Een versnelling in het boek is erg moeilijk te vinden, aangezien het verhaal qua tijdsverloop erg ingewikkeld in elkaar zit. Hij vertelt steeds in losse flarden uit verschillende tijden, die elkaar soms op merkwaardige wijze afwisselen. Er zit wel een beetje een chronologisch verloop in, van jong naar oud, en als je puur daar naar zou kijken dan wordt er het meest versneld tussen een beetje zijn oud-student zijnde en een paar jaar voor nu.
Het boek zit vol met flashbacks, aangezien hij terugkijkt op zijn leven en daar allerlei gebeurtenissen en dingen die zijn moeder gezegd heeft uit haalt.
De verhalen die hij vertelt spelen zich voornamelijk af in hun woonhuis of daar omheen. De plaats waar de verhalen zich afspelen zijn verder over het algemeen niet zo belangrijk, het gaat meer om de dingen die moeder tegen hem zei.
Er is spraken van een belangen ruimte als ze een chaletje in Zwitserland hebben gehuurd, zo’n vakantie idee zou eigenlijk een ‘het is hiet toch zo leuk’ sfeer moeten oproepen. Echter blijven de kille verhoudingen in het gezin de boventoon voeren.
Enkele personen die in het boek voorkomen zijn:
De hoofdpersoon is de ik-persoon, de schrijver zelf, een man die zijn hele leven al het gevoel heeft het nooit goed te doen. Hem wordt telkens weer een soort schuldgevoel opgedrongen. Dit gebeurt voornamelijk door zijn moeder. Telkens voelt hij de druk om zich goed voor te doen voor zijn moeder. Daarom leeft hij vrijwel altijd, ook als zij er niet is, op de manier als hij denkt dat zijn moeder het zou willen. Hij heeft een rare verhouding met vrouwen doordat hij in elke vrouw zijn moeder herkent of juist helemaal niet herkent. Hierdoor kan hij geen langdurige normale relatie in stand houden. De enige vrouwen waarbij hij zich echt op zijn gemak voelt zijn de hoeren, waaraan hij dan ook tamelijk veel waarde hecht.
Moeder, een vrouw die sterk beinvloed is door haar kampverleden. Dit uit zich op allerlei verschillende manieren, zo heeft ze de neiging om steeds anderen de grond in te boren, dit lijkt echter niet om zichzelf te prijzen, want elk positief iets over haarzelf wordt door haarzelf ook weer onmiddellijk te niet gedaan. Het meest ontlaat ze haar onverwerkte verleden op de ik-persoon, ze probeert hem steeds een schuld gevoel aan te praten, maar voegt daar dan als extraatje aan toe dat “hij er natuurlijk niets aan kan doen”, wat het voor hem alleen maar erger maakt. Ze kan moeilijk met andere mensen omgaan en elk kontakt met anderen dat dreigt te ontstaan wordt door haar afgekapt, vaak gebruikt ze als excuus hiervoor dat “iedereen hen toch had laten stikken na de oorlog”. Vroeger wilde ze toneelspeelster worden, dit wordt door de schrijver verklaard met dat zij, omdat ze niet met haat emoties om kon gaan, zich dan achter haar rol kon verschuilen.
Vader, een streeng joods-religieuze man, eerst gaat hij een tijdje bij zijn gezinnetje weg, maar na een tijdje in Paramaribo gewoond te hebben, komt hij weer terug. Hij wil zijn zoontje graag ‘echt joods opvoeden’. Hij schrijft veel, of wil in ieder geval de indruk wekken veel te schrijven, en laat moeder zijn verhalen uittypen in een kamertje waar niemand hen dan mag storen. Als de ik-persoon nog klein is neemt hij hem vaak mee op joodse uitstapjes en samen bekijjken ze allerlei dingen, als synagogen en andere bijzondere gebouwen en plekken. Verder bemoeit hij zich nauwelijks met de manier waarop moeder met de ik-persoon omgaat
Enkele verhoudingen tussen mensen:
Ik-persoon ◄► Moeder = Een moeilijke relatie, zij praat hem voortdurend een schuldgevoel aan en sluit ook hem af van ieder sociaal contact. Hij heeft, waarschijnlijk door de afkeur van zijn moeder, juist het gevoel te moeten doen wat zijn moeder graag wil, hij wil enorm graag dat zij hem gaat waarderen.
Ik persoon ◄► Elisabeth = Hij was relatief lang met haar samen. Ze hield zich op de achtergrond en is een rustig, absoluut niet opstandig meisje. Hij werpt haar vanalles en nog wat toe, maar daar komt ze nauwelijks tegen in opstand. Hij vlucht een keer bij haar weg en komt dan terug, terwijl zij dat alles gewillig toelaat. Als hij later dan toch echt genoeg van haar heeft verlaat hij haar voorgoed. (Hij woonde in haar woning.)
Ik-persoon ◄► Hoeren = Hoeren zijn de einge vrouwen waarbij hij zich echt prettig voelt. Hij gaat dan ook regelmatig bij ze op bezoek en windt hier geen doekjes om. Zo vraagt hij een taxi-chaffeur bijvoord heel gewoon, of hij hem naar de hoeren kan brengen en hem over een half uurtje weer op kan halen. Een keer leek hem een hoertje zo leuk dat hij een echte relatie met haar aanging, maar die relatie liep binnen de kortste keren al weer op de klippen.
Vader ◄► Moeder = Ze hebben een erg complexe verhouding, de ene keer doen ze weer alsof ze vreselijk van elkaar houden, de andere keer laten ze de afschuw naar elkaar weer overduidelijk zien. Vaders Jodendom wordt vaak als belachelijk afgedaan door moeder en hij krijgt dan ook vaak beschuldigingen over de gevolgen van het jood zijn in de oorlog, vaak klaagt moeder hierover echter bij de ik-persoon en niet rechtstreeks tegen vader. Ook hierbij suggereert moeder vaak dat ook vader het “natuurlijk niet kon helpen” en het “niet expres deed”.
Vader en Moeder ◄► De de andere kinderen = Hun relatie lijkt betrekkelijk ‘normaal’. De ouders bemoeien zich niet specifiek met hen, integenstelling tot met de ik-figuur, die voortdurend bekritiseerd wordt door moeder en hyper joods wordt opgevoed door vader. De andere kinderen blijken achteraf rare wezens, tot aan het autstische toe. Voor de ik-persoon wordt alles extra moeilijk doordat zijn broer en zus wel normaal worden behandelt. Hij gaat hierdoor nog meer denken dat hij anders is.
Het boek wordt verteld in de ik vorm.
Er zijn min of meer 3 grote delen in het verhaal:
Deel 1: De inleiding om je de verhoudingen en sfeer in het gezin en de omgeving te laten voelen.
Deel 2: Het verhaal aan zijn moeder, waarin hij uiteenzet hoe hij over al haar gedrag denkt en gewoon verteld over zijn levensloop (waarin sterk zijn moeders invloed naar voren komt).
Deel 3: Min of meer het slot, waarin hij vertelt hoe de situatie nu is en waarom hij deze brief heeft geschreven.
Het is een opening met inleiding, dat is ook wel voor de hand liggend, aangezien het een brief is, die begin je niet zomaar. Maar ook in de brief wordt wel steeds beschreven over wat er voor af ging, waarschijnlijk ook om zijn moeder duidelijk te maken hoe hij het ziet, want misschien heeft zij er wel een totaal ander beeld van.
Het einde is vrij open, want je weet niet hoe het verder zal gaan en of, en hoe, zijn moeder zal reageren. De brief zelf is wel af.
Motieven uit het boek:
1 Jezelf bewijzen; De ik-persoon voelt een voortdurende druk zich zelf te moeten bewijzen, dit vooral tegenover zijn moeder. Zij vertelt hem immers telkens weer, hoe goed ze wel niet voor hem is geweest en hoe lastig hij wel niet was. Hierdoor wil hij waarschijnlijk nu het wel goed doen en misschien zelfs wel een beetje goed maken wat er volgens moeder is gebeurt.
2 onverwerkt verleden; Moeders onverwerktheid van de oorlog heeft er waarschijnlijk voor gezorgd dat ze zo ‘anders’ is geworden. Doordat ze de oorlog niet echt heeft kunnen verwerken heeft ze een soort sociale stoornis opgelopen, waardoor ze zich afsluit van sociaal contact en anderen vaak afdoet als zielig en verpest, met daaraan vrijwel altijd toegevoegd “maar ze kunnen er ook niets aan doen. Dit uit ze ook heel erg sterk op de ik-persoon.
3 onzekerheid; de ik-persoon is steeds bang het niet goed te doen, voor zijn moeder, maar ook voor nieuwe contacten die hij probeert te leggen. Door de steeds negatieve verhalen over hem van zijn moeder, krijgt hij een sterk negatief zelfbeeld, waardoor hij denkt dat iedereen hem maar niets vindt.
4 afkeur; moeder spreekt haar afkeur over alles en iedereen regelmatig uit. In het begin vond de ik-persoon het normaal dat moeder dit deed, maar langzamerhand begint hij te beseffen dat dit eigenlijk wel raar is. Dat verteld hij haar ook in de brief.
5 dood; in moeders leven gaan er veel mensen doo, plus dat ze in de oorlog natuurlijk vast veel mensen heeft zien sneuvelen. Ook dit heeft moeder onverwerkt gelaten, in de brief roept de schrijver haar op om te beginnen met deze verwerking.
6 Vrouwen-afkeer; De ik-persoon heeft een vrij sterke afkeer tegen vrouwen, vooral als ze voor langer dan een nacht zijn. Zo schreeuwt hij bijvoorbeeld naar Elisabeth: “gotverdomme, sta daar niet zo vies te doen”, als ze zich gewoon staat om te kleden. Hij wil dat ze zich achter een kastdeur omkleed en walgt van haar vormen, terwijl een man daar normaal (zeker als ze een verhouding met haat hebben) opgewonden van zou moeten worden. Als vrouwen lijken op zijn moeder wordt hij gek, omdat hij dan steeds het gevoel heeft dat ze hem net zo willen behandelen als zijn moeder, dus loopt het stuk. En als ze helemaal niet op zijn moeder lijken vindt hij ze ook niet goed, want hij voelt toch een sterke aantrekkings kracht naar haar
7 Onbegrip; De ik-persoon werd, als hij dat ook maar eventjes durfte, nooit begrepen, als hij probeerde te vertellen hoe vreselijk hij zich voelde bij hoe hij werd behandelt. Ook later voelde hij zich steeds inbegrepen, aangezien hij niemand kon bedenken die hem ook maar zou kunnen begrijpen.
8 Eenzaamheid: Vooral moeder heeft hier last van; ze voelt zich in de steek gelaten door de andere mensen, vooral in de oorlog. Nog steeds heeft ze hierdoor een afkeer naar de meeste mensen. Ook de ik-persoon is eenzaam, aangezien hij, door het afweren van mensen door zijn moeder, in zijn jeugd nooit mensen leerde kennen en later niet wist hoe hij met ze om moest gaan. Hij heeft eigenlijk niemand gehad waarmee hij echt over zijn problemen heeft kunnen praten, deze brief lijkt de eerste keer dat hij zijn gevoelens niet enkel met zichzelf deelt.
Het thema:
De invloed van het overwerkte oorlogsverleden van een vrouw, op het leven van haar zoon.
Een zeer aangrijpend stukje vind ik als hij zijn moeder na zeer lange tijd weer ziet, haar aanspreekt en ze vervolgens doet alsof ze hem niet kent, niets zegt en gewoon de tram instap zonder verder ook maar te kijken. De ik-persoon schrijft niet-eens verbaasd te zijn.
Bezonken rood en tralievader gaan ook over dit thema.
Mijn mening over het boek:
Ik vind dat er erg goede, aangrijpende stukjes in het boek zitten. Je kan je bijna niet voorstellen hoeveel invloed een oorlog kan hebben op de samenleving, Kennelijk zoveel dat het leven van de tweede generatie die het zelf niet eens bewust heeft meegemaakt, er geheel door beinvloed wordt. Het steeds weer afkeuren en ook echt nooit goedkeuren van moeder van haar zoon, geeft echt een naar gevoel. En dan komt daar ook nog eens bij dat niemand er wat aan doet of misschien wel kan doen en dat de ik-persoon het maar laat gebeuren. Dat laatste is ook wel een beetje logisch, want als iets al je hele leven gebeurt beschouw je dat natuurlijk als ‘normaal’. Wat ik ook goed vond aan het boek is dat er duidelijk uit naar voren komt wat voor een invloed oorlogen kunnen hebben op mensen en natuurlijk ook hoeveel invloed het gezin waar je in opgoeit op je kunnen hebben. Ik vind het altijd erg interessant om zulke verbanden te zien.
Wat ik wel erg jammer vond aan het boek is dat ik het soms erg onduidelijk vond hoe het verhaal qua tijdsverloop in elkaar steekt. Er zijn wat ‘rare’ passage’s waarin hij vertelt aan zijn moeder en er dan ineens iets van een ander moment er tussendoor komt. Ook verteld hij eerst dat een relatie is afgelopen, terwijl hij later dan weer over die relatie begint. Dat maakt het af en toe wel wat ingewikkeld en verwarrend. Ook ben ik nooit zo gek van als dat zelfmedelijden. Het lijkt wel een beetje alsof hij dat toch op de een of andere manier echt van zijn moeder heeft opvergenomen, dit zou je als mooi kunnen beschouwen, maar heeft voor mij toch een overheersend negatieve toon. Ik vind het sowieso nooit zo leuk als mensen op de een of andere manier altijd maar over anderen hun beklag schrijven en zelf altijd het ‘o zo goede’ ‘niets aan doen kunnende’ persoontje te zijn. In dit boek is dat wel minder storend, aangezien je hierbij achtergrong hebt hoe dat komt (zo voedde zijn moeder hem precies op), maar toch vind ik dat niet echt leuk.
Het taalgebruik was soms best pittig, maar er was wel doorheen te komen. Het is immers ook wel goed om af en toe eens wat boeken met moeilijkere woorden erin te lezen.
Al met al, een boek waarvan ik zeker geen spijt heb dat ik het ben gaan lezen, maar echt mijn favoriet zal het niet worden.
Ik vind dat er erg goede, aangrijpende stukjes in het boek zitten. Je kan je bijna niet voorstellen hoeveel invloed een oorlog kan hebben op de samenleving, Kennelijk zoveel dat het leven van de tweede generatie die het zelf niet eens bewust heeft meegemaakt, er geheel door beinvloed wordt. Het steeds weer afkeuren en ook echt nooit goedkeuren van moeder van haar zoon, geeft echt een naar gevoel. En dan komt daar ook nog eens bij dat niemand er wat aan doet of misschien wel kan doen en dat de ik-persoon het maar laat gebeuren. Dat laatste is ook wel een beetje logisch, want als iets al je hele leven gebeurt beschouw je dat natuurlijk als ‘normaal’. Wat ik ook goed vond aan het boek is dat er duidelijk uit naar voren komt wat voor een invloed oorlogen kunnen hebben op mensen en natuurlijk ook hoeveel invloed het gezin waar je in opgoeit op je kunnen hebben. Ik vind het altijd erg interessant om zulke verbanden te zien.
Wat ik wel erg jammer vond aan het boek is dat ik het soms erg onduidelijk vond hoe het verhaal qua tijdsverloop in elkaar steekt. Er zijn wat ‘rare’ passage’s waarin hij vertelt aan zijn moeder en er dan ineens iets van een ander moment er tussendoor komt. Ook verteld hij eerst dat een relatie is afgelopen, terwijl hij later dan weer over die relatie begint. Dat maakt het af en toe wel wat ingewikkeld en verwarrend. Ook ben ik nooit zo gek van als dat zelfmedelijden. Het lijkt wel een beetje alsof hij dat toch op de een of andere manier echt van zijn moeder heeft opvergenomen, dit zou je als mooi kunnen beschouwen, maar heeft voor mij toch een overheersend negatieve toon. Ik vind het sowieso nooit zo leuk als mensen op de een of andere manier altijd maar over anderen hun beklag schrijven en zelf altijd het ‘o zo goede’ ‘niets aan doen kunnende’ persoontje te zijn. In dit boek is dat wel minder storend, aangezien je hierbij achtergrong hebt hoe dat komt (zo voedde zijn moeder hem precies op), maar toch vind ik dat niet echt leuk.
Het taalgebruik was soms best pittig, maar er was wel doorheen te komen. Het is immers ook wel goed om af en toe eens wat boeken met moeilijkere woorden erin te lezen.
Al met al, een boek waarvan ik zeker geen spijt heb dat ik het ben gaan lezen, maar echt mijn favoriet zal het niet worden.
REACTIES
1 seconde geleden