De klucht van de koe door G.A. Bredero

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
Boekcover De klucht van de koe
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 2023 woorden
  • 17 januari 2004
  • 57 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
57 keer beoordeeld

Boekcover De klucht van de koe
Shadow

Hoofdpersoon in deze klucht uit 1612 is een gauwdief, die zijn medespelers op listige wijze een koe en andere zaken afhandig maakt. De karakters van de personen worden tamelijk grof en karikaturaal geschetst, zoals in een klucht gebruikelijk. De kracht ligt in de beschrijving van de volksfiguren en de dialogen. Een inleiding geeft informatie over auteur en inhoud en o…

Hoofdpersoon in deze klucht uit 1612 is een gauwdief, die zijn medespelers op listige wijze een koe en andere zaken afhandig maakt. De karakters van de personen worden tamelijk gro…

Hoofdpersoon in deze klucht uit 1612 is een gauwdief, die zijn medespelers op listige wijze een koe en andere zaken afhandig maakt. De karakters van de personen worden tamelijk grof en karikaturaal geschetst, zoals in een klucht gebruikelijk. De kracht ligt in de beschrijving van de volksfiguren en de dialogen. Een inleiding geeft informatie over auteur en inhoud en over de bedoeling van deze uitgave. Bredero schreef lyriek en toneelstukken, met name kluchten en blijspelen. Hij werd minder beïnvloed door de renaissance dan zijn tijdgenoten.

De klucht van de koe door G.A. Bredero
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

Vooraf en Ik

Auteur: Gerbrandt A. Bredero Titel: De klucht van de koe Jaar van uitgave: 1612 Druk: 1e druk 1886

Waarom heb ik dit boek gekozen? Ik vond dit boek op de tafel in de huiskamer. Ik begon met lezen en vond het zelfs nog leuk ook. Toen bleek dat ik dit boek ook nog goed materiaal voor een boekverslag te zijn. Echt gekozen heb ik het boek dus niet, het kwam per toeval op mijn pad.

De schrijver en Ik Gerbrandt A. Bredero werd op 16 maart 1585 in Amsterdam geboren als zoon van een schoenmaker uit de gegoede burgerij. In de jaren na Bredero’s geboorte nam Amsterdam sterk in omvang toe. Dit kwam door dat Antwerpen door de Spanjaarden tijdens de tachtig jarige oorlog was ingenomen en veel haven verkeer kwam langs Amsterdam. Dat Bredero zich in het woelige stadsleven op zijn gemak voelde, blijkt uit de rake typerende beschrijvingen van het Amsterdamse straatleven.

In tegenstelling tot veel letterkundige tijdgenoten heeft Bredero geen ‘geleerde’ opvoeding gehad. Hierdoor kon hij de klassieke Griekse en Romeinse literatuur niet bestuderen, wat in de Renaissance vaak als voorbeeld werd gebruikt. Hierdoor is Bredero in zijn keuze van zijn onderwerpen en zijn taalgebruik eenvoudiger gebleven dan andere schrijvers uit die tijd.

Zelf heeft hij dit waarschijnlijk als een tekortkoming gezien, maar daardoor heeft hij wel leesbare literatuur voortgebracht. Helaas kon zijn werk niet uitgroeien tot grote omvang: hij stierf in augustus 1618 op nog jeugdige leeftijd na een slepende ziekte.

Het verhaal en Ik

Samenvatting

Een zelfbewuste dief overnacht op weg naar Amsterdam bij een boer. De boer vertelt zijn gast uitvoerig over zijn zaken en biedt aan hem de volgende dag naar Amsterdam te vergezellen. De verhalen van de boer hebben de dief op een idee gebracht.

Hij steelt ‘s nachts de koe van de boer en gaat ermee op weg naar Amsterdam. Hij bindt het dier na een tijdje aan een hooiberg en gaat terug naar zijn bed. De boer heeft niets gemerkt. De volgende dag geen de boer en de dief op weg naar Amsterdam. De dief haalt onderweg de koe op en maakt de boer wijs dat hij hem als aanbetaling op een oude schuld heeft ontvangen. Hij krijgt de boer zelfs zover dat deze ermee instemt de koe voor hem op de markt te verkopen. Ze spreken af elkaar in de herberg in Amsterdam weer te ontmoeten.

In de herberg wacht de dief in gezelschap van de waardin Giertje en een optrekker op de boer, hij vermaakt zich daar goed met dit duo. Als de boer na enige tijd in de herberg komt en de dief de opbrengst van de verkochte koe brengt biedt de dief de drie personen een maaltijd aan. Om het eten te halen leent hij e schotels van Giertje en een jas ven de optrekker. De dief vertrekt en komt niet meer terug. Wanneer de zoon ven de boer komt melden dat de koe weg is merken de drie het bedrog op. De dief heeft handig gebruik gemaakt van de goedgelovige van het drietal.

Thema Thema: een \'Klucht\'. (Moraal vertrouw nooit een vreemde, ook al is het nog zo\'n beste vent, want je bent echt in een mum van tijd je zaken kwijt).

Motieven Motieven: Hebzucht, diefstal en denkwijze.

Tijd Het verhaal speelt zich af tijdens de Nederlandse Opstand, of vlak daarna, want in de tekst wordt gesproken over het Twaalfjarig Bestand, de periode van wapenstilstand tegen het eind van de Nederlandse Opstand.

De verteltijd is een avond, een nacht en een ochtend.

Ruimte Plaats waar het verhaal zich afspeelt: In het plaatsje Ouderkerk, bij de boerderij van de boer en in de herberg ‘t Zwarte Paard.Verteller

Vertelwijze Het verhaal is geschreven als een toneelstuk. Iedere persoon in het boek heeft zijn eigen tekst om te vertellen.

Genre Dit boek valt onder het genre dramatiek.

Karakterisering van de Hoofdpersonen

Hoofdpersonen: Gijsje (de gauwdief) Gijsje is een dief, maar ziet zichzelf niet zo, want wat anderen doen voor de kost is net zo min iets om trots op te zijn, maar het wordt niet tot de diefstal gerekend (bijvoorbeeld vals spelen bij het kaarten of smokkelen). Hij komt erg betrouwbaar over: hij heeft een schrandere uitstraling en hij weet zijn listen zó te verpakken dat ze heel aannemelijk zijn. Hij besteelt zowel de boer als de optrekker en de waardin met zijn mooie praatjes.

Dirk Thijssen (de boer) Dirk is een naïeve boer die veel te graag uitgaat van het goede in de mens. Hij gelooft de dief namelijk meteen op zijn woord, ook al twijfelde hij eerst geweldig. Hij is erg met zichzelf ingenomen en dat komt hem wel eens duur te staan, bijvoorbeeld als hij een hele redevoering geeft in het Frans, waar niemand daadwerkelijk naar luistert, maar waar de dief dankbaar gebruik van maakt door ongezien de benen te nemen. Dirk heeft wel gevoel voor humor, want als hij merkt hoe hij bestolen is, kan hij wel om zijn eigen domheid lachen.

Giertje (de waardin) Giertje is de waardin van de herberg ‘Het swarte paert’. Ze is behoorlijk bijdehand en ze weet de mannen, die stuk voor stuk een oogje op haar hebben, handig af te weren. Daarbij schroomt ze grofheid in zijn totaal niet. Ze is een leuke meid zolang er betaald wordt, maar anders kun je je maar beter uit de voeten maken. Hoewel ze gek is op geld – haar naam doet niet anders vermoeden – heeft ze een heilig ontzag voor het huwelijk. Want hoeveel mannen ook bieden om met haar te slapen, toestemmen zal ze nooit. Ze is namelijk getrouwd. En ook al is haar man op het moment afwezig, bedriegen zal ze hem nooit.

Joosje (de optrekker) Joosje heeft ruzie met zijn vrouw als hij naar de herberg van Giertje gaat om zich te bedrinken en eigenlijk ook om de waardin voor zich te winnen, waarin hij hopeloos mislukt. Hij is zwak en heeft de drank nodig om het leven (en zijn vrouw) aan te kunnen. Zijn motto is om nooit te trouwen, want dat brengt alleen maar ellende, en hij kan het weten (zegt hij).

Keesje (het zoontje van de boer) Keesje is het zoontje van de boer. Hij is vrij klein van stuk en hij heeft een hoog stemmetje. Dit is mogelijk de reden waarom de andere jongens hem pesten. Hij is een echt papa’s kindje, want hij zoekt meteen troost bij zijn vader en vertelt hem in één ademtocht door dat de koe weg is. Niet zo heel subtiel dus.

De vrouw (van de boer) Een vriendelijke vrouw, zij is ook degene die de gauwdief uitnodigt om bij hen te komen overnachten.

Titel De gauwdief weet op een slimme manier de koe te stelen, deze gebeurtenis wordt opgeschreven en verwerkt in een toneelstuk(je). Vandaar de titel de ‘Klucht van de Koe’.

Het verhaal en mijn oordeel Ik vond het boek best komisch, omdat de meest vreemde dialogen in staan en dat vind ik grappig (“Nee, vader, ik ben geen oude schoen waar je zo in kunt stappen”. “Toe schatje, laat Lubbert toch even in de wei”.) Wel vond ik het boek een beetje onrealistisch, omdat die boer wel erg dom is dat hij niet eens ziet dat de dief zijn eigen koe heeft meegenomen. Hij heeft zelf nog gezegd dat er in de omgeving nergens zo’n mooie koe is als die van hem, dus ook niet bij zijn buurman. Ook was het een beetje jammer dat er zo duidelijk een belerend toontje in het verhaal zit: wie zich niet eerbaar gedraagt, zal daar zelf de dupe van worden. Daardoor zit er een sapzoetige preek in, en daar houdt ik nooit zo van. Daarnaast was het boek niet erg uitgewerkt, alle personages waren typen en hadden niet echt een eigen karakter. Dat is wel jammer, want dan was het verhaal wat minder voorspelbaar geweest, maar aan de andere kant vind ik het wel erg logisch, want doordat alle personages een soort stereotype waren kon de boodschap, ‘het moraal’, erg makkelijk en zeer duidelijk overkomen.

Recensies

Het boek gaat over bedrog. Het is een interessant onderwerp, met veel diepgang beschreven. Het verhaal legt de nadruk meer op gevoelens dan op de gebeurtenissen. De sfeer is somber, er worden onschuldige mensen bedrogen. De gebeurtenissen maken een “echte” indruk op mij. Ik denk dat dit vroeger wel de werkelijkheid zou zijn geweest, het kan nu nog steeds. De gebeurtenissen zijn erg emotioneel. Het verhaal is niet ingewikkeld opgebouwd, ik kon het makkelijk volgen. De opbouw was begrijpelijk. Je krijgt wel een goed beeld van de personages, omdat ze goed worden beschreven. Ik vond eigenlijk alleen Keesje, het zoontje van de boer sympathiek, het is een onschuldig jongetje. De personages gedragen zich niet zoals het hoort. Joosje bedriegt zijn vrouw met andere vrouwen. De boer schept op. Gijsje besteelt onschuldige mensen. Giertje is hebzuchtig. De taal is wel te begrijpen, door de goede vertaling. Verder bevat het boek veel beschrijvingen, waarbij mensen en hun gevoelens goed worden beschreven. Pieter Haagendorn Het verhaal zou absoluut niet in deze tijd geschreven kunnen zijn, wie laat er immers tegenwoordig nog een vreemdeling met wie je nog geen vijf minuten hebt gepraat in zijn huis overnachten? Door het grote tijdsverschil zijn dingen als dit niet goed te begrijpen. Dezer dagen zijn mensen veel beter op hun hoede en lang niet zo goedgelovig als toen. Als de boer in deze tijd geleefd had, zou ik erop durven wedden dat hij het geld dat de koe heeft opgebracht niet zou overhandigen aan Ghijsje. Ik vond het een leuk verhaal omdat het grappig was en bleef boeien omdat er veel komische momenten in voorkwamen. Ik was er alleen gemakkelijker doorgekomen als ik de vertaling ervan te pakken had kunnen krijgen, want bij deze versie waren sommige dingen erg moeilijk te begrijpen. Over het uitvoeren van de beschrijving en het beschrijven van de verbanden in dit verslag ben ik wel tevreden omdat ik hierin duidelijk heb weergeven waar het in boek om draait en welke factoren hierin meespelen. Wel heb ik er af en toe moeite mee gehad de tekst te relateren aan vroegere sociaal-economische toestanden en dergelijke, omdat ik nu eenmaal niet in die tijd geleefd heb en verschillende dingen dus moeilijk is voor te stellen met de beperkte informatie die ik over de zeventiende eeuw heb. Ik denk dat ik redelijk in staat ben dergelijke opdrachten uit te voeren, maar ik denk dat ik de volgende keer mezelf meer ga verdiepen in de geschiedenis die bij het boek hoort, dan zal ik de linken tussen literataire, politieke omstandigheden beter kunnen leggen. Esther Plazier

De recensies en ik

Plazier en Haagendorn zijn het duidelijk oneens over het feit dat de gebeurtenissen in het boek ook nu zouden kunnen plaatsvinden. Plazier denkt dat in onze tijd mensen niet meer zo naief en goedgelovig zijn om in de listen van de gauwdief te trappen. Haagendorn denkt dat het een menselijke eigenschap is die er toen was maar nu ook nog. Ik zelf ben het op dit gebied met Haagendorn eens. Dat het verhaal nu nog steeds zou kunnen gebeuren. Natuurlijk wel met wat andere omstandigheden, maar ik denk dat de mens er in de jaren echt niet slimmer of alerter op is geworden.

Haagendorn vind het boek ook diepgang hebben. Daar ben ik het dus niet mee eens. Het is een leuk boek, maar diepgang heeft het niet. Het is voorspelbaar en heeft een moraal en details worden er niet echt beschreven. En de gevoelens van mensen worden ook wel beschreven, zoals Haagendorn zegt, maar echt goed, met diepgang vind ik niet. Haagendorn vind het boek ook een sombere sfeer hebben, terwijl Plazier het een leuk verhaal vind. Ik vind dat als je je helemaal gaat inleven met de personen, met name de boer, dat je het misschien wel een somber boek vind. Maar zoals het boek geschreven is, met humoer, vind ik het verhaal totaal geen sombere sfeer hebben. Ik kon me wel goed plaatsen in die tijd, wat Plazier niet had.

Over het algemeen zijn de auteurs het niet eens met elkaar en ik alleen deels met allebei.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De klucht van de koe door G.A. Bredero"