De stille kracht door Louis Couperus

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
Boekcover De stille kracht
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 2218 woorden
  • 13 januari 2011
  • 29 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
29 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Louis Couperus
Lezen voor de lijst
Niveau 5 (15-18 jaar)Lezen voor de lijst Niveau 5 (15-18 jaar)
Genre
Psychologische roman
Geschiedenis
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
januari 1900
Pagina's
248
Geschikt voor
bovenbouw havo/vwo
Punten
3 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands

Boekcover De stille kracht
Shadow

In Laboewangi op het eiland Java vindt een aantal onverklaarbare gebeurtenissen plaats. De inwoners wijzen die toe aan 'de stille kracht', een Indisch mysterie dat de mensen in zijn greep houdt.
De resident Otto van Oudijck vindt de stille kracht maar onzin. Maar als hij een regent ontslaat omdat die zich op een feest onbeschoft gedragen heeft, vinden e…

In Laboewangi op het eiland Java vindt een aantal onverklaarbare gebeurtenissen plaats. De inwoners wijzen die toe aan 'de stille kracht', een Indisch mysterie dat de mense…

De stille kracht door Louis Couperus
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij een maatschappelijke studie? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Sociologie of Antropologie dan wel iets voor jou! Bij beide opleidingen ga je aan de slag met maatschappelijke vraagstukken. Wil jij erachter komen welke bachelor bij je past? Stel al je vragen aan studenten Romy of Marie!

Meld je aan!
Samenvatting

Waar gaat het verhaal over? Maak hiervoor nu een korte samenvatting van het verhaal, waarin je het thema (= waar het verhaal om gaat) en de belangrijkste motieven laat uitkomen.
Otto van Oudijck is de resident van Labouwangi in Java. Hij woont daar met zijn vrouw, Léonie, en kinderen Theo en Doddy. Léonie heeft vele buitenechtelijke relaties waaronder met Theo en de vriend van Doddy. Otto van Oudijck weet hier niets van af maar wordt wel gewaarschuwd door de mensen in de omgeving door middel van brieven. Hij gelooft deze echter niet. Ook is het een man die zijn hart en ziel in zijn werk legt en is een man van principe. Wanneer de regent zijn werk niet goed doet zet Otto van Oudijck hem uit zijn functie. Hierdoor gaat de regent wraak nemen en laat mysterieuze krachten op het huis van Van Oudijck los. Deze wordt aangeduid als de stille kracht, de witte Hadji.Heel Laboewangi spreekt over de mysterieuze gebeurtenissen. In het begin is Otto van Oudijck te nuchter om hierin te geloven. Hij wordt uiteindelijk ziek en daardoor begint hij te geloven dat er werkelijk een ‘stille kracht’ is.

Perspectief
Stel het vertelperspectief vast. Geef bij je beweringen meteen bewijs in de vorm van duidelijke citaten.

Het vertelperspectief die voorkomt in die boek is een auctoriaal perspectief, eveneens is het helemaal in de verleden tijd geschreven.

‘Léonie Van Oudijck genoot steeds van hare siësta. Zij sliep maar een oogenblik, maar zij vond het heerlijk na de rijsttafel alleen in hare koele kamer te blijven, tot vijf uur, half zes.’

Er wordt hierbij gesproken over een persoon en niet over ‘ik’. Ook overziet hij de ontwikkelingen wat bijvoorbeeld Léonie aan het doen is, tot wanneer en wat zij ervan vindt.

Wat is het effect van dat perspectief of van die combinatie van perspectieven voor de lezer:
Betrouwbaar?
Het is wel betrouwbaar omdat een auctoriaal perspectief een alwetende verteller is. Hij geeft zijn commentaar op de gebeurtenissen. Je bent helemaal overgeleverd aan deze informatiebron.

Kun je meeleven (identificatie)? Word je beïnvloed door je perspectief, bijv. zodat je partijdig wordt of meningen/standpunten overneemt? In hoeverre draagt het meeleven bij aan de spanning in het verhaal?

De alwetende verteller beschrijft vooral de gedachten van de personages. De verteller vertelt over de resident Van Oudijck, als een sympathieke man. Je gaat met hem meeleven waardoor je de standpunten gaat overnemen.


In hoeverre is het perspectief er oorzaak van, dat je meer weet dan de hoofdpersoon? Of juist niet weet wat je graag zou willen weten? (Ook dit heeft met spanning te maken.)

Je komt niet meer te weten dan de hoofdpersoon, Van oudijck, aan het eind van het boek. Omdat je net zoals Van oudijck je nog afvraagt wat precies de stille kracht is. Je leest de gebeurtenissen wel, maar hoe en waardoor die stille kracht werkt kom je niet te weten.


Spanning
Vond je (onderdelen van) het verhaal spannend? Met welk(e) middel(en) werd die spanning opgewekt?

Als je spannend berust op nieuwsgierigheid heeft dit boek wel een hoog spanningsniveau. Want door de titel word je al uitgedaagd om die ‘stille kracht’ te gaan ontdekken. En door de gebeurtenissen lees je wel over het mysterieuze, maar je komt er niet achter wat precies die stille kracht is. Door dat een open vraag te houden ga je er zelf over speculeren en blijft het spannend.

Geef een persoonlijke waardering van het door jou gelezen verhaal. Je kunt hier ook vrij uitkomen voor je principes.

Ik vind zelf concrete gebeurtenissen veel spannender dan mysterieuze. Vooral de vraag ‘waarom’ kan voor mij veel spanning oproepen waardoor ik boeken wil verder lezen. Maar voor mij vroeg ik me dit bij dit boek niet vaak af, waardoor ik het niet zo spannend vond.


Welke spanningverwekkende elementen bevat het verhaal (inhoudelijk)?

Het feit dat Léonie vreemdging met eerst Theo en erna Addy.
Zal Otto van Oudijck, haar man, erachter komen?


Welke spanningverwekkende trucages worden er in dit verhaal toegepast?

De auctoriale verteller doet alsof hij precies weet wat de stille kracht is, maar vertelt niet genoeg waardoor je het zelf uiteindelijk ook precies weet.


Heeft het verhaal een open of een gesloten einde? Wat is het effect daarvan voor jou?

Het boek heeft een open einde. Gesloten wat betreft waar Otto van Oudijck terecht komt. Want je weet dat hij met een Indische vrouw gaat samenleven. Maar je blijft met de vraag ‘Wat is de stille kracht?’ zitten. Hierdoor blijven ook de gebeurtenissen onbegrijpelijk.

Was het verhaal alleen maar ‘spannend’of kon de spanning ook bijdragen tot een visie op de werkelijkheid? In verband hiermee: vond je het boek literatuur of lectuur.

De werkelijkheid van de buitenechtelijke avontuurtjes van Léonie droegen spanning bij. Maar de overheersing van de Westerlingen op de Oosterlingen is werkelijkheid, net zoals het verzet en ongenoegen wat de oosterlingen voelen.


Personages
Noteer wie hoofdpersoon is en wie de (belangrijkste) bijfiguren.

Hoofdpersoon: Otto van Oudijck, een Hollandse resident in Indië. Hij gaat op in zijn werk en houdt ook veel van Indië. Hij gelooft niet dat Léonie vreemd gaat maar begint het geleidelijk aan te nemen. Hij geloof in eerste instantie niet in de stille kracht maar later wel.

Léonie van Oudijck is de tweede vrouw van Otto van Oudijck. Ze heeft buitenechtelijke avontuurtjes, waaronder met haar stiefzoon en met de vriend van haar dochter. Ook hevelt zij de taken die bij een vrouw van de resident hoort over.


In hoeverre is de verhouding tussen en de confrontatie van de door jou beschreven karakters van belang voor het verloop van het verhaal?

De verandering die Otto van Oudijck meemaakt. En ook hoe scheef het gezin in elkaar zit.

In hoeverre draagt hun verhouding bij tot het thema?

Het verlangen van Van Oudijck naar een hecht gezin. Maar zijn zoon haat hem en zijn vrouw heeft vele buitenechtelijke relaties. Dus hun gezin is niet hecht.

Hoe weet je hoe ze innerlijk zijn? (Je kunt hier denken aan: hun gedachten worden weergegeven, door dromen, door wat de verteller van hen zegt, door hun handelingen, hoe anderen tegen hen aankijken.)

Doordat het een auctoriaal perspectief is, kom je veel te weten over de gedachtes en dromen van de personen, omdat deze dat allemaal vertelt.

Wat voor invloed hebben die kenmerken op jou als lezer? Vind je die personages daardoor sympathiek of antipathiek? Of neutraal?

Otto van Oudijck vind ik een sympathieke man, want hij houdt veel van Indië en gaat op in zijn werk. En hij heeft een verlangen naar een hecht gezin maar wat hij totaal niet heeft.

Léonie van Oudijck daarentegen kan ik geen sympathie voor opbrengen. Ze heeft zoveel buitenechtelijke relaties gehad en ook zelfs met haar stiefzoon en de vriend van haar dochter. Hiermee toont ze aan dat de geen rekening houdt met de gevoelens van anderen.


Bepaalde dit ook je visie op andere figuren?

Dit bepaalde ook de mening over Theo, de zoon van Otto en Léonie. Want Léonie en Theo hebben ook een verboden seksuele relatie.


Koos je partij? Voor wie of wat?

Je ging partij kiezen voor Otto van Oudijck, omdat niemand het verdient om een huwelijk te hebben met zo’n vrouw. En om zo’n zoon te hebben. Je krijgt medelijden met hem.

In hoeverre heeft de titel te maken met het hoofdpersonage en met het thema ?

Het thema draait om de mysterieuze krachten in Indië. In het begin heeft deze stille kracht geen effect op Otto van Oudijck. Pas nadat Otto ziek wordt en daardoor afziet van zijn functie als resident begint hij in de stille kracht te geloven.

Tijd en ruimte
Hoe begint het verhaal: ab ovo (bij het begin), in medias res, of post rem (aan het eind)?
Anders gevraagd: is het verhaal chronologisch verteld of niet?

Het verhaal wordt op chronologische wijze vertelt.


Is er sprake van vooruitgrijpen in de tijd? Van flash backs?

Er is geen sprake van flashbacks, terugverwijzingen of vooruitwijzingen.
In welke tijd van de geschiedenis speelt het verhaal? Waaraan kun je dat zoal merken?

Het verhaal speelt zich af in de koloniale tijd, omdat in het boek er nog sprake was van Nederlands-Indië. Daarom zal de tijd in het boek rond de 19e eeuw zijn.
Beschrijf de ruimte in het verhaal volgens BNI blz. 27.

Het verhaal speelt af in Java in Nederlands-Indië. Het speelt zich af in verschillende plaatsen in Laboewangi. De schrijver geeft lange beschrijvingen over hoe de ruimte eruit ziet waar het personage zich bevindt. Hierbij wilt hij de lezer vertrouwt maken met de omgeving, de plaats en de streek. Met Laboewangi en haar schoonheden.

In hoeverre is de ruimte een leidmotief en draagt die bij tot de spanning en/of het thema?

Het boek roept een geheimzinnige sfeer op.

Draagt de behandeling van de ruimte bij tot het thema? (‘Waar gaat het om?’).

Van de buitenkant bekeken lijken de Indonesiërs gedragen ze zich onderdanig aan de Hollanders. Maar aan de binnenkant merk je een grote neerbuigendheid. Hierdoor ontstaat iets mysterieus. Dit gaat samen met de onbegrijpelijke gebeurtenissen van de stille kracht. Doordat de ruimte zoiets mysterieus heeft, heeft de stille kracht zoveel effect.

Thema en motieven
Zijn er verhaalelementen die zich herhalen en daardoor een motief vormen? (BNI blz. 29) Noem die motieven.

De Nederlandse overheersing van Indië.

Bewustwording want Otto van Oudijck gaat als het ware een transformatie door. Van een nuchtere man die niet in het mystieke geloofde naar een man die wel in die stille kracht begint te geloven. Het heeft zijn vroegere levenswijze omvergeworpen. Ook gaat Otto van Oudijck een teruggetrokken bestaan leiden met een Indische vrouw. Hierin vindt hij wel het hechte gezin waarnaar hij verlangde.


Welke soorten motieven kun je onderscheiden? Geef bewijs met voorbeelden.

In het boek zit een leidmotief, namelijk de witte hadji. Deze stond symbool voor de stille kracht en kwam vaak terug in het boek. Een Hadji is een moslim die de bedevaartstocht naar Mekka heeft volbracht. Dit past goed bij Indië, omdat daar een groot deel va de bevolking moslim is.

‘Het is onverklaarbaar, zeide ze. Ik kan niet anders gelooven, dan dat wij allen eerlijk waren. Het is niets voor Ban Helderen om zulke woorden te suggereeren. Mevrouw! Verdedigde Van Helderen zich. Wij moeten het meer doen, zei Ida. Kijk, daar gaat een hadji het erf af… Zij wees naar den tuin. Een hadji? vroeg Eva. Zij zagen in den tuin. Er was niets te zien.’

In hoeverre hebben de door jou genoemde motieven met elkaar te maken? (vgl. BNI blz. 31=32, §8.2.4)

Beiden worden tegenwerkt door de stille kracht. De Nederlanders met hun verzet en Van Oudijck met zijn levenswijze, want hij moet er op gegeven moment wel aan geloven.


Waar gaat het verhaal om (= thema)? Formuleer het thema (zoals uitgelegd BNI blz. 28).

De titel zegt het eigenlijk al ‘de stille kracht’. Het thema draait rond de mysterieuze krachten in de gebeurtenissen. Daardoor gaan de personages bepaalde keuzes maken. Hierdoor worden de Nederlanders tegengewerkt. De kracht van Indië gaat het over. Omdat je merkt op de manier hoe Courperus schrijft dat hij tegen de overheersing van de Nederlands van Indië is.


Laat zien, hoe enkele belangrijke motieven bijdragen tot het grondidee (= het thema).

De Nederlandse overheersing van Indië heeft direct te maken met het thema omdat het mystieke de Nederlanders tegenwerkt.


Verklaar nu ook de titel. Welk verband is er tussen de titel en het door jou geformuleerde thema?

De titel wijst precies aan wat er heerst in het boek. Een stille kracht, een mysterieuze kracht.

Oordeel
Geef je mening over het verhaal. Confronteer je eigen principes met het verhaal en het thema daarvan. Geef argumenten bij je beoordeling.

Ik vind het zelf niet realistisch dat Léonie veel buitenechtelijke relaties heeft en zelfs met haar stiefzoon. En dit zonder dat Otto het merkt en hij nog verliefd op haar was. Je moet hierbij wel bedenken dat het in die tijd waarschijnlijker was, maar voor mij komt het niet realistisch over. Ik kan de mysterieuze krachten eerder aannemen, omdat je ook weet dat daar tegenwoordig nog in wordt geloofd. Je hebt wel eens paranormale dingen gezien bijvoorbeeld op televisie. Terwijl dat vele vreemdgaan erg vreemd voor me is.

De stille kracht brengt wel opspraak over de overheersing van Nederland van Indië. Je gaat toch mee met het standpunt van de schrijver, die duidelijk tegen de overheersing was. Dit heeft vast in die tijd een discussie doen opwaaien waardoor dit morele argument het een literair boek maakt.


Literatuur en lectuur
Vond je dit verhaal behoren tot literatuur? Waarin verschilt het dan van lectuur?

Ja, ik vond het bij literatuur horen omdat je geen idee hebt wat de schrijver wilt. Terwijl bij lectuur al gauw duidelijk wordt welke kant de schrijver opgaat. Er is veel psychologische diepgang, omdat je ook de gedachtes en dromen leert kennen van de personages terwijl het bij lectuur vaak bij uiterlijke beschrijvingen blijft. Het heeft een open einde, terwijl lectuur meerstal een gesloten einde heeft.


Achtergronden en informatie
Wat weet je van de schrijver. Wat vind je over zijn/haar ideeënwereld?

In 1872 vertrok hij met zijn ouders naar Batavia, Nederlands-Indië, waar zij woonden op Landgoed Tjicoppo in Buitenzorg. In 1878 keerde hij naar Nederland terug. Dit heeft veel invloed gehad op het boek. Want hij heeft duidelijk ook zelf meegemaakt hoe het in Nederlands-Indië was.

Boekenquiz 16 vragen

Nieuw! Open vragen worden nagekeken door AI
Wie is de verteller in deze roman?
Hoe is de structuur van de roman?
Wat is het thema van de roman?
Welk van de onderstaande motieven zie je terug in de roman?
Meerdere antwoorden mogelijk
Waarnaar verwijst de titel?
In het boek worden drie overspelige relaties omschreven. Noem drie koppels.
Meerdere antwoorden mogelijk
Léonie van Oudijck doet heel trouw de dingen die van een vrouw van de resident worden verwacht.
Otto van Oudijck vindt het geloof in de stille kracht van de Indiërs maar grote onzin.
Bewering I : Een resident is in Indië hoger dan een regent. Bewering II: Otto ontslaat een regent vanwege dronkenschap op een feest. Bewering III: Léonie wil graag dat hij het ontslag ongedaan maakt.
Wie is schuldig aan het bloedbad in de badkamer bij Léonie?
Op welke twee personages is het begrip "vriendschap" het meest van toepassing?
Bewering I: Oerip doet het meeste huishoudelijk werk van Léonie.Bewering II: Eva neemt veel maatschappelijke taken van Léonie over. Bewering III : Uiteindelijk scheidt Léonie van de resident.
Otto van Oudijck is meer gericht op zijn werk en zijn promotie dan op de relatie met zijn vrouw en kinderen.
Welke vreemde verschijnselen kunnen worden toegeschreven aan de stille kracht?
Meerdere antwoorden mogelijk
Bewering I: De resident heeft een goede relatie met zijn zoon Theo.Bewering II: Otto van Oudijck heeft een goede relatie met si-Oudijck. Bewering III: De resident heeft een goede relatie met Addy de Luce.
Welk van de onderstaande personages zal het sympathiekst op de lezer overkomen?

REACTIES

V.

V.

Heeel erg bedankt! :) :)

10 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.