Ruimte 1 : De hut waar Mariam is opgegroeid.
Citaat:
’Het lag iets buiten Gul Daman. Om er te komen moest je vanaf de hoofdweg tussen Herat en Gul Daman een stoffig oplopend pad met diepe voren inslaan. Aan de weerszijden stond het gras kniehoog en zag je stippen witte en felgele bloemen. Het pad slingerde zich de heuvel op en leidde naar een vlak stuk grond waar verschillende soorten populieren oprezen en wilde struiken in groepjes bij elkaar stonden. Van daaruit kon je links de toppen van de roestkleurige bladen van de windmolen in Gul Daman zien, en rechts beneden heel Herat. Het pad liep haaks op een brede beek vol forellen, die van het Safid-hoh-gebergde rondom Gul Daman naar beneden liep. Tweehonderd meter stroomopwaarts, in de richting van de bergen, stonden wat treurwilgen in een grote cirkel. In het midden, in de schaduw van de wilgen, was de open plek.’
Bladzijde 14
‘Op de open plek bouwden Jalil en twee van zijn zonen, Farhad en Mushin, de kleine kolba waar Mariam de eerste vijftien jaar van haar leven zou wonen. Ze trokken het op van zongedroogde stenen en pleisterden het met modder en handenvol stro. Er waren twee bedden, een houten tafel, twee stoelen met rechte ruggen, een raam, en planken die aan de muur waren getimmerd en waarop Nana haar kleipotten en haar geliefde Chinese theeservies zette. Jalil zorgde voor een nieuwe gietijzeren kachel voor de winter en stapelde kleingehakt hout achter de kolba op. Hij maakte buiten een tandoor om brood te bakken en een kippenren met een hek eromheen. Hij lied Fahrad en Mushin een diep gat graven zo’n honderd meter buiten de cirkel van de wilgen en zette er een wc-huisje overheen.’
Bladzijde 16
Hoe de ruimte er volgens mij uitziet
Door de zeer uitvoerige beschrijving die Khaled Hosseini over de hut geeft, is er eigenlijk nog maar weinig plek voor een eigen invulling. Toch denk ik aan een kleine hut met een plat dak, van ongeveer vijf bij drie meter. De hut staat op een open plek, in het midden van een kring hoge Treurwilgen. Aan de linkerkant van de hut staat een kippenhok met gaas eromheen. Aan de rechterkant de Tandoor. De hut heeftdeuren en ramen, gemaakt van hout. Binnenin de hut bestaat de vloer uit planken. In twee hoeken van de hut staan bedden. Boven het ene bed hangen planken om spullen op te bergen. in het midden van de hut staan een kachel en een tafel met twee stoelen. Honderd meter vanaf het hutje staat een wc-huisje.
Ruimte 2 : Het huis van Rasheed.
Citaat:
‘De huizen in de straat stonden zowat boven op elkaar en deelden een muur, ze hadden ommuurde erfjes aan de voorkant, die ze van de straat scheidden. De meeste huizen hadden platte daken en waren gemaakt van baksteen, sommige waren van leem dat dezelfde grauwe kleur had als de bergen rondom de stad. Goten scheidden aan beide kanten het trottoir van de weg en er stroomde modderig water doorheen. Hier en daar zag Mariam hoopjes vuil liggen die de straat rommelig maakten. Het huis van Rasheed had twee verdiepingen. Mariam kon nog net zien dat het ooit blauw was geweest. Toen Rasheed de voorpoort opende, liep Mariam een klein, verwaarloosd erf op, waar pollen geel gras zich hier en daar omhoog worstelden. Mariam zag rechts een wc-huisje op een zijerfje, en aan de linkerkant een put met een pomp en een rij jonge boompjes die op sterven na dood waren Vlak bij de put stond een gereedschapsschuurtje, waar een fiets tegenaan stond. Rasheed deed de voordeur van het slot en liet haar zijn huis binnen. Rasheeds huis was veel kleiner dan dat van Jalil, maar vergeleken met de Kolba van Mariam en Nana was het een herenhuis. Beneden waren er een gang, een woonkamer en een keuken, waar hij haarpotten en pannen toonde, en een snelkoker en een petroleum-ishtop. In de woonkamer stond een pistachegroene leren bank. Aan de zijkant zat een grote scheur, die iemand onhandig had proberen te herstellen. Er hing niets aan de muren. Er stonden een tafel, twee rieten stoelen en in de hoek een zwarte gietijzeren kachel. Boven was een amper verlichte gang en twee slaapkamers. De deur van de grootste stond op een kier. Mariam zag dat de kamer, net als de rest van het huis, spaarzaam gemeubileerd was: een bed in de hoek, een bruine deken, een kussen een kast en een dressoir. De muren waren kaal, op een kleine spiegel na. Rasheed sloot de deur. De kamer die voor Mariam bedoeld was, was veel kleiner. Er stonden een bed, een oud vaalbruin dressoir en een kleine kast. ’
Bladzijde 60
Hoe de ruimte er volgens mij uitziet
Bij deze ruimte denk ik aan een soort van rijtjeshuis met een verwaarloosd erf ervoor. Aan de rechterkant een wc-huisje en aan de linkerkant een waterput, een gereedschapsschuurtje en een rij met bomen. Het gras op het erf is vergeeld, en de bomen zijn bijna dood. Het huis is vierkant van vorm en wit blauwig van kleur. De onderste verdieping heeft een gang en twee kamers; een keuken en een woonkamer. De bovenste verdieping heeft een gang en twee slaapkamers. Alle kamers hebben weinig meubilair en de muren zijn kaal.
Ruimte 3 : Het weeshuis
Citaat:
‘Ze liepen door de slecht verlichte gangen, waar kinderen op blote voeten opzijgingen en toekeken. Ze hadden loshangend haar of geschoren schedels. Ze droegen truien met gerafelde mouwen en gescheurde spijkerbroeken. Laila ving een glimp op van de binnenplaats: een perceel onkruid, een gammele schommel, oude banden, een leeggelopen basketbal. De kamers die ze passeerden waren leeg, de ramen voorzien van stukken plastic. Hij bracht hen naar zijn kantoor, een kamer met slechts drie klapstoelen en een chaotisch bureau met stapels papier erop. ’
Bladzijde 294
Hoe de ruimte er volgens mij uitziet
Ik denk bij het weeshuis aan een oud, groot grijs gebouw met een plat dak. Het weeshuis is vervallen, met ramen die kapot zijn en gerepareerd met plastic. In de muren zitten grote scheuren. Op de binnenplaats staat een oude schommel en heel veel onkruid. Het kantoortje is klein met witte klapstoelen. Veel van de slaapkamers zijn leeg. De lampen op de gang zijn bijna allemaal kapot en er ligt overal puin.
REACTIES
1 seconde geleden