De geruchten door Hugo Claus

Beoordeling 5.4
Foto van een scholier
Boekcover De geruchten
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 1800 woorden
  • 10 augustus 2004
  • 27 keer beoordeeld
Cijfer 5.4
27 keer beoordeeld

Boekcover De geruchten
Shadow
De geruchten door Hugo Claus
Shadow
Inhoud René Catrijsse is een soldaat die in 1963 naar Kongo moet vertrekken. In 1966 deserteert hij uit het leger en keert terug naar zijn ouderlijk huis in Alegem, Vlaanderen. Niemand mag weten dat hij terug is, zeker het leger niet. Maar als Félicien met zijn hond naar de drankwinkel van de Catrijsses komt, wordt René ontdekt. Het gerucht verspreidt zich al snel door het dorp, net als de mysterieuze ziekte die René meegebracht heeft uit Kongo. Het eerste slachtoffer was de hond van Félicien, gevolgd door Fernand Bossuyt, de postbode en Lucie. Doordat de inwoners van Alegem vermoeden dat de epidemie van René afkomstig is, tekenen ze hakenkruizen op de gevel van de drankwinkel (de moeder van René, Alma, is verpleegster in Duitse dienst geweest) en weigeren om nog drank te kopen. Julia, de vriendin van Noël (de broer van René) maakt het uit, omdat haar ouders niets meer met de Catrijsses te maken willen hebben. Julia is stiekem verliefd op René en ze gaan samen naar Oostende, om bij René’s gedeserteerde bevelhebber (de Kap) enkele diamanten te gaan halen die de zijne zijn. René verteld aan de Kap dat hij ernstig ziek is en daarom een deel van de diamanten aan zijn familie en Julia wil nalaten. De bevelhebber toont hier geen begrip voor en vermoordt René. De rust keert terug in het dorp, maar de Catrijsses moeten weer helemaal opnieuw beginnen. Noël trouwt met Alice, de zus van Julia. Autobiografische achtergronden Hugo Claus werd geboren op 5 april 1929. Toen hij anderhalf jaar oud was, werd hij naar een kostschool gestuurd. Hij werd streng opgevoed en alleen door te schrijven kon hij zijn emoties uitten. Na de bevrijding ging hij in Gent wonen en werd schilder, acteur en beeldhouwer aan de kunstacademie in Gent. In die periode verschenen zijn eerste 2 poëziealbums. Hugo Claus verbleef een tijd in Oostende en ging toen met de actrice (en latere vrouw) Elly Overzier naar Parijs en Rome, omdat Elly in Frankrijk en Italië enkele rollen moest spelen. Gedurende die tijd heeft Claus weer heel veel contact gehad met Nederlandse schrijvers en schilders, die schrijverstalent in hem zagen. In 1947 debuteerde hij met de gedichtenbundel Kleine reeks. Hij hield zich bezig met experimentele poëzie en behoorde daarom tot de Vijftigers. Hij werd lid van Cobra (een internationale literaire beweging van experimentele kunstenaars, kort na de Tweede Wereldoorlog) en wijdde hij zich aan literatuur, schilderkunst en toneel. Na een verblijf van drie jaar in Italië, keerde Hugo Claus terug naar België, naar Gent. Omdat Hugo Claus een Vlaamse achtergrond heeft, vind je hier veel van terug in het boek; in het taalgebruik en in de (plaats)namen.
Literair-historische achtergronden Hugo Claus behoort tot de moderne literatuur. Modernisten staan er om bekend om verschillende stijlmiddelen te vermengen. Dit is goed te merken in het boek. Claus laat verschillende personen uit het boek aan het woord. Wat zich uit in hoofdstukken met compleet verschillende stijlen. De één gebruikt andere woorden en veel kortere zinnen als de andere personen. Doordat hij verschillende personen aan het woord laat, kom je ook allerlei gedachten en gevoelens van die personen te weten. Deze gevoelens en gedachten zijn ongeordend, wat kenmerkend is voor het boek. In Parijs maakte hij kennis met het existentialisme en het surrealisme. Vooral het existentialisme is terug te vinden in het boek. De inwoners van Alegem weten namelijk niet goed raad met de komst van René en de ziekte. Hun hele leven wordt verstoord en dat veroorzaakt angst. Ook René is daar een voorbeeld van. René voelt zich een vreemdeling in zijn geboortedorp. Angst en vervreemding zijn kenmerkend voor het existentialisme. Naast het schrijven van romans, schrijft Hugo Claus ook (experimentele) gedichten en toneelstukken en is hij schilder en beeldhouwer. Het surrealisme uit zich voornamelijk in zijn schilderijen en beelden. Het element ‘perspectief’ Ik heb dit element gekozen, omdat het perspectief waarin het verhaal wordt verteld belangrijk is voor het verhaal. Het boek is opgebouwd uit vele kleine hoofdstukjes. In elk hoofdstukje staat één persoon centraal, die verteld over gebeurtenissen en zijn gevoelens en herinneringen. Zo worden gebeurtenissen vanuit verschillende oogpunten bekeken en kan je als lezer geen partij kiezen. Elke hoofdstukje is getiteld met de naam van de persoon die in dat hoofdstukje centraal staat. Het perspectief wisselt van een ik-verteller, naar een hij-verteller en soms naar een alwetende verteller. Structuur Het verhaal begint op bladzijde 7 en eindigt op bladzijde 24. Het boek heeft 54 hoofdstukken die vaak maar enkele bladzijden lang zijn. Elk hoofdstuk heeft als titel de naam van de persoon (of personen) die in dat hoofdstuk centraal staan. Het laatste hoofdstuk ‘WIJ’ is een soort epiloog, waarin de stamgasten van De Doofpot vertellen wat er gebeurd is na de verdwijning van René. Het verhaal verloopt chronologisch, met uitzondering van enkele flashbacks, die nodig zijn om het verhaal beter te begrijpen. Ik weet niet wat de vertelde tijd is, omdat er nergens een datum vermeld staat. Wel is zeker dat het verhaal zich in 1966 afspeelt. De verteltijd was ongeveer zes uur.
Stijl Zoals gezegd heeft elk hoofdstukje zijn eigen stijl. De variatie ligt vooral in het woordgebruik en de lengte van de zinnen. Soms zijn er ontzettend lange zinnen zonder dat er eigenlijk iets belangrijks in verteld wordt. Dat was erg irritant om te lezen. ‘Wij zitten in De Doofpot te wachten tot de mis uit is en de vrouwen terugkomen van de jaardienst van Félicien zijn moeder, wij hebben geen zorg aan ons hoofd tenzij de voetbalmatch van vanmiddag, de kwaliteit van het West-Vlaamse bier die snel achteruitgaat met al hun chemisch gepruts, de verkiezingen, maar we gaan u daarmee niet lastigvallen, wij worden geregeerd door een professor als eerste minister, meer zeg ik niet, tenzij ge de gemeenteverkiezingen bedoelt, in dat geval moet ge alleen maar onthouden dat Willem Naessens als burgemeester drieënveertig hectaren landbouwgrond omgetoverd heeft in bouwgrond, Jezus in Cana met zijn water-in-wijn kan daar niet aan tippen, meer zeg ik niet, tenzij ge mij vraagt of meneer Cantillon een serieuzere kandidaat is, waarop ik u recht in uw gezeicht zeg dat het allemaal een pot nat is, en een normale doorsneemens geraakt niet tot bij die pot, vandaar dat de jonge gasten tegenwoordig zo rebels zijn, zie ze daar eens staan bij de jukebox met hun lang haar en hun losse hemden en hun werkmansbroeken met een verkleurde gulpen, waar gaan we naartoe als ge van achteren het verschil niet meer ziet tussen een jongen of een meisje?’ Dit stukje werd verteld door ‘WIJ’, de stamgasten van het café De Doofpot. Eigenlijk vind ik zo’n lange onzin-zin wel typerend voor de stamgasten. Dat is wel goed gevonden. Het hele verhaal is in het Vlaams geschreven. Het is meestal echte spreektaal, wat soms wel grappig is om te lezen. ‘Heft uw gat weg, Claudine.’ Soms wordt een ruimte vrij gedetailleerd beschreven, een andere keer niet. Dat is wel vervelend, omdat je niet precies weet waar het zich afspeelt. Maar dan is niet in alle hoofdstukjes zo: “Dolf Catrijsse staat bij het raam, met zijn rug naar de eetkamer en naar de persoon die in de rieten zetel met bebloemde kussens zit die sinds jaren aan Dolf voorbehouden is.” Oordeel Ik vond De Geruchten heel moeilijk om te lezen. Het was moeilijk om je concentratie er steeds bij te houden. Op zich stond het boek niet vol met moeilijke woorden, maar toch was het vervelend om te lezen. Dat kwam onder andere doordat de hoofdstukjes niet op elkaar aansloten. Maar volgens mij heeft de auteur dit expres gedaan, want op bladzijde vijf staat: ‘Tis all in pieces, all coherence gone; All just supply and all relation’ Soms is het boek wel humoristisch, omdat de (dramatische) gebeurtenissen heel ironisch en op een droge manier beschreven werden. Maar soms overdrijft de schrijver wel eens: ‘Ik ramde uit alle macht mijn machinepistool tegen de slaap van het nachtzwart geolied kinderhoofd. Het viel. Ik raapte de machete op. Altijd het wapen van de vijand gebruiken. Ik hakte in zijn schedel die spleet, de blanke en roze hersenen vielen uit hun schelp op zijn trillende borst. Ik vind het goed gevonden om de stijl aan te passen aan de centrale figuur in een bepaald hoofdstuk. Daardoor wordt het verhaal realistischer. Hier spreekt bijvoorbeeld Meester Arsene: ‘Wat heeft mij nog meer getroffen in dit onverwachts finaal bizar bezoek? Dat hij niet zinnens was iets zinnigs los te laten over het verblijf in het Afrikaanse werelddeel. Of was hij in zijn huidige toestand niet in staat om coherent commentaar te geven? Het eigenlijke verhaal vond ik niets bijzonders. Door de gebruikte stijl maakt de schrijver er nog wat van, anders was het echt niks geweest. Afsluitende opgaven
Opdracht 45
Vragen aan Hugo Claus. Waarom heeft u een ziekte gekozen waarbij alles blauw werd en niet een realistischere ziekte? Waarom was het uw bedoeling om het verhaal veel ingewikkelder te maken dan het was? Denkt u dat de lezers het leuk vinden om over open gesneden kelen en doorgesneden hoofden te lezen? Wat was uw inspiratiebron voor dit verhaal? Hoe lang heeft u erover gedaan om dit verhaal te schrijven? Hoe bedenkt u die lange zinnen? Denkt u niet dat lezers het verhaal beter kunnen begrijpen als u kortere zinnen zou gebruiken?
Opdracht 56 De samenvatting in een andere maatschappelijke context: René Catrice is een soldaat die in 1954 naar Vietnam moet vertrekken. In 1956 deserteert hij uit het leger en keert terug naar zijn ouderlijk huis in Housten, Texas. Niemand mag weten dat hij terug is, zeker het leger niet. Maar als John met zijn hond naar de drankwinkel van de Catrice’s komt, wordt René ontdekt. Het gerucht verspreidt zich al snel door de stad, net als de mysterieuze ziekte die René meegebracht heeft uit Kongo. Het eerste slachtoffer was de hond van John, gevolgd door Paul Kelly, de postbode en Lucy. Doordat de inwoners van Housten vermoeden dat de epidemie van René afkomstig is, tekenen ze omgekeerde kruizen op de gevel van de drankwinkel (de moeder van René, Karen, is lid geweest van de satanische kerk) en weigeren om nog drank te kopen. Julia, de vriendin van Nigel (de broer van René) maakt het uit, omdat haar ouders niets meer met de Catrice’s te maken willen hebben. Julia is stiekem verliefd op René en ze gaan samen naar New York, om bij René’s gedeserteerde bevelhebber (de Cap) enkele diamanten te gaan halen die de zijne zijn. René verteld aan de Cap dat hij ernstig ziek is en daarom een deel van de diamanten aan zijn familie en Julia wil nalaten. De bevelhebber toont hier geen begrip voor en vermoordt René. De rust keert terug in de stad, maar de Catrice’s moeten weer helemaal opnieuw beginnen. Nigel trouwt met Alice, de zus van Julia.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De geruchten door Hugo Claus"