I.
II. Er komen twee ss-ers in de kapsalon van vader Joffo, Maurice en Joseph waren namelijk voor het bordje \"Joodse winkel\" gaan staan. De aanwezige klanten en kappers praten met de ss-ers over de oorlog. Bij het afrekenen vertelt vader Joffo dat ze in een Joodse winkel zijn en dat alle aanwezige mensen Joden zijn. Joseph is heel bang. Vader is niet boos op Joseph en Maurice. \'s Avonds vertelt vader een verhaal over vroeger. Joseph\'s held was zijn opa. Opa woonde in Elysabethgrad in russisch Besarabë. Hij ging ‚s nachts met blote handen soldaten vermoorden, maar toen er te veel soldaten kwamen vluchtte hij met z\'n familie. Ze kwamen uit in Frankrijk. Daar was het goed.
III. Joseph en Maurice krijgen een jodenster op hun jasje. Op school zeggen een paar jongens dat hij, als Jood, schuldig is aan de oorlog. Eerst was hij altijd een jongen met knikkers, nu is hij opeens een Jood, al zag hij er helemaal niet Joods uit. Hij had blond haar, blauwe ogen en een gewone neus. In de les werd hij niet ondervraagd, hij was bang dat hij nu niet meer mee zou tellen omdat hij Jood was. Op het plein werd hij uitgescholden en geslagen, net zoals zijn broer Maurice. Joseph\'s vriend Zérati vond de gele ster wel bijzonder en kocht hem van Jo tegen een zak knikkers. Vader zegt dat ze \'s middags niet naar school hoeven. Ze moeten voor donker binnen zijn. Dan vertelt hij over hoe hijzelf vroeger, toen hij 7 jaar was, uit Rusland moest vluchten om aan de tsaar te ontkomen. Nu moesten Joseph en Maurice ook vertrekken. Naar hun broers in het vrije Frankrijk. Ze kregen geld voor de reis en moesten zelf maar de grens over zien te komen. Ze mochten absoluut nooit zeggen dat ze Joods waren. Dan gaan ze op weg. In het donker over de verlaten straten. Dit was het einde van hun kindertijd.
IV. Ze gaan naar het station waar ze allebei een enkele reis naar Dax kopen.In de trein droomt Joseph. In Dax is een controlepost waar je papieren voor moet hebben. Er komen Duitse agenten naar de trein toe. Iemand probeert te ontsnappen maar wordt gepakt. Er worden mensen aangehouden die geen papieren hebben. (Jo en Maurice hebben ook geen papieren.) Een priester, Monsieur Le Curé, zegt dat Jo en Maurice bij hem horen en ze mogen door. Ze gaan even wat met hem eten en kopen dan een kaartje naar Hagetmau
V. Ze komen met de bus aan in het dorp. Er loopt niemand op straat want het is etenstijd. J en M hebben erge honger en besluiten wat te gaan eten in een café-restaurant. Na het eten gaan ze op zoek naar een gids die hen over de grens kan zetten. Ze vragen aan Raymond, een boodschappenjongen waar ze die kunnen vinden. Hij weet er wel één, maar die vraagt 5000 F per persoon. Zelf wil Raymond het wel doen voor 500 F per persoon.Dan moeten J en M eerst wel zij vlees rondbrengen. Onderweg komen ze een man tegen met z\'n vrouw en schoonmoeder, ze zijn Joden en opgelicht door hun gids. Om 10 uur gaan ze naar de brug waar ze Raymond zouden ontmoeten. Hij wil de mensen ook wel meenemen. Ze lopen door het bos en voor ze het door hebben zijn ze al in de vrije zone. Ze kunnen slapen in de schuur van een boerderij. \'s Nachts schrikt Joseph wakker. Maurice ligt niet meer naast hem. Dan vindt hij een briefje in z\'n zak waarop staat dat hij terug komt. Als hij terugkomt vertelt hij dat hij de weg die ze met Raymond gelopen hebben terug is gelopen en zo zelf mensen over de grens heeft gezet. 40 mensen, hiermee heeft hij 20000 F verdiend. De volgende dag willen ze naar Aire-sur-Adour. Ze gaan te voet, meer dan 20 km. Na een paar km gaan ze zitten. Maurice is uitgeput en gaat slapen en Joseph heeft een blaar. Dan ziet Joseph een rijtuig aan komen Hij houdt het aan en ze mogen meerijden. De graaf praat heel veel en brengt hen helemaal tot het eind.
VI. Ze komen aan in Marseille. De reis was rustig en langzaam geweest. Vanuit Marseille zullen ze de trein naar Menton nemen, waar hun broers Henri en Albert wonen. Maar eerst moeten ze in Marseille wachten tot de trein \'s avonds komt. Ze lopen over de boulevard, maken een bootreisje en gaan naar de bioscoop. Aangekomen op het station gaat Joseph naar het toilet. Wanneer hij weer terug wil staan er twee agenten. Ze vragen waar hij heen gaat. Jo doet heel beleefd en zegt dat hij naar de trein moet. Als ze vragen of hij papieren heeft zegt hij dat z\'n vader die heeft. Hij wijst zomaar een man op het perron aan. Ze vragen ook nog waar hij woont. Hij verzint dat hij in Marseille woont boven de bioscoop en dat z\'n vader de bioscoop heeft. Ze laten hem door. Maar even later komen ze weer op hem af. Snel loopt Joseph naar een man toe en vraagt hem hoe laat het is. De agenten denken dat de man Jo zijn vader is en lopen weer door. Het volgende moment komen er allemaal Duitsers het perron op. Er is een razzia en iedereen wordt gecontroleerd. Op hetzelfde moment komt de trein naar Menton en Joseph en Maurice kunnen er snel inspringen. In Menton vinden ze de kapsalon waar Henri en Albert werken vrij snel en ze gaan met hun mee naar huis. Joseph ontmoette een jongen van zijn leeftijd, Virgilio. Die vertelde dat hij in de vakantie op een boerderij in Sainte-Agnès, in de bergen ging werken. Daar zou Joseph kunnen gaan werken. Toen hij het later aan Maurice vertelde bleek dat die al werk had gevonden bij de bakker. Joseph ging inderdaad op de boerderij werken. Toen hij na een tijd weer terugging naar z\'n broers bleek dat vader en moeder Joffo waren gearresteerd in Vichy toen ze op de vlucht waren. Ze zaten in een kamp. Henri ging erheen om ze vrij te krijgen. Ondertussen moesten J en M naar school. Net toen Albert besloten had achter zijn broer aan te gaan kwam Henri terug met het bericht dat vader en moeder vrij waren. Henri had dit voor elkaar gekregen door tegen de directeur van het kamp te zeggen dat z\'n moeder katholiek was en afstamde van de Russische Romanov-familie (dit stond ook in haar paspoort) en hij zei dat z\'n vader Fransman was en dat de directeur dat kon controleren door op te bellen naar het hoofdbureau van de politie in Parijs. Meteen belde de directeur ernaar toe. Henri had niet gedacht dat de man iets zou kunnen vinden, maar na een tijdje zei hij dat het goed was en dat vader en moeder vrij gelaten zouden worden. De ouders gingen naar Nice. Een tijd later er aangebeld. Er waren 2 agenten met een oproep van het STO, de verplichte arbeidsdienst. Henri en Albert werden opgeroepen. Ze gingen vluchten. Naar Nice.
VII. In Nice doen Maurice en Joseph veel aan ruilhandel. Ze handelen met vanalles en verdienen daar veel geld mee. In Nice zijn veel Italiaanse soldaten. Zij zijn vrienden van Jo en Maurice . Via de radio komt het bericht dat de geallieerden geland zijn in Noord Afrika. Dan gaan de Italianen weg. Dat komt omdat Badoglio, de opvolger van Mussolini vrede gaat sluiten met Amerika. Dan komen de Duitsers in Nice.
VIII. Door de Duitsers is het niet meer veilig in Nice. De Duitsers zitten in hotel Excelsior en sluiten Joden op en elke vrijdag in de nacht worden ze weggebracht naar kampen in Duitsland. Het gezin moet weer scheiden. Joseph en Maurice gaan naar Golfe-Juan, naar een kamp genaamd \"Moisson Nouvelle\". Ze komen er aan. Het is een kamp met allemaal jongens. Ze gaan werken in een pottenbakkerij in Vallauris. Ze vinden het niet leuk en gaan voortaan in de keuken werken. Maurice zegt tegen Jo dat ze een verhaal moeten verzinnen voor als de duitsers een inval doen. Ze verzinnen dat ze in Algerije wonen en dat ze niet terug kunnen ivm de geallieerden daar (net als een vriend uit het kamp). Ze gaan met Ferdinand, een joodse man uit het kamp, naar Nice ivm de rekeningen van het kamp. Ferdinand gaat ergens naar binnen en komt maar niet terug. Maurice gaat erachter aan en later ook Joseph. Ze worden gepakt. Het was een valsstrik. Ze worden naar hotel Excelsior gebracht.
IX. Ferdinand bekent dat hij Joods is en kan weggaan. M en J blijven ontkennen en voeren hun verhaal op. Ze zeggen dat ze katholiek zij en communie hebben gedaan. Terplekke verzinnen ze dat dat gebeurd is in de Buffa kerk in Nice. Ze worden heel lang over vanalles ondervraagd en er wordt gekeken of ze besneden zijn. Ze verzinnen weer wat en de (Joodse) dokter gelooft hen. Nu moeten ze schillen. Joseph is heel erg ziek. Hij was bewusteloos gevonden en momenteel verzorgd door een mevrouw. Toen hij weer beter was werden hij en z\'n broer meteen weer verhoord. Maurice moet binnen bepaalde tijd zien te bewijzen dat ze geen Joden zijn. Wanneer hij terugkomt heeft hij bewijzen van communie in de Buffa kerk van de pastoor gekregen. De Duitser zegt dat ze vals zijn. Dan moeten ze tomaten halen, vlak bij de vrijheid. Ze trapten net niet in de valsstrik. De pastoor van Buffa komt op bezoek en weet hen vrij te krijgen. Ze worden opgehaald door Subinagui, de directeur van kamp \"Moisson Nouvelle\" en gaan daar weer heen. Twee weken later worden ze in de nacht wakker gemaakt door Subinagui, ze moeten weg.
X. Subinagui heeft hun tassen al gepakt en zegt dat ze naar hun zus moeten gaan. De reden hiervan is dat hun vader door de Gestapo is opgepakt en naar hotel Excelsior gebracht. Hij had z\'n papieren bij zich dus zullen de Duitsers zijn kinderen Joseph en Maurice nu ook wel gaan zoeken. Dus vertrekken ze. Naar Cannes. Vanuit daar gaan ze per trein naar Montluçon. OP het perron komen ze de tolk uit hotel Excelsior tegen. Hij is erg vriendelijk.
Hoe verder ze naar het noorden reizen hoe kouder ze het krijgen. In Montluçon was het helemaal koud. Ze willen ergens een jas kopen maar hebben geen textielpunten. Ze gaan een klein winkeltje in waar het heel lekker warm is. De vrouw van de winkel heeft geen jassen te koop, het enige wat er nog is zijn een paar sjaals van imitatie wol. Die nemen ze. Ze blijven nog even in het winkeltje en overleggen over een hotel. De vrouw zegt dat de hotels gevorderd zijn maar dat ze wel in de kamer van haar zoon kunnen logeren. Ze kookt voor hen en de volgende ochtend wil ze er geen geld voor hebben.
Met een oude bus gaan ze naar Ainay-le-Viel waar hun zus Rosette woont. Ze krijgen een trui en eten maar ze kunnen er niet blijven want er is een verrader in het dorp. Een man die zijn Joodse familie verborgen hield is opgepakt.
Rosette zegt dat ze beter terug kunnen gaan naar Henri en Albert in
Aix-les-Bains. Dan wordt er geklopt. Het is een oude vrouw die eieren komt halen. Joseph is ervan overtuigt dat ze een spionne is en dat ze hen gaat aangeven. Ze is eigenlijk een arme Joodse vrouw zonder papieren.
Dan gaan ze op weg naar Aix-les-Bains.
XI. Joseph woont momenteel in R. Hij woont bij de familie Mancelier waarbij hij in de boek en papier winkel. Het gezin was grote aanhanger van Pétain, zeer pro-Duits en kon Joden niet uitstaan. Maar natuurlijk zei Joseph dat hij geen Jood was. Eigenlijk was Joseph verliefd op dochter Françoise, maar zij zag hem niet staan.
Joseph verdiend geld door voedselbonnen te vervalsen. Hij veranderd bonnen nr.4 in nr.1.
Joseph kreeg hele verhalen aan te horen van Ambroise Mancelier, de vader. Vooral over Pétain. Maar na het eten mocht hij de straat op. Hij ging voetballen met Maurice.
Joseph bracht ook verzetskranten rond. Op een dag in april 1944 moet hij nog 4 kranten afleveren bij hotel du Commerce, waar Maurice werkt. Hij gaat naar binnen en dan stoppen er 2 vrachtwagens met soldaten die op verzetsmensen jagen. Een kleine man die in het hotel zat stopt een envelop in Josephs tas en zegt: \'Meneer Jean, in het Witte Paard.\' De soldaten sturen Joseph weg. De kleine man wordt opgepakt. Joseph gaat naar het Witte Paard en geeft de envelop aan meneer Jean.
Op een ochtend wordt Joseph wakker gemaakt door Maurice die hem buiten staat te roepen, hij zegt dat ze weg zijn, de Duitsers. Ze zijn vrij!
Joseph verkoopt heel veel kranten. Mancelier wordt inelkaar geslagen omdat hij Pétain-aanhanger is maar Joseph redt zijn leven. OP een gegeven moment wil hij terug naar huis, naar Parijs. Hij loopt naar het station maar wordt teruggestuurd door drie mannen van de FFI. Hij moet terug naar het dorp. Er zijn allemaal gewapende mannen, één van hen wordt kapitein genoemd. Ze willen niet dat Joseph naar huis gaat omdat hij bij de kranten moet blijven. Jo zegt dat ze hem dan maar dood moeten schieten. Dan komt meneer Jean binnen. Hij zegt dat Joseph dingen voor hem gedaan heeft. En zorgt ervoor dat hij naar huis mag. Op het perron is het verschrikkelijk druk, maar Joseph weet zich vooraan te dringen. Ze moeten heel lang wachten.
Als de trein komt wil iedereen erin. Met veel moeite lukt het Jo. Hij gaat terug naar Parijs Hij komt thuis bij de kapsalon waar Albert et Henri aan het werken zijn. Z\'n moeder is er ook. Vader niet en die zal ook nooit meer terugkomen
Hitler is uiteindelijk toch wreder geweest dan de tsaar.
REACTIES
1 seconde geleden
A.
A.
Prachtig verslag!
Eindelijk heb ik alles kunnen begrijpen van het boek.
Dank je wel,
Annelies
23 jaar geleden
AntwoordenB.
B.
goed geschreven en je zegt alle belangrijke dingen die in het boek staat.
23 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
kheb eigenlijk geen commentaar, maar wel een vraag... zijn dat alle hoofdstukken? in het boek staan toch 30 hoofdstukken ofzo en hier staat er genummerd van 1 tot 11 ... sorry voor de vraag, maar kheb die bespreking nodig voor mijn mondeling frans! dank bij voorbaat!
Laurent
22 jaar geleden
AntwoordenK.
K.
Heel erg bedankt voor dit verslag, nu snap ik het boekje tenminste helemaal.
13 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
wat zijn ss-ers?
13 jaar geleden
AntwoordenW.
W.
Bedankt, voor deze zeer goede samenvatting. Ik heb morgen mondeling examen van het boekje, maar veel snap ik niet van het boekje. Deze samenvatting heeft me heel hard geholpen, waarvoor dank!!!!
12 jaar geleden
AntwoordenE.
E.
het is 26.8 kilometer van hagetmau naar aire sur ladour
9 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
Is dit een samenvatting van de film of het boek? Want er is een verschil
9 jaar geleden
Antwoorden