Un sac de billes door Joseph Joffo

Beoordeling 8.1
Foto van een scholier
Boekcover Un sac de billes
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 2787 woorden
  • 11 april 2015
  • 196 keer beoordeeld
Cijfer 8.1
196 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Joseph Joffo
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
1973
Pagina's
252
Oorspronkelijke taal
Frans

Boekcover Un sac de billes
Shadow

(Nederlandse uitgave)

Joseph Joffo is een gelukkige veertiger, eigenaar van een Parijse kapsalon. Gelukkig vooral, omdat hij de hel heeft overleefd Hij is joods en op negenjarige leeftijd was over zijn lot al door de Gestapo beslist. Drie jaar lang heeft hij onafgebroken voor zijn leven gevochten en voor dat van zijn roertje Maurice. Dertig jaar later vertelt hij ove…

(Nederlandse uitgave)

Joseph Joffo is een gelukkige veertiger, eigenaar van een Parijse kapsalon. Gelukkig vooral, omdat hij de hel heeft overleefd Hij is joods en op negenjarige …

Un sac de billes door Joseph Joffo
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Zo weet je precies wat je nog moet leren voor je examens! 📚✅

Al aan het stressen voor je eindexamens? Niet met Examenbundel! Maak per vak de gratis quickscan en check hoe je ervoor staat. Zo krijg je direct inzicht in wat je al beheerst en wat je nog moet leren en oefenen.
 

Naar de quickscan

Let op: Dit is de verkorte versie van het echte boek, speciaal gemaakt voor 3 vwo. Daarom heeft deze samenvatting maar 12 in plaats van de normale 30 hoofdstukken. 

De verklaring van de titel

Het boek ‘Un Sac de Billes’ heeft deze titel waarschijnlijk, want in het boek ruilt Joseph zijn Davidsster in voor een zak met knikkers van zijn vriend Zerati, met wie hij al vrienden was sinds hij drie jaar was. Ook kan de titel figuurlijk opgevat worden, want ‘Un Sac de Billes’ is een uitdrukking in Frankrijk, en betekent dat iemand ‘rondgeslingerd wordt’, oftewel dat iemand steeds moet verhuizen.

De belangrijkste personen

Joseph Joffo: Een jongen van 10 jaar oud. In het begin van het verhaal woont hij met zijn familie in Parijs, maar de Tweede Wereldoorlog is aan de gang, en omdat de familie van Joseph joods is, moeten ze vluchten. Joseph wordt ook vaak Jo genoemd.

Maurice Joffo: De broer van Joseph, hij is 13 jaar en hij reist samen met Joseph met de trein om uit Parijs te vluchten, en over de demarcatielijn te gaan, om zo vrij te zijn.

De vader van Joseph:  Een kapper met een eigen kapperszaak in Parijs.

Albert en Henri Joffo: Twee oudere broers van Joseph en Maurice. Later hebben deze twee broers samen een kapperszaak in Menton, een plaats aan de andere kant van de demarcatielijn. Zij zijn al eerder over de demarcatielijn gegaan dan Maurice en Joseph.

Samenvatting per hoofdstuk

Hoofdstuk 1: L’Enfance = de kindertijd

Joseph had een erg fijne kindertijd in Parijs. Joseph herinnert zich veel van vroeger, zoals hoe hij en zijn broer Maurice vroeger stoeiden en hoe hun vader verhalen vertelden toen ze in bed lagen. Hij vertelde over hoe de Joffo’s door heel Europa zijn gereisd, en dat ze huizen zagen met daarop de woorden ‘vrijheid-gelijkheid-broederschap’. Op een avond wordt aan tafel gepraat over het feit dat de Duitsers steeds dichterbij komen. Zijn moeder vraagt aan zijn vader of ze ook hier zullen komen, maar zijn vader zegt dat dat in Frankrijk nooit zal gebeuren.

Hoofdstuk 2: L’étoile jaune = de gele ster (de Davidsster)

Het is de ochtend waarop Maurice en Joseph naar school moeten, en het is nog steeds donker buiten. Joseph’s moeder geeft zijn vest aan hem, en er is een gele ster op genaaid waar het woord ‘JOOD’ op staat. Maurice noemt het een medaille. Als ze op weg naar school zijn, komt Joseph Zerati tegen, die een vriend van hem is sinds ze 3 waren. Zerati zegt dat Joseph echt geluk heeft met de ster. Als ze op het schoolplein zijn, wordt er een kring om Joseph gevormd. Er worden gemene dingen tegen Joseph gezegd. Ook wordt hij vergeleken een plaatje van een jood op een aanplakbiljet op straat, maar Joseph vindt dat hij daar helemaal niet op lijkt.

Hoofdstuk 3: A l’école = op school

De eerste les die Joseph en Zerati hadden die dag, was Aardrijkskunde. Joseph was bang dat hij niet meer mee zou tellen, omdat hij een jood was. Toen de bel ging, ging iedereen naar buiten en danste iedereen om Joseph heen, terwijl ze “Jood! Jood! Jood!” zongen. Ook werd hij geslagen, waardoor hij veel last had van zijn oor. Toen hij Maurice vond, zag hij dat Maurice bloedde bij zijn knie. Op weg naar huis werd Joseph geroepen, het was Zerati. Hij wilde een zak met knikkers ruilen voor Joseph’s ster. Joseph stemde er mee in. Tijdens de lunch zat de familie met elkaar aan tafel, en zag Joseph’s vader dat Joseph’s oor gezwollen was en dat Maurice zijn oog helemaal paars was. Joseph’s vader vertelde hen dat ze die middag niet naar school hoefden te gaan, maar dat ze wel voor het donker binnen moesten zijn, en dat hij ze iets moest vertellen.

Hoofdstuk 4: Le départ = het vertrek

Die avond moeten Joseph en Maurice bij hun vader komen. Hij vertelt ze over dat hij Rusland verliet toen hij 7 jaar oud was, en dat hij toen in Frankrijk kwam wonen. Toen is hij kapper geworden en heeft hij hun moeder ontmoet. Hij vertelt ze dit, omdat Joseph en Maurice nu ook moeten vertrekken. Ze moeten naar hun twee oudere broers toe gaan, Henri en Albert, die al eerder naar de vrij zone zijn gevlucht. Ze krijgen 5000 francs van hun vader, en moeten de trein naar Dax, en daar moeten ze de demarcatielijn over om vrij te zijn. Ook is er één ding wat de jongens héél goed moeten onthouden, volgens hun vader: ze mogen NOOIT aan iemand vertellen dat ze joods zijn. Hun vader test Joseph door hen te vragen of ze joods zijn, en Joseph snapt nu wat zijn vader bedoelt. Die nacht gaan ze op weg, en na een lange reis komen ze aan in Dax.

Hoofdstuk 5: La ligne de démarcation = de demarcatielijn

Eenmaal aangekomen in Dax, moeten Joseph en Maurice op zoek naar iemand die hen over de grens wil helpen. Ze zien iemand fietsen met een mand vol met vlees. Hij bezorgt vlees bij mensen. Ze vragen hem of hij weet of er ergens een passeur (iemand die mensen over de grens helpt) te vinden is. De jongen heet Raymond en hij weet wel een passeur, alleen kost het 5000 francs per persoon. Raymond wil het wel doen voor 500 francs, als Joseph en Maurice zijn bezorgronde af maken. Hiermee stemmen ze in. Ze spreken om 10 uur ’s avonds weer af. Dan lopen ze met zijn drieën 200 meter en dan komen ze bij een sloot aan. Ze lopen langs de sloot en ze komen bij een boerderij aan, waar Raymond met de boer heeft afgesproken dat Joseph en Maurice daar kunnen logeren. Joseph vraagt aan Raymond waar de vrije zone is, maar Raymond zegt dat ze er al zijn. Daar baalt Joseph een beetje van, omdat ze over de demarcatielijn zijn gegaan zonder dat hij iets gemerkt heeft. Na een reis van meer dan twee weken komen Joseph en Maurice aan in Menton.

Hoofdstuk 6: A Menton = in Menton

In Menton gaan Joseph en Maurice op zoek naar hun twee broers. Joseph vindt dat Menton nog een best kleine stad is. Ze zien een kapperszaak, en door het raam zien ze dat Henri iemands haar aan het knippen is. Ze gaan naar binnen, en als Henri ze ziet, omhelst hij ze en gaan ze met zijn drieën naar zijn huis. Daar is Albert ook, en met zijn vieren organiseren ze een feest, om te vieren dat de familie voor een deel weer herenigd is.

Hoofdstuk 7: Nouveau départ = nieuw vertrek (opnieuw vertrekken)

Op een dag krijgen de vier een brief van hun ouders. Ze zijn meegenomen tijdens een grote razzia in de buurt en opgesloten in een concentratiekamp in de buurt van Pau. Henri besluit om naar Pau te gaan om hun ouders te helpen. Henri liegt tegen de directeur van het kamp door te zeggen dat hun ouders niet joods zijn. Wonder boven wonder worden ze bevrijd, en de ouders gaan in Nice wonen. 4 dagen nadat Henri teruggekeerd is, krijgen ze de eerste brief van hun ouders uit Nice. In deze brief vertellen ze onder andere dat ze een appartement hebben gevonden en dat het over 2 maanden mogelijk voor ze is om naar hen toe te komen.

Die avond wordt er op de deur geklopt. Albert doet open, en voor de deur staan 2 politiemannen, en ze zeggen dat Albert en Henri naar Duitsland moeten voor het S.T.O. (Service de Travail Obligatoire: veel Fransen werden in 1943 opgeroepen om in Duitsland te gaan werken). Ze vluchten met zijn vieren naar Nice, waar de hele familie weer herenigd is.

Hoofdstuk 8: Les Allemands à Nice = de Duitsers in Nice

Nice is bezet door het Italiaanse leger. Joseph leert een Italiaanse soldaat kennen, die hoopt ooit de Franse taal te kunnen beheersen. Daarom vraagt hij veel aan Joseph over de Franse grammatica. Op een dag vertelt de soldaat dat hij vertrekt, omdat de opvolger van Mussolini, Badoglio, vrede wil sluiten met Amerika. Op 8 september tekent Badoglio de wapenstilstand met Amerika. 2 dagen later, op 10 september, komt er een trein naar Nice met 1000 Duitse soldaten. De soldaten zitten in hotel Excelsior. Albert en Henri moeten heel veel Duitsers knippen, en ze volgen in grote lijnen waar de gesprekken over gaan. Het plan is om alle joden op te pakken en op te sluiten in hotel Excelsior, en elke vrijdag worden ze naar concentratiekampen in Duitsland gestuurd. Omdat de vader van Joseph vindt dat het niet meer veilig is, worden Joseph en Maurice naar een metgezellenkamp gestuurd, in de buurt van Nice. De ouders van Joseph blijven in Nice.

Hoofdstuk 9: Le camp des jeunes Compagnons de France = het kamp voor jonge Franse kameraden (het metgezellenkamp)

In het metgezellenkamp leren Joseph en Maurice een Franse jongen kennen, die geboren is in Algerije. Hierdoor komt Maurice op een idee. Voor het geval de Duitsers een inval doen in het kamp, moeten Maurice en Joseph een verhaal verzinnen. Ze verzinnen dat ze in Algerije wonen en dat ze op vakantie zijn in Frankrijk, maar dat ze niet terug kunnen vanwege de landing van de Amerikanen. Op een dag gaan Joseph en Maurice mee met hun vriend uit het kamp, Ferdinand. Ze weten niet dat hij ook een jood is en valse papieren wil halen in Nice, om de grens over te komen. Ze wachten voor een huis op Ferdinand, want ze geloven dat hij een vriend aan het bezoeken is. Dan arriveert de politie en arresteert ze. Ze worden naar hotel Excelsior gebracht.

Hoofdstuk 10: L’interrogatoire = De ondervraging (het verhoor)

Het is heel druk in de hal waar het drietal wacht. Eerst wordt Ferdinand ondervraagt. Hij blijft ontkennen dat hij geen jood is, maar als hij wordt geslagen, bekent hij dat hij een jood is. Hij krijgt een groen kaartje en dan mag hij gaan. Dan is het de beurt aan Joseph en Maurice. Ze vertellen daar het verhaal dat ze in het metgezellenkamp bedacht hebben. Ook vertellen ze dat ze katholiek zijn, en een communie hebben gedaan in de kerk la Buffa in Nice. Ze moeten in het hotel blijven en de volgende dag worden ze apart ondervraagt.

Hoofdstuk 11: Le curé de la Buffa = De pastoor van la Buffa

Joseph wordt door iemand anders ondervraagt dan de dag er voor. Er wordt hem gevraagd zijn kamer te omschrijven, en er worden ook strikvragen aan hem gesteld. Na een tijd werden ze weer samen verhoord, en wordt Maurice vrijgelaten. Hij krijgt 48 uur de tijd om te bewijzen dat ze niet joods zijn, en anders snijden ze Joseph in stukken. Op de tweede dag komt Maurice terug met de communiepapieren, maar de Duitser zegt dat ze vals zijn. De dag daarna komt de pastoor van de kerk zelf op bezoek. Nu worden ze wel vrijgelaten.

Hoofdstuk 12: Le rétour = de terugkeer

Nadat Joseph en Maurice vrij zijn gelaten, keren ze terug naar het metgezellenkamp. Een dag daarna krijgen ze te horen dat hun vader opgepakt is tijdens een razzia. Hun moeder is op tijd gewaarschuwd en heeft zich bij vrienden in Nice verstopt. Omdat het erg gevaarlijk wordt voor Joseph en Maurice, besluiten ze om naar hun zus Rosette gegaan, die getrouwd is en in een klein dorpje vlak bij Montluçon woont. De reis naar hun zus is vermoeiend en gevaarlijk, omdat er veel Franse en Duitse controles zijn. Ook hebben ze geen geld en weinig eten. Als ze bij hun zus aankomen, is ze erg blij om hen weer te zien, maar diezelfde dag zijn er arrestaties in het dorp, waardoor het te gevaarlijk is om daar nog te blijven. Ze komen weer in contact met Albert, die ze het adres geeft van een vriend, die een hotel runt in R., een klein dorpje tussen Nice en Aix-les-Bains. De jongens zijn ongerust om hun vader.

Op 8 juli 1944 trekken de Duitsers zich terug uit R., en eind augustus 1944 is ook Parijs bevrijd.

Meer dan 3 jaar later neemt Joseph de metro terug naar de plek waar hij woonde. De straat is nog hetzelfde, maar er zijn wel mensen verdwenen en het restaurant is gesloten. Hij ziet de kapperszaak, en Albert, Henri, Maurice en zijn moeder zijn binnen. Zijn vader is er niet meer. Nu is Joseph 42 jaar oud en hij heeft 3 zonen. Zijn enige wens is dat de tijd die hij door heeft gemaakt, nooit meer terugkomt. Maar hij is er zeker van dat dit nooit meer gebeurt.

Moeilijke woorden

1.Un pogrome                       = een pogrom (= jodenvervolging)

2.Le soulagement                  = de opluchting

3.L’ardoise (f)                        = de lei

4.Chuchoter                           = fluisteren

5.Envers                                  = jegens (tegenover)

6.Le gosse                               = het jochie, jongetje

7.La lèvre                                = de lip

8.Un tarin                              = een grote neus

9.Le sillon                               = het dal

10.Une rafle                              = een razzia

11.Le prêtre                              = de priester

12.Le moindre                         = de geringste

13.Le mouchoir                       = de zakdoek

14.Aîné                                      = oudste, oudere

15.Déchirer                              = (ver)scheuren

16.Battre                                    = slaan

17.Le débarquement              = de landing

18.Le balai                                = de bezem

19.Craindre                              = vrezen

20.Le maquisard                      = de verzetsman

Mijn persoonlijke mening

Ik vond het boek persoonlijk erg mooi. Dit boek laat ook echt zien hoe het leven van iemand met het joodse geloof was in die tijd, wat ik erg interessant vond om te lezen. Dit boek sprak mij ook meer aan dan andere boeken die zich in deze periode afspelen. 

Boekenquiz 12 vragen

Nieuw! Open vragen worden nagekeken door AI
Hoe oud was Joseph Joffo toen hij de gele jodenster verplicht moest dragen?
Waar komt de familie van Joseph Joffo oorspronkelijk vandaan?
Wat is de naam van de oudere broer van Joseph Joffo die in Menton woont?
Meerdere antwoorden mogelijk
Waar woont de zus van Joseph Joffo, Rosette?
Waarheen reizen de broers na hun vrijlating?
Waar worden Maurice en Joseph naartoe gestuurd als de Italianen vertrekken?
Hoe weten de broers zich uit de handen van de Gestapo te praten?
Wat doet Joseph om te overleven in het dorp tussen Nice en Aix-les-Bains?
Hoe komt het dat Joseph en de rest van het dorp bevrijd worden?
Hoe keert Joseph terug naar Parijs?
Wie ziet Joseph door het raam als hij aankomt in Parijs?
Wie zal Joseph niet meer terugzien als hij weer terug is in Parijs?

REACTIES

E.

E.

Geweldig man, jij hebt mn SE cijfer gesaved

3 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.