Scholieren tussen 13 en 17 jaar gezocht!

Doe mee aan dit korte onderzoek over statiegeld en maak kans op 20 euro Bol.com tegoed

Meedoen

Belledonne kamer 16 door Anke de Vries

Beoordeling 6
Foto van een scholier
Boekcover Belledonne kamer 16
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 1755 woorden
  • 25 februari 2000
  • 114 keer beoordeeld
Cijfer 6
114 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Anke de Vries
Genre
Dagboek
Jeugdboek
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
1977
Pagina's
136
Oorspronkelijke taal
Nederlands

Boekcover Belledonne kamer 16
Shadow
Belledonne kamer 16 door Anke de Vries
Shadow
ADVERTENTIE
Examenstress? Niet met Examenbundel!

Over minder dan drie weken zit je jouw examens te maken. Slaat de examenstress toe? Sla nog snel Examenbundel, Samengevat en Examenbuddy in voor je probleemvakken en own je examens! Jij. Kunt. Dit.

Ik wil slagen

Titel: Belledonne kamer 16
Naam auteur: Anke de Vries
Uitgever: Lemniscaat
Aantal blz.: 136
Korte inhoud:
Robert Reuling besloot zijn vakantie in Frankrijk door te brengen, om de eigenaar van een zakboekje op te sporen. Dat zakboekje kwam uit 1944 en behoorde aan ene Robert Macy.
Een jaar geleden had Robert Reuling bij het opruimen van het
appartement in Parijs van zijn overleden grootvader, die arts was geweest, een doosje met een kogel gevonden en het zakboekje. Er stond maar weinig in het zakboekje; ‘Ik leef, ik leef. Mijn God hoe is het mogelijk.’ Verder stond er nog: ‘Madame de B is volkomen te vertrouwen.’ Verder kwam er een letter P en een letter L in voor. De enige naam die steeds voluit werd geschreven was Eleonore. Op een bladzijde stond: ‘Vanavond voor het eerst buiten geweest. De maan bescheen de vallei en betoverde Belledonne. Monsieur M haat me.’
Ergens anders stond: ‘het dorpje N.’ En op het einde stond:
‘Vanavond pension Belledonne kamer 16. Eleonore.’ Het zakboekje
had bijna een magische aantrekkingskracht voor Robert Reuling; Hij vroeg zich af wie Robert Macy was en of hij nog zou leven.
Belledonne was een berg in de Franse alpen. Op kaarten van het
Franse Alpengebied zocht hij naar dorpen die begonnen met de letter N en die uitzicht hadden op de berg Belledonne. Na een week zoeken kwam hij terecht bij het pension Belledonne, dat nu ‘La Taveerne’ heette, vlak bij het dorpje Nizier. De eigenaar, monsieur Mons, had het pension in 1948 voor een krats gekocht, omdat het al een tijdje leeg stond. Omdat zijn vrouw binnen geen verbetering wou aanbrengen, werden er geen kamers meer verhuurd. Omdat zij ‘oom’ Robert Macy aan het eind van de oorlog er ook gelogeerd had, wilde Robert graag een kamer, liefst kamer 16, maar hij kreeg kamer 14. Monsieur Mons vroeg of Robert in zijn plaats naar de begrafenis van Madame Pauline Gireauld wilde gaan. Hij kon zelf niet gaan, omdat zijn vrouw ziekelijk jaloers was. Als iedereen vertrokken was, moest Robert een gele roos op het graf leggen en zeggen: ‘Dit is de roos van Albert Mons, hij is u dankbaar voor alle bezoeken, die hij nooit
zal vergeten.’ Voordat de begrafenis begon, besloot Robert iets te gaan drinken op het terras ‘Chez Lucette’ en hij zag de mensen naar de kerk lopen. Hij ontdekte op het kerkhof het familiegraf van Gireauld, maar madame Gireauld werd begraven op een gedeelte van het kerkhof dat erg kaal en verwilderd uitzag. Toen Robert de gele roos op de kist legde, zag hij ernaast de grafsteen van Robert Macy; geboren in 1922 en gestorven in 1944. Op het terras bij Lucette hoorde Robert de mensen druk en opgewonden praten over de begrafenis. Hij hoorde de mensen praten over waarom madame Gireauld niet in het familiegraf werd begraven, waarom ze geen bloemen op de kist had en over Madame de Béfort, die al tegen de 90 liep. Robert vroeg zich al of dat Madame de B in het zakboekje was. Hij hoorde ook dat madame Gireauld gescheiden was en dat het opvallend geklede meisje op de begrafenis haar dochter was. Dit meisje, Christine Trabut, viel dezelfde dag, vlak voor Roberts ogen met haar brommer. Robert nam haar mee naar het pension en Madame Mons verzorgde haar wonden. Monsieur Mons vertelde dat madame Gireauld vaak naar het pension kwam. Ze dronk zwijgzaam haar thee en genoot van het uitzicht op de Belledonne. Ze reisde veel, ze deed opgravingen in Egypte en Griekenland. Ze had soms een gele roos bij zich. Een keer wilde ze in kamer 16 van het uitzicht genieten, terwijl er mist was. De gele roos had ze in kamer 16 laten liggen. Toen Monsieur Mons en Robert Cristine naar huis brachten, zag Robert een schilderij van Madame Gireauld met een gele roos. Opeens zakten Cristines grootvader in elkaar, toen Monsieur Mons vertelde dat Robert een neef was van Robert Macy.
De volgende dag ging Robert op bezoek bij Madame de Béfort, maar
zij wees hem de deur toen Robert naar zijn ‘oom’ Robert Macy
vroeg. Robert bracht de brommer terug naar Cristine en nam haar
mee voor een ritje. Cristine stortte haar hart uit over haar vreemde verhouding met haar moeder. Robert ontdekte dat ze een kettinkje droeg met de naam Eleonore. Ze had het gevonden in haar moeders sieradendoosje. Tijdens een wandeling werd Robert overvallen door een hevig noodweer. Toen hij bij Lucette kwam, maakte hij kennis met Oncle Lucien, die gek was en in de ondergelopen kelder zat. Hij wilde niet uit de kelder komen, omdat hij bang was voor onweer. Hij schreeuwde dan altijd: ‘Paf paf, dood, monsieur Moustache’. Als het goed weer was, was hij nooit bang en had hij altijd een tevreden grijns op zijn gezicht. Van Monsieur Mons haarde Robert over dokter Pascal. Hij vroeg zich af of dat de P uit het zakboekje was. Robert besloot hem op te zoeken en hij vertelde Pascal over het zakboekje. Dokter Pascal kende Robert Macy, hij was op een wonderbaarlijke manier ontvlucht uit het concentratiekamp, waar zijn familie was
uitgemoord. Oncle Lucien vond hem doodziek en hij bracht hem naar madame de Béfort. Toen Robert Macy weer opknapte, werd hij
verliefd op Pauline Gireauld. Ze ontmoetten elkaar in het geheim in een leegstaand pension. Madame de Béfort wist hier niets van. Op een avond hadden de Duitsers hem gedood en Lucien werd in het
ravijn geduwd en sindsdien was hij gek. Lucien was dus de L in het zakboekje. Dokter Pascal wist niet wie Eleonore en monsieur M waren. Van madame Pascal kreeg Robert een schilderij van Cristine cadeau. Ze had het 7 jaar geleden geschilderd. Toen Robert Cristine belde, vertelde ze dat ze van haar grootvader hals over kop naar Parijs terug moest. Ze moest naar een tante die ze nauwelijks kende. De verbinding werd plotseling verbroken toen ze het adres wilde doorgeven. Hij ging naar het huis van Gireauld en zag door het raam Cristines grootvader met een pistool. Omdat Robert dacht dat hij zelfmoord wilde plegen stal hij het pistool. Robert werd door Madame de Béfort uitgenodigd. Robert vertelde over het zakboekje en over het gesprek met dokter Pascal. Madame de Béfort had Roberts grootvader 1 keer ontmoet, nl. toen Robert Macy werd doodgeschoten en ze herkende het zakboekje. De kogel die Robert had, zat in Luciens been. Madame de Béfort vond het onverklaarbaar dat Robert Macy zo een gemakkelijke prooi voor de Duitsers was geweest; 1 dodelijk schot, precies in het voorhoofd. Robert Macy had op één van zijn vluchten een kettinkje gevonden met een rond plaatje eraan waarop de naam Eleonore gegraveerd stond en hij gaf het aan Pauline, want dat was alles wat hij had. Ook maakte hij gele papieren roze voor haar en hij beloofde dat als de oorlog voorbij zou zijn, ze elke dag een echte gele roos zou krijgen. Madame de Béfort herinnerde zich dat Lucien de naam Monsieur
Moustache voor Monsieur Gireauld had bedacht. Toen Robert de
kogel vergeleek met da kogels van het pistool van Monsieur Gireauld merkte hij dat ze hetzelfde waren. Robert vroeg Monsieur Gireauld te spreken en wenste het adres van Cristine. Hij weigerde. Toen beschuldigde Robert hem van moord op Robert Macy. Monsieur Gireauld raakte buiten zichzelf van haat en
hij riep dat Robert Macy een vuile jood was, die het waagde zijn
dochter aan te raken. Hij bekende de moord en hij had Lucien, die toevallig in de buurt was en Robert wilde helpen, in het ravijn geduwd. Robert vluchtte het huis uit en gooide het pistool in een spleet in een rots, omdat hij vond dat niemand en vooral niet Cristine de waarheid mocht weten. De volgende dag hoorde hij bij Lucette dat Monsieur Gireauld dood was. Hij maakte het geweer van zijn dochter schoon en had zich per ongeluk doodgeschoten. Toen besloot Robert, ondanks hij alles had ingepakt en al afscheid had genomen van Monsieur Mons om te blijven en Cristine te steunen.

Eigen mening:
Ik vond het een spannend en ontroerend boek. Het was ontroerend
toen Robert hoorde wat Robert Macy allemaal had meegemaakt;
concentratiekamp, dood van familie, ontsnapping, pijn enz. Hij
leefde, dat was het belangrijkste. Maar toen hij stiekem op weg was naar Pauline Gireauld die in Belledonne kamer 16 aan het wachten was, werd hij niet door de Duitsers, maar door Paulines vader doorgeschoten, alleen maar omdat het een jood was. Het boek was spannend en boeide toen Robert dacht dat Cristine naar Parijs moest omdat Monsieur Gireauld zelfmoord wilde plegen. Robert brak toen in om het pistool af te pakken. Ook toen Monsieur Gireauld hem het adres van Cristine niet wilde vertellen en Robert hem beschuldigde van moord op Robert Macy. Het boek was nergens saai, omdat Robert altijd iets meer van Robert Macy en zijn zakboekje te weten kwam. Ik vond Robert moedig maar ook nieuwsgierig. Hij wilde alles weten over Robert Macy en hij reisde daarom naar Frankrijk. Moedig omdat hij in zijn eentje naar Frankrijk reisde en recht in het gezicht van monsieur Gireauld te zeggen dat hij de moordenaar was. Ik zou het liefst Robert Reuling willen zijn, omdat hij niet echt te
maken had met de dood van Robert Macy, terwijl bijvoorbeeld
Pauline tot haar dood eronder leed en Oncle Lucien helemaal gek
was geworden en Cristine niet om kon gaan met het gesloten gedrag van haar moeder. Ik zou helemaal niet graag monsieur Gireauld willen zijn, omdat hij een dood op zijn geweten had en Lucien in een ravijn had geduwd. Het einde was best wel leuk, omdat Robert besloten had om te blijven en Cristine te steunen, nadat hij gehoord had dat haar opa zich ‘per ongeluk’ had doodgeschoten. Het taalgebruik was goed, niet te moeilijk en niet te makkelijk. De hoofdpersoon was de 16-jarige Robert Reuling. Omdat het zakboekje een magische aantrekkingskracht voor hem was ging hij naar Frankrijk om alles uit te zoeken. Hij hield van spanning en avontuur en hij gaf niet vlug op bij tegenslag. Hij was er behulpzaam bij monsieur Mons, bij Lucette en bij het ongeluk van Cristine en hij was erg moedig toen hij het pistool wegpakte en monsieur Gireauld van moord beschuldigde. Hij was ook erg gevoelig, hij wilde niet dat Cristine erachter kwam dat haar grootvader een moordenaar was. Het verhaal speelde zich af in de Franse Alpen in het dorpje Nizier en een stukje buiten het dorp in het pension dat vroeger Belledonne heette en uitkeek op de berg Belledonne. Het verhaal speelt zich in deze tijd af. Het verhaal duurt ongeveer 2 maanden.

REACTIES

B.

B.

hey, bedankt voor je verslag op het internet kon het goed gebruiken

groetjes britte

23 jaar geleden

K.

K.

heeeeej
kei veel bedankt voor die
samenvatting hoef ik er zelf
tenminste geen te schrijven


groetjes
koen

23 jaar geleden

R.

R.

bedankt voor de info k had er veel aan


21 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.