Samenvatting
Wanneer Geertruida van der Veen, een 74 jarige vrouw wakker wordt in een kamer tussen allemaal andere oude vrouwen vraagt ze zich af waar ze is. Ze weet niet hoe ze hier gekomen is. Ze raakt een beetje in paniek en vraagt zich meteen af waar haar dochter Helena is. Langzaam leert ze dat ze oud is geworden, ze wist wel dat ze oud was geworden maar ze merkte nu pas de gevolgen van het oud zijn. Ze maakt kennis met het gevoel dat ze niet meer voor zichzelf kan zorgen. Ze wil graag op zichzelf blijven wonen in haar appartement maar dit kan niet meer aangezien Helena in Parijs woont met haar man Jean en ze niet genoeg geld heeft thuiszorg te krijgen. Samen met Helena ondertekenen ze een formulier dat haar appartement verkocht wordt aan sociale zaken. Een vriendin de ze heeft gemaakt in het verzorgingshuis zoals ze het in het boek noemen koopt wat van haar spullen zodat ze wat extra luxe krijgt in het verzorgingstehuis. Ze licht samen met 5 anderen in de kleine zaal, het is een klein stukje lopen vanaf de kleine zaal naar de zitkamer, hier zitten ze elke dag te praten over dingen die ze vroeger hebben meegemaakt.
Op een gegeven moment is er een plaats vrij in de kleine zaal omdat er iemand is overleden. Twee dames van de grote zaal willen heel graag naar de kleine zaal omdat er iemand in de grote zaal snurkt. Mevrouw van der veen wordt in het laatste hoofdstuk ziek, ze heeft een vreeslijke pijn in haar dikke darm, hierdoor kan ze niet meer lopen. Op een avond is de pijn zo erg dat ze moet schreeuwen, er komt een zuster, deze geeft haar een injectie zodat de pijn weg gaat en ze in slaap valt. Op dit moment Helena weer in Parijs bij haar man. Helena wordt gebeld door het verzorgingstehuis dat mevrouw van der Veen er erg slecht aan toe is. Ze komt direct. Die ochtend wordt Mevrouw van de veen wakker, ze is naar de grote zaal verhuisd, hier is het rustiger zei zuster Maarle. Mevrouw van der Veen was hier al heel lang bang voor, iedereen in de grote zaal zijn er zo erg aan toe dat ze bijna dood gaan, er zijn in de tijd dat Mevrouw van der Veen in het verzorgingstehuis was meerdere verhalen langsgekomen dat er al vrouwen waren overleden in de grote zaal. Zodra Helena aangekomen was bij het verzorgingstehuis ging het nog veel slechter met mevrouw van der veen, Helena zat naast het haar bed, en toen ze Helena de arm van haar moeder vast pakte sprak mevrouw van der Veen haar laatste woorden uit “is er een hemel?” en Helena antwoorde hierop: “Als er een hemel is, mijn lieve moedertje, dan zal jij er met gejuich begroet worden”. Mevrouw van de veen blies haar laatste adem uit en stierf in de grote zaal.
Opdracht 11.2
De kleine gevangene
Lise Kristensen
Lise Kristensen heeft na jaren besloten haar jeugdervaringen te vertellen aan wie het maar lezen wil. Zij werd in 1934 op Java geboren. Haar ouders, Noren, kregen daarna nog een meisje en een jongetje, en het leven was heel idyllisch, zoals Europeanen in die tijd daar leefden. Daniel Gr¢nn-Nielsen, Lises vader, was vertegenwoordiger bij een Amerikaans-Nederlandse verzekeringsmaatschappij. Het gezin woonde in een groot huis met allerlei bedienden, het leven was er goed.
Ze merkte wel dat er kinderen verdwenen en hoorde haar ouders praten over een man die Hitler heette. Dat hield ergens verband met elkaar begreep ze.
In 1942 werd het eiland bezet door de Japanners, ‘die zag je overal, als een krioelend leger kakikleurige mieren. Ze lachten nooit en schreeuwden de hele tijd’
Het leven veranderde van de ene dag op de andere.
Eerst wordt haar vader weggehaald - lang hebben ze geen idee waar hij gebleven is. Dan moeten ze zelf hun huis uit en worden ze weggevoerd, samen met andere Europeanen. Lise is dan acht jaar oud, haar zusje vijf en haar broertje nog een baby.
De Japanners brengen alle Europeanen onder in kampen, waar het leven steeds gruwelijker wordt. Geen mooi groot huis met volop ruimte meer, maar een vieze garage die naar olie stinkt en waar kakkerlakken en ratten lopen.
Lise vertelt over de ‘tenko’s’, het urenlang volkomen stil en zwijgend staan op een plein. Over de wreedheid van de Japanse soldaten, die ook zonder reden een reden vonden om te slaan.
Het zal pas later tot haar doordringen waar al die mensen die verdwijnen eigenlijk blijven. Het gruwelijkste deel van haar verhaal vertelt ze als ze het heeft over de vliegenvangst. Omdat het kamp verging van de vliegen, zoveel zelfs dat ook de Japanners er last van hadden, zouden de kinderen voor honderd vliegen een lepel suiker krijgen. De kinderen doen natuurlijk erg hun best. Suiker! Ze hebben nauwelijks iets te eten, dus daar gaan ze voor. Lise ontdekt dat er rondom die kar die bij de vuilnishoop staat, enorm veel vliegen zijn. Zij vertelt de anderen niets, maar gaat er heen als de bewakers siësta houden en het rustig is in het kamp.
Het is een gruwelijke ervaring maar het levert haar meerdere scheppen suiker op.
Lise is sowieso vindingrijk, brutaal en dapper. Zij doet haar uiterste best om voor haar moeder te zorgen, die verzwakt is door allerlei ziektes en steeds naar de ziekenzaal moet. Lise weet: velen komen daar niet van terug. Haar moeder moet overleven!
Behalve over het leven in de kampen, vertelt ze over de verplaatsingen, met overvolle treinen, lopend onder de hete zon. Veel van die gruwels kenden we in Europa ook.
Als je na vijftig jaar een verhaal als dit opschrijft, is misschien niet alles meer helemaal juist. Bovendien heeft Lise Kristensen het verhaal enigszins geromantiseerd door er een goed lopend verhaal van te maken, met dialogen.
We weten echter uit andere bronnen dat de Japanners flink tekeer zijn gegaan en de lezer kan er gerust van uit gaan dat we hier lezen wat er gebeurd is. Mishandeling, willekeurige bestraffing, uithongering, verkrachting, gedwongen prostitutie, het is allemaal gebeurd. De verhalen over de ratten en ander ongedierte, en de onmenselijke hygiënische omstandigheden: allemaal waar.
Lises verhaal speelt in de kampen - Tjihapit - in Bandoeng en Lampersarie in Semarang.
De schrijfster rondt het verhaal af met het einde van de oorlog, hoe het nationalisme er toe leidde dat de Japanners hun beschermers werden, en de terugtocht naar Noorwegen.
Lise Kristensen (1934, Java) studeerde na de oorlog in Noorwegen, Duitsland en Engeland, waarna ze begon met schilderen. Haar werk werd in vele landen tentoongesteld. Nu woont Lise met haar echtgenoot in Spanje. Het duurde meer dan vijftig jaar voordat ze haar ervaringen op schrift kon stellen
ISBN 9789044347609 | paperback |304 pagina's| Uitgeverij The House of Books | juli 2015
Vertaald uit het Engels door Katherine Smit
Plus punten recensie 1:
1. Er zit een kleine samenvatting in de recensie.
2. Er wordt duidelijk beschreven wat er allemaal gebeurd is en hoe de schrijfster het boek heeft ervaren.
3. Ze gebruikt goed de feiten die in het boek verteld worden.
Min punten recensie 1:
1. Ze geeft niet echt zelf een mening over het boek.
2. Ze geeft niet aan welke druk het boek is wat ze heeft gelezen
3. Het is een vertaald boek en bij vertaalde boeken is altijd de tekst een beetje verdraaid zodat de Nederlandse zinnen kloppen.
Einde verhaal/End of story
Philibert Schogt
Heeft het opgroeien met twee talen invloed op de vorming van je karakter? Dat is een interessante vraag, waaromheen Philibert Schogt een boeiend boek heeft geschreven. De ene helft van het boek is in het Nederlands en als je het boek omdraait krijg je de andere helft in het Engels.
Johan/John is een Nederlandse Canadees, door zijn moeder Johan en door zijn vader John genoemd. Hij wordt geboren in Canada, waar zijn ouders een vakantiepark in het Algonquin Park runnen. Zijn moeder kan niet wennen aan het land en vult zijn jeugdjaren met een onstuitbare vloed aan Nederlands. Zijn vader is minder spraakzaam en pas op school leert hij echt Engels. Hij trouwt en woont de eerste tien jaar van zijn huwelijk met Cindy aan het meer in het vakantiepark. Dan vertrekt het stel naar Nederland, omdat John zijn Nederlandse roots wil ontdekken. Hij heeft zich altijd een dubbele persoonlijkheid gevoeld. Sinds zijn schooltijd heeft het Engels overheerst en had de John in hem de leiding. Het wordt nu tijd voor Johan.
In Nederland kost het hem een paar jaar om het moderne Nederlands te leren en de Engelse woorden op zijn Nederlands uit te spreken, zodat zijn vrienden niet steeds in de lach schieten, wanneer hij dat op de correcte manier doet. Zijn dubbele persoonlijkheid laat zich steeds duidelijker voelen. Hij ontdekt o.a. dat woorden voor dezelfde dingen in de verschillende talen een andere gevoelswaarde hebben. B.v. het woord "snow" betekent iets prettigs, maar van "sneeuw" wordt je heel verdrietig. De tweespalt gaat zelfs zover dat hij meent dat John gelukkig getrouwd kan blijven met Cindy, terwijl Johan een relatie begint met Sandra.
Cindy pikt dat natuurlijk niet, vertrekt en vraagt een scheiding aan. Johan trouwt vervolgens met Sandra. Hij wordt vertaler en als het Nederlandse deel van het boek begint is hij net met pensioen.
Hij wordt door zijn laatste uitgever gevraagd om nog één vertaling te doen. Van de auteur, Toby Quinn, heeft hij eerder werk vertaald. Nu heeft Quinn een zeer omstreden boek geschreven, waardoor hij in Amerika bedreigd wordt door een radicale predikant en zijn volgers. Johan krijgt het eerste hoofdstuk van het boek cadeau in een dummy-exemplaar. John is het er helemaal niet mee eens dat Johan de klus accepteert. Hij wilde juist aan hun memoires beginnen! Dat levert erg grappige confrontaties op. Johan begint het eerste hoofdstuk te vertalen, maar John kan het niet laten om in het dummy-exemplaar alvast aan de memoires te beginnen. Ondertussen breiden de bedreigingen zich uit. Er worden kogelbrieven toegezonden en Quinn zoekt zijn toevlucht in het vakantiepark, dat inmiddels geleid wordt door John's broer. Toby Quinn wil daar het einde van zijn boek herzien.
John wil eigenlijk ook graag weer eens terug naar Canada. Nog eens met zijn kano naar Forgotten Lake varen, Fern Island terugzien, waar zoveel herinneringen aan Cindy liggen. Daar heeft Johan helemaal geen zin in, maar als zijn uitgever, die tracht zoveel mogelijk publiciteit te genereren, met een media-spektakel dreigt, vlucht hij alsnog naar Canada. John werkt rustig verder aan de memoires en doet een mislukte poging Forgotten Lake te bereiken. Hij vergat even dat hij inmiddels 69 is en dat een kano optillen dan niet meer zo goed lukt.
De schrijver en de vertaler ontmoeten elkaar aan het meer en dan blijkt een en ander iets anders in elkaar te zitten.
Het Engelse deel van het boek bevat het eerste hoofdstuk van het boek, geschreven door Toby Quinn en verder de memoires van John/Johan tot en met hun ontmoeting in Canada. Het hoofdstuk van het boek van Quinn is een alternatief scheppingsverhaal: de schepping als een talentenshow "The Universe's Next Top Creator". Dat is een schitterend intermezzo, waarbij ik regelmatig vreselijk moest lachen. Zo inventief en ook zo wáár! Overigens schiet je ook bij de rest van het boek vaak in de lach vanwege de strubbelingen tussen John en Johan.
Onderhuids is er steeds de serieuze kwestie van in hoeverre tweetaligheid tot fricties in een mens leidt. Heeft het zelfs invloed op je karakter? John/Johan voelt zich voortdurend een gespleten persoonlijkheid. Er is voortdurend een innerlijke strijd en in hoeverre is die strijd heviger en anders dan bij een ééntalig persoon die gemengde gevoelens heeft bij een bepaald woord?
De twee delen van het boek grijpen mooi in elkaar. Het Nederlandse is het huidige leven van Johan/John. Het Engelse is het dummy-exemplaar met de herinneringen. Het is niet zo dat je in het tweede deel dezelfde dingen leest, al ken je de loop van het verhaal dan al wel. Alles wat in het Nederlands wordt verzwegen kom je in het Engels te weten.
Het enige minieme minpuntje vind ik de te dik aangezette figuur van de Nederlandse uitgever. Die rol had wel wat subtieler gekund. We hadden het toch wel voelen aankomen. Verder alle lof voor dit bijzondere boek!
ISBN 9789029539036 Paperback 344 blz. Uitgeverij De Arbeiderspers juni 2015
© Berdine, 27 september 2015
Plus punten recensie 2:
1. Er zit een kleine samenvatting in de recensie.
2. Er wordt een duidelijke verhaallijn weergegeven
3. Hij geeft heel kort zijn mening over het boek
Min punten recensie 2:
1. Op het einde van de recensie vond ik het heel onduidelijk worden.
2. Hij geeft niet aan of hij het een aanrader is of niet.
3. Langdradig verteld.
Wij wonderkinderen
Hugo Hartung
‘Ondanks alles een vrolijke roman van ons leven’ is de ondertitel.
R. vertelt. Over zijn jonge jaren, zijn vriendschap met Bruno, de liefde voor Wera, en dat alles in de jaren tussen de twee wereldoorlogen in. Het verhaal speelt zich af in Duitsland.
R. is intellectueel, romantisch, en houdt zich liefst afzijdig. Dat is makkelijker. Doordat hij zich afzet tegen Bruno, de jongen die wel degelijk heel bewust kiest voor de Partij, voel je zijn afkeer van het nazisme, maar hij spreekt zich niet echt uit.
Hij vertelt zijn verhaal achteraf. Hij gaat een artikel schrijven over Bruno, over diens vallen en opstaan, over zijn gedraai en gekonkel. Over zijn amoureuze escapades, waarin hij zich al net zo makkelijk wentelde als in de maatschappelijke toestand. Bruno staat model voor de Nazi, de opportunist, de draaier. Hij wil bekend zijn, vereerd worden, aanzien hebben.
Terwijl R. vertelt over hun leven, beginnend in 1912, leest hij de dagboeken van Bruno, waaruit hij ook citeert. En er zijn de flashbacks, waarin hij zijn kant van hetzelfde verhaal vertelt of lacunes aanvult.
Natuurlijk is R. een even onbetrouwbare verteller als hij beweert dat Bruno is. Je proeft in zijn woorden enige jaloezie, maar ook een mate van bewondering: die Bruno doet het toch allemaal maar, terwijl hij zelf eigenlijk maar laf is!
Niettemin geeft zijn verhaal een beeld van de tijd. Terwijl R. - omdat hij niet van de Partij is - zijn ondergang tegemoet gaat, is Bruno een rijzende ster. Aan het einde van de oorlog lijkt het omgekeerde het geval. Maar Bruno blijft een opportunist, en R. kijkt opnieuw met enige jaloezie toe hoe de man het opnieuw voor elkaar krijgt.
Het duurt even voor je in het verhaal zit, maar na een tijdje gaat het boeien en wil je weten hoe dit verder gaat. Het is geen boek over oorlog, het is een roman over twee vrienden die ieder een eigen weg in slaan. Over de keuzes in het leven.
Geen woord over jodenvervolging. Hitler komt alleen voor als de man die Bruno bewondert. Geen strijd, wel honger en armoe.
Zoals de ondertitel aangeeft, is het een roman. Geen aanklacht. Geen historisch verantwoord verhaal. Het zit vol humor, is lichtvoetig van toon, ook als het slechte tijden beschrijft. Als je de geschiedenis kent, weet je wat je leest. Als je de achtergrond kent, dan heeft dit boek een extra lading. Moet je het zonder stellen dan lees je een roman, die toevallig in een tijd speelt die voor sommigen een goede, voor anderen een minder goede tijd was.
ISBN 9789059363717 | hardcover |240 pagina's| Uitgeverij Cossee| november 2012
Vertaald uit het Duits door Janneke Panders
Eerste druk 1957
© Marjo, 27 september 2015
Plus punten recensie 3:
1. Alle punten voor een recensie zijn aan bod gekomen
2. Alle informatie staat eronder
3. Kleine samenvatting
Min punten recensie 3:
1. De kleine samenvatting vond ik er onduidelijk
2. Niet echt een duidelijk geschreven recensie
3. Zegt niet dat het een aanrader is of niet en ik vind dat er onduidelijkheden in staan.
Eigen mening
Ik vind het boek niet heel fijn geschreven omdat er soms moeilijke zinnen in staan en het niet in modern Nederlands is geschreven. Met moeilijk bedoel ik dan niet dat er moeilijke woorden in voorkomen maar dat de zin op een vreemde manier is opgebouwd en de zinnen vind ik dan te lang. Ik heb zinnen dus vaak meerdere keren moeten lezen voordat ik erachter kwam wat er eigenlijk stond. Dat wat helemaal vooraan in de zin stond hoorde dan bijvoorbeeld bij iets wat helemaal achter in de zin stond en daartussen werd nog heel veel gezegd.
Verder vond ik het boek eigenlijk best redelijk lezen omdat het een onderwerp is dat recent nog veel voorkomt, en niet in de rest van de boeken zit die ik heb gelezen. Ook is het boek minder lang mysterieus maar toch vond ik het niet te voorspelbaar. Ik heb het boek in één keer uitgelezen, mede ook door tijdsdruk, maar ook omdat het verhaal me aantrok omdat mijn tante niet meer veilig alleen kan wonen en daardoor eigenlijk naar een verzorgingstehuis moet.
De eerste bladzijde stond ik meteen versteld omdat ik in de gevoelens van de hoofdpersoon, Geertruida van der Veen, mijn tante sterk herkende. Ik kon me dan ook meteen goed inleven in het verhaal en dat stopte pas toen ik het hele boek had uitgelezen. Wel vind ik dat dingen die de familie van der
Veen overkomt wel heel erg veel voorkomend en daardoor een wel een goed onderwerp om over te schrijven maar het komt later voor bij bijna iedereen. Niet al deze dingen waren te verwachten maar als het wat minder neutraal was geweest en er meer geredeneerd was met andere personages dan was het denk ik een leuker verhaal geweest. Het begin en het einde vind ik interessant, goed en gelukkig een beetje simpel maar met genoeg details geschreven, het einde vond ik goed uitgebreid geschreven en heel gedetailleerd. Het einde is er opeens en er zijn allemaal problemen, gaat Mevrouw van der Veen dood en leeft Helena nog lang en gelukkig met haar man Jean. ik vond het jammer dat Mevrouw van der Veen dood ging. De laatste zin van het boek vind ik echter weer wel een mooie afsluiting.
Omdat alle personen in het boek qua uiterlijk heel duidelijk omschreven worden heb ik me een hele voorstelling gemaakt van hoe iedereen er uit zou kunnen zien. Dit vind ik altijd heel leuk om te doen dus ik ben blij dat er geen plaatjes in het boek staan en dat er wordt verteld hoe iedereen er precies uitziet. Ook wordt er beschreven wat voor een uitstraling de mensen hebben en verder alleen wat belangrijk is voor het verhaal.
Net als Helena zelf vind ik dat Mevrouw van der Veen erg lang alleen in de oorlog leefde na de dood van haar man, maar ze heeft nooit echt opgegeven om verder te leven. Dit stelde mij op een of andere manier een beetje gerust, ook al zou het mij helemaal niks uit hoeven maken hoe iemand in een boek zich gedraagt. Dit betekend dus wel dat ik me heel erg inleefde met de personen in het boek.
Het boek was vooral interessant omdat het nu nog steeds voor kan komen, ook vond ik het boek wel makkelijk om te lezen, het verhaal bleef me aantrekken en ik heb het met plezier gelezen. Ik zou het mensen wel aanraden omdat je dan ook een beetje meekrijgt van de gevoelens van iemand die in een verzorgingstehuis moet leven, en dit nu nog steeds voor kan komen.
Eigen recentie
De grote zaal
Jacoba van velde
Dit boek van jacoba van velde is geschreven
Uitleg voor een recensie
Een goede recensie van een boek moet voldoen aan verschillende punten: het moet overzichtelijk zijn en duidelijk voor de lezer. Ook moet een recensie uit verschillende onderwerpen bestaan: bijvoorbeeld, wat is de schijfstijl van de schijver? Hoe heeft de schijver alle hoofdgebeurtenissen duidelijk verwoord in het boek? En ben jij het met de schijver eens?
Nadat je dit allemaal op een kladblaadje hebt geschreven of hebt onthouden ga je beginnen met het schijven van je recensie. Je begint met een kopje, de meeste recenties beginnen metbijvoorbeeld de titel van het boek en de schrijver. Hierna begin je met een introductie te schijven, een goede introductie zal de aandacht van de lezer grijpen zodat ze geinteresseerd zijn in het lezen van de rest van de recensie. Zorg er wel voor dat je introductie relevante gegevens bevat zoals de achtergrond van de auteur en als het nodig is ook hun eerdere werk die in dit genre is. Je kunt ook de belangrijkste thema’s die je gaat bespreken openen met een anekdote en een verklaring. Ongeacht hoe je openingszinnen beginnen, laat ze altijd direct betrekking hebben op jouw critische reactie.
Als je klaar bent met je introductie van je boek, dan kan je beginnen met de hoofdpunten uit het boek. Houd dit wel kort, bondig, en informatief. Gebruik quotes van het boek om je verhaal te ondersteunen. Zorg er voor dat als je quotes gebruiks ze wel allemaal netjes zijn aangegeven om plagiaat te vermijden. Geef geen belangrijke informatie en ga niet in detail over belangrijke onderwerpen in het boek en zorg er al helemaal niet voor dat je het einde van het boek verklapt.
Beoordeel en becriticeer het boek, gebruik de informatie die je vooraf op het blaadje hebt geschreven om kritiek te geven.
Tenslotte schijf je nog een slot aan je recensie, als je alle punten behandeld heb en goed geargumenteerd dan komt het slot vanzelf. In het slot zet je waarom anderen het boek zouden moeten gaan lezen en je kan het boek ook nog een cijfer geven voor hoe goed jij het boek vond.
Informatie van het boek
Titel: De Grote Zaal
Schrijfster: Jacoba van Velde
Druk: 11e druk
Eerste druk: 1953
Uitgeverij: Querido
Motto: aan Frederik Carel Kuipers
Illustraties: geen illustraties
bladzijden: 126
Aantal hoofdstukken: 3
REACTIES
1 seconde geleden