vrienden en zijn ouders. Na verloop van tijd moet hij van zijn vader een baan aannemen en hij gaat op een kantoor werken, maar daar wordt hij erg ongelukkig van. Hij wordt door zijn kantoor naar Afrika uitgezonden en komt binnen twee jaar ziek en half-dood terug. Hij ziet het leven niet meer zitten en op een mooie zomermorgen stapt hij van de Waalbrug bij Nijmegen af.
• Koekebakker. Hij is de verteller van het verhaal, de ik-persoon. Hij is een schrijver en hij woont op een zolderkamer in een Amsterdamse volksbuurt. Hij heeft aan het begin van het verhaal niet veel geld, maar daar komt later verandering in, als hij zijn werk kan verkopen. Hij is nogal materialistisch ingesteld. Hij praat tegen zijn bezittingen en bij de beschrijving van zijn zolder benadrukt hij vooral het woord ‘mijn’. [“Kom binnen, kerel, kom binnen!” inviteerde Bavink, op mijn zolder. Blz.18] Hij is ondanks alles toch mild ten opzicht van Japi en hij zegt er niets van als deze zijn eten opeet en onder zijn deken slaapt.
• Bavink. Bavink is een schilder die Japi heeft geintroduceert in de groep vrienden. Hij verkoopt niet zo veel schilderijen, maar dankzij Japi gaat het een stuk beter en kunnen ze op grote voet leven.
• Hoyer. Ook Hoyer is schilder, maar hij kan het niet goed met Japi vinden. Hij noemt hem dan ook een uitvreter (blz.27)
• Jeanne. Ze speelt geen grote rol in het verhaal en ze wordt alleen via Japi besproken. Maar ondanks het feit dat ze een bijfiguur is heeft ze wel invloed op het verhaal. Ze is (tijdelijk) de vriendin van Japi. Ze lijdt aan een borstkwaal. Niet lang nadat ze hieraan is overleden stapt Japi van de Waalbrug.
Van deze vijf personen is Japi de enige met een round character. Hij maakt een ontwikkeling door; aan het begin van het vehaal leeft hij een makkelijk leventje. Hij leeft op andermans kosten en het is zijn ideaal om niets te doen. Uiteindelijk krijgt hij toch een baan, maar door zijn ervaringen komt hij tot de conclusie dat het geen zin heeft om hard te werken, omdat je toch niets bereikt. Zonder hem zal de wereld ook wel doordraaien en de zon ook wel schijnen. Aan het eind kan hij die gedachte niet meer verdragen.
De andere personages zijn flat characters; ze maken geen karakterontwikkeling door.
Schrijfstijl
De Uitvreter is in duidelijke en eenvoudige taal geschreven. Soms wordt alles mooi en lieflijk beschreven, andere keren weer ironisch. Maar het blijft altijd zakelijk, ook in de schrijftaal, bijvoorbeeld “Bavink was een kerel, die gemeenlijk hard werkte. De menschen dachten dat i nog al wat kon. Hij lachte erom.” Blz.14
c) Motieven
• Het sympathetische natuur-motief. Water en zon staan symbool voor leven en geluk. De momenten dat de uitvreter het gelukkigst is kijkt hij naar het water en schijnt de zon.
• Het queestemotief. De uitvreter heeft als doel niets doen. Het is een zoektocht naar versterving. Japi zegt op bladzijde 40: “En onderwijl gaat de zon op en onder, de rivier daat stroomt naar ’t Westen en blijft stromen(...)”. Water en zon staan dus ook symbool voor eeuwigheid of onverandelijkheid. Dat is Japi’s grootste ideaal.
• Het motief van de zwerver, de ‘Taugenichts’. Het is een zoektocht naar vrijheid, om niet bij de grauwe massa te horen. Japi is gelukkig als hij op andermans kosten leeft. Zodra hij een baan heeft, en dus geen vrijheid meer heeft, wordt hij letterlijk doodongelukkig.
• Het Orpheusmotief. Japi’s grote liefde, Jeanne, verlaat hem voor een aantal andere mannen. Japi is gebroken, maar lijkt toch nog enige hoop te hebben. Pas nadat Jeanne is overleden aan een borstkwaal pleegt hij zelfmoord.
d) Titel
De titel ‘De Uitvreter’slaat natuurlijk op Japi. Aan het begin van het verhall leeft hij op andermans kosten. Hij is dan een uitvreter. Op dat moment is hij het gelukkigst. Later stopt hij met uitvreten; hij krijgt een vriendin en een baan. Dat wordt uiteindelijk zijn ondergang. Hij realiseerd zich dat hij van zijn nieuwe leven niet gelukkiger wordt. Het maakt toch niet uit wat je doet, want de aarde draait toch wel door.
e) Typerend
Volgens het boek Dautzenberg is dit verhaal sterk autobiografisch, net als jan Wolkers’ andere werk. Het is dus typerend voor de schrijver. Daarentegen is het anders dan het andere werk wat in die tijd verscheen. Het had niet de woordkunst van de impressionisten en niet het zweverige van de neoromantici. Het boekje kreeg dan ook of geen of overwegend negatieve aandacht.
4. Beoordeling

a) Ik vond De Uitvreter een bijzonder verhaal. Het was totaal anders dat ik verwachtte. Helaas wist ik al hoe het af ging lopen, maar dat maakte het niet slechter of beter. Tijdens het hele verhaal gebeurden er onverwachtte dingen; de hoofdpersoon Japi deed telkens weer iets nieuws.
Toen ik het verhaal uit had, had ik er niet zo’n goed gevoel over. Ik vond het een nogal zinloos verhaal. Maar als je er verder over gaat nadenken, is het toch wel interessant. Als je aan het thema denkt (Zoektocht naar een soort geluk) denk je niet direct dat iemaand van een brug stapt.
Het taalgebruik van wel grappig; het is een soort zakelijk Oud-Nederlands. De stijl past wel bij het verhaal; het is niet wat je verwacht.
b) Over De Uitvinder waren nauwelijks recensies te vinden, maar uiteindelijk heb ik er toch twee gevonden. Ze zijn allebei afkomstig van www.scholieren.com. De eerste is geschreven door Janna, uit 6VWO, de tweede is anoniem.
1. Het is een vrij kort verhaal wat erg snel leest. Het boek bevat alleen totaal geen spanning. Koekebakker vertelt het verhaal waardoor je de gevoelens van de anderen niet komt te weten. Het is niet een verhaal dat mij erg interesseert.
2. Ik vond het in het begin wel leuk om een ‘oud’ boek te lezen. Later kwam ik erachter dat mijn boek een beetje saai was. Op zich is het wel geinig om te lezen over de dromen van de hoofdpersonen, maar na 3 hoofdstukken merkje dat het nog steeds over die dromen gaat en toen had ik zoiets van: Nou weet ik het wel. Ik heb doorgelezen omdat ik nieuwsgierig was naar het hele boek, naar alle verhalen, maar ook omdat ik nog een ‘verrassend plot’ in alle verhalen zocht. Helaas heb ik dat niet ontdekt.
Ik ben blij dat ik het boek toch uitgelezen heb, je kunt er niet dommer van worden, maar ik zal het niet iemand anders aanraden en zelf niet nog een keer lezen.
De twee recensies geen van beiden erg positief over het boek. De eerste mist spanning en de tweede vindt het saai. Ze vonden het boek allebei minder dan ik, hoewel ik het het ook niet echt geweldig vind. De tweede is wel blij dat hij of zij het heeft uitgelezen, maar zal het toch niemand aanraden. Daar ben ik het wel mee eens.

REACTIES

L.

L.

Volgens mij is dit boek toch echt geschreven door Nescio, en is het dus volgens Dautzenberg typerend voor Nescio, en niet voor Jan Wolkers...
verder, top verslag, lekker bondig!

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.