De nacht der Girondijnen, Wolters-Noordhof, Groningen, 1995(uit de serie Grote Lijsters)-1,77 blz. (eerste druk 1957)
Dit verhaal is een novelle
De volgende personen zijn aan het woord: Jacques Suasso Henriques, Siegfried Israel Cohn, Goerg Cohn, Jeremia Hirsch, Schaufinger, Ninon, Scwarz en Dé.
Er spelen 10 personen in dit verhaal, namelijk: Jacques Suasso Henriques, Siegfried Israel Cohn, Jeremia Hirsch, Goerg Cohn, Schaufinger, Ninon, Sonja Ptaznik, Dé, Schwarz, Rosenveld, Goldstein en Sacher.
Jacques Suasso Henriques is doctorandus in de geschiedenis. Hij zit in een barak in concentratiekamp Westerbork en heeft nog een week om zijn ervaringen op te schrijven. Over een week wordt hij op de trein wordt gezet naar Sobibor.
Henriques heeft tot begin 1943 les gegeven aan het Joodse gymnasium. Een leerling van hem, Goerg Cohn, biedt hem een baan aan bij zijn vader in concentratiekamp Westerbork. Henriques aanvaardt het aanbod en wordt adjudant van Siegfried Israel Cohn. Er wordt tegen Henriques gezegd dat hij keihard moet zijn. Dat wordt hij ook. In Westerbork zet hij zelfs zijn eigen moeder op de trein.
Op een gegeven moment komt Henriques in contact met Jeremia Hirsch, die in een barak in concentratiekamp Westerbork zit. Jeremia noemt zichzelf ‘de rebbe’ en hij leert Henriques dingen uit de bijbel. Henriques wordt door Jeremia weer minder hard.
Op een dag moet ook Jeremia op de trein. Als hij naar de trein loopt valt zijn bijbel. Als hij die wil oppakken schopt Cohn het weg en Cohn slaat Jeremia een bloedneus. Henriques kan dit niet aanzien en valt Cohn aan.
Daardoor komt hij als gevangene in een barak terecht en daar gaat hij ‘zijn verhaal’ opschrijven. Een dag voor hij op de trein gaat ontmoet hij Dé, een oude bekende van hem. Hij laat haar ‘zijn verhaal’ lezen.
Aan het einde van het verhaal laat Henriques ‘zijn verhaal’ aan Dé lezen en daarna wordt ‘zijn verhaal’ uit het kamp gesmokkeld.
De rode draad in het verhaal is dat Henriques niet weet hoe hij in de situatie terecht is gekomen waar hij nu in zit.
De schrijfstijl van de schrijver is erg moeilijk. Het verhaal is soms erg moeilijk te volgen. Door de lastige schrijfstijl is het moeilijk om je hoofd bij het verhaal te houden en daardoor vond ik het een lastig boek. Ik denk dat de schrijfstijl van de schrijver zijn persoonlijke stijl is. Er worden ook veel begrippen uit de Tweede Wereldoorlog gebruikt.
De plaats waar het verhaal zich afspeelt is grotendeels in Westerbork, maar er speelt ook een gedeelte af in het Joods gymnasium en in Amsterdam.
De tijd waarin het verhaal zich afspeelt is in de oorlog, in 1942 en 1943,
De tijd waarin Henriques ‘zijn verhaal’ schrijft is een week.
Jacques Suasso Henriques:
Jacques Suasso Henriques is een Portugese jood en is 27 jaar oud.
Hij was eerst geschiedenisleraar aan het Joodse gymnasium. Hij wil zo min mogelijk aan zijn Joodse achtergrond herinnerd worden.
Als hij een baan aanneemt in Westerbork moet hij keihard worden, maar als hij Jermia Hirsch ontmoet is dat meteen weg en als hij daarna Jeremia verdedigt tegenover Cohn moet hij in een strafbarak. Daar schrijft hij een verhaal over hemzelf, over de waarheid. Hij doet dat om er achter te komen hoe hij in deze situatie terecht is gekomen.
Siegfried Israel Cohn:
Cohn is ook een Jood, maar hij is in westerbork gaan werken om te overleven. Hij is ander dan Henrigues, hij is heel hard en behandeldt de Joden keihard. Hij wordt gezien als de baas van Westerbork, maar is dat niet.
Goerg Cohn:
Hij is de zoon van Siegfried. Hij heeft er voor gezorgd dat Henriques in Westerbork kon gaan werken.
Jeremia Hirsch:
Hij zit in Westerbork gevangen. Hij was godsdienstleraar en hij leert Henriques uit de bijbel en over het jodendom.
Schaufinger:
Hij is de baas van Westerbork. Er wordt van hem gezegd dat hij menselijk is, maar ook hij gaat over lijken.
Ninon:
Zij was de lievelingsleerlinge van Henriques.
Sonja Ptaznik:
Zij is de slet van Westerbork.
Dé:
Zij is een oude kennis van Henriques. Ze ontmoeten elkaar een uur voordat ze op de trein naar Sobibor gezet worden.
Schwarz, Rosenveld, Goldstein en Sacher:
Zij zijn andere joden die werken in Westerbork.
De beginsituatie is wanneer Henriques bezig is met ‘zijn verhaal’ te schrijven.
Een belangrijke gebeurtenis is wanner Goerg Cohn bij Henriques op bezoek komt en hem en baan in Westerbork aanbiedt. Daardoor komt Henriques in Westerbork terecht.
Een andere belangrijke gebeurtenis is de dat Henriques de godsdienstleraar Jeremia ontmoet. Die zorgt er voor dat Henriques zich weer een beetje Jood begint te voelen.
De belangrijkste gebeurtenis is de situatie dat Henriques zijn baas Cohn aanvalt waardoor hij in de strafbarak terechtkomt.
De vertelwijze van dit boek is de ik-vertelsituatie, want Henriques verteld over zijn eigen belevingen. Je maakt alles mee vanuit Henriques.
Ik weet niet het goede woord voor het thema, maar ik kan het wel omschrijven. Henriques probeert door een verhaal over zichzelf te maken erachter te komen hoe hij in deze situatie terecht is gekomen. Dat is hoe hij in Westerbork en in een strafbarak is gekomen.
De belangrijkste tekstgedeelten die typerend zijn voor dit thema zijn het gesprek met Goerg Cohn, want daardoor komt hij in Westerbork. Dat zijn ook de gesprekken met Jeremia, waardoor hij zich weer een Jood begint te voelen.
Het motief is erachter komen hoe hij in deze situatie gekomen is.
Georg Cohn spreekt met Henriques over L’Histoire des Girondins en hij wijst Henriques op de vergelijkbare situatie in Westerbork. Henriques komt uiteindelijk in Westerbork terecht en speelt zelf ook nog een tijdje de rol van de onderdrukker.
Het werk is voor het eerst gepubliceerd in 1957.
Jacques Presser was de zoon van een diamantenbewerker en werd op 24 februari 1899 geboren in Amsterdam. Hij is leraar geweest en heeft veel boeken geschreven, waaronder: Napoleon, Historie en Legende, Amerika. Van kolonie tot wereldmacht en Moord in Meppel.
Het is in de tijd vlak na de Tweede Wereldoorlog geschreven. Toen werden er veel boeken over de oorlog geschreven, want de oorlog lag nog fris in het geheugen.
Ik kan niet zeggen dat dit werk typerend is voor de schrijver, omdat ik geen andere verhalen van hem heb gelezen.
Ik denk dat dit boek typerend is voor de tijd waarin het boek is geschreven omdat de oorlog nog fris in het geheugen lag en in die tijd zijn er veel oorlogsboeken geschreven.
REACTIES
1 seconde geleden