Tijd:
Erg kenmerkend voor deze tijd is dat de grens tussen auteurs en personages vervaagd. Ook in dit verhaal zie je bepaalde kenmerken van het leven van Karin terugkomen. Zie stukje auteur.
Samenvatting:
Sam (Samarendra) Ambani is een jonge, ambitieuze Zwitserse architect van Indiase afkomst. Toen hij zestien was, is zijn vader, een mislukte uitvinder, tijdens een bergwandeling door een val om het leven gekomen. Sam woont nog bij zijn moeder en verzorgt met haar zijn vijf jaar jongere zus Aida, die lijdt aan een progressieve spierziekte. Hij gaat zelfs met haar onder de douche. Hij wil zoveel geld verdienen met het architectenbureau dat hij samen met Dave Luscombe drijft, dat hij met Aida naar een ziekenhuis in Amerika kan gaan, waar ze misschien kan genezen.
Als het verhaal begint, wordt Sam door zijn vriendin Nina naar het vliegveld in Zürich gebracht. Hij vliegt via Wenen naar Arbil (Irak) omdat hij een van drie winnaars is van een door het World Wide Design Consortium uitgeschreven wedstrijd voor het ontwerpen van een operagebouw in Bagdad. Hij is uitgenodigd door Hamid Shakir Mahmoud, die hij enkele keren telefonisch heeft gesproken. Mahmoud is een steenrijke, voor Saddam Hoessein naar Londen gevluchte Irakees en een van de oprichters van het WWDC. Mahmoud verzekert Sam in te staan voor zijn veiligheid.
Maar al bij aankomst zit er van alles tegen: de douaneformaliteiten in Arbil duren erg lang; Sam moet lang wachten op z'n koffer; de andere twee prijswinnaars zijn nergens te bekennen en zijn hotelkamer in Arbil is erg gehorig. De volgende dag verloopt niet veel beter: zijn bewakers van de vorige dag blijken zomaar vervangen; de autorit naar Bagdad duurt lang, mede vanwege uitgebreide controles; de merkkleding uit zijn koffer blijkt te zijn vervangen door armoedige, vieze kledingstukken; de kamer in de villa waar hij verblijft is vies, hij ontdekt hagedissen onder de wastafel; het internet laat het afweten en het eten is smerig. Op tv ziet hij dat Mahmoud is vermoord. Zijn bewaker, Hassan, zegt hem dat Mahmoud een atheïst was, dus 'decadent' en 'zonder normen' en dat hij 'erom gevraagd' heeft (p. 54).
Op een ochtend merkt hij dat hij nog de enige in de villa is. Hebben ze hem achtergelaten? Hij besluit te vertrekken en voor hulp naar de Zwitserse ambassade te gaan. Niemand reageert op zijn roep om een taxi, totdat een automobilist voor hem stopt, die hem voor honderd dollar naar de Groene Zone wil rijden waar de ambassade is.
Omdat Sam bij een checkpoint zijn paspoort niet kan tonen (dat heeft Hassan nog), wordt hij aangehouden, beschouwd als een spion en weggevoerd. Tijdens het verhoor blijft Sam uiterst beleefd. Hij biedt een officier zijn laptop en een geldbedrag aan, maar die straft dat af met een vuistslag op zijn neus, zodat die breekt. Daarna komen er zes gemaskerde mannen die op hem urineren en 'dog' noemen, hem boeien en in een cel smijten. Daar is hij naakt, krijgt amper te eten, wordt opnieuw verhoord en krijgt diarree.
Eindelijk arriveren er mensen van het Rode Kruis en wordt hij bevrijd. Een medewerker van de Zwitserse ambassade vraagt wat hem bezielde toen hij naar Irak afreisde, waar hij 'in godsnaam' mee bezig was (p. 94).
Sam wordt geïnterviewd, maar veel belangstelling levert zijn gijzeling niet op. Het WWDC blijkt plotseling onbereikbaar. Een andere genomineerde 'prijswinnaar' weet van niets, zelfs niet van de prijsvraag! Dave denkt dat Sam het slachtoffer van een grap is geworden. Sam vindt dat hij het er zelf naar gemaakt heeft. Hij houdt er concentratieproblemen en een lelijke, scheve neus aan over.
Ter ere van zijn terugkeer geeft Nina een feestje. Er zijn alleen kennissen van Nina: zijn genodigden laten het afweten. Na afloop gaan ze samen douchen. Hij vraagt of zij hem een dienst wil bewijzen: over hem heen plassen en hem 'dog' noemen. Ze vindt het raar, maar doet het toch, tot Sams genoegen.
II (p. 111-221)
Ongeveer twee maanden later heeft Sams architectenbureau een eervolle opdracht gekregen om voor een sjeik in Dubai een bijzondere bibliotheek te bouwen, waarin van elk boek ter wereld een exemplaar zal worden opgenomen. Onder de bibliotheek zal een gigantische bunker komen, maar daar mag volgens het contract met niemand over gepraat worden. Sam en Dave werken hard aan het ontwerp en Sam wil er een prestigeobject van maken.
Op een dag ontvangt Sam een e-mail van ene John Brady, een Brit die schrijft dat ze een 'gemeenschappelijke vriend' in Bagdad hebben, die nu geen contact meer met hem kan opnemen (p. 121). Nu Sam naar de regio zal terugkeren, is het belangrijk dat John en hij elkaar een keer ontmoeten. Sam wimpelt het verzoek eerst af, maar maakt later toch een afspraak. Brady laat doorschemeren dat hij wil dat Sam, tegen een ruime vergoeding, in Dubai informatie voor hem verzamelt. De argeloze Sam zegt dat toe.
Met Dave vliegt Sam voor drie dagen naar Dubai. Ze worden luxueus onthaald, maar krijgen de directe opdrachtgevers niet te zien. Vlak voor hun terugtocht zien ze hoe iemand op een brancard onder een laken de hotellobby wordt uitgereden. De receptionist laat discreet weten dat een oudere man na het 'sporten' in zijn kamer onwel is geworden (p. 142).
Door het project in Dubai komen na terugkeer in Zwitserland enkele andere lucratieve opdrachten voor het bouwen van bibliotheken binnen. Na een kleine maand horen ze dat de bibliotheek en bunker in Dubai groter moeten worden en dat ze moeten overkomen om de wijzigingen te bespreken en de voortgang van het project te bekijken. Sam besluit alleen te reizen, omdat Daves vrouw hoogzwanger is.
Direct al na het arriveren op het vliegveld lopen zaken anders dan Sam zich had voorgesteld. De gastvrouw die hem afhaalt, stelt zich voor als Rose, maar is volgens hem niet dezelfde Rose als de vorige keer. In zijn hotelkamer treft hij miniatuurkakkerlakken aan. Hij vraagt de schoonmaakster om ze op te ruimen, betaalt haar daar fors voor, maar zij is meer geïnteresseerd in het geven van een massage en de beestjes verdwijnen niet. Sam bezoekt de bouwput, spreekt met de projectleider en ziet dat de bouwvakkers prima behandeld worden en hard werken.
Tot zijn schrik ontvangt hij op zijn Facebookpagina een berichtje van Hamid Shakir Mahmoud, die hem vraagt hoe het in Dubai is. Sam vraagt zich af of Mahmoud echt dood is. Hij stuurt John Brady een mail waarin hij schrijft dat hij denkt dat de informatie die hij verzamelt, 'uiterst betekenisloos' is (p. 165).
Rose nodigt hem uit voor een avondje poker met enkele expats. Om goed voor de dag te komen, schaft hij, illegaal, zeven flessen alcohol aan en rijdt met zijn huurauto naar de afgesproken plaats.
Hij wordt geschept door een jeep waarin twee Arabieren zitten en die halen er politie bij om de schade op te nemen. De drank in de kofferbak wordt ontdekt en omdat Sam naar drank ruikt en geen vergunning kan overleggen, wordt hij naar het bureau gebracht. Het wordt er niet beter op als hij de agenten de drank als cadeau aanbiedt met nog een kleine gift voor het goede doel.
Weer wordt hij verschillende keren verhoord en komt hij in een cel terecht. Men verdenkt hem van spionage en moord op Hamasleider Mahmoud al-Mabhouh, de man die Sam tijdens zijn eerste reis naar Dubai op een brancard zag worden weggevoerd. Alles pleit tegen hem, zoals zijn connecties met John Brady en aanwezigheid in het hotel waar ook Mahmoud verbleef. Sam zou als 28ste man van een team van de Mossad (de Israëlische Veiligheidsdienst) onder de codenaam 'De man zonder ziekte' opereren en drie getuigen bevestigen dat onder ede. Sam begrijpt er niets van, maar blijft beleefd.
Rose, de Zwitserse ambassade en een Egyptische advocaat kunnen weinig voor hem doen en hij wordt, ook na hoger beroep, ter dood veroordeeld.
Zijn moeder, zus, compagnon en vriendin komen afscheid nemen voordat hij zal worden geëxecuteerd. Dave zegt dat hij de nieuwgeborene Sam heeft genoemd. Nina herinnert Sam eraan dat ze net hadden besloten aan een kindje te gaan werken en vraagt hem of hij het erg vindt als ze een kind van een ander zou krijgen. Ze raakt wat geïrriteerd als Sam weifelt, maar uiteindelijk zegt hij grootmoedig dat niet erg te vinden. Zijn moeder klaagt over het lot dat de familie heeft getroffen, maar dat er, dankzij een forse gift van een beroemde, bevriende architect, voldoende geld op haar spaarrekening staat om Aida in Amerika te laten behandelen. Een medewerkster van de Zwitserse ambassade vraagt hem hoe de nieuwe tv in zijn cel bevalt.
Zijn laatste 48 uur is Sam in zijn dodencel bezig met het perfectioneren van zijn ontwerp voor een operagebouw in Bagdad. Als het laatste gratieverzoek wordt afgewezen, wordt hij door bewakers naar de executieplaats geleid. Hij loopt sneller dan zijn bewakers. Als die thuiskomen, zullen ze tegen hun vrouwen zeggen: 'Een sympathieke man' (p. 221).
Personages:
Samarendra Ambani: een jonge, ambitieuze Zwitserse architect van Indiase afkomst. Toen hij zestien was, is zijn vader, een mislukte uitvinder, tijdens een bergwandeling door een val om het leven gekomen. Sam woont nog bij zijn moeder en verzorgt met haar zijn vijf jaar jongere zus Aida, die lijdt aan een progressieve spierziekte. Hij gaat het liefst met haar onder de douche. Hij wil zoveel geld verdienen met het architectenbureau dat hij samen met Dave Luscombe drijft, dat hij met Aida naar een ziekenhuis in Amerika kan gaan, waar ze misschien kan genezen. Bij een reis naar iraq voor de wordl wide design consortorium word hij opgepakt door het leger en mishandelt. Bij terugkomst wil hij eigenlijk terug en laat zijn vriendin hem hetzelfde behandelen als de mishandelaars deden. Vervolgens wor dij in dubai opgepakt voor de moord op mohammed. Hij werkt voor de mossaad. Het kan zo zijn dat hij het echt heeft gedaan.
Titelverklaring:
De man zonder ziekte is de titel vna het boek. In het eerste hoofdstuk denk je deze titel te verklaren, omdat hij zichzelf het kind zonder ziekte noemde. Hij was eigenlijk naast aida niks, behalve dat hij geen ziekte had. Hij had geen extra zorg of aandacht. Later in het boek word hij de man zonder ziekte genoemd als een assasin die deel uit maakt van de mossad groep.
De romantitel wordt al op pagina 8 in verband gebracht met Sams identiteit en met zijn zusje, dat aan een ongeneeslijke spierziekte lijdt: 'het gebrek aan ziekte. Hij heeft geen rolstoel nodig, geen permanente verzorging, hij is heer en meester over zijn eigen lichaam. Zo was hij eerst het kind geweest, vervolgens de jongen en nu de man zonder ziekte. Wat hij verder ook is en nog zal worden, hij is vooral gezond, geestelijk en lichamelijk.'
Die afwezigheid van ziekte ziet Sam, als hij eenmaal architect is, niet als een zegen, maar als 'een verborgen gebrek'. 'Hij had altijd genomen, zonder ooit iets terug te geven. Hij besloot een architect te worden die gaf, een genereuze architect' (p. 23), hij streeft naar 'architectuur die naast de mensen staat, die geeft' (p. 35).
Die totale dienstbaarheid breekt hem uiteindelijk flink op. Op pagina 198 deelt de rechter hem mee dat zijn vrienden van de Mossad hem 'De man zonder ziekte' noemden en dat hij onder die schuilnaam opereerde, op pagina 204 vraagt de rechter of hij 'De man zonder ziekte' is.
Uiteindelijk besluit Sam niet langer te ontkennen. 'Hij zal zich erbij neerleggen dat hij iemand anders is. Hij is kennelijk "De man zonder ziekte", zonder dat hij dat ooit echt heeft willen zijn' (p. 215).
Opbouw:
De roman bestaat uit in twee ongeveer even lange, Romeins genummerde en titelloze delen, die onderverdeeld zijn in respectievelijk 7 en 31 niet genummerde, titelloze hoofdstukken. Opmerkelijk is dat het eerste hoofdstuk van deel I maar liefst 65 pagina's lang is: het bevat relatief veel via flashbacks gepresenteerde informatie over de hoofdpersoon en zijn omgeving.
De opbouw kan cyclisch genoemd worden: in het eerste hoofdstuk loopt Sam met zijn vriendin door de gangen van Schiphol en merkt ze op dat hij snel loopt, in het slothoofdstuk loopt Sam weer door een gang, nu met bewakers, op weg naar zijn executie, en is zijn looptempo opnieuw nauwelijks bij te houden.
Hoewel in deel I enkele flashbacks de chronologie doorbreken, wordt het verhaal chronologisch verteld. Tussen de twee delen is een tijdversnelling van circa twee maanden.
Gelet op de op pagina 196 genoemde moord op Hamasleider Mahmoud al Mabhouh (19 januari 2010) en in het verhaal genoemde tijdsaanduidingen, kan het eerste deel geplaatst worden in 2009 (enkele weken in Irak in februari) en het tweede deel in 2010 (reis naar Dubai in januari en in februari; veroordeling en terechtstelling enkele weken later).
Het verhaal speelt in drie landen: Zwitserland (Zürich), Irak (Arbil, Bagdad) en Dubai. Voor Sam is Zwitserland een symbool van veiligheid, neutraliteit, schoonheid en comfort. In Irak en Dubai komt hij erachter dat die waarden daar geen enkele rol spelen
Motto:
X
Vertelsituatie:
Er is sprake van een personale verteller, vrijwel alles wordt gezien door de ogen van Sam, die zijn relaas doet in de onvoltooid tegenwoordige tijd. Verschillende keren duikt echter ook een alwetende verteller op, die ironiserende opmerkingen maakt.
Motorisch moment:
X
Manipulatietechnieken:
Het boek kan of een hele manipulatie zijn of er geen bevatten. Sam kan al sinds het begin werken voor de mossad en zonder dat we het doorhebben de moord hebben gepleegd. Of het is een langzaam opbouwend boek waarbij het telkens weer fout gaat
Thematiek:
Motieven:
falen: hij faalt erin om een opera te bouwen in irak en het blijft hem het hele boek achtervolgen.
verlies: hij is bang om zijn zusje te verliezen
onvermogen om lief te hebben: in het einde van het boek staat geschreven hoe moeilijk hij het vind om zich te uitten op een normale manier, omdat hij niet de normale gevoelsn heeft. Hoe hij nina eigenlijk alleen wilt zeggen dat ze veder moet gaan in plaats van ik ga je missen en ik hou van je.
vervreemding: op een gegeven moment aanvaard hij zijn lot, als niemand hem gelooft gelooft hij er zelf ook niet meer in dat hij een architect is.
Diepere betekenis:
Grunberg verpakt in zijn roman verschillende boodschappen. Zo laat hij zien dat veiligheid slechts betrekkelijk is: niet alleen in het onveilige Irak, maar ook in het veilige, luxe, kapitalistische Dubai kunnen mensen als Sam slachtoffer worden. Ook stelt hij het streven naar perfectie aan de kaak. Nina, Sams vriendin, is perfect op haar snorretje na, maar laat Sam vlak voor zijn executie vrijwel als een baksteen vallen. Sam wil als architect het hoogste bereiken, blijft tot zijn laatste snik in zijn cel aan een ontwerp voor een opera werken, maar zal als architect snel vergeten worden. Sams arrogantie om als architect de chaos in landen als Irak te lijf te gaan en zo het geluk van de mensen daar te vergroten, staat model voor de westerse arrogantie om bijvoorbeeld democratie in die landen te introduceren, en ook die arrogantie neemt Grunberg op de hak. En tot slot verwoordt Grunberg opnieuw zijn postmoderne levensgevoel: een zwartgallige afrekening met de mythe van de vooruitgang en de waarde van hooggestemde idealen over kunst, cultuur, kennis en wijsheid. In de manier waarop Sams geliefden in de dodencel afscheid van hem nemen, allen al weer bezig met hun eigen toekomst, toont Grunberg zich ook bepaald cynisch over het menselijk vermogen tot liefde.
Auteur:
De man zonder ziekte (2012) is de elfde roman van Arnon Grunberg (1971) die daarnaast in hoog tempo ook novellen, poëzie, toneel, filmscenario's, essays, columns en journalistiek werk schrijft. Een deel van zijn oeuvre verscheen onder de naam Marek van der Jagt.
Angst voor intimiteit, uitzichtloosheid, verlies en falen, het menselijk onvermogen, zijn vaste thema's in zijn werk. In zijn eerste romans zit veel slapstick, in het werk vanaf het met de AKO Literatuurprijs bekroonde De asielzoeker (2003) raakt het komische op de achtergrond.
De volgende romans gaan over mannen die denken hun leven prima onder controle te hebben maar onverbiddelijk ten onder gaan, waarbij Grunberg steeds meer gefascineerd lijkt te worden door vervreemding, bruutheid en lichamelijk geweld, zoals in Tirza (2006), Onze oom (2008) en Huid en Haar (2010).
In De man zonder ziekte heeft Grunberg zijn nihilistische thema's aangescherpt en laat hij opnieuw zien dat het bestaan van elk mens wortelt in fundamentele eenzaamheid en uitzichtloosheid.
Literatuuropvatting:
Naar mijn mening valt de man zonder ziekte onder literatuur. Het is een heel origineel verhaal waar je eigenlijk telkens weer versteld van staat. Het is gestoord. Het personage heeft veel diepgang en het laat je echt even nadenken.
REACTIES
1 seconde geleden