De liefdesrelatie tussen Beatrijs en haar minnaar krijgt ideale hoofse trekjes (verheven minne, galante omgangsvormen), en het verhaal is realistischer (Beatrijs krijgt kinderen). Maar daarmee verliest het verhaal zijn theologische voorbeeldfunctie niet: wereldse liefde, trouwen
bezittingen zijn vergankelijke zaken, en alleen de hemelse liefde en trouw blijven. Wie zijn geloof behoudt, kan rekenen op de bijstand van Maria, de barmhartige middelares.
Maria speelt als middelares een cruciale rol: dank zij haar kan zelfs de grootste zondaar, mits hij berouw toont, gered worden. Zij is de \'omnipotentia supplex\' (de almachtig vrome), de toevlucht voor de mens in nood, het symbool van barmhartigheid.
Perspectief en verteller
Het perspectief van de Beatrijs is het hij/zij-perspectief. Beatrijs en de andere personages, worden namelijk gedurende het hele verhaal bij naam of met hij/zij genoemd, wat op een dergelijk perspectief duidt. Bovendien wordt in de allereerste alinea van het verhaal door een niet bij name genoemde verteller hulp gevraagd voor het juist beschrijven van het verhaal, wat deze persoon van horen zeggen te weten is gekomen. Omdat de verteller geen getuige van het wonder is geweest en het om die reden niet vanuit zichzelf kan beschrijven, is dit een tweede aanwijzing voor het hij/zij-perspectief.
Tijd en ruimte
Zoals uit de subtitel van het verhaal kan worden opgemaakt, speelt het verhaal zich af in de Middeleeuwen, in het verleden en is in 1225 in Middelnederlands op papier gezet. Dit verhaal over het leven van Beatrijs wordt in een chronologische structuur verteld. De verteltijd van het verhaal bedraagt exact 1038 zinnen, gevolgd door het slotwoord ‘Amen’. De duur van de vertelde tijd is echter, door gebrek aan informatie, moeilijk exact op te maken. Daarom is bij de enkele verschillende omgevingen waarin Beatrijs zich achtereenvolgens bevindt, vermeld hoe lang dit ongeveer geduurd zal hebben:
-In het klooster; een (op)gesloten ruimte. Beatrijs bevindt zich hier vanaf haar twaalfde levensjaar.
-In de wijde wereld; haar jeugdliefde achterna. Zeven jaar leeft ze in weelde en geluk, zeven daarop volgende jaren is ze echter gedwongen zich te verlagen tot prostitutie.
-Weer terug in het klooster; terug in de veilig omsloten wereld.
Stijl
Van het taalgebruik van dit verhaal, dat aan de bron staat van onze Nederlandse literatuur, kan niet veel bijzonders, als beeldende ruimtebeschrijvingen en (levende) dialogen, verwacht worden. Bovendien is de oorspronkelijke versie geschreven in het Middelnederlands, waaruit door ons, hedendaagse Nederlanders, behalve, met moeite, de betekenis, geen literatuurtechnische zaken als schrijfstijl kunnen worden opgemaakt. Opmerkelijk aan het verhaal echter, zijn de korte zinnen, strofen, omdat het een op dichterlijke wijze rijmend verteld verhaal betreft.
Thema
Het thema van dit verhaal luidt als volgt:
Als je veel zonden begaat, maar hoopvol blijft en berouw toont door te bidden tot Maria, zul je vergeving krijgen.
Titelverklaring
De titel Beatrijs, een middeleeuws Maria-mirakel, is gemakkelijk te verklaren. De hoofdtitel, Beatrijs, verwijst namelijk naar het hoofdpersonage, Beatrijs, de goede en vrome non. De subtitel, een middeleeuws Maria-mirakel, duidt er allereerst op dat het verhaal een relatie heeft met de Middeleeuwen, in welke periode het verhaal zich dan ook afspeelt en het eveneens in de volkstaal geschreven of mondeling uit overgeleverd is. Het laatste gedeelte van de subtitel, Maria-mirakel, verwijst ten tweede naar de belangrijkste gebeurtenis die zich in het verhaal voltrekt; Maria, een gestorven, maar heilige vrouw, die bovendien de moeder en de ‘vrouw’ van de Heer is, neemt voor veertien jaren de plaats in van de ontrouwe, maar volhardend praktiserende non Beatrijs; een waar mirakel.
Verwerkingsopdracht 31:
De Middeleeuwen
a) Van de vier tot de middeleeuwse literatuur behorende genres, was de geestelijke epiek, waarin over heiligendaden en wonderen werd verteld, het meest godsdienstig van aard. Het verhaal Beatrijs, een Maria-mirakel, waarin het leven van de non Beatrijs wordt beschreven, behoort, zoals reeds uit de titel kan worden opgemaakt, tot dit genre. Niet zozeer God, maar de Heilige Maagd Maria staat in het verhaal, door het verrichten van een wonder, centraal. Bovendien zijn de belangrijkste motieven in dit verhaal, bidden, trouw, zondigen en vergiffenis, zeer belangrijke godsdienstige thema’s. Uit deze argumenten kan worden opgemaakt, dat in dit middeleeuwse werk God en de Christelijke godsdienst inderdaad een zeer belangrijke plaats innamen.
b) Nadat Beatrijs, in cognito; onder een andere naam, haar levensverhaal aan de abt had gebiecht, is dit mirakel door zijn preek de wereld in gekomen. Dit verhaal was namelijk zo bewonderenswaardig dat het niet verzwegen mocht worden. Het belang van de godsdienstige waarden kwam duidelijk naar voren; iets wat voor zowel de rijke adel als de arme burgers, in de ogen van de geestelijken, een wijze en belangrijke les was. Het verhaal was dus niet zozeer voor specifiek één stand geschreven, maar kon als wijze les voor alle gelovigen worden beschouwd.
c) Zoals in de vorige deelopdracht, b, beschreven is, heeft Beatrijs onder een andere naam haar levensverhaal gebiecht. Omdat de abt in dit wonderbaarlijke verhaal een zeer wijze les zag, maar zich tegelijkertijd aan het biechtgeheim diende te houden, heeft hij haar naam veranderd, opdat ‘niemand op ’t idee zal komen dat het jou en je kinderen is overkomen: niemand zal een vermoeden krijgen.’ Bovendien is niet duidelijk wie het verhaal uiteindelijk op papier heeft gezet: was het de abt, wiens naam niet bekend is, of was het iemand anders, die het verhaal van horen zeggen op dichterlijke wijze heeft verwerkt? Zeer waarschijnlijk is er sprake van het volgende: De abt heeft het verhaal in de taal van de wetenschap, in die tijd het Latijn, op papier gezet, waarna een beroepsdichter het op dichterlijke wijze in het Middelnederlands heeft vertaald en verwerkt. Dit kan uit de eerste alinea van de Beatrijs worden opgemaakt: Een niet bij name genoemde ik-persoon vraagt namelijk om hulp bij het vertellen van dit wonderbaarlijke verhaal. Uit bovenstaande tekst kan dus worden geconcludeerd dat in dit verhaal op drie verschillende manieren sprake is van anonimiteit.
d) Het antwoord op de laatste vraag van deze verwerkingsopdracht, is eveneens eerder gegeven; in deelopdracht a wordt beschreven dat de Beatrijs tot de geestelijke epiek behoort. Er zijn verschillende kenmerken in het verhaal waaruit blijkt dat het tot het geestelijke genre behoort:
- Het belangrijkste kenmerk is de aanwezigheid van de religieuze boodschap; na het begaan van al haar zonden, zal Beatrijs slechts door berouw en de genade van God vergeving verkrijgen. Iets waar uiteindelijk het gehele verhaal om draait (zie ook het kopje Thema en motieven in dit verslag): Als je veel zonden begaat, maar berouw toont, zul je vergeving, Gods genade, ontvangen.
- Om het verhaal enigszins levendig en spannend te maken, heeft de hoofdpersoon van het verhaal eerst zeer diep moeten zinken, alvorens vergeving te krijgen. Deze vertelwijze kan eveneens in de Beatrijs worden onderscheden; Hoofdpersonage Beatrijs moest zich eerst voor zeven jaren verlagen tot prostitutie, voordat ze veilig en ongemerkt naar de ‘omsloten wereld’ terug kon keren.
Eindoordeel
Beatrijs, een middeleeuws Maria-mirakel, is niet alleen een verhaal dat zich in de Middeleeuwen afspeelt, maar is ook in deze periode door een onbekende dichter op papier gezet. Het vellen van een oordeel over dit verhaal slechts vanuit onze hedendaagse maatstaven, leek me dan ook niet redelijk. Graag zou ik de kwaliteit en de indrukwekkendheid eveneens vanuit een (min of meer) middeleeuws oogpunt willen benaderen. Deze beoordeling zal door de verschillende alinea’s heen gevlochten zijn.
Gebeurtenissen
Het verhaal vanuit eigen maatstaven beschouwend, vond ik de verschillende gebeurtenissen tamelijk onwaarschijnlijk overkomen, terwijl de onwaarheid van de gebeurtenissen niet kan worden bewezen; wie kan met zekerheid beweren dat dergelijke Maria-mirakelen niet (hebben) bestaan? Voor de gelovige middeleeuwse samenleving zal dit verhaal dan ook waarschijnlijk min of meer als een bewijs voor het bestaan van God en Maria en een voorbeeld voor goed leven gefungeerd hebben. In onze hedendaagse maatschappij zijn bovendien nog steeds verhalen bekend van wonderen die in het bijzonder door Maria zijn verricht, waarbij men bijvoorbeeld kan denken aan de genezingen in Lourdes. Bovendien worden andere gebeurtenissen in het verhaal, zoals het in de prostitutie geraken, door onze vooruitstrevende blik nog steeds als iets verschrikkelijks ervaren. Hieruit kan worden geconcludeerd dat het niet zozeer de wonderbaarlijke en verschrikkelijke gebeurtenissen zijn, die onwerkelijk voordoen, maar dat de manier van vertellen de verschillende gebeurtenissen onwerkelijk naar voren doet komen. In het verhaal wordt door de dichter namelijk niet, zoals wij dat tegenwoordig gewend zijn, uitgebreid de gevoelens en gedachtes van de betrokken personages beschreven, wat het verhaal enigszins afstandelijk maakt. Naar mijn mening kan het verhaal hier echter niet op afgerekend worden; het staat aan de basis van onze hedendaagse literatuur en alle begin is immers moeilijk. Wanneer wij onze verworvenheden voor enkele ogenblikken achter ons zouden laten terwijl we dit verhaal beoordeelden, waren wij misschien wel onder de indruk van de wijze waarop de dichter zo’n 1500 jaar geleden de gedachten en gevoelens van de hoofdpersoon had weergegeven!
Personen
Evenals over de beschreven gebeurtenissen, kan ik, uit hedendaags oogpunt dit verhaal beschouwend, bij het beoordelen van de personages van het verhaal vertellen dat ze geen grote indruk op me maakten. Zowel de innerlijke gevoelens als het uiterlijk van de betrokken personages, werden naar mijn mening in het verhaal onvoldoende benadrukt; na het lezen van het verhaal kon ik me van alleen hoofdpersoon Beatijs al, geen goede voorstelling maken. Daar kan echter, evenals bij het voorgaande punt van deze beoordeling, tegenin gebracht worden te kijken naar de leeftijd van het verhaal. Wanneer men namelijk vanuit dat oogpunt zou beoordelen, toont Beatrijs in het verhaal juist enorme schande, schaamte en wanhoop over haar daden en wordt de lezer in haar leed meegetrokken. Vanuit dat oogpunt ligt dit verhaal zonder twijfel ten grondslag aan de hedendaagse psychische roman.
Opbouw
Het verhaal is in zijn geheel chronologisch verteld, omdat men in de Middeleeuwen waarschijnlijk geen andere vertelvorm kende. De opbouw van het verhaal kan daarom niet als lastig worden beschouwd, het verhaal liep min of meer als een (snel)trein; recht op het doel af zonder te stoppen of om te keren. Dit maakte het verhaal dan ook niet spannend, wat echter zoals reeds onder de kopjes Gebeurtenissen en Personen, eveneens door vertelwijze werd veroorzaakt. Wat ik over het algemeen plezierig aan een verhaal vind, is een gesloten einde; van het hoofdpersonage waarmee je je gedurende het gehele verhaal geïdentificeerd hebt, wil ik altijd graag weten hoe het, na alle problemen die hij/zij te verduren heeft gekregen, uiteindelijk met dit personage afloopt. Het gesloten einde van dit verhaal is in mijn ogen dan ook zeer prettig; Beatrijs is veilig teruggekeerd in het klooster, heeft haar wonderbaarlijke levensverhaal gebiecht en vergeving verkregen. Alles is weer pais en vree en het verhaal kan eindigen met ‘Amen.’
Taalgebruik
Opvallend aan het taalgebruik en daarmee het verhaal, zijn de rijmende korte strofen, die Beatrijs’ levensgeschiedenis tot een verhalend gedicht maken. Vanwege het feit dat iedere strofe op de andere moet rijmen, is de woordkeuze in sommige gevallen beperkt. Bovendien betreft dit verhaal een vertaling van een middeleeuws werk, waardoor de woordkeuze ook daaraan aangepast moest worden. Het taalgebruik is dan ook niet gemakkelijk, wat voor mij persoonlijk echter niet betekende dat de details van het verhaal onbegrijpelijk voor me waren. Zoals reeds eerder in deze beoordeling is beschreven, heeft deze middeleeuwse literatuur door zijn prilheid ten aanzien van onze hedendaagse literatuur me niet bijzonder geraakt, evenals een enkele zin. De waarheid van bedoeling achter het verhaal, de vergeving door Maria en Haar Zoon, heeft me daarentegen wel geïntrigeerd: ‘Zóu het waar kunnen zijn?’. Vragen over het geloof rezen in me op; vragen waar ik tot op heden helaas geen overtuigend antwoord op kan geven. Vermoedelijk blijft er voor ons mensen, in navolging van Beatrijs, geen andere keuze dan te blijven bidden en geloven…
Evaluatie
Qua leeststijl ben ik een analytisch lezer. Tijdens het lezen van een boek, ‘duik’ ik als het ware in het verhaal, ga op zoek naar thema´s en motieven en probeer de gedachten en gevoelens van, in het bijzonder de hoofdperso(o)n(en) te doorgronden. Persoonlijk ben ik van mening dat deze manier van lezen enorm bijdraagt aan mijn verhaalbegrip en ik beleef aan de zoektocht naar patronen dan ook veel genot. Een gunstige bijkomstigheid is dat deze manier van lezen, bij het schrijven van een goed leesverslag, zie onder andere het onderdeel Analyse, verlangd wordt. In feite heb ik een groot deel van het verslag voor er maar één letter op papier staat, reeds voorbereid in mijn hoofd, waardoor mijn waardering voor het boek na het schrijven van een leesverslag nooit drastisch veranderd zal zijn. De uitdaging, die ik tot nu toe bij het schrijven van leesverslagen gewend was, namelijk het uitkiezen van de meest geschikte verwerkingsopdracht, werd me bij dit boek ontnomen. Deze verwerkingsopdracht vond ik van de sectie Nederlands geen slechte keus, aangezien dit boek ten aanzien van het thema Middeleeuwen gelezen moest worden, maar de hiervoor verplicht te lezen bladzijdes uit literatuurboek Metropool en de verwerkingsopdracht zelf, droegen niet veel informatie bij aan mijn reeds dit jaar opgedane kennis over de Middeleeuwen!
Evaluatie
Qua leeststijl ben ik een analytisch lezer. Tijdens het lezen van een boek, ‘duik’ ik als het ware in het verhaal, ga op zoek naar thema´s en motieven en probeer de gedachten en gevoelens van, in het bijzonder de hoofdperso(o)n(en) te doorgronden. Persoonlijk ben ik van mening dat deze manier van lezen enorm bijdraagt aan mijn verhaalbegrip en ik beleef aan de zoektocht naar patronen dan ook veel genot. Een gunstige bijkomstigheid is dat deze manier van lezen, bij het schrijven van een goed leesverslag, zie onder andere het onderdeel Analyse, verlangd wordt. In feite heb ik een groot deel van het verslag voor er maar één letter op papier staat, reeds voorbereid in mijn hoofd, waardoor mijn waardering voor het boek na het schrijven van een leesverslag nooit drastisch veranderd zal zijn. De uitdaging, die ik tot nu toe bij het schrijven van leesverslagen gewend was, namelijk het uitkiezen van de meest geschikte verwerkingsopdracht, werd me bij dit boek ontnomen. Deze verwerkingsopdracht vond ik van de sectie Nederlands geen slechte keus, aangezien dit boek ten aanzien van het thema Middeleeuwen gelezen moest worden, maar de hiervoor verplicht te lezen bladzijdes uit literatuurboek Metropool en de verwerkingsopdracht zelf, droegen niet veel informatie bij aan mijn reeds dit jaar opgedane kennis over de Middeleeuwen!
REACTIES
1 seconde geleden