Maarten ‘t Hart (1944-heden), “De Kroongetuige”. Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam, 26e druk, 1997(1983, Amsterdam). 212 pagina’s

Op de omslag van het boek is een impressionistische schildering te zien van een persoon die op een open plek in het bos onder een alleenstaande boom zit.

Dit boek heb ik gekozen omdat iemand het me had aangeraden.

Er zijn 5 hoofdstukken, elk met een eigen titel. Hoofdstuk 1 is onderverdeeld in 8 genummerde delen, hoofdstuk 2 in 4 delen en hoofdstuk 3 is een dagboek waarin de dagen worden gescheiden door een dubbele regel wit. Hoofdstuk 4 en 5 zijn niet verder onderverdeeld.

In het eerste hoofdstuk is Thomas de ik-verteller. In het tweede schrijven Thomas en Leonie elkaar brieven (geschreven in de ik-vorm). In hoofdstuk 3 tot en met 5 is Leonie de ik-verteller. Het verhaal wordt chronologisch verteld. De geschiedenis voor het begin van het boek vertelt Thomas in een brief. Er zijn enkele flashbacks (bijvoorbeeld het dia-avondje). Het verhaal speelt zich af in de jaren 70 in Leiden.

Nadat Thomas Kuyper met Jenny Fortuyn naar een café was geweest, kregen ze ruzie en ging Jenny naar huis. Thomas dacht eraan om via een omweg naar het huis van Jenny te gaan. Thomas werkte in het Medisch-Biologisch laboratorium van een universiteit waar hij bezig was met een experiment. Het doel was om erachter zien te komen hoe lang je ratten uit moet hongeren voor ze elkaar opvreten. Z’n assistent Alex zei hem de volgende morgen dat de ratten er verzadigd bij lagen zonder dat iemand ze iets had gegeven of dat ze elkaar hadden opgegeten. Alex stopte met de proeven want hij vond ze vreselijk. Na 4 dagen kwamen er twee rechercheurs om Thomas te ondervragen in verband met de verdwijning van Jenny. Thomas had haar niet gezien sinds die avond. Thomas kende Jenny van de bibliotheek. Hij was verliefd op haar geworden. Zij ging met iedereen naar bed en gebruikte drugs. Thomas ging nog even op de kamer van Jenny kijken en daar waren de rechercheurs Lambert en Meuldijk. Jenny bleek niet meer op haar kamer te zijn geweest sinds die avond met Thomas. Thomas zei dat hij er wel eens een man had ontmoet: Robert. Thomas zei ook dat hij wel op Jenny had gewacht, maar toen ze niet opdaagde is hij weer weggegaan. Lambert wilde de kleren en het huis van Thomas onderzoeken en omdat Thomas niet wilde dat z’n vrouw erbij betrokken raakte, deed Lambert alsof hij een collega was toen hij bij Thomas op bezoek kwam.