Feitelijke gegevens over het boek
Verschijningsdatum 1e druk: 30 maart 2011
Gebruikte druk: 1e
Aantal bladzijden: 285
Uitgeverij: Atlas
Voorkant
Op de cover (overwegend wit) staat een orchidee, waarin de afbeelding van een vrouwengezicht te zien is. Het boek is fraai uitgegeven in een gebonden editie.
Genre
“Bittere bloemen “is een echte Brouwersroman. Een psychologische roman over dood, vergankelijkheid en verdwenen vrouwen (Orpheusmotief)
De flaptekst
Grijsaard maakt tegen zijn zin een cruise over de Middellandse Zee. Als ex-rechter, ex-politicus en ex-schrijver heeft hij voldoende om op terug te zien, wat hij doet met vrolijk cynisme en opgewekt gekanker. Het voorbije leven was allerminst zonder succes, maar wat eraan ontbrak heeft zijn vereenzaamde nadagen bepaald. Aan boord ontmoet hij een vroegere leerlinge. Het eiland Corsica is het decor van enkele gebeurtenissen, die de oude man en de veel jongere vrouw een etmaal in elkaars gezelschap houden. Bittere bloemen is een roman over illusies die te vergelijken zijn met bloemen: eerst bloeien ze, dan verwelken ze zienderogen. Luchtig genoteerd in korte hoofdstukken, waarin Brouwers opnieuw zijn excellente meesterschap demonstreert. Dansend en meeslepend proza. Als een trage tango.
Samenvatting van de inhoud
We verblijven op het cruiseschip Carta Mundi tijdens een cruise over de Middellandse zee. Aan boord maken we kennis met de 81-jarige Julius Hammer (ex-schrijver, ex-minister en ex-rechter). Hij maakt de cruise op advies van zijn dochter Eva (die inmiddels ook al de 60 die genaderd) omdat hij ruim een half jaar ervoor een beroerte heeft gehad, waarvan hij herstellende is. We schrijven augustus 2010. Het begin is komisch, omdat de oude Hammer door zijn stoel zakt op het zonnedek. Hij wil dan naar zijn hut gaan. Een oude, vervelende heks kapittelt hem omdat hij een sigaartje aan boord rookt. Hij moet naar zijn hut, die het nummer 81 draagt, maar onderweg wordt hij bijna omvergelopen door een jonge vrouw in wie hij meteen zijn grote liefde Pearlene herkent. Ze was ooit zijn leerling tijdens een schrijfcursus. Ze was toen zeventien jaar, maar intussen is ze ook al 36 jaar geworden. Ze werkt op het schip als entertainster en voorspelt in een toneelact o.a. wat er gaat gebeuren met de toeristen aan boord. Ze vertelt dat het allemaal trucs zijn, maar de lezer krijgt een mooie vooruitwijzing naar het einde van de roman, wanneer ze zijn hand pakt en enigszins somber naar de levenslijn kijkt.
In januari daarvoor heeft Hammer dus plotseling een beroerte gekregen. Hij heeft een tijdje in coma gelegen, maar hij kan zich niet goed meer herinneren of hij toen alles op een normale manier is blijven waarnemen of dat zich alles in visoenen heeft afgespeeld. Wel heeft hij in zijn brein opgeslagen dat zijn dochter Eva (kunsthistorica in Frankrijk) tijdens zijn coma zijn dure horloge in haar handtas heeft gestopt. Hij had het later van haar terugverlangd. Later in het verhaal zal Eva nog iets stelen (weer in haar handtas, de dievegge). In zijn coma heeft hij haal enkele keren Helga genoemd, naar haar moeder die op 40-jarige leeftijd al overleden was aan kanker, maar van wie hij toen al gescheiden was. Hammer merkt dan al op dat alle vrouwen altijd uit zijn leven plotseling verdwijnen. (moeder-vrouw-geliefde) Eva ruimt tijdens zijn ziekte bovendien zijn hele archief weg: er gaan manuscripten (Hammer schrijft altijd met een pen en niet met een tekstverwerker) naar de Koninklijke Bibliotheek. Het begin van de opruiming van het leven van Julius Hammer lijkt begonnen.
Dan legt het schip die dag aan in Ajaccio op Corsica, het eiland van Napoleon. Hammer wil zijn merk sigaartjes kopen, want ze zijn op. Hij gaat aan wal en kan zo lekker foeteren op de toeristen die zich daar bevinden en hun traditionele gedrag vertonen. Maar ineens wordt hij weer niet lekker en zakt in elkaar. Het is er erg heet, men laat hem eerst aan zijn lot over, maar dan verschijnt Pearlene , die een plan heeft om op Corsica een oude bekende te zoeken. Ze redt hem in eerste instantie. Van een man die ze kent (Rich), gooit Hammer een stapel papieren (die later blijkt met een filmscript te maken hebben) op de grond. Dat doet hem terugdenken aan de eerste keer dat hij Pearlene tijdens de schrijfcursus zag. Ze had vervelende vragen gesteld en uit een soort boosheid had hij haar ingeleverde gedichten door de collegezaal gesmeten. Maar zij was juist het meisje van zijn dromen dat hij een keer tijdens een museumbezoek had gezien op een portretje van ene Cranach “ Het meisje met de orchidee”. Hij was haar achterna gesneld om zijn excuses aan te bieden, maar ze had alleen haar middelvinger opgestoken. Dat motief van het verdwijnen van vrouwen in zijn leven zal later door de verteller worden uitgewerkt.
Dan verdwijnt Pearlene weer, waarna Hammer weer de vervelende heks van zijn cruisereis ontmoet. (die van de kritiek op zijn rookgewoonten) Gelukkig keert Pearlene op haar Vespaatje terug. Ze weet door haar “helderziendheid” wat hij in zijn portemonnee heeft, o.a in het geheime vakje ervan. Dat is een goed bewaard geheim van Hammer. Aangezien hij een scheur in zijn broek heeft opgelopen, die ze provisorisch met een veiligheidsspeld heeft gerepareerd, wil ze hem naar een kledingwinkeltje brengen, maar alles is gesloten op de feestdag ter ere van de herdenking van Napoleons gebooertedag. Het liefste wil Hammer vanaf het eiland met het vliegtuig terug naar huis. Hij wil niet meer naar de boot. Dan komt er weer een komische situatie: wanneer ze hem overeind wil helpen, vallen ze samen op elkaar: de grijsaard op de jonge vrouw. Hij ziet ook weer het gedeelte tussen haar dijen, dat bedekt wordt door een klein stukje textiel. Hij ziet dat ze een geschoren vagina heeft, wat hij heel jammer vindt. Vrouwen kunnen dat beter niet doen, vindt hij. Ook ziet hij dat ze een piercing in haar navel heeft: het zijn allemaal lust opwekkende details die hij ziet en dat doet hem terugdenken aan de tijd waarin hij haar enkele keren heeft ontmoet. Hij had haar opgezocht in het New Agewinkeltje waar ze werkte. Ze verkocht er esoterische dingen als tarotkaarten. Hij ziet haar meteen als zijn grote liefde, omdat ze als het ware terugkomt in zijn herinnering nl. het portretje van Cranach waarop een meisje met een orchidee stond afgebeeld. Dat is het oerbeeld waarop hij verliefd was geraakt. Ze schreef heel slechte gedichten, maar hij hield veel van haar, terwijl hij op dat moment toch al ouder dan 60 was. Het was nl. in 1991.
Pearlene (die hij overigens zelf steeds Leentje noemt) neemt hem mee achterop de Vespa
naar een plek op het eiland waar een film wordt opgenomen. Tijdens de rit mag hij haar omarmen. Hij legt zijn armen om haar middel waar hij de piercing weet en hij voelt zich heel gelukkig. Hij is weer jaren jonger. Liefde, een middel tegen de vergankelijkheid?
Ook symbolisch is dat de piercing van Pearlene de vorm heeft van een lemniscaat. Dat Griekse teken ( als het ware een soort liggende acht, te zien bij het logo van de Uitgeverij Lemniscaat) is het symbool van de oneindigheid. Liefde is altijd oneindig en zal ook altijd blijven bestaan.
Zo had hij in het verleden ook een keer gegeten in een duur restaurant, waar ze zich niet op haar gemak voelde en had hij haar ook een keer rondgereden in zijn Volvo. Zoals hij vroeger bij andere vrouwen wel deed, (lichamelijke toenadering zoeken) had hij bij haar niet gedaan. Daarvoor was ze te ongenaakbaar. Toen hij haar had afgezet, was ze een huis binnengegaan, waar ze een meisje hartstochtelijk had omhelsd. Hij had toen wel jaloezie gevoeld. Dit beeld komt later weer in de roman terug, zoals alles bij Brouwers altijd weer terugkeert.
Verleden: de tweede keer dat hij Pearlene in de winkels had bezocht, had ze de tarotkaarten voor hem gelegd. Ze had nadrukkelijk gevraagd naar een situatie met een hond. Dan wordt de herinnering weer opgerakeld toen Hammer net rechter was en iemand levenslang had gegeven. De criminelen in de omgeving van de misdadiger hadden toen wraak genomen, door zijn Porsche in elkaar te timmeren en een hond met een doorgesneden keel in zijn woning tegen het plafond te smijten. Daarop hadden rode strepen gestaan. Dat doet hem weer terugdenken aan het beeld dat de lezer al enkele keren heeft gezien: de bloederige afbeeldingen van allerlei lichaamsdelen aan het plafond. Het zijn de overblijfselen van zijn moeder die tijdens een straatbombardement in 1943 ineens van de aardbodem was verdwenen. Hij had met de buren naar haar lichaamsdelen gezocht en tussen de puinhopen had hij haar halskettinkje gevonden. Dat was een relikwie geworden en dat was het voorwerp dat hij in zijn portemonnee had bewaard. Hij had het ooit als zijn grootste schatt aan Pearlene willen schenken.
Pearlene brengt Hammer op een filmlocatie. Nicole Kidman is de hoofdrolspeelster in een sf-film die millennia erna speelt. Hammer ontmoet een oude Scandinavische acteur die vroeger in een cultfilm de Dood heeft gespeeld. (Dat is natuurlijk ook alweer symbolisch bedoeld) Hij kent de man die Sedowsk heeft. Die heeft nogal wat commentaar op de uiterlijke veranderingen die Kidman heeft ondergaan, sinds ze haar rimpels ed. heeft laten wegspuiten. Ze heeft de strijd tegen de vergankelijkheid verloren. Kidman arriveert per helikopter op het eiland en met haar mee komt haar visagiste Nadia. Pearlene rent naar de helikopter, wordt eerst nog tegengehouden door bewakers, maar kan dan toch het meisje op een hartstochtelijke manier omhelzen en strelen. (vgl. de situatie die al eerder beschreven is, toen Hammer haar had rondgereden in zijn Volvo.)
Dan beschrijft de verteller het bezoek aan het museum in Oost-Duitsland uitvoeriger. Hij had de afbeelding van de renaissancemeester Cranach gezien en hij was gecharmeerd van het kleine portretje waarop het meisje met een roze orchidee stond. Eva had het schilderijtje in haar handtas gestopt en later door de douane gesmokkeld. Hij was boos geworden, maar Eva had het portretje al die tijd (25 jaar) bewaard in haar archief. Vlak voor de cruise had ze het hem weer laten zien.
Op het eiland ziet Hammer er toch een beetje als een landloper uit: het is heet, zijn colbert is gekreukeld, zijn broek gehavend, zijn veters zijn een touwtje en de make-upvrouw van Sedowks wil hem opkalefateren. Helaas sneuvelt zijn bril daarbij wanneer ze er per ongeluk op gaat staan. (dat is weer een Brouwers variant op de winkelruit van Pearlene waarover ook een barst liep) Als beloning voor haar werk geeft hij haar het prachtige Mont Blanc-horloge waarop hij altijd kan zien hoe laat het op bepaalde plekken ter wereld is. Het is het horloge dat Eva had weggenomen tijdens zijn periode van de coma. De vrouw is er erg gelukkig mee. Het is natuurlijk wel een symbool voor de situatie waarin Hammer verkeert: hij neemt al afscheid van de tijd. Dan wordt er gemopperd op de filmset. Door de storm op Corsica moeten de opnamen worden uitgesteld. Ze hadden met kanonnen een soort loodstof de lucht ingespoten, maar door de storm was alles mislukt. Ze gaan dan naar de catering.
Verleden: alle vrouwen verdwijnen altijd in het leven van Hammer. (Het Orpheusmotief in het werk van Brouwers) Wanneer hij haar weer een keer wil gaan opzoeken voor haar verjaardag (orchideeën bij zich en een fraai ingebonden dichtbundel van haar eigen gedichten)
hoort hij van de eigenaar van de nieuwe zaak dat ze verdwenen is. Waarschijnlijk naar de VS – Cincinati. Hij was haar ooit een keer gaan opzoeken. Maar had haar niet gevonden. Eva had de bundel gedichten later tussen de rommel gevonden en had hem gevraagd of het zijn eigen gedichten waren, jeugd versies. Ze doet er heel schamper over.
Tijdens het verblijf in de cateringruimte drinkt Hammer teveel cognac. Ineens ziet hij Leentje in de deuropening staan. Ze verdwijnt weer, zoals zo vaak in zijn leven. Hij gaat naar haar op zoek. Een van de deuren is open en hij gaat zonder te kloppen naar binnen. Daar ziet hij de naakte Nadia en Pearlene die met elkaar het liefdesspel spelen. Leentje is dus blijkbaar lesbisch. Dat is een grote klap voor Hammer. Zijn liefde is een illusie gebleken en een desillusie geworden. Hij valt opnieuw, maar de acteur Sedowks vangt hem op. Die is er ook verantwoordelijk voor dat hij met een taxi naar het cruiseschip wordt vervoerd. Het is nog een lastige rit in de storm waarbij een strandparasol de auto flink beschadigd (vgl. vroeger in het verhaal de in elkaar geramde Porsche) Opnieuw wil Hammer liever niet aan boord. Op de valreep komt hij de heks weer tegen die hem opnieuw cynisch benadert. Ze heeft een jonge kerel aan de haak geslagen. Dat doet ze wel meer, heeft Pearlene hem verteld.
Hammer gaat naar het dek met het zwembad. Dan gaat alles om hem heen draaien. Hij valt in het zwembad en sterft….
Titelverklaring
De titel “Bittere Bloemen” komt in de tekst een keer letterlijk voor op blz. 114.
Hammer is van boort gegaan en hij wordt niet goed in het centrum van Ajaccio.
“De nattigheid in zijn gezicht, zweet, speeksel, uit zijn ogen gutsend vocht. De vettige onsmaak in zijn mond, vermengd met de stank in zijn neus, is dat gal, de wrangheid van een heel leven dat uiteindelijk is tegengevallen, eigenlijk. Stinkende smaak van verdorring. Als van verwaarloosde orchideeën. Als van bittere bloemen.”
De bittere bloemen vormen het restant van het leven dat iemand heeft geleid. Het is als met de verwaarloosde orchidee. Dat is wel een mooi beeld, want de tragiek van Hammer is dat hij zijn grote liefde heeft gemist. Vrouwen verdwijnen steeds uit zijn leven (zijn moeder, Helga en vooral Pearlene)
Terwijl hij de laatste keer met orchideeën voor haar aankwam, was ze naar de VS vertrokken. De bittere bloemen zijn de grote illusie van het leven. Eerste bloeien de mensen, daarna verwelken ze. “Bittere bloemen” is immers ook een roman over vergankelijkheid, wat gepersonifieerd wordt in het personage Hammer: een niet onbelangrijk man die toch op een nare manier zijn einde beleefd. (als rechter, minister en zelfs als schrijver/poëet is hij in de vergetelheid geraakt)
Kortom: de geur van bittere bloemen zijn een symbool voor de melancholie van de oudere mens die zijn aftakeling voelt naderen.
Opdracht
Voor G.
Motto
Het motto is afkomstig van Harry Mulisch.
Nevel in een wereldstad. Wat is mooier dan ouderdom? De grijsaard. Het boek, dat niemand meer leest. De rechter die naar de hoeren loopt. De mens die krankzinnig wordt.
Het motto past goed bij het thema van het boek dat immers de vergankelijkheid beschrijft. De oude heer Hammer nadert zijn levenseinde en ziet nog één keer zijn grote liefde terug. Maar ook zij verdwijnt natuurlijk weer, zoals alles verdwijnen zal.
Structuur
De roman wordt verteld in een groot aantal korte hoofdstukken. Deze hebben geen titel en geen nummering. Zoals het altijd bij Brouwers het geval is, schiet de tijd heen en weer tussen heden en verleden. Het heden vindt plaats halverwege augustus van het jaar 2010.
Vandaar uit gaat de verteller terug naar diverse perioden uit het bestaan van de hoofdfiguur.
Een Brouwersroman is nooit chronologisch.
Ook typerend voor een roman van de Vlaming is dat alle opmerkingen in de roman en functie hebben. Alles heeft zin en keert op zeker moment wel terug in de roman. Daar moet de lezer wel oog voor hebben. Sommige details krijgen pas later in de roman zin. Brouwers speelt met de lezer altijd een spel van vooruitwijzingen en terugverwijzingen.
In ‘Bittere bloemen”is ook het procedé te zien dat al in een van de eerste roman van Brouwers te onderscheiden was (Bezonken rood), nl. het verschijnsel van de “octativiteit.” De dingen komen steeds even in een andere vorm terug. (vgl. het gebroken glas in de winkelruit, is het gebroken glas in de bril)
In zijn bespreking van de roman zegt Jeroen Vullings in “Vrij Nederland” (31 maart 2011) het volgende over deze manier van verhaalopbouw van Brouwers: Horlogemakersproza. Zo werden Jeroen Brouwers’ romans ooit betiteld. Daarmee wordt bedoeld: gelaagd proza, waarin de schrijver met noeste vlijt symbolen, betekenislagen, verwijzingen heeft aangebracht. Alle radertjes hebben een fijnmazige functie in de waterdichte structuur, volgens het brouwersiaanse principe: niets bestaat dat niet iets anders aanraakt. Proza van schrijvers die als almachtige goden greep op en controle over hun verhaaluniversum willen houden. Chaos dient uitgeband.
De hoogtijdagen voor zulk door de schrijver zwaar en ernstig beademd proza waren de jaren tachtig van de vorige eeuw. Uiteraard wordt er nog steeds proza geschreven met verscheidene betekenislagen, maar daarin mag de aanlegkabel meer gevierd worden ten gunste van het verhaal, en de schrijver speelt meer met die allusies en lagen – zoals Roberto Bolaño. Het bloedserieuze gelaagde schrijven is passé.
Volgens Vullings is dat blijkbaar niet meer van deze tijd,
Perspectief
Brouwers maakt in deze roman gebruik van de wij-verteller. Dat is vrij ongebruikelijk. De wij-vorm is een vorm van een alleswetende (bijna expliciete verteller) waarbij de personages als het ware van bovenaf/buitenaf worden bekeken. Er ontstaat daardoor wel vertelafstand, maar dat vindt Brouwers in deze roman over tijd/vergankelijkheid en dood waarschijnlijk de beste manier om die afstand te creëren.
Een aantal voorbeelden van deze perspectiefvorm uit de roman:
- (blz. 9) Wij zijn aan boord van het cruiseschip Carta Mundi in het begin van de middag zal het aanmeren in Ajaccio.
- (blz. 135) Gunnen wij hem zijn ultieme genoegentje in hoge graad van verzaliging.
- (blz. 279 ) Geen idee wie hij is, al is zijn stem bekend, geen idee waarvan. Een vriendelijke heer wel, zoals Hammer zich er geen heem herinnert, maar wat herinnert Hammer zich nog, gelukkig zijn wij er.
- En wanneer Hammer aan het einde van de roman in het zwembad stort :
Nu zien we hem niet meer. (blz. 284)
De tijdlagen van het verhaal
Zoals bij Jeroen Brouwers gebruikelijk is, heeft ook deze roman diverse tijdlagen die altijd door elkaar lopen. Alle tijdlagen hebben altijd met elkaar te maken (zie ook de structuur van de roman)
Het verhaalheden is gemakkelijk te bepalen. Mijnheer Hammer is 81 jaar en in de tekst staat dat hij in 1929 geboren is. Verder is de maand van de cruisereis bekend. Het schip meert aan in Ajaccio op het moment dat de geboortedatum van Napoleon zal worden gevierd. Dat is half augustus. Het verhaalheden is dus augustus 2010.
Een ander belangrijke tijdlaag is die waarin de schrijver Hammer zijn grote liefde Pearlene ontmoet tijdens de schrijfcursus die hij geeft. Pearlene is op dat moment 17 jaar oud. Ze vertelt zelf dat ze in 1974 geboren is. Dat houdt in dat de schrijfcursus en de ontmoetingen van Hammer met Pearlene in die periode in 1991 plaatsvinden.
Een ander terugkerend motief is het gegeven dat Hammer tijdens een museumbezoek in Oost-Duitsland een afbeelding van Lucas Cranach ziet, een meisje met orchideeën, in wie hij later Pearlene zal herkennen. Dat bezoek dateert nog van voor de val van de Muur, want ze worden gecontroleerd door Oost-Duitse grenswachten. Hammer geeft aan dat dit zo’n 25 tot 30 jaar geleden is. Dat zou betekenen dat het bezoek aan het museum tussen 1980 en 1985 heeft plaatsgevonden. Dochter Eva heeft het portretje uit de 16e eeuw meegenomen.
Nog verder terug in de tijd is de passage waarin de verteller beschrijft hoe de moeder van Hammer bij een bombardement in de straat om het leven komt. Er blijven slechts enkele lichaamsdelen van haar over en het halskettinkje dat hij de rest van zijn leven in zijn portemonnee bewaart. Hammer wordt dan als veertienjarige door zijn Zwitserse opa opgevoed, omdat zijn vader in een concentratiekamp zit. Het bombardement moet dus in 1943 hebben plaatsgevonden.
Het decor van de handeling
Een belangrijkste decor is de cruiseboot Carta Mundi (Wereldkaart) waarop Hammer de laatste dagen van zijn leven zal slijten. Hij moet de cruise tegen zijn zin maken op advies van zijn dochter Eva. Maar een aantal keren staat beschreven dat hij eigenlijk niet aan boord wil. De boot als lijkkist. Die hem naar de overkant van de Lethe zal brengen (de Griekse mythologische rivier waaruit de doden drinken om hun aardse leven te vergeten) Het geeft Brouwers ook de gelegenheid te schelden op het type toeristen dat op zijn boot verblijft.
Hij verlaat het schip om sigaartjes te gaan kopen in de stad, maar dan gaan de ontwikkelingen een andere kant op dat hij heeft verwacht.
Het decor wordt dan de filmlocatie van een sf-film, waarin Nicole Kidman een rol speelt. De set is op Corsica, waar nog steeds veel aandacht word besteed aan een van de grootste tirannen van Europa, Napoleon. De filmopnamen worden verstoord doordat er een storm opsteekt. De sf-film kan dus voorlopig niet worden gemaakt zoals ook de toekomstvisie van Hammer niet zal doorgaan. Dat wordt heel duidelijk wanneer hij in de passage op het terrein Leentje zoekt die echter een lesbische relatie heeft gekregen met Nadia. Hij betrapt hen in hun liefdesspel. Dan hoeft het ook voor Hammer niet meer.
Een derde decor is het museum in Gotha, waar Hammer gebiologeerd wordt door het portretje van Lucas Cranach. Daar wordt hij door het oerbeeld van de liefde getroffen en wanneer hij later het toch eenvoudige meisje Leentje tijdens zijn schrijfcursus ontmoet, weet hij dat dit het oertype van zijn geliefde is.
Uitgewerkte thematiek
Het zou heel veel tijd en ruimte vragen om de roman van Brouwers heel gedetailleerd te analyseren. Immers alles in zijn werk heeft met elkaar te maken. In ‘Bezonken Rood”luidde het motto al: “Niets is er dat elkaar niet aanraakt.” (oftewel alles heeft met elkaar te maken)
Bij de bespreking van de thematiek zal ik me beperken tot de hoofdthema’s van deze indrukwekkende roman.
In deze roman waarin de 81-jarige Hammer zal sterven, is het belangrijkste thema natuurlijk dat van de vergankelijkheid. Dat thema zie je in de eerste plaats terug in de titel “bittere bloemen.” Maar ook in het motto: Wat is mooier dan ouderdom? De grijsaard. Het boek, dat niemand meer leest. De rechter die naar de hoeren loopt. De mens die krankzinnig wordt.
Hammer een succesvol jurist, politicus en schrijver, heeft zes maanden voor zijn cruisereis een herseninfarct gehad (vgl. de situatie van Jeroen Brouwers die volgens een interview in NRC ook twee kleine infarcten heef gehad) Hij vraagt zich af of hij nog een toekomst heeft. In talloze passages wordt verwezen naar het verleden, de tijd, de toekomst. Uit de roman volgen hieronder een aantal passages waarin word verwezen naar dit begrip en bovendien naar de vergankelijkheid van het bestaan.
Het begint al met de verwijzing naar de coma (een soort dood-zijn) waarin Hammer heeft verkeerd. Op blz. 48 wordt de idee dat je herinneringen na je dood voortleven verder uitgewerkt. De hele periode dat hij dood was, bleef dezelfde angst terugkeren, steeds benauwender, ten slotte zou hij het paniek willen uitschreeuwen, wat een dode nu eenmaal niet kan. De angst dat het gedachtengedwarrel niet ophoudt nadat men is gestorven, dat het eeuwig blijft doorgaan, wat van doodzijn een nog grotere kwelling zou maken dan het leven is geweest.
Een heel vergaande interpretatie zou dan ook kunnen zijn dat alles wat Hammer vertelt
(denkt) in wezen niets anders is dan een droom die hij in zijn comateuze toestand meemaakt. Dan zijn het allemaal herinneringen die tijdloos doorgaan.
Maar het kan evengoed een verhaal zijn waaruit Hammer uit zijn coma is ontwaakt en inderdaad de allegorische reis naar de dood via het schip Carta Mundi maakt.
Op blz. 15 luidt het al: Van de zee gaat vertroosting uit- de zee heeft geen verleden en is zonder toekomst. Net als hijzelf, zeker wat het laatste betreft, terwijl zijn verleden zo uitgestrekt en veelomvattend is, dat het niet meer valt te overschouwen als één geheel, verlopen volgens de dwingende grillen van het leven, waarin niets gebeurt of het heeft een reden.
Op blz. 18 geeft hij aan dat hij geen achttien meer zou willen zijn. Hoe zou het gaan met Pearlene. is het erg je je jeugd te herinneren wanneer je de dood al hoort gonzen als een horzel in je oor en je van onderhavig bedgebeuren niets meer terechtbrengt: - hoe lang is dat al geleden? De eerste keer blijft je altijd bij, maar de laatste keer. ? De seksualiteit valt ook weg naarmate je ouder wordt.
Een vooruitwijzing naar de dood staat er voor de oplettende lezer ook al op blz. 40. Pearlene die op het schip voor waarzegster doorgaat, pakt zijn hand. ze opent haar eigen linkerhand en houdt die in tegengestelde richting naast de zijne, die een halve eeuw ouders is, en lijkt beide handpalmen met elkaar te vergelijken, een paar seconden voordat ze geschrokken, verward en met een gefronst gezicht door de patrijspoorten begint te staren. Waarschijnlijk heeft ze de dood van Hammer in zijn levenslijn gezien.
Op blz. 60 Dat hij tot het verleden is gaan behoren, terwijl hij gisteren nog dertig was, toen al gekweld door twijfels en angsten, die mettertijd zijn verhevigd tot die van vandaag, maar gisteren begreep hij de tijd nog waarin hij leefde. Voortstrompelend in ouderdom loopt hij weer of nog steeds met kinderstapjes, zoals ze hem in het ziekenhuis als oude van dagen een babyluier hadden omgefrommeld- terug naar het begin
Op blz. 61 het verleden is het heden, in het heden is hij in het verleden en er is geen toekomst meer, zodat het lijkt of hij is gemetamorfoseerd in tijd, die zich steeds herhaald of hetzelfde blijft. Het aantal keren dat hij nog zal ademen is te tellen …
Wanneer hij aan wal op Corsica in elkaar zakt, denkt hij. Nee, horen doet hij niets meer. Zie je niet dat ik dood ben? Als de troebelen zijn opgetrokken, waarin J.G.M. Hammer niet bestond, niemand wist waar hij was, hijzelf ook niet, is het eerste wat hij ziet, zijn horloge is gesmolten. Het vloeibaar geworden goud plakt druipend rond zijn pols, de wijzerplaat verpapt, nu bestaat op de hele wereld de tijd niet meer.
Het is ook een verwijzing naar het fraaie horloge dat hij bezat en dat zijn dochter Eva tijdens zijn comaperiode van hem had gestolen. (blz. 140) Je kon er op zien hoe laat het overal op de wereld was. Na ontwaken uit zijn coma wil hij het van haar terug: het is “zijn tijd nog niet.” Maar later in de roman schenkt hij het dure horloge aan de vrouw die hem tijdens zijn verblijf op de filmlocatie heeft opgekalefaterd. Hij neemt dan symbolisch afstand van de tijd in de vorm van het afstand doen van zijn horloge. Een voorteken voor zijn naderende dood. Op diezelfde plek heeft hij dan al de acteur ontmoet die vroeger een aantal speelfilm heeft gedaan waarin hij De Dood personifieerde. Als hij door het aanzien van de vrijpartij tussen Pearlene en Nadia van zijn illusies worden beroofd, is de acteur degene die hem opvangt.
Die acteur begeleidt hem later naar het schip, als sinds mensenheugenis het symbool van de overgang naar gene zijde (de veerman Charon). Brouwers kent immers zijn klassiekers. In dat opzicht heeft hij in de Nederlandstalige literatuur veel gemeen met Harry Mulisch en misschien daarom verwijst hij in het motto naar de recent overleden Nederlandse schrijver, die hij ook bewondert.
Blz. 140 Gedachten vloeien, zoals alles vloeit. Nadat men is gestorven, blijven de gedachten dan stromen? Hij vreest van wel, hij weet het eigenlijk wel zeker ook eigenlijk. Wat sterft is het vlees en gedachten, herinneringen , angsten zijn niet het vlees, de overdoodse regionen bestaan uit gedachten, eeuwig eindeloos die niet kunnen worden uitgesproken, neergeschreven of nog anders worden overgedragen. “
Hammer, een supergeavanceerd horloge om de pols, werkt in zijn kajuit aan een laatste essaytje, over de tijd en meer bepaald het woord \'eigenlijk\' - op zoek naar het eigenlijke, de essentie: \'Alle associaties gecomprimeerd tot de essentie, dit is, ziedaar: het eigenlijke.\' Daarom eindigt de roman ook met : het eelt valt van zijn vingers en eigenlijk - (blz. 285)
Daarvoor nog op blz. 251 is Hammer op de filmlocatie. Hij beschrijft zijn gevoel Het gevoel dat hij depersonaliseert. Hij verandert in een personage uit een van zijn romans, uit een roman van iemand anders kan ook. Hij gelooft te verdampen tot het object van een of andere biografie van zomaar iemand die er toevallig ooit geweest is en toen er niet meer was. Ouderwets, inwisselbaar, overbodig geworden, achterhaald, uit de tijd, in de ramsj, het huis is leeg, toen kwam de dood als een zwarte hond en vergeten was hij toch al. Wie zou zich hem herinneren- een draak van een dochter, die een dievegge is. Misschien de werkster.
In een interview in het NRC van Arjen Fortuin op zaterdag 26 maart 2011 over de roman geeft Brouwers antwoord op de vraag of Bittere bloemen over een man in verval gaat „Hammer is over de tachtig. Hij is oud. Hij moet de hele tijd geholpen worden. De deur van zijn hut gaat niet open omdat hij niet overweg kan met de elektronische sleutel. Op die leeftijd zeg je de hele tijd ‘Dank u’ en ‘Sorry’. Ik leef niet in de maatschappij, maar inderdaad, als ik naar het ziekenhuis moet, of de tandarts, of een kaartje uit de parkeerautomaat moet halen, dan zeg ik dat ook de hele tijd.
„Hammer zakt door een strandstoel, valt, gaat onderuit. Een belangrijk deel van het boek is om te lachen. Door het herseninfarct lijkt het voor hem alsof steeds hetzelfde feit wordt herhaald, daar speel ik mee. Ik heb geprobeerd het als een feuilleton te schrijven, van cliffhanger naar cliffhanger. Zijn dochter duikt ineens op, die begint al die papieren te doorzoeken en weg te gooien. Hij ziet levend wat er na zijn dood zal gebeuren. De mythe wil dat de film van je leven aan je voorbijtrekt op het moment dat je sterft. Ik moet er zelf niet aan denken.”
Deze citaten kunnen nog gemakkelijk worden uitgebreid met andere verwijzingen naar de dood en de vergankelijkheid.
Een ander vaak voorkomend motief in de romans van Brouwers is het Orpheusmotief. De geliefde verschijnt in het leven van een personage, maar verdwijnt. Later ziet de man de geliefde terug maar ook dan verdwijnt ze weer. In “Bittere bloemen “zegt Hammer dat de belangrijke vrouwen steeds uit zijn leven verdwijnen en wel op een plotselinge manier. Dat kun je natuurlijk het beste zien aan de passages waarin Pearlene een rol speelt. Hij heeft haar voor de eerste keer gezien op een portretje van de renaissancekunstenaar Crazach. Dat is het beeld van de ideale liefde, zal hij gedacht hebben. Zijn dochter die ziet dat hij zonder de indruk is van dit portretje, steelt het zelfs voor hem. Maar hij wil het niet hebben, waarna het vijfentwintig jaar later weer opduikt in haar kunstarchief. Wanneer Hammer Pearlene voor het eerste op zijn schrijfcursus ontmoet, herkent hij haar als het ideaalbeeld van de geliefde. Maar omdat hij haar zo ruw tegemoet treedt, vertrekt ze uit zijn cursus. Hij rent haar achterna. Later gaat hij haar tijdnes haar werk excuses aan bieden. Ze heeft zijn komst voorvoeld. Maar na enkele bezoekjes raakt hij haar ook weer kwijt. Ze gaat naar de VS om daar verder te studeren op waarzeggerij. Hij raakt haar dan kwijt; ook als hij naar Amerika gaat om haar te zoeken, vindt hij haar niet meer.
Maar dan komt hij haar plotseling en bij toeval weer tegen aan boord van het cruiseschip waar ze nota bene aan waarzeggerij doet als entertainster voor de passagiers. Ze is weer terug uit het “ dodenrijk.” Maar Orpheus (Hammer) moet weten dat als je terugkeert naar het verleden (het omkijken in de Griekse mythe) dat je dan altijd bedrogen uitkomt. Eerst verdwijnt Pearlene uit zijn hut, ze komt weer terug in het centrum van Ajaccio, verdwijnt met Rich, maar komt opnieuw terug om hem op te halen en hem naar een filmlocatie te brengen, waar ze opnieuw voor hem verdwijnt, nl. in de armen van een vrouwelijke geliefde. Triest is dat Hammer naar haar op zoek gaat en haar moet vinden in het liefdespel met een vrouw. Illusie over. De dood nabij. Dat is ook meteen de laatste keer dat hij haar ziet.
Andere vrouwen in zijn leven zijn plotseling ook verdwenen. Even vlot als hij met Helga getrouwd is (het huwelijk overkwam hem) is hij later van haar gescheiden en sterft ze al op 40- jarige leeftijd aan een of andere kanker. Hij is niet erg treurig om haar dood vanwege de manier waarop ze met elkaar omgingen. Traumatischer is het gegeven van de verdwijning van zijn moeder. Ze stond in de oorlogsjaren in de keuken peertjes te wecken, toen een bom op hun huis viel. Zo was ze er en zo was ze er niet eer en was er nog een verzameling ledematen. Hij heeft naar brokstukken van zijn moeder gezocht en daartussen het halskettinkje gevonden. Dat wil hij ook aan Pearlene geven en het is niet ondenkbaar dat hij in het meisje van het portretje ook een variant op zijn moeders beeltenis heeft gezien. Dat zou dan mooi passen in het oeuvre van Brouwers (vgl. opnieuw “ Bezonken rood.” De moeder wordt vangen door het beeld van de geliefde).
Ook Eva (zijn dochter) is min of meer uit zijn leven verdwenen. Ze is kunsthistorica geworden in Chantilly. Ze hebben niet al te veel contact en tijdens zijn coma probeert ze al veel herinneringen aan zijn verleden uit zijn huis op te ruimen. Na zijn herseninfarct komt ze ineens weer opduiken uit Frankrijk om hem vervolgens weer op reis te sturen.
Ten slotte nog een aantal voorbeelden van octaviteit die Brouwers in zijn romans stopt. Vaak zijn het passages die op veel elkaar lijken, maar ook weer net verschillen.
- Er zijn veel verwijzingen naar glas waarin het goede zicht op de werkelijkheid wordt ontnomen ( bril beslaat, een hagedisje op de bril, de bril die een barst oploopt, de winkelruit van Pearlene waar een barst over heen loopt)
- de verzameling ledematen op een schildering aan het plafond (vgl. de lichaamsdelen van de moeder na het bombardement, en de afdrukken van de doodgemaakte hond op het plafond door de criminelen na zijn uitspraak: levenslang)
- het verpulveren van dingen onder je voetzool (het krijtje tijdens de schrijfcursus, de bril op de filmlocatie door de visagiste)
- de roodgelakte nagel van de voet van de moeder van Hammer na het bombardement keert terug in de roodgelakte nagel van Nadia bij het vrijen op de filmlocatie)
Beoordeling scholieren.com
Met “Bittere bloemen”heeft Brouwers opnieuw een indrukwekkende roman geschreven. Het is zijn tiende en ook in deze roman zie je het spel terugkomen dat Brouwers wil spelen met zijn lezers. Alles in de roman heeft zijn betekenis, ook al zie je dat als lezer op een bepaald moment nog niet. Het is daarom altijd goed een roman van Brouwers diverse keren te lezen met het potlood in de hand, al is dat zonde van de prachtig verzorgde uitgave waarin Atlas het boek uitbrengt. Om met Hermans te spreken “er valt geen musje van het dak zonder dat de schrijver het wil”. Dat is op zich misschien niet helemaal meer conform de manier waarop de huidige generatie schrijvers (maar ook lezers) werkt. Het is dan ook heel goed mogelijk dat er een categorie lezers is die zich niet in alle verwijzingen (vooruit, terug of naar mythologische situaties) wil verdiepen, want lui geworden door de vaak goedkope manier waarop bestsellerauteurs (vgl. de diarree aan literaire thrillers die de Nederlandse markt in de laatste jaren overspoelt) zich van hun taak kwijten.
Brouwers lezen valt niet mee en je moet het spel met de schrijver willen spelen. Maar wie zich die moeite getroost, krijgt er wel wat voor terug. Een prachtig boek met de bekende Brouwersmotieven: vergankelijkheid, moeder-zoonrelatie en het Orpheusmotief. Bovendien wordt het spel gespeeld volgens de regels van de “octaviteit”, die Brouwers decennia geleden al in “Bezonken rood” hanteerde.
Een boek dat dus m.i. een hoge literaire waarde heeft en waarbij onervaren lezers zich wel moeten bedenken dat ze zich helemaal moeten geven om Brouwers te doorgronden. Wie dat wil, beleeft een geweldig avontuur over illusie en desillusie, maar ook over de vergankelijkheid van het leven.
Drie punten op onze literatuurlijst. Lezen!! Voor wie het begrijpen wil, is de amusementswaarde hoog.
Recensies
Een nieuwe roman van Brouwers brengt altijd de pennen van de belangrijkste recensenten in beweging. Zeker omdat Brouwers heeft aangekondigd dat dit zijn laatste roman is. De cirkel zou rond zijn. Deze keer begin ik met twee recensies uit Vlaamse kranten. In Vlaanderen wordt Brouwers gezien als één van de grootste schrijvers. In Nederland heeft hij die grote naam niet.
In het bekende Vlaamse blad Humo wordt de roman op 29 maart 2011 besproken. \"Voor structuur en eenheid in Hammers alle kanten opschietende gedachtestroom, verspreid over korte hoofdstukjes, zorgt een subtiel motievenspel, waarvoor Brouwers\' uitgekristalliseerde vakmanschap borg staat. Er donderen geen mussen van daken of exotische vogels uit palmbomen zonder reden. Zo wordt helemaal aan het begin uitgebreid uitgeweid over het zwembad van het cruiseschip, dat dan logischerwijs in de ontknoping een cruciale rol krijgt. Zo duikt, net als in elke Brouwers-roman, Orpheus op: de gewaarwording bij de aanblik van de Cranach-miniatuur is \'dezelfde als van de man die in de onderste wereld afdaalt, in tranen om de onomkeerbare dood van zijn geliefde\'.
Onvermijdelijk is ook Brouwers\' eeuwige thema van de immer verglijdende tijd present. Hammer, een supergeavanceerd horloge om de pols, werkt in zijn kajuit aan een laatste essaytje, over de tijd en meer bepaald het woord \'eigenlijk\' - op zoek naar het eigenlijke, de essentie: \'Alle associaties gecomprimeerd tot de essentie, dit is, ziedaar: het eigenlijke.\'
Tussen al dat verheven boren naar de essentie vermeien Hammer en Brouwers zich goddank in vermakelijk gekanker tegen de anti-tabakslobby, gezeur over de digitalisering van het schrijversvak, geklaag over geschoren schaamstreken, en gevit op de terreur van toeristen. Alles exquis geventileerde mensenhaat, geboren uit - ziedaar de essentie van \'Bittere bloemen\' - de verweesdheid in het aangezicht van de dood: \'Verlatenheid is eenzaamheid in eindeloos meervoud. \"
Mark Cloosterman beschrijft op 1 april 2011 de roman in De Standaard Bittere bloemen is Brouwers\' tiende roman.\" Dit boek lag tien jaar op zijn werktafel. Weliswaar niet permanent - zijn vorige roman, Datumloze dagen, was urgenter en er waren ook nog memoires en een polemiek die geschreven dienden te worden - maar toch. Het voelt als een einde. Handelde Brouwers\' debuutroman, Joris Ockeloen en het wachten, over een bevalling, in Bittere bloemen wordt er gestorven bij het leven. Hammers spectaculair gestorven moeder waart door zijn hoofd - het zal wel geen toeval zijn dat 15 augustus ook Moederdag is. Hammer zelf loopt op zijn laatste benen. En Magere Hein is ook van de partij. In afwezigheid van Pearlene heeft Hammer namelijk andere mensen nodig om overeind te blijven. Hij krijgt steun van een Scandinavische acteur, eveneens hoogbejaard, die hij op de set tegen het lijf loopt. De man brengt hem terug naar de boot. Dat de acteur bekend is geworden in een Ingmar Bergman-achtige film, waarin hij de rol van de Dood vertolkte, is zo nadrukkelijk symbolisch dat het een glimlach afdwingt.
Er valt wel meer te glimlachen. Bittere bloemen is niet Brouwers\' luchtigste, maar wel zijn grappigste roman. Veel komische overdrijvingen, een beetje slapstick (oude man valt boven op appetijtelijke jongedame) en af en toe een scheut venijn, als Hammers ex-vrouw of bazige dochter in beeld komen.
Zoals dat altijd gaat bij Brouwers, is de reëel verstrijkende tijd een ongrijpbaar, kwikzilverig goedje. Het heden is doorschoten met herinneringen, flashbacks, associaties... Dit zijn Hammers \'ankerherinneringen, vastgezogen in de diepten, daar waar dood is.\' Misschien verklaart dit de terugkerende filmploegen: film legt de tijd vast, terwijl in Brouwers\' roman de tijd altijd op losse schroeven staat.
Waar is Hammer? vraagt Brouwers af en toe: in het heden of in het verleden dat hij herbeleeft? De rillingen die Hammer doen beven zijn \'warm (...) als Corsica en ijzig koud als de diepvriesruimte in het mortuarium\'. Het is zeker niet ondenkbaar dat de hele roman de laatste droom is van een overleden man die in een lade van het mortuarium verdwijnt.
Ik moest denken aan de befaamde speech uit Hamlet. Het idee te sterven staat Hamlet wel aan, maar hij vreest de mogelijkheid dat ook een dode kan dromen: \'wat wij in die doodsslaap, vrij van aardse onrust, kunnen dromen, doet ons aarzelen\'. Brouwers verwoordt het als volgt: \'De angst dat het gedachtengedwarrel niet ophoudt nadat men is gestorven, dat het eeuwig blijft doorgaan, wat van doodzijn een nog grotere kwelling zou maken dan het leven is geweest.\' Bittere bloemen is zo\'n na-doods gedachtengedwarrel: een koortsige droom, die Hammer en de lezer overweldigt. Een juweel van een boek.
Ook Jeroen Vullings heeft bewondering voor de manier waarop Brouwers schrijft in zijn recensie van het boek ( Vrij Nederland 31 maart 2011) maar hij heeft ook kritiek. \"Nu de kritiek. Bittere bloemen is een mulischeske roman, over schijn, werkelijkheid en onthechting vlak voor het sterven. Het is Brouwers’ Hoogste tijd. Mulisch koos in die roman als decor dat transcendentie mogelijk maakte, voor het theater. Brouwers voor de (existentiële) film, met verwijzingen naar Het zevende zegel en Eyes Wide Shut. Er is meer thematische verwantschap met Mulisch’ voorbeeldige voorbeeldroman, maar juist de verschillen verhelderen mijn bezwaren tegen Bittere bloemen. Mulisch schrijft licht en spannend (met cliffhangers) over zijn grijsaard die niet dood wil, bij Brouwers pakt het ‘drama’ topzwaar, vermoeiend en onbezield uit. Op de taal na huist er geen leven in Bittere bloemen.
Brouwers schrijft een roman lang over een impasse, als opmaat van de dood. Zijn essayistische theorette over het woordje ‘eigenlijk’, een overbodig woordje volgens Juul, dient eveneens om ons voor te bereiden op de onontkoombare dood.
Hoe schrijf je levendig over zo’n impasse? Door een stuwende plot aan te brengen, maar ook door de rauwheid van die impasse te benadrukken en te onderzoeken. Dat had vitaal vertelmateriaal kunnen opleveren, zoals in Hoogste tijd. Maar Brouwers laat het bij devote eredienst, bij stoffering en bekleding, bij laagjes, bij versluiering door intellectueel behang aan te brengen.
Arjan Peters in De Volkskrant van zaterdag 26 maart 2011 Ze stuiven langs olijfbomen en rode rotsen, de mantelmeeuwen hebben het nakijken, hier rijden de bejaarde die zijn verliefdheid \'verdefinitiefd\' weet, en de gehelmde efebe met het kortgeknipte haar, de string en de piercing. Hoe eigentijds, maar ook van alle tijden, want de lemniscaat is de liggende acht die de oneindigheid symboliseert.
Beschamend is het tegelijk ook, dat de gehavende \'custardbleke\' heer die geen kans maakt bij het meisje met de \'tarot-ogen\', dankbaar moet zijn met elk moment in haar nabijheid doorgebracht. De liefde blijft vanzelfsprekend onuitgesproken, ze blijft in haar ijlheid en fragiliteit net zo onbepaald als de gemoedstoestand van Hammer.
Wat hij wel nog bedenkt, en wat Bittere bloemen tot een groots gedachte-experiment maakt: toen hij jaren geleden in Gotha met zijn dochter een museum bezocht en oog in oog stond met een meisje dat door Lucas Cranach was vereeuwigd, herkende hij haar. Dat was zijn talentloze dichteresje met de tarotkaarten, dat ooit nog eens wichelend en wel zijn toekomst had voorspeld! De kunst gaat voor het leven uit: dat is de prikkelende idee van deze roman. Cranach schilderde een meisje, eeuwen later ziet Hammer haar terug in levenden lijve. Moet je haar wel kunnen herkennen (kunstgeschiedenis is ook geheugenkunst), maar dan word je de belichaming gewaar (Pearlene) van de schoonheid die in de kunst (Cranach) is afgebeeld.
En tóch ontroert Brouwers in de aanzwellende finale. Hij etst de vergeefsheid, van alles, met zo veel liefde dat je Hammer zijn dwaasheid vergeeft - hoe dan ook heeft hij ervaren wat hem anders, wanneer hij bij zijn verstand was gebleven, nooit deelachtig was geworden; momenten van eeuwigheid.
Elsbeth Etty is de recensent van NRC-Handelsblad die het boek op donderdag 7 april 2011 beoordeelt. Ze is erg positief over de grote thema’s van het werk van Brouwers. “ Wat erop volgt, een verblijf op een filmset met Nicole Kidman en een bejaarde Ingmar Bergman-acteur die de dood symboliseert, kon mij minder boeien. Zoals in al zijn grote romans, waartoe dit van vergeefsheid doortrokken angstdelirium zeker gerekend mag worden, kan Brouwers eenvoudig niet zonder de fictionele realiteit van de mythe, de literatuur, de film, de opera, het toneel of de poëzie. Die fictionele werkelijkheden zijn, net als bij de door Brouwers bewonderde Mulisch, onderdeel van zijn gemythologiseerde autobiografie. Ook of juist de dingen die niet gebeurd zijn, maar die zich afspelen in de krochten van het onderbewustzijn, de plaats waar de driften, angsten en verlangens wonen, zijn in de poëtica van Brouwers autobiografisch.
Over een hersenbloeding en de daarbij horende verschijnselen kun je feitelijk verslag doen, over de eigen dood uiteraard niet. Daar heeft Brouwers die filmset en de verwijzing naar Het zevende zegel van Bergman blijkbaar voor nodig. Als lezer heb ik genoeg aan mijn eigen associaties met, bijvoorbeeld, de poëzie van Marsman, zowel de uit zon en azuren zeeën bestaande vitalistische gedichten als de inktzwarte over de dood.
Laten we hopen dat Jeroen Brouwers, de stilistische zwaargewicht die zichzelf in de taal steeds opnieuw blijft uitvinden, niet even profetisch schrijft als Marsman. Laat hem niet op een boot gaan, laat hem zwembaden mijden, houd hem thuis zodat hij zijn fictionele autobiografie met nog vele romans kan uitbreiden. De knotwilg is tenslotte pas 71, tien jaar jonger dan Hammer toen die werd geveld.
Op de bekende website www.recensieweb.nl publiceert Rein Swart op 10 april 2011 een positieve recensie waarvan de slotconclusie luidt : “ Het is adembenemend om de schrijver te volgen, elke bladzijde opnieuw de kunstigheid van zijn taal te ervaren en over de adoratie van de hulpbehoevende Hammer voor Pearlene te lezen, met in het achterhoofd de angst hoe lang dat nog goed kan gaan. Dat gevoel is vergelijkbaar met het beeld dat Hammer zelf schetst van de kunsten van een jongleur in de harde wind op Corsica.
‘De jongleur op het eenwielfietsje, ook eerder gezien zoals Hammer gelooft, weet zich in de luchtstroming wel in evenwicht te houden, maar dat hij de witte ringen, die hij verbeten omhoog blijft gooien, zal opvangen, is een soortgelijke begoocheling, de wind slaat ze uit hun baan.’
Hammer doelt met die begoocheling op het lot van de mens, zijn onherroepelijke vergankelijkheid, maar het beeld van de jongleur paste ook goed bij mijn vrees dat het maaksel de schrijver uit handen zou vallen. Zou er behalve een amourette van een versleten oude heer voor een lichtvoetig meisje nog meer gebeuren in dit boek, dat net zo overladen was met taal als Hammer met publieke functies of zou het blijven steken in steeds weer andere termen voor hetzelfde, in een herhaling van verlangen en aftakeling? Met een zucht van verlichting stelde ik vast dat het niet gekunsteld werd. Bittere bloemen is een wonderlijke, maar wonderschone leeservaring met hoge bergen en een enkel dal, waarin de spanning dreigt te verslappen, maar ten slotte weet Brouwers de ringen weer bekwaam in handen te krijgen.
Over de schrijver en eerder gepubliceerde werk
Bron: website uitgever
Jeroen Brouwers is geboren in Batavia, waar hij ook zijn kindertijd doorbrengt. Na de Japanse invasie wordt hij met zijn grootmoeder, moeder en zusje opgesloten in Japanse interneringskampen. Brouwers komt in 1948 naar Nederland, waar hij terechtkomt op diverse roomskatholieke kostscholen. Na zijn dienstplicht werkt hij enkele jaren in de journalistiek, onder andere voor De Gelderlander en Romance (het latere Avenue).
Begin 1964 verhuist Brouwers naar Brussel, waar hij tot 1976 als redactie-secretaris en later als (hoofd)redacteur in dienst treedt van uitgeverij Manteau. In 1964 debuteert hij met de verhalenbundel Het mes op de keel en voor zijn volgende roman Joris Ockeloen en het wachten (1967) ontvangt hij de Vijverbergprijs. Bij het grote publiek wordt hij bekend met Bezonken Rood (1981), waarin hij de toestanden in het interneringskamp Tjideng beschrijft. Deze roman vormt het tweede deel van de autobiografische Indiëtriologie, met als eerste deel Het verzonkene (1979, Multatuliprijs 1980) en De zondvloed (1988, F. Bordewijkprijs 1989) als laatste deel.
Veel van zijn polemische werk wordt gebundeld in vier Kladboeken. De essaybundel Vlaamse leeuwen (1994) wordt bekroond met de Gouden Uil voor non-fictie. In 2000 verschijnt Geheime kamers waarvoor Brouwers zowel de AKO-Literatuurprijs als de Gouden Uil ontvangt. In 2007 wordt Brouwers onderscheiden met de Prijs der Nederlandse Letteren voor zijn gehele oeuvre. Volgens de jury heeft Jeroen Brouwers \'in de naoorlogse Nederlandstalige literatuur bakens uitgezet en verzet\'. Bovendien heeft Brouwers \'het egodocument verheven tot een volwaardig literair genre\' en noemt de jury Brouwers\' brievenboeken van een \'ongeëvenaarde kwaliteit\'. Brouwers schreef zijn bekende polemieken \'met veel vuur en verontwaardiging maar vooral steeds met veel liefde voor het onderwerp\'. In oktober 2007 verscheen zijn nieuwe roman Datumloze dagen en in 2009 Sisyphus\' Bakens, een pamflet over literaire prijzen, het koningshuis en de waarde van de schrijver.
Bittere bloemen door Jeroen Brouwers
7
Grijsaard maakt tegen zijn zin een cruise over de Middellandse Zee. Als ex-rechter, ex-politicus en ex-schrijver heeft hij voldoende om op terug te zien, wat hij doet met vrolijk cynisme en opgewekt gekanker. Het voorbije leven was allerminst zonder succes, maar wat eraan ontbrak heeft zijn vereenzaamde nadagen bepaald. Aan boord ontmoet hij een vroegere leerlinge. He…
Grijsaard maakt tegen zijn zin een cruise over de Middellandse Zee. Als ex-rechter, ex-politicus en ex-schrijver heeft hij voldoende om op terug te zien, wat hij doet met vrolijk c…
Grijsaard maakt tegen zijn zin een cruise over de Middellandse Zee. Als ex-rechter, ex-politicus en ex-schrijver heeft hij voldoende om op terug te zien, wat hij doet met vrolijk cynisme en opgewekt gekanker. Het voorbije leven was allerminst zonder succes, maar wat eraan ontbrak heeft zijn vereenzaamde nadagen bepaald. Aan boord ontmoet hij een vroegere leerlinge. Het eiland Corsica is het decor van enkele gebeurtenissen, die de oude man en de veel jongere vrouw een etmaal in elkaars gezelschap houden. Bittere bloemen is een roman over illusies die te vergelijken zijn met bloemen: eerst bloeien ze, dan verwelken ze zienderogen. Luchtig genoteerd in korte hoofdstukken, waarin Brouwers opnieuw zijn excellente meesterschap demonstreert. Dansend en meeslepend proza. Als een trage tango.
Oefenen voor je mondelingen?
Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.
Bewaar of download dit verslag!
Om dit verslag toe te voegen aan je persoonlijke leeslijsten of te downloaden moet je geregisteerd zijn bij Scholieren.com.
26.435 scholieren gingen je al voor!
REACTIES
1 seconde geleden