Auteur: J. Presser
Titel: De nacht der Girondijnen
Plaats en jaar van uitgave: Meulenhoff, vijfde druk, 1980, Amsterdam
Genre: Novelle
Biografische gegevens van de auteur: Jacques (Jacob) Presser wordt geboren in 1899 en overlijdt in 1970. Van 1947 tot 1969 is Jacques hoogleraar geschiedenis in Amsterdam. Behalve satirische detectiveromans en geschiedkundige studies, publiceert hij ook poëzie. Zijn meest bekende werk, Ondergang. De vervolging en verdelging van het Nederlandse Jodendom 1940-1945, komt uit in 1965. De nacht der Girondijnen wordt beschouwd als een vingeroefening voor Ondergang.
Korte samenvatting: Een jonge doctorandus in de geschiedenis, Jacques Suasso Henriques, heeft nog een week om de waarheid over zijn ervaringen op te schrijven. Hij zit in de strafbarak van Westerbork en zal volgende week op de trein naar Sobibor gezet worden. Jacques is niet als jood opgepakt en vervolgens gedeporteerd, maar als vrijwillige medewerker in dienst van de Duitsers getreden. De komende dagen wil hij beschrijven hoe hij in deze situatie terecht is gekomen.
Ten eerste moet hij precies bepalen hoe hij van school in het kamp is gekomen. De school waar hij gewerkt heeft, het Joods Gymnasium, werd met de dag naargeestiger. Steeds meer leerlingen worden als afwezigen genoteerd. Na de kerst van 1942 komt ook zijn lieveling, de leerlinge Ninon, niet meer op school.
Met joden in het algemeen heeft hij als niet-orthodoxe jood weinig op. Hij vindt dat ze zich te veel laten welgevallen en als ze al reageren kunnen ze alleen maar vluchten in plaats van zich te verzetten. Zijn zeer belezen vader heeft ook altijd de realiteit ontvlucht en wordt uiteindelijk neergeschoten bij een razzia.
Als Georg Cohn, een van zijn leerlingen, hem dan aanbiedt bij zijn vader in dienst te komen, grijpt hij die kans. De school is dan al bijna leeg en het enige alternatief, onderduiken, biedt voor hem geen soelaas. De vader van Georg staat bekend als de ongekroonde koning van Westerbork, omdat hij de chef van de Dienstleiters is. Jacques wordt, op voorspraak van Georg, de adjudant van Cohn.
Jacques arriveert in januari 1943 in Westerbork. Hij krijgt een uniform en moet leren om ‘cementhard’ te worden. Wie te zacht is, wordt zelf op de trein gezet. Het is zij of jij, leert Cohn hem. ‘Zij’ zijn in de eerste plaats de Duitsers, maar in praktijk de andere joden. In het kamp zet Jacques ook zijn eigen moeder op de trein en draagt hij, huilend van liefde, Ninon de trein in. Hard wordt hij echter ook van het leeghalen van krankzinnigengestichten om de treinen te vullen. Iedere dinsdag moeten de treinen, vol, vertrekken. Als lid van de ordedienst (O.D.), een soort joodse S.S., woont Jacques steeds in een andere barak waar hij als ordebewaker en spion fungeert. Cohn hoopt zo eventuele rellen of ontvluchtingen in de kiem te smoren.
Op de dag dat Cohn door een Hollandse marechaussee wordt uitgescholden, komt Jacques in contact met Jeremia Hirsch. Jeremia noemt zichzelf ‘de rebbe’ en is al regelmatig met interesse afgeluisterd door Jacques. Jeremia Hirsch blijkt een gewone godsdienstleraar te zijn, maar kan toch in elke barak iets teweegbrengen. Met zijn geestelijk overwicht kan hij zelfs de ergste zelfzucht, hebzucht en neiging tot roddelen de kop indrukken.
Tijdens die eerste ontmoeting leert Jacques dat Cohn het in sommige opzichten moeilijker heeft dan zijn ‘onderdanen’. Na dit eerste gesprek eindigen alle ontmoetingen tussen Jeremia en Jacques op dezelfde manier: Jacques, die vroeger nooit een bijbel aanraakte, leest nu passages voor waarbij hij zijn emoties nauwelijks kan verbergen. Jacques begint de bijbel te waarderen. Hij realiseert zich dat hij door zijn gesprekken met Jeremia niet minder antisemitisch is geworden, maar ongetwijfeld meer jood. Hij weet nu dat hij op zijn medemens moet vertrouwen en zich vooral niet boven de anderen mag stellen.
De dagen verstrijken; Jacques’ trein zal binnenkort aankomen. Hij wil nu beschrijven hoe het vullen van de treinen verloopt. Hij vergelijkt de procedure met de bedrijven van een treurspel. Op zondag worden de hoopgevende geruchten, dat de geallieerden spoorlijnen gebombardeerd hebben, ontzenuwd. Op maandagmiddag vergadert de zogenaamde ‘bloedraad’. Na de vergadering wordt de lijst met namen opgesteld. Op de lijst staan de namen van de zieken en gestraften altijd bovenaan. Wie eenmaal op die transportlijst staat, ontkomt de naderende ondergang vrijwel niet meer. Het aflezen van de namen in de nacht des oordeels, gaat met doodse stilte gepaard. Als Jacques klaar is met lezen, volgt een hels kabaal waarin vreugde en verdriet door elkaar heen klinken. De dinsdagochtend waarop de veewagons moeten worden ingeladen, vormt het pijnlijkste gedeelte van de tragedie. De leden van de O.D. voeren deze taak zo snel en hardhandig mogelijk uit.
Ongeveer een etmaal voor Jacques’ trein komt, arriveert er een nieuwelinge in de strafbarak. Ze is een oude kennis van Jacques. Beiden zijn blij dat ze op het laatste moment iemand treffen waarmee ze samen hun ‘guillotine’ tegemoet kunnen gaan. Jacques is tevreden dat hij zover is gekomen met het beschrijven van deze ellende.
Drie weken geleden werd een groep weeskinderen op transport gesteld. Onmiddellijk na deze verschrikkelijke ervaring wilde hij beginnen met schrijven, maar het lukte hem niet. De tweede schrijfpoging doet hij een week later. Een collega van het gymnasium, juffrouw Wolfson, neemt voor zijn ogen een zelfmoordpil in. Ze overlijdt binnen twee minuten.
Na zijn eigen val onderneemt Jacques een derde poging tot schrijven. Zijn ondergang volgt als hij het tegen Cohn probeert op te nemen. ‘s Nacht heeft hij Jeremia’s naam van de transportlijst moeten oplezen. De volgende ochtend wankelt Jeremia even onder het gewicht van zijn rugzak, waarbij zijn bijbeltje uit zijn handen valt. Voor hij het kan oprapen, heeft Cohn het al weggeschopt en Jeremia een bloedneus geslagen. Jacques kan dit niet verdragen. Hij vliegt Cohn aan en geeft het bijbeltje weer terug.Cohn laat Jacques witheet naar de strafbarak voeren. De laatste nacht voor Jacques is nu aangebroken. D., de oude kennis van Jacques, heeft alles doorgelezen. De tekst kan het kamp uitgesmokkeld worden. Pas de volgende dag, in de trein naar Sobibor, wil ze er over praten.
Titelverklaring: ‘De Girondijnen’ was een Franse, politieke groepering die in 1793-1794 een meerderheid heeft gehad. De Girondijnen kenden mate, waren enthousiast en waren populair vanwege hun mentaliteit. Ze stemden bijvoorbeeld tegen de onthoofding van de koning. Na een reeks incidenten raken de Girondijnen in diskrediet, waarop de hardere Jacobijnen de macht grijpen. Na een schijnproces wordt een groep van tweeëntwintig Girondijnen naar de guillotine gestuurd. De laatste nacht van deze mensen is door Alphonse de Lamartine beschreven in L'Histoire des Girondins. Deze episode uit de geschiedenis speelt een cruciale rol in deze novelle. Georg Cohen spreekt erover met zijn geschiedenisleraar Henriques en wijst hem op de vergelijkbare situatie waarin de Joden in Westerbork verkeren, waarna Jacques daar uiteindelijk terechtkomt en er zelf enige tijd de rol van onderdrukker van zijn eigen volk speelt.
Beschrijving belangrijkste thema: Het gaat om de eer van de mens, om wat je bent en over de koppigheid van het blijven wie je bent. Inleveren van eigenschappen of vervolging vanwege je eigenschappen zorgen voor bewustwording van wat vrijheid eigenlijk betekent.
Vertelperspectief: IK
Tijd van het verhaal: Jacques Suasso Henriques schrijft het verhaal in de week van 16 tot 22 maart 1943, wachtend op de trein naar Duitsland. De dingen die gebeuren tijdens het schrijven, beschrijft hij in chronologische volgorde. Het verhaal zelf speelt zich af tussen september 1942 en 16 maart 1943 en verloopt niet chronologisch.
Hoofdpersonen:
Naam Jacques Suasso Henriques Jeremiah Hirsch Siegfried Israël Cohn
Functie/rol Hoofdpersoon, Jood Jacques ompraten en weer in Joden laten geloven. Verrader
Karakter a-joods Bewust Bang
Relaties Met Jeremiah Met Jacques Met velen
Milieu Joods - Duits joods
REACTIES
1 seconde geleden