Primaire gegevens
Auteur: B. Büch
Titel: De kleine blonde dood
Verschenen in: 1980/ 1981: Gedeeltelijk in het Leidse studentenblad “Mare”.
1982: Officieel verschenen in korte versie.
(Het door mij gelezen boek) 1995: Uitgebreide editie.
Aantal blz.: 213
Aantal hoofdstukken: 21
Uitgeverij: De Arbeiderspers
Leestijd: 6.5 uur
Uitgelezen op: 13-10-2001
§ 3.2 Verantwoording van de keuze
We hebben een lijst van +/- 50 boeken gekregen, en daar ben ik mee naar de bibliotheek gegaan. Ik heb van elk boek (+/-15), dat nog in de bibliotheek aanwezig was, de korte samenvatting op de achterkant gelezen. Het viel me toen meteen op dat er bij één boek geen korte samenvatting aanwezig was. Ik weet dat ‘De kleine blonde dood’, van Boudewijn Büch een vrij bekend boek is, maar ik wist niet waar het over ging, en de titel vond ik interessant, en toen heb ik dat boek uitgekozen voor mij leesverslag.
§ 3.3 Verwachting vooraf
Ik denk dat het boek gaat over een klein meisje, die knap en blond is. Ik denk dat in het boek haar levensverhaal wordt verteld, en dat ze drugs gebruikt, of ‘gewoon’ ziek is, en dood. (???) Waarschijnlijk komt ze hierdoor in de problemen, en uiteindelijk sterft ze. § 3.4 Eerste reactie achteraf
Ik vind dit werk:
Niet Een beetje Erg
Spannend X
Meeslepend X
Ontroerend X
Grappig X
Realistisch X
Fantasierijk X
Interessant X
Origineel X
Goed te begrijpen X
Dit werk spreekt mij niet aan, omdat dit werk mij op dit moment nog niet aan het denken heeft gezet.
§ 3.5 Korte samenvatting
Er lopen twee tijden door elkaar. Het ene verhaal gaat over de jeugd van Boudewijn, en dat gaat grotendeels over zijn vader, die aan het eind zelfmoord pleegt. Het andere verhaal speelt zich af als Boudewijn volwassen is en een zoontje heeft, Micky.
Het boek gaat over Boudewijn Büch en zijn relatie met zijn vader en zijn zoontje. Het begint als Boudewijn op schoolreisje gaat naar Nijmegen. Ze zullen ook een paar passen op de Duitse grond zetten, maar zijn vader wil dat niet hebben, want hij heeft een trauma aan de oorlog overgehouden en is daardoor anti-Duits geworden. Als ze bij de Duitse grens zijn moet Boudewijn bij zijn leraar in Nederland blijven. Als Boudewijn opeens een zeldzame vlinder ziet vliegen (een landkaartje), gaat hij er achteraan om hem voor zijn vader te vangen. Als hij hem te pakken heeft ontdekt hij na een tijdje, dat hij in Duitsland verdwaald is. Twee Duitse douanebeambten houden hem aan en brengen hem terug naar de rest van de klas. Als zijn vader, die eerst dolblij is met de vlinder, het verhaal hoort, want Boudewijn verspreekt zich, gooit hij de vlinder op de grond, maakt hem helemaal kapot en schreeuwt: \'Ik wil geen Duitse vlinders\'. Het duurt een week voordat hij weer met Boudewijn praat. In het derde hoofdstuk gaat Boudewijn met zijn vader op Prinsjesdag naar de gouden koets kijken. De vader van Boudewijn vereerde het koningshuis enorm. Als ze gaan kijken zingt en schreeuwt de vader van Boudewijn uit volle borst mee, en als de gouden koets voor hem, achter het hek, klimt hij erover, en begint op de ruiten te slaan. Iedereen scheldt hem uit en verklaart hem voor gek. Hij wordt op het politiebureau een tijdje vastgehouden. In het vijfde hoofdstuk wordt er meer verteld over het vreemde gedrag thuis en dan vooral van zijn vader. Als hij een keer zomaar vertrekt zonder iets te zeggen, gaat een broertje van Boudewijn in de kamer van zijn vader kijken. Hij heeft daar in een kast gekeken die voor iedereen verboden was. Hij zag daar foto\'s van concentratiekampen en gemartelde mensen. Als zijn vader terugkeert van zijn reis, merkt hij dat er iemand in de kast is geweest. Zijn vader wordt woedend en Boudewijn\'s broertje wordt geslagen en geschopt. Daarna wordt ook verteld dat op een decemberdag voor Kerst zijn vader naar beneden komt. Hij vertelt dat hij geen kerst wil vieren, later zegt hij dat hij helemaal geen feestdagen meer wil vieren. De reden hiervoor wordt niet gegeven. Als later op eerste kerstdag de vader van Boudewijn een toefje slagroom op het toetje ziet wordt hij laaiend en schreeuwt : \'Ik heb gezegd geen feest, dus geen slagroom!\'. In hoofdstuk acht moet Boudewijn een lange tijd naar een inrichting in Brabant, \"niet omdat ik gek was, maar omdat mijn ouders het gek vonden dat ik gek werd van hun huwelijksleven\" (p.81). Hij beleeft daar een vreselijke tijd en mag daar praktisch niets. Het ergste vindt hij nog dat hij daar niet mag lezen. Na bijna een jaar mag hij weer naar huis. Daar krijgt hij erg last van zijn buik. De doktoren zeggen dat het niets ernstig is, maar later raakt hij in coma. Hij had last van een blindedarmontsteking, maar die is nu geknapt en het is een buikvliesontsteking geworden. Hij krijgt van zijn vader de mooiste dingen. In het volgende hoofdstuk wordt verteld over Onkel Jobab, die in de Tweede Wereldoorlog is mishandeld en daardoor \'gek in zijn hoofd\' is . Vele jaren later, zijn ouders zijn intussen gescheiden, ontvangt Boudewijn een brief van zijn moeder. Die stuurt hem een kopie van een rouwkaart waarin staat dat zijn vader gestorven is. Hij rouwt erg om de dood van zijn vader (blz.128/129). Twee weken na zijn dood ontvangt hij een brief van zijn vader. Twintig vellen vol. De brief grijpt hem erg aan. Enkele zinnen neemt hij over, maar hij verbrandt de brief. Hij hoort van een dokter dat zijn vader zelfmoord heeft gepleegd. Voordat zijn vader stierf is hij nog een keer naar hem toe geweest. Het wordt een emotioneel gesprek. Boudewijn vertelt dat hij homoseksueel is en een vrouw (Mieke) van hem in verwachting is. Zijn vader wordt woedend.
Het tweede verhaal gaat over Boudewijn als vader, met zijn zoontje Micky. Ze gaan naar Artis, naar de oma van Boudewijn, op vakantie naar Italië. In Artis vraagt Micky Boudewijn de oren van zijn kop. Ze hebben een gezellige tijd samen en later wil hij hem terug brengen naar Mieke. Als Mieke daar bezopen op de bank ligt, zoals wel vaker, besluit Boudewijn dat Micky voorlopig maar bij hem moet wonen. Onderweg en thuis is Micky misselijk en ‘kotst’ alles onder. Op een gegevenmoment gaat Boudewijn voor een paar dagen, naar Parijs met vrienden. De avond voordat hij naar Parijs gaat, spreekt hij voor het laatst met Micky, die ondertussen blijft logeren bij Gerda, een vriendin van Mieke: \"Hij kraaide door de hoorn terug: \'Breng je iets voor me mee uit Parijs? Van Gerda mag ik nog een glas chocomel drinken voordat ik naar bed moet. Daaaag\'. Ondanks dat Boudewijn tegen Gerda heeft gezegd dat ze Micky absoluut niet aan Mieke mee mag geven, doet ze dat toch. Als Micky bij Mieke is, knapt er iets in zijn hersenen en valt daarna van de trap. Hij ligt in coma. Als Boudewijn uit Parijs terugkomt hoort hij het verhaal, gaat naar Mieke en scheldt haar helemaal uit. Daarna gaat hij naar het ziekenhuis. De dokter legt hem uit dat het gezwel in zijn hoofd is geknapt. Hij vertelt ook dat zijn zoon eigenlijk dood is en dat het geen zin meer heeft om hem in leven te houden. Boudewijn besluit na veel nadenken en verdriet om de behandeling te stoppen. Hij heeft veel moeite met het verwerken van zijn verdriet. Hij besluit om Micky te laten cremeren. Hij kwelt zichzelf hier nog meer mee, hij wil dat er geen spoor meer van Micky op aarde blijft bestaan. Boudewijn wil in zijn eentje op de crematie zijn. Omdat Boudewijn gek is op de Rolling Stones, net als Micky, werd op de begrafenis het lievelingsnummer van Micky \'Out of time\' gedraaid. Later, zes jaar na de dood van Micky, bezoekt hij het crematorium nog een keer om een artikel te schrijven. Hij beseft dan dat hij de dood van Micky nog steeds niet verwerkt heeft.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden
D.
D.
Wel leuk geschreven. Had wat meer eigen mening kunnen hebben maar ik kon het goed gebruiken, dus bedankt!!!!!!!!!!!!!
21 jaar geleden
Antwoorden