Scholieren tussen 13 en 17 jaar gezocht!

Doe mee aan dit korte onderzoek over statiegeld en maak kans op 20 euro Bol.com tegoed

Meedoen

Belledonne kamer 16 door Anke de Vries

Beoordeling 7.5
Foto van een scholier
Boekcover Belledonne kamer 16
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 3e klas vwo | 3602 woorden
  • 3 november 2002
  • 240 keer beoordeeld
Cijfer 7.5
240 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Anke de Vries
Genre
Dagboek
Jeugdboek
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
1977
Pagina's
136
Oorspronkelijke taal
Nederlands

Boekcover Belledonne kamer 16
Shadow
Belledonne kamer 16 door Anke de Vries
Shadow
ADVERTENTIE
Examenstress? Niet met Examenbundel!

Over minder dan drie weken zit je jouw examens te maken. Slaat de examenstress toe? Sla nog snel Examenbundel, Samengevat en Examenbuddy in voor je probleemvakken en own je examens! Jij. Kunt. Dit.

Ik wil slagen
A: Zakelijke gegevens:

Anke de Vries, Belledonne kamer 16, Lemniscaat, 8ste druk 1990.

B: Korte uitleg waarom het boek gekozen is
Ik heb dit boek gekozen, omdat ik de meeste boeken van Anke de Vries erg mooi vind en ik veel positieve dingen over dit boek heb gehoord en gelezen. Ook speelde het stukje dat op de achterkant staat een grote rol, omdat dat wel veel vragen bij mij opriep.

C: Eerste persoonlijke reactie

Nieuwsgierig makend, want iedere keer als Robert iets ontdekt wordt je vanzelf nieuwsgierig wat dat met de rest van het verhaal te maken heeft en er zitten veel open stukken in.
Origineel, want ik heb nog nooit zo’n soort verhaal gelezen waarin een jongen over het leven van een volkomen onbekende man dingen uit gaat zoeken.
Spannend want, iedere keer als Robert met iemand praat of iets doet merk je dat er iets niet helemaal goed zit in het dorpje Nizier.

D: Samenvatting van de inhoud:

Robert Reuling besloot zijn vakantie in Frankrijk door te brengen, om de eigenaar van een zakboekje op te sporen. Dat zakboekje kwam uit 1944 en behoorde aan ene Robert Macy.
Een jaar geleden had Robert Reuling bij het opruimen van het appartement in Parijs van zijn overleden grootvader, die arts was geweest, een doosje met een kogel gevonden en het zakboekje. Er stond maar weinig in het zakboekje; ‘Ik leef, ik leef. Mijn God hoe is het mogelijk.’ Verder stond er nog: ‘Madame de B. is volkomen te vertrouwen.’ Verder kwam er een letter P en een letter L in voor. De enige naam die steeds voluit werd geschreven was Eleonore. Op een bladzijde stond: ‘Vanavond voor het eerst buiten geweest. De maan bescheen de vallei en betoverde Belledonne. Monsieur M haat me.’ Ergens anders stond: ‘het dorpje N.’ En op het einde stond: ‘Vanavond pension Belledonne kamer 16. Eleonore.’ Het zakboekje had bijna een magische aantrekkingskracht voor Robert Reuling. Hij vroeg zich af wie Robert Macy was en of hij nog zou leven. Belledonne was een berg in de Franse alpen. Op kaarten van het Franse Alpengebied zocht hij naar dorpen die begonnen met de letter N en die uitzicht hadden op de berg Belledonne.
Na een week zoeken kwam Robert terecht bij het pension Belledonne, dat nu ‘La Taverne’ heette, vlak bij het dorpje Nizier. De eigenaar, monsieur Mons, had het pension in 1948 voor een krats gekocht, omdat het al een tijdje leeg stond. Omdat zijn vrouw binnen geen verbetering wou aanbrengen, werden er geen kamers meer verhuurd. Omdat zijn ‘oom’ Robert Macy aan het eind van de oorlog er ook gelogeerd had, wilde Robert graag een kamer, liefst kamer 16, maar hij kreeg kamer 14. Monsieur Mons vroeg of Robert in zijn plaats naar de begrafenis van Madame Pauline Gireauld wilde gaan. Hij kon zelf niet gaan, omdat zijn vrouw ziekelijk jaloers was. Als iedereen vertrokken was, moest Robert een gele roos op het graf leggen en zeggen: ‘Dit is de roos van Albert Mons, hij is u dankbaar voor alle bezoeken, die hij nooit zal vergeten.’
Voordat de begrafenis begon, besloot Robert iets te gaan drinken op het terras ‘Chez Lucette’ en hij zag de mensen naar de kerk lopen. Hij ontdekte op het kerkhof het familiegraf van Gireauld, maar madame Gireauld werd begraven op een gedeelte van het kerkhof dat erg kaal en verwilderd uitzag. Toen Robert de gele roos op de kist legde, zag hij ernaast de grafsteen van Robert Macy; geboren in 1922 en gestorven in 1944. Hij hoorde de mensen in het dorp en op het terras praten over, waarom madame Gireauld niet in het familiegraf werd begraven, waarom ze geen bloemen op de kist had en over Madame de Béfort, die al tegen de 90 liep. Robert vroeg zich al of dat Madame de B. in het zakboekje was. Hij hoorde ook dat madame Gireauld gescheiden was en dat het opvallend geklede meisje op de begrafenis haar dochter was.
Dit meisje, Cristine Trabut, viel dezelfde dag, vlak voor Roberts ogen met haar brommer. Robert nam haar mee naar het pension en Madame Mons verzorgde haar wonden. Monsieur Mons vertelde dat madame Gireauld vaak naar het pension kwam. Ze dronk zwijgzaam haar thee en genoot van het uitzicht op de Belledonne. Ze had soms een gele roos bij zich. Een keer wilde ze in kamer 16 van het uitzicht genieten, terwijl er mist was.
Toen Monsieur Mons en Robert Cristine naar huis brachten, zag Robert een schilderij van Madame Gireauld met een gele roos. Opeens zakten Cristines grootvader in elkaar, toen Monsieur Mons vertelde dat Robert een neef was van Robert Macy. De volgende dag ging Robert op bezoek bij Madame de Béfort, maar zij wees hem de deur toen Robert naar zijn ‘oom’ Robert Macy vroeg. Robert bracht de brommer terug naar Cristine en nam haar mee voor een ritje. Cristine stortte haar hart uit over haar vreemde verhouding met haar moeder. Robert ontdekte dat ze een kettinkje droeg met de naam Eleonore(dat was de naam dat alleen voluit in het zakboekje stond). Ze had het gevonden in haar moeders sieradendoosje.
Tijdens een wandeling werd Robert overvallen door een hevig noodweer. Toen hij bij Lucette kwam (vrouw die de baas was van het cafe waar hij tijdens de begrafenis was), maakte hij kennis met Oncle Lucien, die gek was en in de ondergelopen kelder zat. Hij wilde niet uit de kelder komen, omdat hij bang was voor onweer. Hij schreeuwde dan altijd: ‘Paf paf, dood, monsieur Moustache’. Van Monsieur Mons hoorde Robert over dokter Pascal. Hij vroeg zich af of dat de dokter P. uit het zakboekje was. Robert besloot hem op te zoeken en hij vertelde Pascal over het zakboekje. Dokter Pascal kende Robert Macy, hij was op een wonderbaarlijke manier ontvlucht uit het concentratiekamp, waar zijn familie was uitgemoord. Oncle Lucien vond hem doodziek en hij bracht hem naar madame de Béfort. Toen Robert Macy weer opknapte, werd hij verliefd op Pauline Gireauld. Ze ontmoetten elkaar in het geheim in een leegstaand pension. Madame de Béfort wist hier niets van. Op een avond hadden de Duitsers hem gedood en Oncle Lucien werd in het ravijn geduwd en sindsdien was hij gek. Lucien was dus de L in het zakboekje. Dokter Pascal wist niet wie Eleonore en monsieur M waren.
Toen Robert Cristine belde, vertelde ze dat ze van haar grootvader hals over kop naar Parijs terug moest. Ze moest naar een tante die ze nauwelijks kende. De verbinding werd plotseling verbroken toen ze het adres wilde doorgeven. Hij ging naar het huis van Gireauld en zag door het raam Cristines grootvader met een pistool. Omdat Robert dacht dat hij zelfmoord wilde plegen stal hij het pistool.
Robert werd door Madame de Béfort uitgenodigd. Robert vertelde over het zakboekje en over het gesprek met dokter Pascal. Mevrouw de Befort had Robert Macy laten onderduiken bij haar tijdens de 2de wereld oorlog. tot Robert Macy werd doodgeschoten ze herkende het zakboekje. De kogel die Robert had, zat in Luciens been. Madame de Béfort vond het onverklaarbaar dat Robert Macy zo een gemakkelijke prooi voor de Duitsers was geweest; 1 dodelijk schot, precies in het voorhoofd. (Robert Macy had op één van zijn vluchten een kettinkje gevonden met een rond plaatje eraan waarop de naam Eleonore gegraveerd stond en hij gaf het aan Pauline, want dat was alles wat hij had). Ook maakte hij van gele papieren rozen voor haar en hij beloofde dat als de oorlog voorbij zou zijn, ze elke dag een echte gele roos zou krijgen. Madame de Béfort herinnerde zich dat Lucien de naam Monsieur Moustache voor Monsieur Gireauld had bedacht. Toen Robert de kogel vergeleek met de kogels van het pistool van Monsieur Gireauld merkte hij dat ze hetzelfde waren. Robert vroeg Monsieur Gireauld te spreken en wenste het adres van Cristine. Hij weigerde. Toen beschuldigde Robert hem van moord op Robert Macy. Monsieur Gireauld raakte buiten zichzelf van haat en hij riep dat Robert Macy een vuile jood was, die het waagde zijn dochter aan te raken. Hij bekende de moord en hij had Lucien, die toevallig in de buurt was en Robert wilde helpen, in het ravijn geduwd. Toen Robert dit allemaal had gehoord vluchtte hij het huis uit. De volgende dag toen hij net naar huis wou, hoorde hij bij Lucette dat Monsieur Gireauld dood was. Hij maakte het geweer van zijn dochter schoon en had zich per ongeluk doodgeschoten. Toen besloot Robert, ondanks hij alles had ingepakt en al afscheid had genomen van Monsieur Mons om te blijven en Cristine te steunen.

E: Bespreking van de volgende verhaalaspecten

1. Het is Fictie, maar het verhaal is heel werkelijk verteld, het zou echt gebeurd kunnen wezen dus, het is een realistisch verhaal.
2. Doordat er vele open plekken in dit boek gebruikt zijn, blijf je met veel vragen zitten. Daardoor wil je verder lezen, omdat je de vragen graag beantwoord ziet. Doordat de schrijfster deze manier van schrijven heeft gebruikt, wordt het boek automatisch spannend. De belangrijkste open plek in dit boek is dat Robert een zakboekje met namen heeft, en je weet niet wie deze mensen zijn, en wat ze met elkaar te maken hebben. Ergens op het einde van het boek kom je daar pas achter.
3. Personages:
Robert Reuling: een Nederlandse jongen van 16 jaar. Hij is de hoofdpersoon van dit verhaal. Het is een rustige, nieuwsgierige jongen die makkelijk contact maakt en recht op zijn doel afgaat.
Robert Macy: hij was een Joodse jongeman van rond de 20 jaar, die in de 2e wereld oorlog vermoord werd. Na zijn dood liet hij een mysterieus zakboekje en een kogel na.
Monsieur Mons: een goedhartige oude man van rond de zestig, hij is de eigenaar van ‘Belledonne’. Hij heeft een kreng van een vrouw die, als hij slechts naar een dame kijkt, al boos op hem wordt.
Belledonne of La Taverne: voor de oorlog was het een pension vernoemd naar de berg Belledonne waar je een mooi uitzicht op had. Tegenwoordig heet het La Taverne en is het een café.
Lucette: zij is voor vele mannen een aantrekkelijke serveerster in een ander café in Nizier. Robert heeft goed contact met haar.
Christine: zij is een vriendin van Robert en als hij haar leert kennen is haar moeder net begraven, hier praat zij veel over met Robert.
Pauline Gireaulds: zij was de moeder van Christine en wordt ook wel Elenore genoemd. Ze werd begraven op de dag dat Robert in Nizier aankomt. Ze kwam over als een koele, in zichzelf gekeerde vrouw omdat ze in de oorlog veel had meegemaakt.
Monsieur Gireaulds: hij is de grootvader van Christine en een stille, sterke man die zelden ziek is.
Madame Beford: een vrouw van ongeveer 50 jaar. Ze komt rustig over en staat altijd voor mensen klaar maar houd er niet van als mensen tegen haar liegen.
4. Opbouw: Meteen in het begin worden er vragen bij je opgewekt, zoals: Wie is madame Mons? Wie wordt er begraven? Etc… De belangrijkste gebeurtenis in het verhaal is dat Robert naar dokter Pascal gaat. Als hij daar aankomt, krijgt hij alles te weten. Alle namen in het boekje werden verklaard, op een paar na. Een heleboel raadsels worden opgelost. Het verhaal eindigt raar. Robert zou terug naar huis gaan, na zijn zoektocht. Net op het moment dat hij zou vertrekken, maakt hij duidelijk dat hij blijft. Ook geeft Robert niet de rede waarom monsieur Girauld zelfmoord heeft gepleegd. Dat wekt weer vragen op. De vragen die je in het verhaal kreeg, zijn opgelost, maar nu volgen er weer nieuwe. Het is dus wel een gesloten einde, maar er blijven wel onbeantwoorde vragen.
5. Tijd: Het verhaal speelt zich rond de jaren 80, omdat er mensen zijn die in de 2e wereld oorlog ongeveer 20 waren, die nu ongeveer 50 zijn. Maar er wordt iets uitgezocht wat in de 2e wereld oorlog is gebeurd.
Tussen begin en eind van het verhaal verloopt ongeveer 1 week.
Het verhaal is geschreven in de verleden tijd. Alle zinnen staan in de verleden tijd; “Nu het echt zo ver was, vond hij het erg moeilijk”.
Het verhaal is chronologisch geschreven. Het gaat namelijk over een jongen die gaat uitzoeken wat er zo’n 45 jaar geleden is gebeurt, en je komt er steeds meer van te weten. Het verhaal is (natuurlijk) niet continu geschreven. Er zijn vele tijdsprongen gemaakt. Voorbeeld: “Robert kon die avond niet in slaap komen.”
Het verhaal is achteraf verteld. Dat is logisch, want het staat in de verleden tijd.
6. Thema: Robert gaat op onderzoek uit in een wildvreemde stad nadat hij een raadselachtig boekje heeft gevonden.
Motieven: Onzekerheid, bijvoorbeeld als Robert een geweer gaat stelen. Angst, bijvoorbeeld toen Cristine met haar moeder sprak, en nooit een normaal antwoord kreeg. Vrijheid: Robert heeft geen verplichtingen van z’n ouders.
7. Vertelsituatie: Het is een personale vertelsituatie, want je ontdekt alles wat de hoofdpersoon ook ontdenkt. Echter wordt er ook wel is van persoon veranderd, en krijg je dingen te weten die de hoofdpersoon niet weet. Het verhaal wordt verteld door een alwetende verteller.
8. Ruimte: Het verhaal speelt zich af in Nizier, een plaatsje in Frankrijk, waar Robert op onderzoek uitgaat. Er wordt niet uitvoerig verteld hoe een bepaalde plek eruitziet. De plaats heeft verder geen invloed op het verhaal, alleen dat er Frans wordt gesproken, en dat hij er niemand kent.

F: Grondige beschrijving van mijn leeservaringen

Ik vond het een spannend en ontroerend boek. Het was ontroerend toen Robert hoorde wat Robert Macy allemaal had meegemaakt; concentratiekamp, dood van familie, ontsnapping, pijn enz. Hij leefde, dat was het belangrijkste. Maar toen hij stiekem op weg was naar Pauline Gireauld die in Belledonne kamer 16 aan het wachten was, werd hij niet door de Duitsers, maar door Paulines vader doorgeschoten, alleen maar omdat het een jood was. Het boek was spannend en boeide toen Robert dacht dat Cristine naar Parijs moest omdat Monsieur Gireauld zelfmoord wilde plegen. Robert brak toen in om het pistool af te pakken. Ook toen Monsieur Gireauld hem het adres van Cristine niet wilde vertellen en Robert hem beschuldigde van moord op Robert Macy. Het boek was nergens saai, omdat Robert altijd iets meer van Robert Macy en zijn zakboekje te weten kwam. Ik vond Robert moedig maar ook nieuwsgierig. Hij wilde alles weten over Robert Macy en hij reisde daarom naar Frankrijk. Moedig omdat hij in zijn eentje naar Frankrijk reisde en recht in het gezicht van monsieur Gireauld te zeggen dat hij de moordenaar was. Ik zou het liefst Robert Reuling willen zijn, omdat hij niet echt te maken had met de dood van Robert Macy, terwijl bijvoorbeeld Pauline tot haar dood eronder leed en Oncle Lucien helemaal gek was geworden en Cristine niet om kon gaan met het gesloten gedrag van haar moeder. Ik zou helemaal niet graag monsieur Gireauld willen zijn, omdat hij een dood op zijn geweten had en Lucien in een ravijn had geduwd. Het einde was best wel leuk, omdat Robert besloten had om te blijven en Cristine te steunen, nadat hij gehoord had dat haar opa zich ‘per ongeluk’ had doodgeschoten. Het taalgebruik was goed, niet te moeilijk en niet te makkelijk. De hoofdpersoon was de 16-jarige Robert Reuling. Omdat het zakboekje een magische aantrekkingskracht voor hem was ging hij naar Frankrijk om alles uit te zoeken. Hij hield van spanning en avontuur en hij gaf niet vlug op bij tegenslag. Hij was er behulpzaam bij monsieur Mons, bij Lucette en bij het ongeluk van Cristine en hij was erg moedig toen hij het pistool wegpakte en monsieur Gireauld van moord beschuldigde. Hij was ook erg gevoelig, hij wilde niet dat Cristine erachter kwam dat haar grootvader een moordenaar was.

G: Een verwerkingsopdracht (1)

- Robert Reuling; Robert is ongeveer 16 jaar, maar zijn leeftijd niet precies wordt genoemd. Hij kan makkelijk vrienden maken, en kan ook goed geheimen bewaren. Hij is nooit boos, en altijd vriendelijk. Over zijn uiterlijk wordt niet geschreven. Robert is soms wel twijfelachtig, maar is bijna nergens bang voor. Hij gaat recht op z'n doel af. Andere mensen helpt hij graag. Hij is weinig eisent. In het begin was het voor Robert een gewone vakantie. Aan het eind van het verhaal besluit hij nog langer te blijven, omdat hij zich in het dorp thuis voelt. Door zijn spontane karakter is hij snel geliefd bij de andere personages. Als hij boos is, zegt hij dingen die hij eigenlijk niet had durven zeggen. Z'n opvattingen zijn vrij standaard. Maar het is niet iemand die meteen z'n oordeel uitspreekt, over iemand.
- Robert Macy; Hij wist altijd aan de Duitsers te ontsnappen in de 2e wereld oorlog. Van hem was het boekje wat Robert (andere) een aantal jaren later vond. Vanwege de geheimzinnige teksten is Robert naar hem opzoek gegaan. Doordat hij al dood was, had hij geen verhouding met de hoofdpersonage. Hij was verliefd op de moeder van Cristine.
- Monsieur Mons; Hij is oud, en kan moeilijk lopen. Hij zweet heel veel, en stinkt. Hij verhuurt een kamer aan Robert. Hij geeft Robert de opdracht een gele roos bij het graf van Pauline te leggen. Hij komt bijna nooit buiten, en dus is de verhouding tot de andere personages onduidelijk.
- Lucette; Ze is aardig tegen Robert, en ook tegen de andere mensen. Ze werkt in een café, en als ze wegloopt hebben haar heupen veel bekijks. Ze helpt Robert als hij in de problemen zit.
- Cristine; Ze is in de war. Ze kende haar eigen moeder niet goed, en was dus niet onder de indruk tijdens de begrafenis. Tegen Robert was ze niet erg vriendelijk, in het begin. Later bespreekt ze haar problemen met hem.
- Pauline; Leeft niet meer op het moment dat Robert in de stad komt. Dan wordt ze net begraven. Ze zei gaf om niemand of niks. Er kwamen altijd mannen bij haar over de vloer, maar het was binnen een korte tijd weer "uit". Tijdens de oorlog kwamen zij en Robert Macy in het geheim samen. Na Robert Macy z'n dood is ze nooit meer normaal geworden. Ze wilde naast Robert Macy begraven worden.
- Monsieur Gireauld; Het is een ouwe man, maar sterk en nooit ziek. Hij is fel tegen Robert. Dat komt onder andere omdat Robert heeft ontdekt dat hij Robert Macy heeft vermoord
- Madame de Béfort; Ze komt ongeinteresseerd over. Ze is oud, en heeft in de 2e wereld oorlog Robert Macy geholpen met onderduiken. Eerst stuurt ze Robert (andere) weg als hij aanbelt. Later legt ze het hele verhaal aan Robert uit.

H: Informatie over de schrijver:

Korte levensbeschrijving:
1972 De vleugels van Wouter Pannekoek
1975 Het geheim van Mories Besjoer, Zilveren Griffel 1976
1977 Belledonne kamer 16, Eervolle vermelding Europese Jeugdboekenprijs, Padua 1977
1978 Bij ons in de straat,
1979 Wedden dat ik durf!
1982 Weg uit het verleden
1985 Medeplichtig
1986 De Blauwe Reus
1988 Het keteldier en andere verhalen
1988 Opstand!, Getipt door de Nederlandse Kinderjury 1989
1990 Kladwerk, Bekroond met de prijs van de Nederlandse Kinderjury 1991
1992 Blauwe plekken, Bekroond met de prijs van de Nederlandse Kinderjury 1993
1994 Fausto Koppie (kinderboekenweekgeschenk)
1995 Mijn olifant kan bijna alles
1996 Memo zwijgt
Alle boeken van Anke de Vries vielen in de prijzen bij plaatselijke kinderjury's.

Anke de Vries werd geboren in Sellingen (Groningen), op 5 december 1936. Ze groeide op in de Veluwe. Na haar middelbare schoolopleiding in Ede ging ze reizen, onder andere naar Frankrijk en Griekenland. Zij trouwde met een Fransman en woonde na haar huwelijk een aantal jaren in het buitenland, waaronder in Pakistan. Ze heeft drie kinderen een zoon en twee dochters. Sinds 1963 woont zij met haar gezin in Den Haag.
Haar echtgenoot moedigde Anke de Vries aan om te gaan schrijven. Ze volgde een cursus creatief schrijven en dat verliep zo succesvol dat ze direct daarna De vleugels van Wouter Pannekoek schreef. Dit boek verscheen in 1972 bij Lemniscaat en werd geïllustreerd door haar man. Het werd meteen door de Haagse kinderjury bekroond. Met dit boek is ze bekend geworden. Haar 2de boek begon ze te schrijven toen er actie werd gevoerd in de buurt waar ze woonde. Tegenover haar huis was ook het hofje waar de kinderen uit haar tweede boek, Het geheim van Mories Besjoer, zoveel plezier hebben.
Kinderen van ongeveer zeven jaar lezen graag haar gezellige boeken over gewone kinderen, zoals: Bij ons in de straat, Wedden dat ik durf! en De Blauwe Reus. Anke de Vries kreeg het idee om Kladwerk te schrijven toen ze een lezing hield op een school. Op deze school was net de nacht daarvoor ingebroken en was er van alles vernield. Het boek gaat over een groep klasgenoten, waaronder kinderen uit Suriname, Marokko, en Turkije, die erachter komen wie hun school tot twee keer aan toe heeft beklad.
Anke de Vries schreef ook spannende boeken voor oudere kinderen zoals: Belledonne kamer 16, Weg uit het verleden, over een jongen die angstige herinneringen de baas wil worden, Medeplichtig, waarin een heel dorp is betrokken bij een moord en Opstand! over een jongen die een wijnboeren opstand meemaakt. Al deze boeken spelen zich af in Frankrijk. In het laatste boek van Anke de Vries, Blauwe plekken, gaat het over Judith, die vaak door haar moeder word geslagen. Voor de kinderboekenweek 1994 schreef Anke de Vries het kinderboekenweekgeschenk Fausto Koppie. In 1995 maakte zij, op basis van schilderijen van de kunstenaar Ilja Walraven het prentenboek Mijn olifant kan bijna alles. Bij haar laatste boek, Memo zwijgt, liet zij zich inspireren op het scenario Mohammed zwijgt van Lou Brouwers voor de film De jongen die niet meer praatte, onder regie van Ben Sombogaart.
Over het algemeen schrijft Anke de Vries over jongeren die een probleem hebben, en daar eigenlijk niet met iemand over kunnen of willen praten. De genres zijn avontuurverhalen, en detectiveverhalen.

REACTIES

P.

P.

1000000000000000000000000000x thnx
morgen het verslag inleveren en ik heb er nog nix noppes nada aangedaan. ik heb het boek niet eens thuis! bubye, petra

22 jaar geleden

T.

T.

Hey...
ik heb je uittreksel goed kunnen gebruiken!... het is echt goed..

doej -x-

21 jaar geleden

P.

P.

slecht

21 jaar geleden

A.

A.

Eey Anoek!
bedankt voor je uittreksel, het heeft me erg geholpen bij m'n eigen uittreksel! Groetjes Alice

20 jaar geleden

J.

J.

ehjzz anoek,
een mooi boekverslag man, ik heb er echt heel veel aan gehad. super bedankt.
groetjes janneke

20 jaar geleden

N.

N.

hoi, je hebt een erg goed gedicht gemaakt

20 jaar geleden

J.

J.

ey anoek,
goed boekverslag!

20 jaar geleden

L.

L.

goed verslag

20 jaar geleden

I.

I.

HOI BEDANKT MAN

14 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.