De aanstoot door Gijs IJlander

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
Boekcover De aanstoot
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • havo | 3030 woorden
  • 17 juni 2005
  • 10 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
10 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Gijs IJlander
Genre
Psychologische roman
Filosofische roman
Taal
Nederlands
Vak
Methode
Eerste uitgave
2000
Pagina's
224
Geschikt voor
havo/vwo
Punten
2 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands
Literaire thema's
Dood,
Maatschappijkritiek,
Moord

Boekcover De aanstoot
Shadow

Op een avond in 1905 doet een beurtschipper op het Noord-Hollands Kanaal een lugubere ontdekking. Hij vindt een lijk in het water, trekt het aan boord en levert het af bij het bevoegd gezag. Het daaropvolgende onderzoek wijst in de richting van een moord. Deze gebeurtenis laat schipper Wijnand Kops niet los. Als zijn schip in de winter vastligt in het ijs, gaa…

Op een avond in 1905 doet een beurtschipper op het Noord-Hollands Kanaal een lugubere ontdekking. Hij vindt een lijk in het water, trekt het aan boord en levert het af bij …

De aanstoot door Gijs IJlander
Shadow
ADVERTENTIE
Hulp nodig bij je toetsweek?

Met ToetsMij oefen je per hoofdstuk voor al je vakken, precies op het niveau van je toets. Zo weet je precies wat je kunt verwachten en met de uitleg bij de antwoorden kun je lastige dingen beter begrijpen. Zo zijn er geen verrassingen meer op de toets en haal je hogere cijfers!

Probeer nu 7 dagen gratis!

1. Zakelijke gegevens a. Auteur: Gijs IJlander
b. Titel: De aanstoot
Uitgever: L. J. Veen
Plaats van uitgave: Amsterdam
Jaar van uitgave: 2000
Bladzijden: 207
c. Genre: Roman
d. Secundaire literatuur: Uittrekselboek 2000

3. Verdieping a. Samenvatting: Wijnand Kops, schipper van de Agatha, vaart op een rustige zomerdag met zijn scheepsknecht Sjaak naar Alkmaar om een lading te lossen. Vlakbij het dorpje Koedijk zien ze iets in het water drijven. Ze zien een rug die begroeid is met algen. Er zit ook een rottend hoofd aan. Eerst denken ze dat het een verdronken kalf is. Maar ze zien dat het een mens is doordat het kleren aan heeft. Ze zien het als hun plicht het lijk aan boord te halen en het naar het dichtstbijzijnde dorpje Koedijk te brengen. Koedijk is een klein boerendorpje in de buurt van Alkmaar. De dokter heeft een mooie woning in het dorp maar is naar Haarlem verhuisd. Hij wil de woning echter niet verkopen. In het voorjaar komt er een kennis van de dokter in het huis wonen. Zijn naam is Paulo, een schilder uit Frankrijk. Hij gaat in het huisje wonen om aan zijn schilderijen te werken. Iedereen in het dorp is nieuwsgierig naar de vreemdeling en de postbode wordt eropuit gestuurd om te gaan kijken wat de man de hele dag uitvoert. Met een smoes gaat hij bij de schilder langs om te kijken wat hij doet, maar de schilder gaat zo in zijn werk op dat hij de postbode niet eens opmerkt. Tegen iedereen in het dorp vertelt de postbode wat hij bij de schilder ziet en dus ook bij de familie Muntjewerf. Hij vertelt het echtpaar over Parijs (waar de schilder vandaan komt) en zij luisteren ademloos. Hun dochter Neel begint ondertussen aan het avondeten en heeft van Aag Mulder, de vrouw voor wie ze zorgt, gehoord dat de Fransman nog een werkster zoekt en daar veel voor betaald. Zij ziet het wel zitten om bij hem te gaan werken maar ze is bang dat het niet mag van haar ouders. Maar als ze over het geld begint zal het misschien wel mogen. Neel gaat bij Paulo werken. \'s Morgens gaat ze er al vroeg naar toe als hij nog slaapt. Ze ruimt het huis op want de schilder heeft bijna iedere avond gasten over de vloer. Ze zet koffie en smeert brood voor hem. Dat brengt ze dan naar boven. Als de schilder aangekleed is gaat hij verder met zijn schilderijen. Hierna gaat Neel boodschappen doen bij Guurt Vader. Ze koopt tabak, boter, brood en koffie voor Paulo. Als ze klaar is met haar werk bij de schilder gaat ze naar Aag Mulder om haar wond te verschonen. Ondanks dat Paulo en Neel beiden een andere taal spreken begrijpen ze elkaar toch goed. Op een dag gaat Neel koffie brengen in de werkkamer van Paulo. Hij vraagt haar dan te blijven en wil dat hij voor hem poseert voor een schilderij. Neel wil dit eerst niet maar geeft uiteindelijk toch toe. Ze mag alleen niet kijken hoe het schilderij eruit ziet. De volgende morgen gaat ze stiekem kijken en is dan erg teleurgesteld. Het schilderij ziet er helemaal niet mooi uit. Ze weet dat ze niet moeders mooiste is maar ze vind zichzelf er ook weer niet zo lelijk uit zien. Ze is veel te mollig geschilderd en haar huid ziet er heel somber uit. Als Paulo wakker wordt en hij verder wil gaan met het schilderij maakt ze hem duidelijk dat ze er niet tevreden mee is. Paulo zegt dat dit komt doordat het schilderij nog lang niet af is en dat ze veel te veel kleren aan heeft. Daarom doet Neel haar vest voortaan uit. Op een gegeven moment krijgt Paulo haar zo ver dat ze naakt gaat poseren voor hem. Eerst vindt ze het maar niks dat hij haar zo kan zien, maar op de een of andere manier voelt ze zich erg op haar gemak. Tijdens het poseren staart ze naar buiten en ziet daar Cor Klaver (de postbode) en Guurt Vader naar binnen kijken. Vreemd genoeg kan het haar niks schelen. De volgende dag weet bijna heel het dorp dat Neel naakt poseert voor de vreemdeling. Ook haar vader en moeder horen hiervan. Ze vragen haar of ze voor de schilder poseert en Neel vertelt dat hij haar als een bruid afbeeldt. Haar ouders gaan er verder niet op in. Op de een of andere manier voelen Paulo en Neel zich steeds meer tot elkaar aangetrokken en op een gegeven moment gaan ze met elkaar naar bed. Op dat moment staat de postbode weer naar binnen te gluren en de volgende dag weet heel het dorp het dus weer. Als Neel boodschappen gaat doen wordt ze genegeerd door Guurt en als er niemand meer in de winkel staat vertelt Guurt haar dat ze niet meer in de winkel hoeft te komen omdat ze een sloerie is. Neel gaat overstuur naar huis. Haar moeder merkt meteen dat het mis is en vraagt wat er aan de hand is. Neel zegt niks en haar moeder denkt dat ze ziek is en stuurt haar naar bed. Een paar dagen later komt de postbode langs bij familie Muntjewerf en vertelt Ko en An dat hun dochter naakt poseert. Ko wordt woedend en An weet niet wat zij ervan moet denken. Als Neel thuis komt merkt ze dat haar ouders de waarheid weten. Haar vader wil het schilderij zien maar Neel verstopt hem de volgende dag in de tuin van de schilder. Als haar vader bij de schilder aankomt maakt hij alle schilderijen kapot maar kan die van zijn dochter niet vinden. Paulo is kwaad en zet Ko en Neel buiten. Hij wil niets meer met haar te maken hebben.

In januari zit Wijnand vast met zijn schip. Hij krijgt het beeld van het lijk dat hij afgelopen zomer gevonden heeft maar niet uit zijn hoofd. Ondertussen weet hij wel dat het om Cor Klaver de postbode gaat. Het schijnt dat hij vermoord werd omdat hij een gat in zijn hoofd had en geen laarzen meer aan had. Omdat hij toch niet weg kan met zijn schip besluit hij dat hij het uit wil gaan zoeken. Hij besluit naar Nieuwediep te schaatsen en in het Jagertje te gaan vragen of iemand daar zich iets herinnerde over Cor Klaver. Maar Dieuw de Waard (eigenaresse van het Jagertje) was heel kortaf en stuurde de zwangere meid Neel naar achteren. Ze wil dus niet veel kwijt over de postbode. Daarom besluit Wijnand maar weer terug te gaan naar zijn boot. De volgende dag gaat hij nog eens navraag doen bij de politie maar die willen helemaal niks zeggen omdat voor hen de zaak gesloten is. Hij gaat kijken bij het kerkhof. Eerst kan hij het graf niet vinden, maar de grafdelver kan hem wel vertellen waar hij begraven ligt. Ook zegt hij dat hij het graf nog een keer open heeft moeten maken voor de politie omdat die het lijk nog eens hadden willen onderzoeken. Hieruit blijkt dat de politie dacht dat het om een moordzaak ging. Wijnand weet nu zeker dat hij meer wil weten en besluit langs te gaan bij Alie Klaver, de vrouw van de postbode. Bij Alie is niemand thuis maar de volgende dag heeft hij meer geluk. Ze laat hem binnen en ze praten over Cor. Hij ziet een schilderij in de kamer staan. Hij vindt de vrouw die erop staat afgebeeld lijken op het meisje dat bij het Jagertje werkt. Alie heeft het schilderijtje van Cor gekregen omdat de afbeelding hem aan haar deed denken. Na zijn bezoek aan Alie gaat hij bij de dokterswoning kijken. Achter een luik vindt hij een schilderij van een naakte vrouw. Hij neemt het mee naar zijn boot en hangt het aan de binnenkant van een kastje. Hij vraagt zich af hoe het zou zijn om zijn bed weer eens met een vrouw te delen. Vijf jaar geleden is zijn vrouw gestorven en heeft hij een eenzaam bestaan geleden. Hij fantaseert over Alie. Hij valt in slaap. De volgende dag gaat hij toch weer terug naar het Jagertje. Hij verbaast zich er weer over hoe hard het zwangere meisje moet werken. Neel mag echter niet met hem praten en wordt naar de keuken gestuurd. Na een tijdje gaat hij naar het toilet en ziet in de keuken het hoogzwangere meisje met moeite de vloer schrobben die niet eens vies is. Hij begint een gesprek met haar en het valt hem op dat ze erg veel op de vrouw van het schilderij lijkt dat hij de vorige dag had gevonden. Hun gesprek wordt beëindigd door Dieuw die de keuken in komt en Neel beveelt verder te gaan met haar werk. Wijnand voelt zich niet meer welkom en vertrekt. Op zijn boot ziet hij een briefje liggen. Het is van Alie. Ze is langs geweest. Wijnand voelt dat hij ziek gaat worden. De volgende morgen wordt hij wakker maar voelt zich nog steeds niet lekker. Dan komt Alie langs. Ze vond het de afgelopen keer fijn om met hem over Cor te praten. Wijnand zegt dat hij zich niet goed voelt en Alie biedt aan om voor hem te zorgen. Wijnand wil weigeren maar Alie wil er niets van horen. De dagen slaapt Wijnand alleen nog maar. Alie komt bijna iedere dag langs. Tegen de tijd dat hij beter is vraagt Alie hem of ze bij hem mag komen liggen. Wijnand stemt toe en ze gaan met elkaar naar bed. Een paar weken later verklaard Alie hem de liefde maar Wijnand wijst haar af. \'s Morgens komt de kippenboer langs. Hij vertelt hem dat het goed mis is met Alie. Wijnand gaat bij haar huis kijken. De buurvrouw verteld hem dat Alie geprobeerd heeft zelfmoord te plegen. Wijnand gaat snel naar het ziekenhuis. Ze leeft nog, maar is niet bij bewustzijn. Ze heeft bijtend schoonmaakmiddel gedronken. Haar keel is kapot. Ze wordt die middag bediend omdat ze het waarschijnlijk niet overleeft. \'s Avonds gaat Wijnand terug naar Alie maar ze is dan al overleden. Een week later staat hij bij het graf van Cor en Alie. Hij heeft in het dorp gehoord dat Alie haar man waarschijnlijk zelf vermoord heeft. Hij kan dit niet geloven maar besluit om de dood van Cor en Alie achter zich te laten. Hij gaat weer naar het Jagertje en vraagt Neel of ze goed behandeld wordt. Neel antwoordt niet maar vraagt na een tijd of hij haar daar weg komt halen. Ze was inmiddels niet meer zwanger en had het kind af moeten staan van Dieuw. Als het gaat dooien en Wijnand weer kan gaan varen, vaart hij langs het Jagertje en neemt Neel mee. Tijdens het varen vertelt Neel hoe ze behandeld werd door Dieuw en Jaap. (de brugbediende) Cor was een keer naar haar kamer gekomen omdat hij met haar naar bed wilde. Jaap was naar boven gekomen en had hen betrapt. Hij sloeg Cor in elkaar maar in zijn woede had hij hem in coma geslagen. Het hoofd van de postbode was helemaal misvormd doordat Jaap met zijn klompen zijn hoofd had ingetrapt. Omdat niemand mocht weten dat Jaap hem in elkaar had geslagen, verdronk jaap hem in de rivier. Om te zorgen dat hij niet boven kwam drijven hadden ze grind in zijn laarzen gestopt. Neel had van Dieuw moeten zweren dat ze dit verhaal aan niemand zou vertellen, maar nu moest ze het echt aan iemand kwijt. Ook vertelde ze dat toen haar ouders erachter kwamen dat ze zwanger was, haar vader niks meer met haar te maken wilde hebben. Ze heeft dus helemaal niemand meer behalve Wijnand.

b. Onderzoek van de verhaaltechniek
De schrijfstijl
De schrijver gebruikt een ouderwetse stijl die past bij een streekroman. Ook de trage, beeldende manier van vertellen past hierbij zoals: “Schipper! Kijk nou! Geschrokken heeft Sjaak zich omgedraaid, grote ogen in een wit gezicht. Wijnand laat het roer los, komt aan de reling staan. Verdomme, het is een dooie! Wat is het dat daar in het water drijft? Een rug begroeid met algen, een verrotte kop eraan. Maar een verzopen kalf is het niet, zoals Wijnand even hoopt, het is wel degelijk een mens. Ze zien de split van een wollen jas, een broekspijp met een rode bies, in het groene water schemert een hand.” (blz 11) Ook probeert Gijs IJlander, wanneer je door de ogen van Neel kijkt, een wat simpele vrouw neer te zetten. Deze stijl lijkt het meest op kinderboeken. Een voorbeeld hiervan is: “Zou hij ook schilderijen maken van andere vrouwen, Amigo? Van mooiere vrouwen dan zij? In Frankrijk, waar hij vandaan kwam, woonden veel mooie vrouwen, hier in Holland ook, daar viel niets aan te doen. Zij was zoals ze was. Hij moest het schilderij eerst maar een afmaken, misschien werd het vanzelf wel beter. Ze kon haar zondagse jurk meenemen en die aandoen als ze weer moest zitten, dat zou ook al schelen. Haar haar wat beter doen.” (blz 32 –33)

De ruimte
Het verhaal speelt zich af in 1905 en 1906 in het dorp Koedijk. Dat ligt aan het Noord-Hollandsdiep, ten noorden van Alkmaar.

De verhaalfiguren
Wijnand Kops is de hoofdpersoon in dit boek. Hij is schipper van “de Agatha”. Wijnand heeft het zaakje van zijn vader verknald en zijn toevlucht gezocht op het water. Zijn vrouw is gestorven aan de tering, hierdoor is hij een eenling geworden. Wanneer Wijnand een lijk in het water vindt, is hij ervan overtuigd dat er sprake is van moord. Hij kan het maar niet laten rusten, voordat hij dit heeft uitgezocht. Wanneer zijn schip is vastgevroren in het Hollands-diep gaat hij op onderzoek uit. Wijnand is iemand die vaak zorgen maakt om anderen, zoals bij Alie en bij Neel. Hij kan het prima in zijn eentje redden, maar zou toch graag weer een vrouw op zijn schip willen hebben. Ook heeft hij seksuele gevoelens.

Neel Muntjewerf is een onnozele boerenmeid. Thuis is ze enigs kind. Ze laat zich verleiden door een buitenlandse kunstenaar, voor wie ze schoonmaakt en hem verzorgd. Ze heeft voor de schilder naakt geposeerd en is van hem zwanger geraakt. Hierdoor roept ze veel schande over zichzelf en haar ouders heen. Een voorbeeld uit het boek “Ging haar vader haar slaan? Wanhopig klemde ze zich aan haar moeder vast. ‘Laat haar met rust, Ko. Er zit geen kwaad bij, dat zie je toch?’ ‘Ze maakt ons te schande, die meid. Te schande! Verdomme nog aan toe!’ Blz. 50”. Neel gaat bij het Jagertje werken en wonen, omdat ze niet in haar eigen dorp kan blijven. Daar wordt ze slecht behandeld en is ze ongelukkig. Ze raakt ook nog eens betrokken bij een moord. Wanneer Wijnand meerdere keren langskomt en zich zorgen maakt om haar, klampt ze zich aan hem vast en gaat uiteindelijk met hem mee. Neel heeft een zorgzaam karakter, omdat ze de schilder heeft verzorgd. Ook denkt Neel dat ze niet mooi is en schaamt zich voor haar eigen uiterlijk, maar doordat de schilder dat niet vindt is ze sterker geworden.

Alie Klaver is de vrouw van de overleden postbode Cor Klaver. Ze doet alle mogelijke moeite om de nette weduwe te zijn. Maar wanneer ze Wijnand ontmoet, voelt ze zich tot hem aangetrokken en gaat twee keer met hem naar bed, met als gevolg dat ze door de buurvrouw voor hoer wordt uitgemaakt. Een fragment uit het boek: “Ze haalde haar schouders op, kwam overeind en trok hem mee naar binnen. ‘Ze weten ervan, hier in de buurt, dat ik bij je ben geweest. “Hoer,’’ zei de buurvrouw.’ Blz. 136”. Als Wijnand dan ook nog laat blijken dat hij liever alleen blijft, kan ze het niet aan en probeert zelfmoord te plegen, wat uiteindelijk ook haar dood wordt. Alie is een zorgzame vrouw, want toen Wijnand ziek was heeft zij voor hem gezorgd. Ik vind haar geen sterk figuur, omdat ze zelfmoord heeft gepleegd toen het haar even te veel werd.

Cor Klaver is de vermoorde postbode en blijkt het lijk te zijn dat Wijnand uit het water vist. Op een dag ontdekt hij dat Neel naakt poseert voor de buitenlandse kunstenaar. Niet alleen zet hij hiermee de roddel op gang, want hij houdt dit nieuws niet voor zich. Ook gaat hij vaker kijken, want hij is onder de indruk van Neels lichaam.

Dieuw de Waard is de eigenaar van “’t Jagertje”. Zij is een harde vrouw die alleen aan haar eigen denkt, omdat ze Neel slecht behandeld en haar laat werken tot haar bevalling.

De situaties
Het verhaal is begonnen, doordat Wijnand een lijk in het kanaal vond. Hij blijft erover piekeren en wil weten hoe de postbode aan zijn eind is gekomen. De tweede verhaallijn is begonnen, doordat Neel naakt poseerde en heel het dorp het een schande vond. Dit zijn de belangrijkste situaties. Later in het verhaal komen deze verhaallijnen bij elkaar samen.

Vertelwijze
Het verhaal wordt chronologisch verteld. Er zitten een enkele flashbacks in, waarin de lezer iets te weten komt over het verleden van enkele personen. Deze terugblikken verstoren de vertelvolgorde niet. In het middendeel wordt elke hoofdstuk aan het eind samengevat, doordat Wijnand een dagboek bijhoudt en vertelt wat er die dag allemaal is gebeurd. Gedurende het boek kijk je over de schouder van Wijnand mee. Hierdoor ken je alleen zijn gedachten. Niet in alle hoofdstukken kijk je over de schouder van Wijnand mee, maar ook over die van Neel.

Informatie over de schrijver
Gijs IJlander is het pseudoniem voor Gijs Hoetjes. Hij werd op 19 mei 1947 in Alkmaar geboren. Hij was het tiende kind in een eenvoudig plattelandsgezin. Hij ging naar het gymnasium in Alkmaar en daarna Engels en vertaalwetenschap studeren in Amsterdam. Toen hij in 1974 zijn studies had beëindigd, ging hij werken voor het CITO in Arnhem. In 1975 verhuisde hij met zijn vriendin en zijn eenjarig dochtertje naar Slijk-Ewijk in de Betuwe, waar hij in een kleine boerderij ging wonen. Hij ging veel minder werken, want het schrijven kwam voor hem op de eerste plaats. Tegenwoordig woont hij alleen met zijn tweede en jongste dochtertje.

Werken
De kapper (1988) Een fabelachtig uitzicht (1990) Some sunny day (1991) Zwartwild (1992) De lichtval (1993) Vis voor iedereen (1995) Brandvee (1996) Twee harten op een schotel (1998) De aanstoot (2000).

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.