Hoe goed is jouw kennis over wachtwoorden? 🔐
Test jezelf met deze quiz!

Doe de quiz!

De tweeling door Tessa de Loo

Beoordeling 7.6
Foto van een scholier
Boekcover De tweeling
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 4261 woorden
  • 28 maart 2008
  • 55 keer beoordeeld
Cijfer 7.6
55 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Tessa de Loo
Lezen voor de lijst
Niveau 3 (15-18 jaar)Lezen voor de lijst Niveau 3 (15-18 jaar)
Genre
Psychologische roman
Oorlogsroman
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
januari 1993
Pagina's
435
Geschikt voor
bovenbouw havo/vwo
Punten
4 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands
Literaire thema's
Tweede Wereldoorlog,
Ouderdom,
Relatie tussen zussen,
Kinderleed in de Tweede Wereldoorlog
Verfilmd als
Prijzen
Trouw Publieksprijs (1994 Winnaar)

Boekcover De tweeling
Shadow

In De tweeling ontmoeten twee bejaarde vrouwen, een Duitse en een Nederlandse, elkaar bij toeval in het Thermaal Instituut van het kuuroord Spa. Wat ze dan nog niet weten is dat ze samen een al in de kindertijd gescheiden tweeling vormen.

De volstrekt verhollandste Lotte, die tijdens de oorlog joodse onderduikers heeft beschermd, staat wantrouwig tegenover haar her…

In De tweeling ontmoeten twee bejaarde vrouwen, een Duitse en een Nederlandse, elkaar bij toeval in het Thermaal Instituut van het kuuroord Spa. Wat ze dan nog niet weten is dat ze…

De tweeling door Tessa de Loo
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Welke studie past bij jou? Doe de studiekeuzetest!

Twijfel je over je studiekeuze? Ontdek in drie minuten welke bacheloropleiding aan de Universiteit Twente het beste bij jouw persoonlijkheid past met de gratis studiekeuzetest.

Start de test
De tweeling - Tessa de Loo
Literatuur
Inhoudsopgave

1. Literatuur en lectuur 3
1.1) Literatuur of lectuur 3
2. Hoofdgenres 4
2.1) Proza of poëzie 4
2.2) Hoofdgenre 4
2.3) Genre 4
3. Opbouw van een roman 5
3.1) Voorwerk 5
3.2) Eigenlijke tekst 6
3.3) Nawerk 8
4.Inhoud van een roman 9
4.1) Centrale inhoud 9
4.2) Perspectief 10
4.3) Personages 10
4.4) Historische tijd 11
4.5) Tijdsverloop 11
4.6) Plaats 12
4.7) Intertekstualiteit 12
5.0) Mijn mening 12

1. Literatuur en lectuur

1.1) Literatuur of lectuur

Het boek dat ik heb gelezen is literatuur. Dat is te herkennen aan verschillende kenmerken.

De schrijfster gebruikt moeilijke woorden en lastige zinconstructies. Hier volgt een citaat wat daar een voorbeeld van is:
“Het duizelde haar van al die verwikkelingen in familieverband, ze neigde er zelfs toe zich gelukkig te prijzen iemand zonder ouders te zijn, hoewel ook Martin in zekere zin, bij afwezigheid van een vader, onder de heerschappij van een hysterische moeder, al jaren geleden wees was geworden.” (blz. 209).
De schrijfster had dit veel eenvoudiger op kunnen schrijven, maar ze heeft toch voor deze stijl gekozen. Laten we zeggen: haar eigen stijl.

De inhoud van het verhaal heeft een bijzondere opbouw. Er wordt erg veel gebruik gemaakt van flashbacks, maar daar kom ik later in dit verslag nog op terug.

Het verhaal heeft ook echt een doel. Ik denk dat dit verhaal, vooral wanneer je de oorlog mee hebt gemaakt, je goed aan het denken kan zetten.
Het laat de oorlog eigenlijk vanuit twee perspectieven zien: vanuit Lotte en vanuit Anna. De vrouwen zijn een tweeling, maar Lotte wordt vanaf haar zesde in Nederland opgevoed en Anna blijft in Duitsland. Op latere leeftijd krijgt Lotte een relatie met een Joodse jongen en Anna met een Duitse jongen die mee moet vechten in de oorlog. Wanneer de vrouwen bejaard zijn en elkaar weer ontmoeten, vertellen ze elkaar hun levensverhaal. Ze denken allebei eigenlijk alleen maar aan hun eigen verdriet en hebben voor het verdriet van de ander maar weinig respect, het is immers toch hun eigen schuld wat er allemaal gebeurd is.
Het is erg ontroerend om dit verhaal te lezen, omdat je eigenlijk met allebei de vrouwen mee gaat leven. Er wordt in het boek heel mooi omschreven hoe het was om in de oorlog te leven.
Je gaat door het lezen van dit boek ook een mening vormen over de oorlog, dat kan omdat je het dus bekijkt vanuit twee verschillende ´standpunten´. En stel dat je de oorlog als Nederlander mee hebt gemaakt, kan het dus ook zo zijn dat je door het lezen van dit boek toch meer respect gaat krijgen voor de Duitsers, omdat er ook heel sterk naar voren komt dat ook zij veel hebben moeten lijden.

2. Hoofdgenres

2.1) Proza of poëzie
De regellengte is afhankelijk van de breedte van het papier. Het is dus niet zo dat de regellengte afhankelijk is van de schrijfster zelf. Dit betekent dat de tekst proza is.

2.2) Hoofdgenre
‘De tweeling’ valt onder het hoofdgenre epiek. Het is echt een verhalende tekst. Er worden niet direct gevoelens geuit, dat gebeurt indirect.

2.3) Genre
Het verhaal valt onder het genre roman. Er worden steeds de handelingen van de personen uit het boek beschreven. Dat dit verhaal een roman is, staat ook simpelweg op de voorkant van het boek.

Over de vraag bij welk subgenre dit boek hoort, valt te twisten. Je zou het een oorlogsroman kunnen noemen maar ook een liefdesroman. Een oorlogsroman zou het kunnen zijn, omdat een groot deel van het verhaal zich in de oorlog afspeelt. De spanning van de oorlog staat erg centraal in het boek.
Het zou dus ook een liefdesroman kunnen zijn, omdat ook liefde in dit boek centraal staat. Toen de tweeling klein was en van elkaar hielden, werden ze opeens uit elkaar gehaald. Ze misten elkaar vreselijk. Later zette deze liefde zich voor een deel om in haat. Maar ook komt bij allebei de vrouwen de liefde voor hun overleden ouders, voor hun nieuwe opvoeders en voor hun vriend in het boek naar sterk voren. De vrouwen laten zich in het boek leiden door liefde. Hier volgen wat voorbeelden: Lotte gaat naar Duitsland om Anna te ontmoeten, ondanks dat dit gevaarlijk is; Anna trouwt met Martin, ondanks dat hij meestal aan het front zal zitten enzovoorts.

3. Opbouw van een roman

3.1) Voorwerk
- Voorkantomslag
Op de voorkant van het boek dat ik heb gelezen, de filmeditie, staat een plaatje met twee vrouwen die dicht bij elkaar onder de dekens liggen (zie plaatje op de voorpagina van dit verslag). Dit plaatje is ook gebruikt voor de reclameposter van de film ‘De tweeling’. Het rare is alleen dat deze situatie in het boek niet voor komt. Het gebeurt nergens dat Lotte en Anna op die leeftijd van de vrouwen op het plaatje zijn én elkaar graag mogen. Het kan zijn dat die situatie in de film wel voorkomt, want de film verschilt iets van het boek.

- Titel
De titel ‘De tweeling’ is gemakkelijk te verklaren. Het verhaal gaat immers over een tweeling. Het wordt in het boek ook vaak benadrukt dat Lotte en Anna tweeling zijn. Ze worden namelijk als een soort van ‘gescheiden geheel’ gezien en eigenlijk wordt een tweeling meestal wel als een soort geheel gezien.

- Opdracht
Aan het begin van het boek staat: “Voor mijn moeder en Maria Hesse.” Dit maakt echter voor de lezers niet veel uit en het heeft ook geen verband met de inhoud van het boek, alleen dat het dus een beetje voor hen speciaal geschreven is.

- Motto
Op dezelfde bladzijde als waar de opdracht in het boek staat, staat ook het motto. Het is onbekend wie dit heeft geschreven. Het is hoogstwaarschijnlijk wel een Duitser geweest, want het motto zelf staat er ook in het Duits:
“Die Welt ist weit, die
Welt ist schön, wer
weiss ob wir uns wiedersehen.”
Dit betekent in het Nederlands zoiets als: ‘De wereld is ver, de wereld is mooi, wie weet of we elkaar nog terugzien.’
Lotte en Anna hebben een tijd lang ver bij elkaar vandaan moeten leven, en al helemaal in die tijd was de relatieve afstand tussen de plek waar Lotte en Anna zich bevonden erg groot.
Het tweede deel van het motto kan je bekijken op twee verschillende manieren. Ten eerste kan je het zien als de hele wereld waar dit stukje zin over gaat. De wereld was echt niet altijd mooi voor Lotte en Anna en leek soms wel meer dan verschrikkelijk, maar gelukkig waren er wel ook leuke dingen in hun leven. Ten tweede kan je dit stukje bekijken als iets dat over ‘hun wereld’ gaat. Ook die was niet altijd mooi, maar wel aan het begin van hun leven en aan het eind van het verhaal. Toen hadden ze zich na lange tijd eindelijk weer met elkaar kunnen verzoenen.
Ik vind dat het derde deel van het motto het beste op dit boek slaat. Dit gedeelte geldt in het boek ook voor Lotte en Anna wanneer ze uit elkaar zijn gehaald. Ze lopen voortdurend rond met de vraag of ze elkaar ooit nog is terug zullen zien. Deze vraag wordt beantwoord wanneer ze elkaar daadwerkelijk terugvinden.

- Proloog
In dit boek staat geen proloog.

- Inhoudsopgave
Dit boek bevat een inhoudsopgave, die ook weer voorin het boek staat. Het is een korte inhoudsopgave met als titel: ‘Inhoud’. De inhoudsopgave vertelt ons dat het boek in drie delen is opgebouwd, namelijk ‘Interbellum’, ‘Oorlog’ en ‘Vrede’. Bij elk deel staat het nummer van de bladzijde waarop het begint.
Het is apart dat de delen zelf ook in hoofdstukjes zijn opgebouwd, maar dat dit helemaal niet in de inhoudsopgave wordt vermeld.

Ook iets opvallends is dat onder ‘Deel 3 Vrede’ opeens een Frans zinnetje staat, namelijk: “Après le déluge encore nous”.
Dit betekent: ‘Na de stortvloed zijn we er nog.’ Met die stortvloed worden natuurlijk de vreselijke gebeurtenissen in de tijd ervoor, namelijk de oorlog, bedoeld. Met die ‘ons’ worden Lotte en Anna bedoeld. Dit zinnetje is natuurlijk heel typerend voor Lotte en Anna in de tijd van de vrede, want er waren ook heel veel mensen die in de oorlog wel zijn gesneuveld en zij waren dat niet.

3.2) Eigenlijke tekst
- Indeling
Het boek is in drie delen verdeeld. Het eerste deel, ‘Interbellum’, bestaat uit 10 hoofdstukken waarvan de flashbacks zich afspelen in de tijd van het interbellum. Het tweede deel, ‘Oorlog’, bestaat ook uit 10 hoofdstukken. De flashbacks in dat hoofdstuk spelen zich af in de tijd van de oorlog. Het derde deel in het boek, ‘Vrede’, bestaat uit 4 hoofdstukken. In dit deel komen ook weer flashbacks voor en die spelen zich uiteraard af in de tijd na de oorlog, de tijd van de vrede.
Bij elk begin van een nieuw deel krijg je één bladzijde waar alleen het deel en de naam van dat deel op staat. Elk nieuw hoofdstuk wordt aangegeven met een cijfer bovenaan, in het midden van de bladzijde, en daarna enkele spaties.
De schrijfster maakt ook gebruik van witregels en inspringen. Witregels gebruikt zij wanneer ze weer over een heel ander onderwerp begint. Van inspringen maakt de schrijfster veel vaker gebruik. Bij de kleinste overgangen gebruikt ze al deze vorm van indelen. Niet overal waar zij het doet vind ik dat dit noodzakelijk is, maar het maakt de tekst wel overzichtelijker.
Wanneer er lange gesprekken in het boek voorkomen die letterlijk geciteerd worden, zet de schrijfster elke zin die gezegd wordt op een nieuwe zin. Zoals op bladzijde 220:
“ ‘Dus jullie hadden onderduikers in huis..’
Lotte knikte.
‘Joodse?’
‘Voornamelijk.’ ”
Dit gebruiken schrijvers wel vaker wanneer zo’n gesprek zich voordoet. Het maakt het namelijk veel overzichtelijker, want dan is het nog duidelijk wie wat zegt.

- Begin
Ik zal eerst een stukje van het begin van het boek citeren voordat ik hierover verder ga.
“ ‘Meine Güte, wat is dit hier, een sterfhuis?’
Lotte Goudriaan schrok wakker uit een behaaglijke sluimer, een lichte verdoving: oud zijn en toch je lichaam niet voelen. Door haar oogharen volgde ze de ronde gestalte die, naakt als zijzelf onder een badjas van onschuldig lichtblauw, de deur luidruchtig achter zich sloot. Met zichtbare tegenzin schommelde de vrouw de schemerige rustzaal binnen, tussen twee rijen bedden door die leeg waren, op dat ene na waarop Lotte lag- haar lichaam een oude, langdradige ziektegeschiedenis tussen smetteloze lakens.”

Het boek begint ‘post rem’, wat letterlijk betekent: ‘na de zaak’. Dat wil zeggen dat het boek begint aan het eind van de gebeurtenissen waar het in het boek over gaat.
Chronologisch gezien gaat het verhaal zo: De tweeling Lotte en Anna worden in Duitsland geboren. Wanneer hun ouders overleden zijn, worden ze allebei bij een ander gezin geplaatst. De vrouwen hebben een heel verschillend leven. Op jongvolwassen leeftijd ontmoeten ze elkaar nog, maar daarna zijn ze alleen maar verder uit elkaar gegroeid. Wanneer de vrouwen bejaard zijn, ontmoeten ze elkaar per toeval in het Thermaal Instituut Spa.
Dat is de situatie waarin het boek begint.
Op basis van de ontmoeting in Spa is eigenlijk het boek geschreven, want de gebeurtenissen uit het verleden worden door Lotte en Anna aan elkaar verteld. Als eenmaal een van de vrouwen iets aan het vertellen is, ben je na een tijdje wel al vergeten dat zij het eigenlijk vertelt, want het verhaal staat wel gewoon in een normale vorm geschreven. Je gaat gewoon even terug in de tijd. Die zogehete ‘flashbacks’ staan in chronologische volgorde.

- Kern
Wanneer je het over ‘De tweeling’ hebt, kan je beter over een levensverhaal spreken dan over een hoofdhandeling. Wanneer de tweeling, Lotte en Anna, bejaard zijn, komen ze elkaar toevallig tegen. Daar duiken ze terug in hun verleden. Als kind zijn ze uit elkaar gehaald. Lotte is naar Nederland gegaan en Anna is in Duitsland gebleven. In de oorlog zijn ze dus eigenlijk tegenstanders van elkaar geweest en dit heeft een behoorlijke, nadelige invloed op hun onderlinge relatie gehad.
Voor een uitgebreidere beschrijving van het intrige, zie hierboven (de uitleg onder het kopje ‘Begin’).

- Slot
Eerst zal ik het einde van het boek (bladzijde 404- 405) citeren:
“ ‘Helaas…’ ze sloeg haar handen ineen, ‘ze hebben niets meer voor haar kunnen doen. Het hart hè. We wisten… het stond in haar dossier dat ze een zwak hart had en dat we haar bad niet te warm mochten maken… Weet u of ze familie had? Iemand moet het vervoer naar Keulen regelen en de begrafenis… wij weten niet.. u was tenslotte haar vriendin…’
‘Nee…’ zei Lotte, zich oprichtend. Haar blik viel op de flessen mineraalwater en de toren van plastic bekertjes. Nog hoorde ze Anna in schools Frans vragen ‘C’est permis… dat wij van dit water drinken?’ En weer hoorde ze zichzelf antwoorden, uit een intuïtie waarvan ze de gevolgen pas nu aanvaardde: ‘Ja, das Wasser können Sie trinken.’
‘Nee…’ herhaalde ze, de vrouw uitdagend aankijkend, ‘ik ben... ze is mijn zuster.’ ”

Het boek heeft een gesloten einde. Anna is overleden, Lotte is er nog. De lezer heeft niet meer de vraag hoe het intrige opgelost zal worden, want die is al opgelost. De zusters zijn namelijk weer bij elkaar gekomen en zijn weer met elkaar verzoend.
Natuurlijk kan je je afvragen wat er later nog met Lotte gaat gebeuren, maar dat probleem zal je altijd houden. Als de schrijfster dat ook nog zou vertellen, kan ze oneindig doorgaan met het verhaal en dat is niet de bedoeling.

3.3) Nawerk
- Epiloog
In dit boek staat geen epiloog.

- Omslag
Het boek dat ik heb gelezen is eigenlijk de filmeditie van ‘De tweeling’. Op de achterkant van dit boek staat dus weer net iets anders dan op de achterkant van andere edities.
Er staat een portret van Tessa de Loo op, gemaakt door Bert Nienhuis. Daarbij staat een stukje over Tessa de Loo en haar successen geschreven.
De blurb neemt de grootste ruimte in op de achterkant van het boek. De blurb is een korte samenvatting van het boek om mensen aan te sporen dit boek te lezen. De blurb is waarschijnlijk door de uitgever van het boek geschreven.
Verder staan er ook nog drie citaten uit drie verschillende kranten op de achterkant van het boek. Deze geven alle drie hun commentaar op ‘De tweeling’. Uiteraard is dit commentaar positief. Ik zal één van de drie citaten citeren:
“ * Een monumentale en meeslepende, gave, knap geconcipieerde roman […] – Maarten ’t Hart in PZC.”

4.Inhoud van een roman

4.1) Centrale inhoud
- Onderwerp
Het onderwerp van ‘De tweeling’ is oorlog. In het boek staat namelijk de Tweede Wereldoorlog centraal. Dit komt ook sterk in de idee naar voren.

- Idee
De idee, dus de bedoeling van de schrijfster, met dit boek is ons iets laten zien over de relatie tussen Nederland en Duitsland. Daarbij is Anna in ‘model’ voor Duitsland en Lotte ‘model’ voor Nederland. Hun scheiding kan je als lezer dan ook zien als de scheiding tussen Duitsland en Nederland in de Tweede Wereldoorlog.
Door het boek probeert de schrijfster begrip te vragen voor de Duitsers. Ze wil dat Nederland en Duitsland zich weer met elkaar verzoenen. Dit doet ze dus door middel van Lotte en Anna en zo geeft ze de situatie gelijk een persoonlijkere tint.
In het boek is Lotte, dus ‘Nederland’, er echter te laat achter gekomen dat ze echt van Anna, ‘Duitsland’ hield. En dit kan je als een waarschuwing zien voor ons als Nederlanders. De schrijfster wil echt dat wij eindelijk gaan beseffen dat niet alleen wij degene waren die problemen in de oorlog hadden, maar dat de Duitsers ook zwaar te lijden hadden. Dat het niet de schuld is van alle Duitsers, de meeste konden er namelijk weinig aan doen, net zoals Anna in dit boek. Ze wil dat wij van Duitsland ‘gaan houden’, of het in ieder geval zullen accepteren.

- Thema
Het thema van ‘De tweeling’ is:
De verzoening tussen de tweeling, die door het opgroeien in twee verschillende maatschappijen onmogelijk wordt gemaakt.

- Motieven
Een motief is een verhaalelement dat steeds weer terugkeert in het verhaal. In ‘De tweeling’ komen ook motieven voor. De belangrijkste motieven zijn:
• Vergeving en verzoening. Dit staat centraal in de relatie tussen Lotte en Anna, want ze zijn boos op elkaar. Het levert steeds een spanning op, omdat ze eigenlijk elkaar niet willen en niet kunnen vergeven en zonder vergeving is er ook geen verzoening.
• Schuld. Lotte geeft Anna steeds weer de schuld van wat Duitsland in de oorlog heeft gedaan. Lotte ziet sommige uitspraken van Anna als een verwijt naar haar toe. Ze denkt dat Anna haar ook de schuld wil geven, maar de enige die dat doet is dus Lotte zelf.
• Dood. In het boek gaan veel mensen dood: de ouders van de tweeling; een vriend
van Lotte; de man van Anna; de man van Lotte en aan het eind gaat ook Anna dood.
• Jeugdherinneringen. De vrouwen komen bij hun ontmoeting steeds met herinneringen uit het verleden aanzetten, vooral Anna doet dat steeds.

4.2) Perspectief
Het verhaal is in een auctoriaal perspectief geschreven, dat wil zeggen vanuit een ´toeschouwstandpunt´. Dat blijkt uit het feit dat de verteller meer weet dan wat één personage in het boek kan weten. De verteller weet namelijk de gedachtes van verschillende personen, die van Lotte en die van Anna.
Om precies te zijn is de schrijfster een impliciet alwetende verteller. Impliciet wil zeggen dat ze zich nergens in het boek direct tot de lezer richt, maar dat ze zelf juist op de achtergrond blijft.
Een ding wat mij in het boek op is gevallen, is dat de schrijfster heel vaak over ‘zij’ en ‘haar’ praat, wanneer ze het over Lotte of Anna heeft. Je zou daarom kunnen denken dat het verhaal in een hij/zij- perspectief is geschreven. Dat is niet zo, omdat je- zoals ik net ook al zei- van verschillende mensen hun gedachten weet. Ik zal nu als voorbeeld een citaat geven waar de schrijfster Lotte en Anna afgewisseld ‘zij’ en ‘haar’ noemt. Bladzijde 401:
“Vanuit een veenturfbad staarde Anna haar met glazen ogen aan- het leek of ze onthoofd was, of haar lichaam voor altijd diep in het bruine moeras was gezonken terwijl haar hoofd op de turfmassa was blijven drijven.”
Dit is dus erg verwarrend, want eerst slaat ‘haar’ op Lotte en in precies de zelfde zin staat ‘ze’ en dat slaat weer op Anna.

4.3) Personages
Lotte en Anna zijn de belangrijkste personages uit het boek. Ze zijn daarom allebei hoofdfiguur. Meestal is er maar één hoofdfiguur, dit is dus ook een uitzondering.
Lotte en Anna zijn allebei ‘antiheldin’. Dat betekent dat ze niet zelf de loop van de gebeurtenissen bepalen, want daar hebben zij geen invloed op. Dat blijkt al uit het feit dat ze elkaar per toeval tegenkomen in het Thermaal Instituut. Daar hebben ze zelf helemaal geen invloed op gehad, het was gewoon puur toeval. Ik zal een stukje dat gaat over hun ontmoeting daar, citeren. Bladzijde 14:
“…Ik was zes toen ze mij naar Nederland haalden.’ ‘Zes jaar,’ herhaalde de vrouw opgewonden, ‘zes jaar!’ ‘Ik herinner me alleen,’ zei Lotte aarzelend, ‘dat we in een Casino woonden… of in een gebouw dat ooit een Casino was geweest.’ ”

Lotte en Anna hebben een ‘round character’, ook wel ‘rond karakter’ genoemd. Je leert namelijk redelijk veel eigenschappen van Lotte en Anna kennen in het boek. Al moet ik zeggen dat het niet heel veel eigenschappen zijn die je leert kennen. Dat komt waarschijnlijk doordat Lotte en Anna eigenlijk ‘modellen’ zijn voor Nederland en Duitsland, waar ik het ook in 4,1 onder het kopje ‘Idee’ uitgebreid over heb gehad. Omdat ze dus modellen zijn, zijn hun karaktereigenschappen niet echt heel erg belangrijk voor het verhaal.

In het boek komen ook bijfiguren voor, maar niet heel erg veel. Ik zal een paar van die bijfiguren opnoemen:
• Johan Bamberg, de vader van Lotte en Anna die overlijdt als de meisjes zes jaar zijn.
• Heinrich Bamberg, de oom van Lotte en Anna, bij wie gaat Anna wonen na de dood van haar vader.
• Martha Bamberg, de vrouw van oom Heinrich.
• Jet, één van Lottes Hollandse "zusjes".
• Ernst Goudriaans, de man van Lotte.
• Martin Grosalie, de man van Anna.

Er is in het verhaal geen ruimte om deze mensen goed te leren. Je weet slechts enkele karaktereigenschappen van hen. Zij hebben dus een ‘flat character’, wat ‘vlak karakter’ betekent. Als de schrijfster van elk persoon in het boek wel een uitgebreide beschrijving zou geven, zou het boek natuurlijk veel te langdradig en veel te ingewikkeld worden.
De schrijfster maakt geen gebruik van ‘types’, oftewel personages waarvan je alleen maar één overdreven karaktereigenschap weet.
Ook komen er niet of nauwelijks achtergrondfiguren in het boek voor. De schrijfster heeft er dus voor gekozen om ons twee mensen goed te laten leren kennen en het verhaal echt over die twee te laten gaan. Zij gebruikt daarbij weinig andere figuren.

4.4) Historische tijd
De historische tijd in het algemeen is de tijd rond de Tweede Wereld oorlog. Het verhaal speelt zich namelijk eerst af in het interbellum, daarna in de oorlog en daarna in de tijd van de vrede.
Eigenlijk klopt dit nog niet helemaal, want zoals ik onder het kopje ‘Begin’ bij 3.2 al heb verteld, zijn de gebeurtenissen rond de tijd van de oorlog eigenlijk flashbacks in de vorm van gesprekken. Deze gesprekken in het Thermaal Instituut vinden plaats in het jaar 1990.

In 1993 is het boek ‘De tweeling’ uitgegeven. Ik denk dat in die tijd juist dit boek voor sommige mensen erg belangrijk was. Het gaat namelijk over de verzoening tussen Nederland en Duitsland, zoals ik al meerdere malen in dit verslag heb verteld. In de tijd van de uitgave van ‘De tweeling’ speelde deze verzoening ook nog en zelfs vandaag de dag nog, maar dan wel in mindere maten.

4.5) Tijdsverloop
Er wordt in ‘De tweeling’ heel veel gebruik gemaakt van flashbacks, waar ik het al eerder over heb gehad. Dat zijn passages over gebeurtenissen die plaatsgevonden hebben voor het tijdstip waarop de hoofdlijn van het verhaal begint.
Ik zal nog een keer kort een beeld geven van hoe het tijdsverloop in deze roman in elkaar zit. Het verhaal begint ‘post rem’ (zie ‘Begin’ bij 3.2). De eerste flashbacks slaan terug op gebeurtenissen die in de kinderjaren van Lotte en Anna zijn gebeurd. Elke daaropvolgende flashback is weer een tijdje na de flashback daarvoor enzovoort.
Nu volgt een citaat dat aangeeft hoe de schrijfster een gesprek tussen Lotte en Anna heeft doen overlopen in een flashback:
“ ‘Het is toch sterk,’ zei Anna, ‘dat je juist in die periode over een reis naar Keulen fantaseerde.’
‘Waarom?’
‘Omdat in die tijd ook bij mij de drang om naar Keulen te gaan steeds sterker werd.’

Anna bereikte de leeftijd waarop haar vader het benauwd had gekregen in de symbiotische wereld tussen kerk en rivier: niet meer dan een verzameling boerderijen en hun bewoners, die elkaar geboren zagen worden en sterven.” (bladzijde 114-115).

Het eerste deel van dit citaat is gewoon dat wat Anna tegen Lotte zegt. Na de witregel begint de flashback echt.

4.6) Plaats
Het verhaal speelt zich op verschillende aardrijkskundige plaatsen af. Al die plaatsen liggen in Nederland, Duitsland, België of Oostenrijk. Ik zal bij deze verschillende landen een paar plaatsen noemen waar het verhaal zich onder andere afspeelt.

• Nederland: Lotte komt in de omgeving van ‘het Gooi’ te wonen.
• Duitsland: In Keulen is de tweeling geboren en wanneer Anna twintig is, gaat ze daarheen om dienstmeisje te worden. In die tussentijd heeft ze op een boerderij bij het ‘Teutoburger Wald’, dat ook in Duitsland ligt, gewoond.
• België: Hier ontmoeten de vrouwen elkaar in het Thermaal Instituut in het plaatsje Spa. Ook gaan ze samen de natuur in en naar restaurantjes en eetcafeetjes in Spa.
• Oostenrijk: Anna reist naar Oostenrijk om haar vriend Martin Grosalie te zien. Zij trouwt met hem in Wenen, de hoofdstad van Oostenrijk.

De schrijfster laat het verhaal ook in verschillende soorten ruimtes af spelen. Met ruimte bedoel ik de aankleding van de plek waar het verhaal zich afspeelt. Zo wordt het huis waar Lotte komt te wonen na haar zesde, heel mooi en luxe beschreven. Het huis waar Anna komt te wonen wordt daarentegen omschreven als een oude boerderij met allemaal dieren.

4.7) Intertekstualiteit
De schrijver maakt geen gebruik van intertekstualiteit. Dat wil zeggen dat ze geen andere teksten heeft ingezet voor haar eigen verhaal.

5.0) Mijn mening

Ik vind het boek ‘De tweeling’ een heel erg mooi boek. Het idee erachter vind ik ook erg mooi. Dit boek is een goede manier om Nederlanders en Duitsers, maar dan vooral Nederlanders, aan het denken te zetten. Ik denk namelijk dat nog veel Nederlanders de Duitsers als de slechteriken zien en dat door dit boek hun ogen geopend kunnen worden. Ook ga je jezelf afvragen hoe het verhaal zou zijn gelopen als de tweeling andersom in de gezinnen was geplaatst. Dan was Anna in Nederland terecht gekomen en Lotte in Duitsland, en hadden ze misschien wel dezelfde beslissingen genomen als wat de ander in dit geval heeft gedaan. Daaruit heb ik geleerd dat het voor mensen heel erg moeilijk is om je in elkaars wereld in te leven. Net als deze tweeling zijn we allemaal wel een beetje ‘verblind’ op het gebied van inleving.
De opbouw van het boek vind ik erg bijzonder. Het is de eerste keer dat ik een boek lees dat ‘post rem’ begint. Toch vind ik dat zo’n soort begin erg goed bij dit verhaal past.
Om dit verslag te maken, heb ik me erg in het boek moeten verdiepen en dat maakt het boek mooier. Je gaat er namelijk dieper over nadenken en dan zie je steeds meer bijzondere dingen, zoals de hele bedoeling van de schrijfster die achter dit verhaal verscholen zit.

Er zitten ook negatieve kanten aan het boek. Sommige zinnen zijn namelijk zo lang, dat je ze zeker drie keer over moet lezen om te begrijpen wat er staat. Ook is het wel een heel erg dik boek, dus het duurt heel lang voor je het eindelijk uit hebt.

Boekenquiz 8 vragen

Nieuw! Open vragen worden nagekeken door AI
Waarnaar verwijst Anna als ze het heeft over het moment waarop de oorlog afhing van een onnozele huishoudster in West Pruisen? (p. 263, begin hoofdstuk 7)
Hoe raken de zussen voor het eerst in gesprek?
Waar komen de zussen oorspronkelijk vandaan?
Wat is de naam van het gezin waar Lotte in Nederland in komt te wonen?
Hoe weet Ernst Goudriaan de officier af te leiden tijdens een controle naar onderduikers?
Waardoor is Lotte gaan zingen?
Is Anna ooit lid geweest van (een onderdeel van) de nazi partij?
Hoe heet de lieve oude man die eerst bij Lottes familie onderduikt, verhuist naar een onderduikadres bij een molenaar in de buurt en vanwege het onhoudbare gedrag van zijn dochter uiteindelijk vermoord wordt?

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.