De pastoor uit den bloeyende wijngaerdt door Felix Timmermans

Beoordeling 7.4
Foto van een scholier
Boekcover De pastoor uit den bloeyende wijngaerdt
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas havo | 1762 woorden
  • 14 augustus 2007
  • 7 keer beoordeeld
Cijfer 7.4
7 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Felix Timmermans
Genre
Streekroman
Komedie
Lichaam & Geest
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
1923
Pagina's
228
Geschikt voor
havo/vwo
Punten
1 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands
Literaire thema's
Godsdienst
Verfilmd als

Boekcover De pastoor uit den bloeyende wijngaerdt
Shadow
De pastoor uit den bloeyende wijngaerdt door Felix Timmermans
Shadow
ADVERTENTIE
Ontdek de veelzijdigheid van Scheikunde!

In de bachelor Scheikunde in Amsterdam bestudeer je alle richtingen van de chemie om bestaande processen, producten en materialen te verbeteren en nieuwe te ontwerpen. Van moleculen tot duurzaamheid, jij maakt het verschil! Ervaar zelf hoe het is om in Amsterdam Scheikunde te studeren en kom op 10 april Proefstuderen!

Lees meer en kom Proefstuderen!

Titel: De Pastoor uit den bloeyenden wijngaerdt
Auteur: Felix Timmermans
Periode: 1880-1916 (neo romantiek) Soort boek:

Samenvatting Dit boek gaat over een pastoor, Benedikt Serneels, die samen met Sophie de huishoudster, in de pastorie, de bloeiende wijngaard woont. Dit noemt hij zo omdat hij een enorme liefhebber van wijn is, een eigen wijngaard heeft en een enorme kelder vol van wijn. De soorten wijn geeft hij namen, hij noemt ze onder andere ader van christus, spiegel der engelen, geestdrift van assisiën. Meneer Pastoor koopt ook vaak wijn van meneer van Mol. Meneer Pastoor heeft een broer, Gommaar, een horlogemaker. Gommaar heeft een probleem. Zijn dochter, Leontientje is verliefd geworden op Isidoor, een ongelovige Geus. Men was er van overtuigd dat een relatie met een niet-katholiek voor God niet kan bestaan. Als meneer Pastoor aan Leontientje vraagt hoe ze verliefd zijn geworden verteld ze het hele verhaal: Isidoor kwam meerdere malen langs als Leontientje buiten zat te breien, hij laat horloges maken in de winkel van haar zoon, de vonk slaat over. Isidoor schrijft een brief aan Leontientje en die leest Gommaar. Gommaar brengt Leontientje naar meneer Pastoor, die of de liefde van Leontientje over moet laten gaan of Isidoor gelovig moet krijgen. De liefde van Leontientje blijkt echter niet over te gaan, dus moet Isidoor gelovig worden. De pastoor besluit Isidoor een brief te schrijven, waarin staat dat Isidoor naar de pastorie moet komen. Leontientje bidt veel tot God of Isidoor alstublieft gelovig mag worden. Als Isidoor in de pastorie komt, gaat de pastoor met Isidoor praten over al de katholieke symbolen, de natuur, het geloof enzovoort. Isidoor luistert aandachtig en eerbiedig. De pastoor vindt Isidoor erg sympathiek. Isidoor wil erg graag gelovig worden, maar het lukt niet. Hij kan niet blindelings geloven. . Leontientje wil dit niet geloven, want Isidoor luistert altijd zo geboeid naar haar oom. Meneer Pastoor twijfelt echter wel, want hij ziet dat het Isidoor gewoon echt niet lukt. Op den duur vraagt de Pastoor aan Isidoor of hij het nu echt niet kan geloven. Isidoor zegt: “ik kan het niet geloven, zelfs haar liefde voor haar doet het mij niet geloven… Ik ga weg… Ik dank u...” De pastoor zegt dat hij MOET geloven, maar Isidoor kan niet doen alsof. Isidoor vertrekt, zonder afscheid te nemen van zijn Leontientje. Mieke Zand zorgt voor het eenzaam gelegen kapelletje. Leontientje kwam vaak in het kapelletje om voor Isidoor te bidden, dus zo kennen zij elkaar. Leontientje vertelt het hele verhaal van Isidoor aan Mieke en Mieke verteld haar geschiedenis aan Leontientje. Ze vertelt dat ze verliefd was op een jongen, waar ze tegen de zin van haar familie mee trouwt. Als ze echter met hem getrouwd is (alleen voor de wet, het trouwen voor de kerk vond haar man op het laatste moment toch maar niks) slaat haar man haar. Als ze zwanger van hem raakt gaat ze er vandoor, ze zijn toch maar alleen voor de wet getrouwd. Als ze het kind echter heeft, eist haar man het kind terug, Hij heeft er volgens de wet recht op dus nu is ze haar zoontje, Jaaske kwijt. Als Mieke uitverteld is vraagt Leontientje of ze Isidoor een brief mag schrijven waar onder ze dan Miekes adres zet, zodat Isidoor naar dat adres terug schrijft en de Pastoor er niets van te weten komt. Mieke vindt dit goed. In haar brief schrijft ze dat ze het niet meer uithoud zonder hem, dat hij moet proberen te geloven en dat hij terug moet schrijven. Isidoor schrijft terug, maar als Leontientje met de brief bij de pastoor binnenkomt, ziet hij dat ze de brief bij zich heeft, hij pakt hem af en leest hem. In de brief staat dat hij heel erg naar Leontientje verlangt en dat hij wel wil geloven maar het niet kan. Hij kan wel doen alsof maar daar is hij te eerlijk voor. Als de pastoor de brief uit heeft zegt hij tegen Leontientje dat Isidoor waarschijnlijk nooit gelovig zal worden. De liefde moet over zijn. Leontientje schrijft dan weer een brief aan Isidoor, waarin ze heel zakelijk meedeelt dat het over is, omdat zij niet met iemand kan trouwen die ongelovig is. Leontientje schrijft deze brief niet omdat dit van haar oom moet, maar omdat ze zelf ook vindt dat je geen relatie kan hebben met een ongelovige. Meneer Pastoor denkt echter dat haar liefde ook over is, maar dit is niet het geval. Meneer pastoor zegt ook tegen Mieke dat Leontientjes liefde over is, zij gelooft hem niet want zo’n sterke liefde kan toch niet opeens over zijn. Leontientje wordt steeds magerder en onder de mis valt ze flauw. Ze wordt steeds zieker. Dokter Bos zegt dat ze in bed moet en stevig moet eten. Meneer Pastoor heeft niet door dat Leontientje ziek is van liefdesverdriet. Leontientje wordt steeds zieker. Meneer Pastoor drinkt en koopt geen wijn meer. De vader van Leontientje, Gommaar komt ook naar de pastorie. Als Leontientje echt op haar uiterste ligt vraagt ze aan meneer Pastoor of ze Isidoor nog één keer mag zien. Nu begrijpt Meneer Pastoor pas dat ze nog steeds van Isidoor houdt. Hij belooft haar dat Isidoor komt, al moet hij hem persoonlijk gaan halen. De pastoor schrijft Isidoor een brief waarin hij schrijft dat Leontientje heel ziek is en dat hij onmiddellijk moet komen. Het gaat steeds slechter met Leontientje. Ze ziet engelen die haar komen halen. Als dokter Bos zegt dat het nu echt nog maar even duurt, ziet meneer Pastoor Isidoor aan komen. Als hij aankomt, pakt Leontientje zijn hand en zegt: “nu kan ik sterven”. Als Leontientje sterft ziet er heel gelukkig uit, hier in ziet Isidoor het hoogste geloof. Isidoors hard stroomt vol van genade. De pastoor ziet licht om hem heen. Isidoor is tot geloof gekomen. Leontientje wordt begraven, de familieleden zijn gekomen voor de uitvaart. Nu voelt Isidoor dat hij Leontientje echt kwijt is. Hij dwaalt wat rond en hij komt meneer Pastoor tegen, hij verteld hem dat hij door Leontientjes door gelovig is geworden. De pastoor is hier heel dankbaar voor. Als in oktober de druiven rijp zijn gaat meneer Pastoor samen met meneer Mol, Sophie en de hovenier druiven plukken voor de wijn. Ze praten wat. Dan komt er een herder langs, die vraagt of het gelukt is met de druiven. De herder krijgt wat wijn en loopt dan verder met zijn kudde en zijn hond de heuvels op die weelderig omkranst zijn van herfst en van zon.

Auteur Leopold Maximiliaan Felix Timmermans (5 juli 1886 – 24 januari 1947) is een van Vlaanderens meest vertaalde auteurs, met een uitgebreid oeuvre. Timmermans werd geboren te Lier. Hij is het dertiende kind uit een gezin van veertien kinderen. Timmermans schreef toneelstukken, romans met een historisch karakter, novellen, religieus getinte werken, en gedichten. Het boek Pallieter uit 1916 wordt door velen als zijn meesterwerk gezien. Timmermans schreef ook onder het pseudoniem Polleke van Mher. Naast schrijver was Timmermans schilder en tekenaar. Hij illustreerde zijn eigen boeken. Op 12 Oktober 1912 trouwt hij met Marieke Janssens. Dit huwelijk brengt 3 dochters voort, Cecilia ook bekent als Lia (1919) en Clara (1922), Tonet (1926) en 1 zoon Gommaar (1930). Deze kinderen waren ook actief in de kunstwereld. Ze illustreerden o.a. werken van hun vader en schreven diverse biografieën over hem. Vlak voor de Eerste Wereldoorlog schrijft hij zijn bekendste werk Pallieter dat in 1916 wordt uitgegeven. In 1921 wordt dit in het Duits vertaald en uitgegeven. Na de Eerste Wereldoorlog week Timmermans uit naar Nederland omdat hij van activisme beschuldigd werd. In 1922 krijgt hij de Staatsprijs voor Literatuur. In 1936 wordt zijn 50-jarige verjaardag zowel in Vlaanderen, Nederland als Duitsland met veel aandacht gevierd. Tijdens de eerste jaren van de Tweede Wereldoorlog was Timmermans redacteur van het Vlaams-nationalistische Volk. In 1942 ontving hij aan de Hamburgse universiteit de Rembrandtprijs. Als Vlaams-Nationalist en ook in Duitsland gekende schrijver was hij een graag geziene figuur bij Duitse officieren tijdens de Duitse bezetting. Op 6 augustus 1944 werd hij getroffen door een kransslagadertrombose. Na de bevrijding van Lier op 4 september 1944 werd hij verdacht van collaboratie en hij werd bijgevolg onder huisarrest geplaatst. De aanklacht werd zonder gevolg geseponeerd op 22 december 1946. Timmermans stierf te Lier op 24 januari 1947.

Literaire periode Dit boek is geschreven in de literaire periode 1880-1916. Dit boek hoort thuis in de neo-romantiek. Kenmerken van de neo-romantiek zijn: - ontroerende woorden - veel natuuromschrijvingen - geluksverlangen, zonder verlangen is het leven ondragelijk - een weemoedige toon, omdat het verlangen vaak onbevredigd blijft - hoofdpersonen zijn vaak dromerige mensen die zuiver willen leven

Dit boek is dus duidelijk een boek uit de neo-romantiek. - Er worden heel ontroerende woorden gebruikt (ik moet u schrijven, ik moet iets van u weten, want mij hart stikt van angst en lang verdriet) - De natuur wordt vaak beschreven (de heuvelen die omkranst zijn van herfst en van zon) - Het geluksverlangen van Isidoor en Leontientje speelt een grote rol in dit verhaal, ze hebben elkaar nodig. - In dit boek wordt vaak een weemoedige toon gebruikt (De pastoor zit met hangend hoofd voor zich uit te staren. Dokter Bos wandelt rond met de handen op zijn rug, hij is wat minder hoekig door de inzakking van meneer Pastoor) - De hoofdpersonen willen zuiver leven, ze willen geen relatie hebben met een ongelovige omdat dit van God niet mag. Ook zijn ze erg dromerig (de pastoor verzint namen voor zijn wijnen, Leontientje en Isidoor praten nogal dromerig)

Titel en motto De titel van dit boek is: de pastoor uit den bloeyenden wijngaerdt. In dit boek draait het om de pastoor. Hij woont in een pastorie die hij de bloeyenden wijngaerdt noemt. Deze naam geeft hij aan de pastorie omdat hij een wijngaard bij zijn huis heeft, en hij helemaal gek is op wijn. Hij heeft ook een wijnkelder. Die staat vol met allerlei soorten wijn, die de pastoor zelf namen geeft. Dit boek bevat geen motto.

Mijn mening Ik vond het boek vrij lastig om te lezen, je leest dit boek niet even uit aangezien het taalgebruik vrij ingewikkeld is. Ik vond het begin van het boek wel humoristisch, met die namen voor die wijn enzovoort. Het eind vond ik erg zielig, omdat als Isidoor eindelijk gelooft, Leontientje overlijdt. De liefdesbrieven vond ik wel erg kwijlerig, maar dat zal wel bij die tijd passen. Isidoor vond ik een interessante persoon, aangezien hij graag wil geloven, hij doet echt zijn best, maar het lukt hem niet. Ook de pastoor vond ik erg grappig, hij heeft leuke humor en hij heeft het goed met de mensen voor. Het was een kort boekje, ik vond het dan ook niet langdradig.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.