Bikkels door Carry Slee

Samenvatting

Het verhaal gaat over 5 kinderen. Ze heten: Murat, Katja, Jennifer, Dorus en Guido. Murat en Jennifer zijn buitenlanders. Murat is heel erg verliefd op Katja, en Katja op hem, alleen weten ze dat niet van elkaar.
Iedereen weet dat Murat goed toneel kan spelen. Er was namelijk een toneelstuk op school. En Murat had daar de hoofdrol in, ze hadden toen allemaal leuke reacties gekregen. In de klas moeten alle kinderen iemand kiezen voor de hoofdrol in een toneelstuk van de toneelclub. Iedereen kiest dan voor Murat. Als Murat even later naar huis fietst met zijn vrienden horen ze een hond. Als ze gaan kijken zien ze dat de hond heel mager is en wonden heeft. Ze bedenken een plan om de hond te helpen en Murat is degene die dat moet doen. Hij moet doen alsof hij iemand is van de dierenbescherming. Hij belt dhr. Boendemaker op, de eigenaar van de hond. Murat zegt dat hij een klacht binnen heeft gekregen dat de hond de hele tijd blijft janken. Even later wordt de hoorn neergeknald. Murat belt terug en zegt dat hij de politie belt als dhr. Boendemaker niet doet wat hij zegt. Murat vertelt dat er een handtekeningenactie is gehouden en zegt dat hij een goed tehuis heeft voor de hond, maar de man piekert er niet over om zijn hond weg te doen en gooit de hoorn opnieuw neer.
Als Murat voor het eerst naar de toneelclub gaat komt er een jongen aan. Hij heet Dave. Dave wil niet dat Murat meedoet met het toneelstuk. Hij maakt opmerkingen over Murat en over zijn cultuur. Ook achtervolgt hij Murat samen met zijn vrienden.
Als Murat, Katja, Jennifer, Dorus en Guido in een snoepwinkeltje staan komen ze erachter dat de verkoper van het snoepwinkeltje buitenlanders discrimineert. De kinderen weigeren om nog naar het snoepwinkeltje te gaan. Ze delen actiefolders uit op het schoolplein, Zullen ze de hond redden, zal Murat verkering krijgen met Katja en zullen Dave en de verkoper weer normaal doen?

1. Schrijf in enkele zinnen op wat je van het boek vond.

Ik vond het boek spannend, werkelijk en onbegrijpelijk.

2. Leg uit waarom je dat vindt.

Ik vind het boek spannend omdat, ik me telkens af vroeg wat er ging gebeuren. Ik heb het boek dan ook in één keer uit gelezen. Het verhaal was werkelijk omdat, het in het echt ook zou kunnen gebeuren dat iemand gediscrimineerd wordt. Onbegrijpelijk vind ik het omdat, je toch niet zomaar iemand uitscheldt, bedreigd of pest!?

3. Zou je het boek aan een ander aanraden?

Ja, ik zou het boek aan een ander aanraden, omdat het over een onderwerp gaat wat heel veel voorkomt. En het is best mooi om dan te lezen hoe zo iemand zich voelt die gediscrimineerd wordt. Dan besef je ook hoe ongelukkig mensen zich voelen die gediscrimineerd worden.

4. Wat is het onderwerp van het boek?

Discriminatie en dierenmishandeling.

5. Zegt de titel waar het boek over gaat?

Nee, want het gaat over discriminatie en dierenmishandeling.

6. Wat voor soort boek is het?

Het is een:
a) eigentijds verhaal
b) jongerenverhaal
c) discriminatieverhaal/dierenmishandelingverhaal

a)Het is een eigentijds verhaal, omdat het best in onze tijd zou kunnen gebeuren.

b)Het is een jongerenverhaal, omdat de personen in het verhaal jongeren zijn.

c)Het is een discriminatieverhaal, omdat Murat wordt gediscrimineerd. En het is een dierenmishandelingverhaal, omdat de hond die ze zien mishandeld wordt. Hij heeft geen water, hij heeft allemaal wonden en is broodmager.

7. Schrijf in maximaal 50 woorden op welke bedoeling of les dit boek heeft.

De les van dit boek is, dat je iemand niet moet discrimineren. Dus pesten, uitschelden, enz., omdat hij/zij anders is. Bijvoorbeeld omdat die persoon een andere huidskleur heeft.

8. Bespreek de verhoudingen tussen de belangrijkste personen.

De verhouding tussen Murat, Katja, Guido, Dorus en Jennifer is goed, want het zijn beste vrienden. De relatie tussen meester Sjoerd en het groepje is ook heel goed, want hij helpt hen met het oplossen van hun probleem, namelijk de discriminatie. Tussen Dave en Murat ging het eerst niet goed, want Dave pestte Murat eerst. Maar later zag hij in dat Murat toch wel aardig was. De relatie tussen de verkoper van het snoepwinkeltje en het groepje van Murat is niet goed, want hij discrimineert buitenlanders en daar zijn hun heel erg tegen. En tussen dhr. Boendemaker en het groepje is het ook niet helemaal goed. Want het groepje vindt dat die meneer zijn hond mishandelt.

9. Herken je in een verhaalfiguur iets van jezelf? Leg dat uit.

Ja, in Katja. Zij houdt heel veel van dieren en ik houd ook heel veel van dieren.

10. Hoe leer je de hoofdpersoon kennen?

Ik leer Murat kennen door wat hij zegt, denkt, voelt en doet. En ook wat de schrijfster over hem zegt.

11. Waar speelt het verhaal zich af?

Het verhaal speelt zich af op school (de Toermalijn). Bij Murat thuis, bij Katja thuis, op de toneelclub en bij Guido thuis.

12. Heeft die plaats invloed op de gebeurtenissen en/of de personen?

Ja, op school delen ze allemaal actiefolders uit en verzinnen ze een oplossing tegen de discriminatie. En op de toneelclub, want daar discrimineert Dave, Murat eerst. De rest heeft geen invloed op de gebeurtenissen en/of personen.

13. Beschrijf hoe de schrijfster spanning in het verhaal houdt.

Door afwisseling in tijd, plaats en handeling. Ook door twee treiterkoppen als tegenspelers van de sympathieke hoofdpersoon, namelijk de verkoper van het snoepwinkeltje en Dave van de toneelclub.

14. Kies 1 à 2 bladzijden uit, waar de mooiste, grappigste, etc. passage van het boek geschreven staat. Licht toe wat er aan vooraf gaat en waarom deze keuze.

De volgende passage vind ik het zieligst, want nu wordt Murat in elkaar geslagen door Dave en zijn vrienden, omdat hij een Turk is. Hij is nu op weg naar huis. Onderweg kwam hij de moeder van Katja tegen waar hij nog wat mee gepraat heeft en hij gaat nu weer verder.
Murat rijdt door. Hij fietst nog geen drie minuten als hij klem wordt gereden. Wat gebeurt er? Er wordt aan zij stuur gerukt. Als Murat opkijkt, ziet hij Dave met zijn vrienden. Murat snapt niet waar ze ineens vandaan komen, maar hij ziet geen kans om te ontsnappen. ‘Wat moeten jullie van me?’ ‘Turkie weet best wat ik wil,’zegt Dave. ‘Je moet oprotten uit de toneelclub. Je snapt het niet, hè? Niemand wil naar een toneelstuk kijken met een Turk erin.’Dave houdt zijn gezicht vlak bij Murat. ‘Jullie Turkies begrijpen nooit iets. Jullie willen alles inpikken. De baan van mijn vader hebben jullie ook al ingepikt.’Murat ziet de haat in Daves ogen. ‘Ik wil helemaal niks inpikken.’ ‘Zo mag ik het horen. Dan bel je morgen naar de toneelclub om te zeggen dat je niet meer komt, begrepen?’Dit gaat Murat te ver. Wat denkt die Dave wel. ‘Dat mocht je willen.’ Hij heeft de woorden nog niet uitgesproken of hij krijgt een stomp op zijn neus. Murat houdt zijn hand voor zijn neus. Hij voelt dat hij bloedt. ‘Dit is pas het begin,’zegt Dave. ‘Je bent gewaarschuwd. Hij laat Murats fiets los en rijdt weg. Murat haalt een zakdoek uit zijn zak en drukt zijn neus dicht. Dat helpt, het bloeden stopt. Hij kijkt Dave en zijn vrienden na. Hij kan het maar beter opgeven. Waar wacht hij nog op? Tot ze hem helemaal in elkaar slaan? En overmorgen moet hij Zeliha (zijn zusje) zelf ophalen. Hij voelt dat zijn neus dik wordt. Het is gelukkig zíjn neus en niet die van zijn zusje. Morgen belt hij Lucien (zijn toneellerares) op om te zeggen dat hij niet komt. Hij moet alleen wel een goede reden verzinnen. Tegen zijn vrienden zegt hij gewoon dat hij niet meer mee mag doen van zijn ouders. Dat het veel te veel tijd kost. Maar het is te gevaarlijk om die smoes tegen Lucien op te hangen. Of tegen meester Sjoerd. Stel je voor dat ze naar zijn huis bellen om te vragen of hij toch mee mag doen. Meester Sjoerd zal het wel jammer vinden. Maar ja, alsof hij het zelf niet jammer vindt…Hij wil acteur worden. Hij wil in een film spelen. Murat ziet zijn droom in rook opgaan. Hij zal iets anders moeten vinden wat hij leuk vindt. Hij staart verdrietig voor zich uit. Zal hij hier niet altijd tegenaan lopen? Er zijn toch overal mensen die discrimineren? Murat is niet eens echt kwaad op Dave. Die kan er vast niks aan doen dat hij zo denkt. Het komt doordat zijn vader Turken overal de schuld van geeft. Eerst zei Luuk uit hun klas ook altijd lelijke dingen over buitenlanders. Met zijne allen hebben ze ervoor gezorgd dat hij anders ging denken. En nu komt hij Dave weer tegen. Ineens wordt Murat boos. Waarom zijn zijn ouders niet in Turkije gebleven? Dan waren ze wel arm, maar dit is toch veel erger. Opeens bedenkt hij dat hij dan nooit Katja had ontmoet. En zijn vrienden ook niet. In Turkije staat geen Toermalijn met meester Sjoerd. Nee, hij zou niet in Turkije willen wonen. Hij kan zijn vrienden niet missen. Murat kijkt naar een paar jongens die voetballen. Was ik maar zoals zij, denkt hij, was ik ook maar wit…Hij schrikt er zelf van. Hij voelt het als een verraad tegenover zijn familie. Murat weet niet wat hij wil. Hij wil niet wit zijn, maar hij wil ook geen Turk zijn. Hij voelt de tranen over zijn wangen lopen. Hij wou dat hij niemand was, helemaal niemand.