Scholieren tussen 13 en 17 jaar gezocht!

Doe mee aan dit korte onderzoek over statiegeld en maak kans op 20 euro Bol.com tegoed

Meedoen

De kleine Johannes door Frederik van Eeden

Beoordeling 7.8
Foto van een scholier
Boekcover De kleine Johannes
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 2586 woorden
  • 8 december 2019
  • 10 keer beoordeeld
Cijfer 7.8
10 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Frederik van Eeden
Lezen voor de lijst
Niveau 4 (15-18 jaar)Lezen voor de lijst Niveau 4 (15-18 jaar)
Genre
Psychologische roman
Sprookje
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
1887
Pagina's
160
Geschikt voor
bovenbouw havo/vwo
Punten
2 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands
Literaire thema's
Fantasie & Werkelijkheid,
Queestemotief

Boekcover De kleine Johannes
Shadow

Ik zal je iets van de kleine Johannes vertellen. Het heeft veel van een sprookje, mijn verhaal, maar het is toch allemaal echt gebeurd. De kleine Johannes is een uniek hoogtepunt in de Nederlandse literatuur. Vertaald in tientallen talen, onderwerp van talloze studies en boekverslagen van scholieren heeft het zichzelf bewezen als een klassiek werk dat met het verstrij…

Ik zal je iets van de kleine Johannes vertellen. Het heeft veel van een sprookje, mijn verhaal, maar het is toch allemaal echt gebeurd. De kleine Johannes is een uniek hoogtepunt i…

De kleine Johannes door Frederik van Eeden
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Examenstress? Niet met Examenbundel!

Over minder dan drie weken zit je jouw examens te maken. Slaat de examenstress toe? Sla nog snel Examenbundel, Samengevat en Examenbuddy in voor je probleemvakken en own je examens! Jij. Kunt. Dit.

Ik wil slagen

DE KLEINE JOHANNES

  • Auteur: Frederik van Eeden
  • Historische fictie

FREDERIK VAN EEDEN

  • 1860-1932
  • Frederik studeerde medicijnen in Amsterdam en richtte de literaire genootschap Flanor op
  • Behoorde tot De Tachtigers
  • Beweging van jonge Nederlandse schrijvers die rond 1880 in het openbaar zich afzetten tegen de literatuuropvatting van hun voorgangers
  • Ze vonden dat de literatuur toe was aan vernieuwing; literatuur moest niet alleen draaien om een moraliserende boodschap. Men moest zich niet enkel beperken tot onderwerpen als geboorte, liefde en deugd
  • Kunst die om kunst geschreven moet worden, heeft een nieuwe beeldspraak nodig, die visueel gericht is en waarin de natuur de bron voor inspiratie is
  • In het werk van de Tachtigers kwam het impressionisme en naturalisme sterk naar voren
  • Impressionisme: kenmerkt zich door de weergave van een grote hoeveelheid zinnelijke indrukken, in een poging bepaalde stemmingen weer te geven.
  • De principes van de Tachtigers waren als volgt:
  1. Estheticisme: kunst moest in alle opzichten de schoonheid bevorderen en niet een nuttig op opvoedkundig doel hebben
  2. Het doel van de kunst is om kunst te zijn (impressionisme)
  3. Dient ter expressie van de individu
  • Ze richtten het tijdschrift De Nieuwe Gids De eerste aflevering opende met een hoofdstuk uit De Kleine Johannes
  • Het sluit eigenlijk niet helemaal goed aan op de ideeën van de Tachtigers

PERSONAGES

  • Johannes

    • Hoofdpersonage
    • Kleine jongen met een grote fantasie en een grote liefde voor planten en dieren
    • Hij vraagt en zoekt naar de waarheid
    • Groeit op van kind tot jong volwassene
    • Hij ontmoet: Windekind, Wistik, Robinetta, Pluizer, de Dood, Dokter Cijfer en de Ongenoemde
      • Allegorische bijfiguren: Uitgewerkt metafoor door het heel verhaal
    • Windekind
      • Elf en zoon van de zon
      • Leert aan Johannes alles van de natuur
      • Hij haat mensen, vindt hen lomp, dom en milieuvervuilend
      • Probeert Johannes te overtuigen in flora en fauna te gaan leven
    • Oberon
      • Elfenkoning van wie Johannes een gouden sleuteltje krijgt
      • Dit sleuteltje moet op een gouden kistje met allerlei kostbaarheden passen
      • Dit kistje moet naar het geluk leiden
    • Wistik
      • Symboliseert het streven naar kennis
      • De wijste kabouter
      • Spoort Johannes aan om het ware boekje te zoeken, wat gedoemde is te mislukken
      • Windekind wilt niet dat Johannes naar Wistik luistert, maar Johannes doet dit toch en Windekind verlaat hem
    • Robinetta
      • Johannes wordt verliefd op haar
      • Zodra hij begint over de zoektocht naar waarheid en ideeën en ontkent dat God de ware is, komt er snel een eind aan zijn verband
    • Pluizer
      • Symboliseert de materialistische wetenschap
      • Is een vleermuis en kan zich omvormen tot een afzichtelijk wezen dat iets weg heeft van een mens
      • Geniet ervan om angst in te boezemen bij anderen
      • Hij geniet ervan om akelige verhalen over het lijden van mensen te vertellen aan Johannes
      • Motto: de mens moet werken, denken en zoeken
      • Ontkent het bestaan van bovenmenselijke en heeft minachting voor gevoelens 
    • Hein
      • Laat zien wat er gebeurt met de mens na zijn dood
      • Johannes is eerst bang voor hem, maar later wil hij zelfs dat hij hem meeneemt zodat hij Windekind kan terugvinden
      • Personificatie van de Dood
      • Hij spoort Johannes aan om een goed mens te worden
    • Cijfer
      • Gevoel maakt plaats voor het rationeel denken
      • Probeert alles uit te drukken in formules
      • Johannes werkt en leert bij hem
      • Rationalisme en materialisme
    • De Ongenoemde
      • Een goddelijk wezen in het meest zuivere vorm zonder alles onzin die mensen er om heen vertellen
      • Hij leidt Johannes terug naar de mensen
      • Waarschijnlijk God

THEMATIEK

Coming of age

  • Ontwikkeling van kind tot volwassenheid 
  • Geestelijke ontwikkeling van een kind naar volwassenheid op symbolische wijze geïllustreerd
  • Johannes wordt voortdurend beziggehouden door vragen (over de zin van het leven, geluk/verdriet, leven/dood en het waarom van alles)
  • Het antwoord hierop leidt tot de essentie van het leven maar ook de dood
  • Uiteindelijk wil hij niet meer zoeken maar gaat een leven leiden in dienst van de mensheid

MOTIEVEN

Geluk/verlangen naar geluk

  • Johannes is altijd op zoek naar geluk
  • Hij maakt allerlei dingen mee waar hij gelukkig van wordt.
  • Daarnaast ontwikkelt hij zichzelf als volwassen persoon.
  • Aan het einde van het verhaal moet hij een lastige beslissing nemen, waarvan afhangt of hij de rest van zijn leven gelukkig zal zijn. Johannes moet namelijk kiezen tussen de mensheid of het fantasiefiguur Windekind.
  • Na een tijdje nadenken kiest Johannes toch voor de mensheid, omdat hij zich beseft dat hij van de mensheid gelukkiger wordt.
  • Het einde van het verhaal wordt dus afgesloten met een dilemma tussen veel of minder geluk in het leven.

Dood

  • Fase 3: Johannes is volwassen en ondervindt hij wat de dood inhoudt
  • In die tijd overlijdt de vader van Johannes

Kindertijd

  • Fase 1: Kindertijd van Johannes
  • Hij leert Windekind kennen
  • Omdat hij nog een kind is ziet hij de wereld als een kind: alles is mooi en er bestaan geen zorgen over het leven
  • Johannes maakt zich in die tijd dan ook helemaal nergens druk om

Puberteit

  • Fase 2: Puberteit van Johannes
  • Hij verandert ineens van alles en wat aan zijn lichaam en wordt hij verliefd op Robinetta

TITELVERKLARING

  • Hoofdpersoon Johannes
  • Johannes evangelie
  • Doel: beter wereld proberen te zoeken

STRUCTUUR EN PERSPECTIEF

  • Auctoriale verteller: richt zich rechtstreeks tot de lezer en weet meer dan Johannes
  • Beschrijft nauwkeurig de gevoelens van de hoofdpersoon en beschrijft andere personen door de ogen van Johannes

DECOR

  • Tegenstelling van ruimten: de natuur tegenover de stad
  • Het huis waar Johannes woont -met z'n familie en z'n huisdieren: Presto de hond en de kat Simon- ligt dicht bij zee in een duin- en bosrijke omgeving. Voor Johannes is dit zijn wereld en daar voelt hij zich gelukkig. De tochten met Windekind vinden daar ook plaats.
  • In de grote stad voelt Johannes zich ongelukkig, het stinkt er,  de stad is groot, armoedig, druk, ellendig en vol ziektes. Johannes ervaart het als een plaats waar geen mens gelukkig kan worden.
  • Het verhaal is chronologisch verteld. Soms zijn er flash-backs waarin Johannes terugdenkt aan eerdere ervaringen.
  • De vertelde tijd is twee jaar, met sprongen in de tijd en tijdsverdichting.
  • De verteller vertelt het verhaal achteraf. Het speelt af in de negentiende eeuw, omdat er over industrialisatie gesproken wordt, maar nergens wordt er een duidelijke tijdsaanduiding gegeven. Het verhaal is in de verleden tijd geschreven.

STIJL

  • Het verhaal is opgebouwd door gesprekken tussen personages. Het verhaal is dus opgebouwd uit dialogen.
  • Doordat het verhaal  In 1884 geschreven is, is de schrijfstijl van deze dialogen erg oubollig. Er wordt gebruik gemaakt van oud-Nederlands, waardoor het verhaal af en toe erg lastig is om te lezen. De spelling en de grammatica stammen namelijk nog uit de tijd van de 19e eeuw.
  • Doordat het verhaal opgebouwd is uit dialogen, wordt er geen overmatig gebruik gemaakt van details. Wel wordt er wel uitvoerig gebruik gemaakt van bijvoeglijke naamwoorden

STROMING

  • Niet volgens de stijl van de Tachtigers maar tot neoromantische stroming
  • Hield zich niet aan het principe van de waarneembare werkelijkheid die leidde tot realisme en naturalisme
  • Van Eeden gebruikt bovennatuurlijke en fantasievolle (Windekind, reizen in de tijd, pratende dieren, de Dood ontmoeten)
  • Boek niet volgens estheticisme (kunst om de schoonheid en zonder moraal) -> Eeden had maatschappelijke kritiek
  • Als Johannes moet kiezen tussen de fantasiewereld (het estheticisme) en de sociale verantwoordelijkheid van de Ongenoemde (het socialisme) kiest hij voor het laatste
  • Overeenkomsten met de Tachtigers bij het principe van het individualisme. Het is namelijk een persoonlijke uiting van de schrijver die zich uit in beeldspraak en vergelijkingen
  • Neoromantiek omdat:
    • Het onvrede met hier en nu
    • Thema’s als zwerflust en verzet tegen de maatschappij
  • Neoromantiek is een beweging als reactie op het naturalisme. De neoromantische literatuur kenmerkt zich vooral door sterk escapisme (neiging het alledaagse werkelijkheid te ontvluchten). Dit komt vooral tot uiting door het beschrijven van het bovennatuurlijke of het geheimzinnige

SAMENVATTING

De kleine Johannes is helemaal verkikkert op zijn huis (met al zijn fijne kamertjes) en op zijn grote, gevarieerde tuin. Het liefst zwerft hij de hele dag door de tuin, samen met zijn hond Presto. Elke avond voor het slapen gaan zegt hij braaf zijn gebedje op en vraagt hij om een wonder. Het liefst verdwijnt hij naar de grot die gevormd wordt door de wolken. Op een dag gaat Johannes stiekem het water op met Presto. Plotseling verschijnt er een libel, die verandert in een elf, genaamd Windekind. Ze sluiten vriendschap, op voorwaarde dat Johannes nooit zijn naam zal noemen in de mensenwereld. Windekind zorgt ervoor dat Johannes klein en licht wordt en neemt hem mee op een wonderlijke reis. Hij spreekt nu de taal der bloemen en dieren. Ze komen eerst langs de krekelschool. Hier wordt hem geleerd dat de mens een groot, nutteloos en schadelijk dier is. De krekels zelf zijn natuurlijk de beste dieren, zij kunnen immers vliegen én springen. De reis goed ook nog langs een treurfeest in een konijnenhol, dit feest wordt gehouden ter nagedachtenis aan alle dieren die zijn omgekomen sinds de komst van de mens en hond. Johannes wordt voorgesteld aan Oberon, de elfenkoning. Deze geeft Johannes een gouden sleuteltje, waar de kleine jongen goed op moet passen. Dit is het sleuteltje van een kistje met vele schatten, die Johannes volgens Oberon moet gaan zoeken. De volgende morgen wordt Johannes in het duin wakker gemaakt door Presto. Johannes denkt natuurlijk dat hij gedroomd heeft, maar dan vindt hij het gouden sleuteltje. Een aantal dagen later gaat hij weer met Windekind op pad. Ze verstoppen eerst het sleuteltje, zodat Johannes’s vader hem niet vinden kan. Windekind vertelt hem allerlei verhalen over de dieren, die overeenkomsten met mensen vertonen. Zo hekelt hij de Oorlogsmieren in de godsdienstoorlogen. Johannes vindt dat de mieren dom zijn, maar Windekind zegt dat de mensen juist naar de mieren toekomen om wijzer te worden. Dan ziet Johannes in het bos hoe een groep mensen er de rust verstoord. Hij wordt droevig van hun wagelijke gedrag. Hij besluit daarom ook dat hij niet meer terug naar de mensenwereld wilt. Johannes is helemaal gelukkig en zou niet meer anders willen dat met Windekind leven. Hij blijft bij Windekind en samen gaan ze op bezoek bij de kabouters. De wijste der kabouters is Witsik. Johannes wil van Witsik weten in welk boekje de waarheid staat. Wistik weet het, maar zoekt er zijn hele leven al naar. Windekind vertelt Johannes dat dit de waarheid niet is, dat mensen alleen maar naar zichzelf zoeken, en niet naar het boekje. Windekind zegt dat Wistik al veel mensen naar het boekje heeft laten zoeken en hen zo ongelukkig heeft gemaakt. Maar Johannes gelooft Wistik toch en hij blijft maar aan het boekje denken. Hij kan niet meer genieten van de verhalen van Windekind. Johannes wilt weten wie het boekje zal vinden en gaat terug naar Wistik. De spreuk om het boekje te vinden luist als volgt: ‘mensen hebben het gouden kistje, elfen hebben de gouden sleutel, elfenvijand vindt het niet, mensenvriend slechts opent het, lentenacht is de rechte tijd en roodborstje weet de weg.’ Bij deze verlaat Windekind hem. Een echtpaar neem Johannes onder hun dak, maar Johannes voelt zich ongelukkig en eenzaam. Hij verlangt naar huis maar durft niet terug te gaan. Ook mist hij Windekind.
In de lente ontmoet hij Robinetta, die een roodborstje op haar schouder heeft. Johannes word verliefd op haar, en is weer helemaal gelukkig. Langzamerhand vergeet hij het bestaan van Windekind en het boekje. Wistik herinnert hem hier echter aan en zegt hem dat hij aan het roodborstje moet vragen waar hij het geluk kan vinden. Deze tjilpt: "Hier niet! Hier niet!". Robinetta vraagt hierop door, waarna Johannes Windekinds naam noemt. Robinetta zegt dat ze weet waar het is. Ze laat hem de bijbel zien, in de veronderstelling dat de kleine jongen dit boekwerk bedoelt. Johannes echter, beweert dat God helemaal niet bestaat. Bij deze wordt hij verbannen en mag hij Robinetta niet meer zien. Vanaf dan vertrouwen de planten en dieren Johannes niet meer. Johannes is hier allemaal heel verdrietig over, en wilt helemaal geen mens zijn.
Toen het Johannes bijna teveel werd, kwam Pluizer, een wagelijk, wreed wezen, net aanlopen.
Pluizer beweert dat Johannes maar moet aanvaarden dan hij een mens is (alleen mensen worden verliefd) Windekind en Wistik bestaan niet. En aangezien Johannes niemand meer heeft zal hij, Pluizer, voor hem zorgen en helpen het boekje te vinden zodat hij een echt mens wordt.
De volgende morgen wordt Johannes wakker in een kamertje van Pluizer midden in een grauwe, troosteloze stad. Deze stelt de jongen voor aan zijn vriend Hein (ook wel de dood genoemd...) Hij vertelt Johannes dat hij moet opgroeien tot een goed mens, wat een leven met alleen werken en zoeken inhoud. Hij moet in de leer gaan bij dokter Cijfer, die in een donkere achterbuurt huist. De voorwaarde is alleen dat Johannes sterk moet zijn en dus niet kinderachtig en teerhartig. Pluizer laat Johannes alle ellende en schijnheiligheid achter het gedrag van mensen zien. De rondleiding eindigt op het kerkhof. Pluizer maakt hen klein en ze gaan voorafgegaan door een worm de graven in en bekijken een graf van een vrouw die op het feest was (het is nu een halve eeuw later, voor Pluizer bestaat geen tijd). Ze bezoeken nog een aantal graven en op het laatst komen ze bij een nieuw graf waarvan het hout nog niet vergaan is, met moeite komen ze binnen, Johannes herkent zijn eigen lichaam. Hij probeert te blijven staan maar valt toch flauw. De volgende ochtend zijn ze terug bij dokter Cijfer en begint Johannes met leren. Hij doet dat maanden lang, maar hoe meer hij leert hoe duisterder het wordt. Pluizer bederft alle mooie dingen door te wijzen op de onvolkomenheden. Johannes voelt zich steeds ellendiger en somberder. Hij begint te geloven dat Windekind nooit bestaan heeft en dat de wereld alleen uit mensen en cijfers bestaat. Eeuwig zoekend is hij, zonder meer te weten waarna en waarom.
Dan breekt de lente aan. Er komt weer een beetje licht in Johannes zijn duisternis en hij verlangt ernaar om zijn vader nog een keer te zien. Hij spreekt hierover tegen Pluizer. Maar Pluizer zeide hem dat het volstrekt zinloos zou zijn. Toch trekken dokter Cijfer, Pluizer en Johannes er op een dag in de lente erop uit om een zieke te behandelen. Tot de grote verbazing van Johannes belanden ze in zijn eigen vertrouwde tuin. Ze betreden het huis, dat er leeg uitziet. Boven klinkt gekreun. Het blijkt Johannes’ vader te zijn. Hij ligt op sterven. Het kreunen sterft weg. En Hein, de Dood, neemt Johannes’ tot zich. Pluizer en meneer Cijfer zijn zeer benieuwd welke kwaal de vader tergde. Ze staan op het punt de man open te snijden, maar Johannes gaat in protest. Voor het eerst weigert om toe te geven. Hij vecht hevig tegen
Pluizer en overwint. Pluizer verdwijnt en Hein is trots op Johannes. Het liefst wil Johannes met de dood mee, maar Hein protesteert. Johannes heeft de mensen lief, zegt deze. Hij moet nog steeds een goed mens worden. Dan hoort hij plots de roep van Windekind. In de waan weer gelukkig te zullen zijn als hij weer bij Windekind is achtervolgt hij haar. Hij zweeft echter telkens vooruit tot aan het strand. Hier zitten Windekind en Hein op een bootje. Er is ook een derde persoon, die komt naast de kleine jongen staan. Dit is de liefde voor de mensheid. Hij stelt Johannes voor de keuze. Of het aanvaarden van de sociale verantwoordelijkheid of het opgaan in de fantasiewereld. Johannes kiest voor het eerste en gaat mee met de liefde voor de mens en haar weemoed

Boekenquiz 8 vragen

Nieuw! Open vragen worden nagekeken door AI
Waarom staan volgens Windekind de krekels boven alle diersoorten?
Als Johannes Windekind ontmoet heeft gaat hij naar een feest. Waar vindt dit feest plaats?
Er komen verschillende dieren in het verhaal voor. Welke dieren komen er niet in voor?
Meerdere antwoorden mogelijk
Johannes moet op een gegeven moment een boekje zoeken. Wie helpt hem als eerste daarbij?
Is de volgende stelling juist of onjuist?
Johannes gelooft in God.
Wat zegt Pluizer of het boekje en sleuteltje dat Johannes moet vinden?
Wat gebeurt er met de vader van Johannes?
Wat is Johannes' voornaamste doel?

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.