SAMENVATTING Wat moet hij met dat kleine jongetje aan? Wat kan hij leren van dat kleine prinsje dat plotseling naar hem toe komt lopen als hij bezig is met een andere vraag: hoe overleef ik na deze crash met mijn vliegtuig in de woestijn? Dat zijn de vragen waar de piloot mee worstelt, het hele boekje lang. Maar antwoorden krijgt hij niet. Die moet hij zelf zien te vinden in de zo simpele, doch doordachte filosofieen van het blonde jongetje. ‘Want hij beantwoordde nooit een van mijn vragen,’ vertelt de piloot. Hij haalde zelf de antwoorden op zijn ongestelde vragen uit de verhalen van de prins. Eenvoudige verhaaltjes, puur bestaand uit de logica waar slechts een kind nog mee kan denken. Want volwassenen kunnen dat niet meer. Volwassenen zijn of machtszieke koningen die opzoek zijn naar een gebied en mensen om hun macht op uit te kunnen oefenen, of ijdeltuiten die enkel kunnen nadenken over zichzelf en hoe de wereld om hen heen draait, of dronkaarden die in een vicieuze cirkel vol drank om zichzelf en hun problemen heen draaien, of zakenmannen die enkel dingen kunnen bijhouden en tellen en slechts in getallen denken, of lantaarnopstekers die slechts het verschil tussen dag en nacht kunnen zien, of aardrijkskundigen die enkel de wereld om hen heen op kaart kunnen zetten. Al deze volwassenen kwam het prinsje tegen op zijn reis van zijn eigen planeetje naar planeet aarde, zijn onbewuste einddoel. Hij had zijn eigen kleine planeetje, eigenlijk een komeet, verlaten omwille van de bloem waarmee hij leefde. Een verschrikkelijk mooie bloem, maar ook een zeer zelfzuchtige, egoïstische en ijdele bloem. De bloem maakte het prinsje het leven zo zuur op zijn eigen planeetje, dat hij afscheid nam. Toch moest de bloem daar wel een beetje om huilen, vertelt het prinsje aan de piloot. Wat kan er zo bijzonder zijn aan een bloem? Was een van de ongestelde vragen van de piloot. Het prinsje vertelde dat hij op de planeet aarde, waar hij een jaar voor zijn ontmoeting met de piloot terecht kwam, nog meer bloemen had gezien zoals bij hem op de planeet. En op dat moment dacht hij ook: mijn eigen bloem is helemaal niet zo speciaal als ze zelf zegt. Er zijn zoveel bloemen zoals zij. Toch had het prinsje in zijn jaar op de Aarde ook het een en ander geleerd, wat hij nu vertelde aan de piloot. Hij had een vos ontmoet. Een schuwe vos. De vos legde hem uit dat het prinsje zijn vertrouwen moest winnen om hem zijn vriend te maken. ‘Waarom moet ik je dan tot mijn vriend maken?’ vroeg het prinsje, want zelf zat hij wel altijd vol vragen die hij net zolang stelde totdat hij antwoord kreeg. ‘Zodat als jij straks weg bent, het graan mij aan jou herinnert.’ Na enige uitleg is de moraal eigenlijk heel duidelijk: De vos houdt niet van het graan, hij kan het niet eten. Maar nu het prinsje zijn vertrouwen heeft gewonnen en zijn vriend geworden is, denkt hij voortaan telkens als hij het graan ziet aan het goudgele haar van het prinsje, en dan zal hij misschien een beetje moeten huilen en denken: wat mooi is het graan. Zo werd het voor het prinsje ook duidelijk dat zijn bloem wel degelijk speciaal was, hij had haar vertrouwen gewonnen en zij dat van hem. En telkens als hij naar de sterrenhemel keek vanaf de Aarde, wist hij dat op een van die sterren zijn bloem stond en daardoor waren de sterren voor hem duizend keer mooier. Deze les was eigenlijk wel de belangrijkste voor de volwassen piloot: hij leerde van het prinsje dingen te waarderen, niet om materiele waarde maar om de gevoelens die een ‘ding’ opriepen, de herinneringen die erbij hoorden. Want materialen vergaan, maar herinneringen, belevingen en gevoelens slijten nooit. Toen deze les tot de piloot begon door te dringen, was het bijna een jaar nadat het prinsje op de Aarde terecht was gekomen. En het prinsje wilde weer terug naar zijn planeet, naar zijn speciale bloem. Want tenslotte had die bloem hem nodig om haar te verzorgen. Er stond een schaap op de planeet van het prinsje, getekend door de piloot zelf, en die kon elk moment de bloem opeten. En er waren apenbroodbomen die met hun wortels de hele planeet zouden overwoekeren als het prinsje ze niet elke dag een voor een zou uittrekken. Met behulp van een giftige slangenbeet reist het prinsje weer terug naar zijn ster. En de piloot kan eindelijk naar de sterren kijken en zich, net als alle mensen die het boekje gelezen hebben, afvragen of de bloem al opgegeten is door het schaap. En wat hij ook nog hoort, wat wij misschien niet kunnen horen, is de lach van het prinsje die klinkt als duizenden belletjes, omdat de piloot weet dat het prinsje op een van die sterren is. En dan zal hij glimlachen of misschien een beetje huilen.
OPDRACHTEN UIT HET ABC-LEESDOSSIER
De Personen Het verhaal kent twee hoofdpersonen; de ik-figuur en de Kleine Prins. De ik-figuur is de piloot die in de woestijn is neergestort met zijn vliegtuigje. De Kleine Prins is een jongetje dat over zijn levenservaringen vertelt aan de ik-figuur. Eigenlijk heeft de ik-figuur niet echt een rol in het verhaal, maar is hij de toehoorder. Wat hem doet verschillen van de andere toehoorders (de lezers) is dat hij de verhalen van de Kleine Prins op zijn manier behandelt en verwerkt en dat aan ons laat lezen. De Kleine Prins is vooral bezig met het overbrengen van zijn ‘kinderlijke’ wijsheid door middel van het vertellen van verhaaltjes over gebeurtenissen die hem zijn overkomen. Of hij dit bewust doet is eigenlijk niet echt te zeggen, zoals hij het brengt klinken de verhalen en de boodschap van die verhalen zoals de ik-figuur die ziet heel logisch en niet als een wijze les. De gebeurtenissen lijken voor het Prinsje de normaalste zaken van de wereld te zijn, en zo vertelt hij ze dan ook. Wel merk je dat naarmate het Prinsje dichter bij het ‘heden’ waarin hij de ik-figuur ontmoet komt met zijn verhalen, ook het Prinsje het een en ander heeft geleerd. En uiteindelijk legt hij aan de ik-figuur toch de conclusie van zijn leventje uit; dat je iets of iemand moet waarderen vanwege de herinneringen die het, hij of zij bij jou losmaakt, dat in die herinneringen de waarde ligt van dat voorwerp of persoon. De ik-figuur komt zelf al langzaam tot deze conclusie en zet deze dan ook uiteindelijk vrij letterlijk op papier. Het Prinsje heeft iets sprookjes-achtigs over zich heen, alleen al door de benaming ‘prinsje’, maar door zijn logica en zijn belevingswijze zoals die beschreven wordt door de ik-figuur geven hem iets kinderlijks en sympathieks. En naast deze twee uitstralingen wordt het Prinsje ook op een sokkel gezet; het is een zeer wijs Prinsje als je zijn woorden zo interpreteert als de ik-figuur dat doet. Als je het Prinsje en zijn verhalen niet serieus neemt, dan is hij voor jouw oren gewoon een kind met een ruime, niet al te allerdaagse fantasie. Maar als je tussen zijn regels doorleest en meer zoekt achter zijn verhalen, opzoek gaat naar een boodschap in zijn woorden, dan wordt het Prinsje voor jou net zo’n wijs filosoofje als hij werd voor de ik-figuur met een logica waar je niet omheen kan. Logica hoeft dus niet per defenitie te betekenen: onzin. En dat is volgens het Prinsje en ook volgens de ik-figuur het probleem van volwassenen; zij zien dat niet in. Ik vind zelf het Prinsje te serieus voor een kind, maar de logica die hij handhaaft geeft zijn persoonlijkheid toch wat speels en luchtigs, terwijl het eigenlijk allemaal heel logisch en serieus is wat hij vertelt. En zoals de ik-figuur vertelt is hij eigenlijk een sprookje. Misschien wel bedacht door de ik-figuur in de lange tijd die hij had om na te denken toen hij was neergestort in de woestijn. Maar dat is eigenlijk een te volwassen conclusie. Dus neem ik maar gewoon aan dat het Prinsje echt heeft bestaan. Want ook al heb ik hem zelf niet gezien, dan kan hij nog wel hebben bestaan. Net zoals de olifant in de boa ook onzichtbaar was, maar toch wist je zeker dat die olifant bestond.
In het verhaal spelen nog andere figuren een belangrijke rol. Eigenlijk speelt geen enkel figuur een onbelangrijke rol, dat gebeurt enkel in boeken waarin het gaat om pagina’s op te vullen en een verhaal zo uitgebreid mogelijk en zo sappig mogelijk te vertellen. En dat is niet het geval in ‘Le Petit Prince’, iedere persoon is belangrijk. De ik-figuur en het Prinsje stijgen daar wel bovenuit omdat zij het verhaal vertellen en samenvatten. De volwassenen in het verhaal die het Kleine Prinsje tegenkomt op zijn reis weg van zijn planeet zijn een groep personen die eigenlijk allemaal een rol hebben in dezelfde richting. Zij zijn allemaal voorbeelden van hoe bekrompen de meeste volwassenen kunnen zijn, de dronkaard, de koning, de aardrijkskundige, de zakenman en de ijdeltuit. Slechts een volwassene werd gewaardeerd door het Prinsje, de lantaarnopsteker. Hij stak een lantaarn op zijn kleine planeetje als het nacht werd, en doofde hem weer als het dag werd, wat een keer per minuut gebeurt. Het respect dat het Prinsje voor deze volwassene voelt wordt opgewekt door de nuttigheid van zijn doen. En waarom is dat dan wel zo nuttig, omdat het zo mooi is, vertelt het Prinsje. Naast de volwassenen eist ook de mooie bloem op de thuisplaneet van het Prinsje veel aandacht van hem, zij is zeer veel met zichzelf bezig en zij is ook de persoon waarom het Prinsje zijn reis maakte. Omdat de bloem zoveel met zichzelf bezig was dat zij niet doorhad dat het kleine Prinsje daar ongelukkig van werd. En hij besloot te gaan reizen. Pas als het Prinsje de vos ontmoet op de planeet aarde, zo vertelt hij, ziet hij in hoe belangrijk de bloem eigenlijk voor hem is. Want de vos is het uiteindelijk die het Prinsje leert wat het Prinsje de ik-figuur leert en wat de ik-figuur de lezers uiteindelijk uitlegt: de waarde van een voorwerp of persoon zit hem in de herinneringen die het, hij of zij bij jou oproept. Op die manier zie je dingen die met het oog niet waarneembaar zijn, maar wel met het de ziel en het hart. En die dingen zijn het waardoor je leven inhoud heeft.
De Plaats Het verhaal speelt zich af in een woestijn. Het is niet van belang waar op aarde deze woestijn gelegen is, enkel dat het een woestijn is. Een woestijn waar geen water is, waar geen mensen zijn, geen planten en nauwelijks dieren. Op deze verlaten plek ontmoet de ik-figuur het Prinsje, op deze plek is het Prinsje ook precies een jaar voor die ontmoeting op de aarde terechtgekomen en op deze plek verlaat het Prinsje de aarde ook weer om terug te keren naar zijn eigen planeet. De verhalen van het Prinsje spelen zich voornamelijk in wat volwassenen ‘het heelal’ zouden noemen, ik noem het liever ‘de ruimte’. Het begint op het planeetje van het Prinsje, een kleine komeet met drie uitgedoofde vulkanen, een bloem en kleine apenbroodbomen die door het Prinsje elke dag uitgegraven moeten worden om te voorkomen dat zij niet de hele planeet overnemen met hun wortels. Op zijn reis komt het Prinsje langs vele andere kleine planeten waarop hij de volwassenen tegenkomt. Ook op deze planeten bevinden zich weinig attributen, het verhaal heeft genoeg aan de personen en hun manier van doen. Het Prinsje had het nooit over een eindbestemming van zijn reis. Uiteindelijk keert hij terug naar zijn eigen planeetje, en is het verhaal rond. Met zijn wijsheden is het Prinsje vertrokken naar de sterren…
Het Vertelstandpunt Het mag inmiddels al duidelijk zijn dat het verhaal wordt verteld door een ik-figuur. Door zijn ogen zien we het Prinsje zijn verhaal vertellen. Ook de rol van de ik-figuur is al eerder beschreven (zie ‘De personen’), hij neemt niet zozeer deel aan de gebeurtenissen maar vertelt erover. Hij vertelt over de vertellingen van het Prinsje.
Wat Het Verhaal De Lezer Wil Zeggen De ik-figuur belicht de verhalen van het Prinsje met zijn eigen visie. Als lezer wordt je hierdoor lichtelijk in een zelfde denkrichting als de richting van de ik-figuur gestuurd. Als je de verhalen van het Prinsje uit het boekje zou halen en ze los van het commentaar van de ik-figuur zou lezen, zou je zijn woorden misschien anders kunnen interpreteren. Waarschijnlijk kom je toch ergens tot een zelfde conclusie als de ik-figuur, omdat zijn conclusie overeenkomt met die van het Prinsje. Dus of je je eigen conclusie nu trekt uit de woorden van de ik-figuur of die van het Prinsje, zij zal waarschijnlijk altijd hetzelfde zijn; de waarde van een voorwerp of persoon zit hem in de herinneringen die het, hij of zij bij jou oproept. Op die manier zie je dingen die met het oog niet waarneembaar zijn, maar wel met het de ziel en het hart. En die dingen zijn het waardoor je leven inhoud heeft. Mits je de woorden van een kind serieus neemt en bereid bent te zien met je ziel en hart…
ESSAYISTISCH ERVARINGSVERSLAG
Toen ik het boek uit had, draaide ik mij om en ging slapen. Ik droomde over dingen die ik mij de volgende ochtend niet meer kon herinneren. Toch, toen ik aan de ontbijttafel zat en de eerste slok van mijn thee met een scheutje melk erin nam, voelde ik dat ik dit herkende uit mijn droom. Zoals je leest is het boekje ‘Le Petit Prince’ een boekje dat je aan het nadenken kan zetten. Maar je kan het boekje ook evengoed uitlezen en het daarna vergeten. Het is maar net hoeveel waarde je hecht aan de woorden van het Prinsje. Ook los van allerlei boodschappen die ik erin dacht te lezen is ‘Le Petit Prince’ een prachtig boekje. De waterverftekeningen van het aandoenlijke Prinsje, zijn amusante verhaaltjes en de hoofdlijn van het begin tot het eind zijn zo geschreven en getekend dat ze mij blijven boeien. De boodschap van de schrijver en zijn Prinsje was mij duidelijk, maar het is een boodschap waar ik (nog) niet al te veel waarde aan kan hechten. Dit komt niet doordat ik het er niet mee eens ben, ik vind het wijze ware woorden, maar het is zo’n ruime boodschap die bovendien al lang niet meer onbesproken is en voor mijn gevoel zelfs een beetje verouderd is, dat ik me niet echt geraakt voel. Wel zet het boekje mij dusdanig aan het denken dat ik zelf verder ga op de boodschap van de schrijver en het Prinsje, dat ik wil weten welke waarde ik zelf hecht aan voorwerpen en personen, en waarom. Ik probeer zo de algemeenheid van de boodschap wat te beperken, totdat zij zo is dat ik haar toe kan passen in mijn eigen leven.
VERWERKINGSOPDRACHTEN
Reclametekst ‘Le Petit Prince’ is naast een absolute klassieker van vliegenier Antoine de Saint-Exupéry ook een boekje dat vele vragen kan beantwoorden als men zichzelf toestaat uit de woorden van een Klein Prinsje zijn eigen lessen te leren. Een neergestorte piloot vertelt over zijn ontmoeting met dit Kleine wijze Prinsje en belicht de verhalen die het Prinsje vertelt op een wijze waardoor de verhaallijn niet een puur-filosofische kant opgaat, maar toch de lezer aan het denken zet. De boodschap van het sprookje is voor het eenentwintigste-eeuwse gevoel misschien wat achterhaald, maar dit neemt niet weg dat het moderne sprookje boeit tot het einde en het Prinsje na hem te hebben leren kennen onvergetelijk zal zijn.
Diepte-interview Een diepte-interview met het Prinsje zou, als we de ik-figuur mogen geloven, vrij zinloos zijn, daar het Prinsje geen antwoord geeft op vragen. Omdat de ik-figuur het meest met het Prinsje te maken heeft gehad, heb ik hem uitgenodigd voor een interview op een bankje aan de rand van de Sahara (op zijn voorstel).
Ik: Waarom wilde u hier met mij praten? Ik-figuur: Omdat ik weet dat u vragen zal gaan stellen over de Kleine Prins en ik het makkelijkst over hem kan vertellen als ik in een woestijn ben. Omdat ik daar het Prinsje heb leren kennen en ook omdat ik daar weer afscheid van hem heb genomen. Ik: Wat was het Prinsje voor een persoon? Ik-figuur: Ook die vraag verwachtte ik van u, dat is een zeer nette openingsvraag voor een vraaggesprek, maar ik kan hem waarschijnlijk niet bevredigend genoeg beantwoorden. Het Prinsje was niet iemand waarover je de vraag kan stellen ‘wat voor soort persoon’ hij was. Het Prinsje is iemand waarover je moet nadenken en zelf over moet uitvinden wat je leert van hem. Hij vertelde mij nooit hoe hij zich voelde, welke emoties door hem heen gingen. Hij vertelde slechts zijn verhalen en ik hoorde ze aan en dacht erover na. Ik: Wat bracht u ertoe om deze verhalen op te schrijven? Ik-figuur: Iedereen heeft de behoefte om een belevenis te verwerken. De een belt zijn beste vriend, de ander denkt het over en over in zichzelf en weer een ander schrijft het op. Dat laatste heb ik gedaan. Ik: Wilde u niet een boodschap overbrengen aan de lezers? De boodschap die het Kleine Prinsje aan u heeft overgebracht? Ik-figuur: Dat is maar net hoe men het boek leest en welke boodschap de lezer eruit wil opmaken. Ik wil niemand iets opleggen, ik wil slechts vertellen wat ik heb gehoord van dit wonderlijke ventje. Als mensen daar hun eigen lessen uit leren, dan doen zij hetzelfde wat ik bij het Prinsje heb gedaan. Misschien dat zij het ook wel op papier zetten en dat uw dochter of zoon over dertig jaar hetzelfde aan hen vraagt. Dan vragen ze: wat heeft u ertoe bewogen uw ervaringen over het lezen van een boekje van een schrijver die vertelt over de verhalen van een Prinsje op papier te zetten? Ik: Mist u het Prinsje? Ik-figuur: Zoals ik heb geschreven hoor ik zijn lachje in de sterren. Ik word ouder en mijn gehoor gaat sterk achteruit, maar zijn lach zal ik altijd blijven horen. En ook als ik de sterren niet meer zal kunnen zien, dan is de wetenschap dat ze er zijn, en dat op een van die sterren het Prinsje is voor mij genoeg om zijn lach te horen. En dan vraag ik mij af hoe het met hem en zijn bloem gaat, en of mijn schaap het goed maakt en of mijn schaap apenbroodbomen eet. En al die vragen zorgen ervoor dat ik nooit niets om over te denken zal hebben. Ik: Ik dank u zeer voor dit gesprek. Ik-figuur: Graag gedaan. Ik hoop dat u ook een keer het Prinsje tegenkomt. Misschien dat hij meer heeft geleerd en meer wil vertellen aan mensen van uw tijd. En misschien dat de mensen daar weer van willen leren.
Gedichtje
Een Prinsje daalde neer op aarde
En vertelde over waarde
Een wijze les van een wijs kind
Los van zijn lessen zeer bemind
Om zijn verschijning en zijn lach
En zijn logica zo helder als de dag
Leer uw lessen al dan niet
Maar wens dat u eens in ‘t verschiet
Een klein blond prinsje tegenkomt
En hoor de woorden uit zijn mond
Laat zijn leeftijd u niet beletten
Zijn verhalen u aan het denken te zetten
TRAVAUX PRATIQUES
1 Avant la lecture a) Ik vroeg mijn vader, mijn moeder, mijn zusje, mijn buurvrouw en een vriendin of zij het boekje ‘Le Petit Prince’ of ‘De Kleine Prins’ kenden. Mijn ouders hadden het beiden gelezen en vonden het een zeer mooi boekje. Mijn zusje kende het verhaal van de televisie (VPRO) in een tekenfilmvorm. Zij wist niet dat er ook een boek van was, en wist ook niet meer zo precies waar het verhaal over ging. Mijn buurvrouw had wel eens van het boekje en de schrijver ervan gehoord, maar het nog nooit gelezen. Mijn vriendin had het voor school moeten lezen, maar vertelde dat ze het al eerder een keer ‘voor de lol’ had gelezen. Zij was zeer onder de indruk was geweest van het Prinsje.
2 Au fil du texte a) Het verhaal is gewijd aan het Kleine Prinsje dat de ik-figuur tegenkomt tijdens zijn verblijf in de woestijn. c) De eerste reactie van de piloot (de ik-figuur) op het Prinsje was een beetje geschrokken. Hij wist niet zo goed wat hij aanmoest met dat kleine Prinsje midden in de woestijn. Later komt hij erachter dat het toch geen zin heeft om hem vragen te stellen en dat hij gewoon moet afwachten tot het Prinsje zijn verhaal vertelt. Uiteindelijk raakt de piloot zo verteterd van het ventje en zijn wijze lessen, dat hij zeer bedroefd is als het Prinsje hem verlaat. e) Het Prinsje had goudblonde haren, een serieuze uitdrukking over zijn gezichtje en was zeer klein. Zijn karakter valt moeilijk te doorzien, duidelijk is dat het een heel serieus ventje is dat bezig is met de wereld om hem heen. Zijn simpele zorgen staan eigenlijk als symbool voor de ‘grote’, ‘zware’ ‘wereldproblemen’, en maken hem tot een grote persoonlijkheid. f) De planeet van het Prinsje is een kleine asteroïde (Asteroïde B 612) waarom drie uitgedoofde vulkanen zijn die hij elke dag moet uitvegen, zaadjes zijn van apenbroodbomen die als hij ze niet uitgraaft met hun wortels de hele asteroïde in beslag kunnen nemen, waar een hooghartige mooie bloem groeit en waar het Prinsje een schaap wil hebben dat de kleine apenbroodboompjes opeet als hij er niet is om ze uit te graven. De reden waarom het Prinsje weg gaat van zijn planeet is de hooghartigheid van de bloem, haar veeleisendheid. Hij wordt zo ongelukkig van haar geklaag dat hij besluit haar achter te laten en te gaan reizen. g) De planeten die het Prinsje bezoekt zijn de planeet van de dronkaard die ongelukkig is omdat hij drinkt en drinkt omdat hij ongelukkig is, de planeet van de koning die mensen zoekt om de baas over te zijn, de planeet met de ijdeltuit die mensen zoekt die voor hem willen klappen, de planeet van de zakenman die enkel dingen kan optellen, de planeet met de lantaarnopsteker die een zinnig beroep uitoefent omdat het mooi is wat hij doet, de planeet met de aardrijkskundige die alles wat hij ziet in kaart wil brengen en uiteindelijk de planeet Aarde waar hij de vos en de piloot ontmoet. h) Ik zelf zie de bewoners elk als een symbool voor een eigenschap van de mens. De mens heeft bijvoorbeeld als eigenschap de behoefte alles vast te leggen, zoals de Oude Meneer die kaarten tekende en boeken schreef op de zesde planeet. De functie van de volwassenen in het boekje is het confronteren van de manier van leven van volwassenen met de eenvoudige theorie van een kind (het Prinsje). i) De aarde laat zich zien als een veel gecompliceerdere planeer dan de andere planeten waar het Prinsje langs is gekomen. Op aarde is niet slechts een inwoner met een eigenschap, nee, hier op aarde wordt het Prinsje zelfs geholpen bij het geven van antwoorden op zijn vragen over de andere planeten. Zo helpt de vos hem vertellen wat het doel is van vriendschap, en laten de rozen hem inzien dat zijn eigen roos op zijn eigen planeet heel bijzonder is, enkel doordat dat zijn roos is. j) De les van de vos houdt in dat iets of iemand pas waarde krijgt als je herinneringen eraan kan verbinden. Zo is vriendschap heel bijzonder, en pas na vriendschap gaan voorwerpen die eraan herinneren een waarde krijgen, die anderen misschien niet zullen zien. k) De put die de twee gestranden in de woestijn uiteindelijk vinden, illustreert nogmaals de les van de vos. Het geluid van de emmer die naar beneden zakt zou een ander persoon, die niet daar in de woestijn naar water ligt te snakken, niks doen, maar voor het Prinsje en de piloot is het op dat moment een verschrikkelijk mooi geluid, omdat het doet denken aan, omdat het herinnert aan het heerlijke water beneden in de put. l) Er komen drie dieren voor in het boekje. Het eerste is een schaapje, dat de piloot voor het Prinsje heeft getekend. Dit schaapje is bedoeld om de planeet van het Prinsje en zijn bijzondere bloem te beschermen tegen apenbroodbomen, als het Prinsje er niet is. Het tweede dier is de vos. Zijn rol is misschien nog wel het belangrijkst voor de boodschap van het verhaal; hij vertelt het Prinsje de les waarnaar het Prinsje tenslotte leeft en vertelt. Het laatste dier brengt het Prinsje weer terug naar zijn planeet, door middel van een dodelijke beet, zoals een volwassene het uit zou leggen. De slang, want dat is het derde dier, bijt inderdaad het Prinsje ‘dood’, zodat hij weer op kan stijgen naar zijn thuis, zijn planeet en zijn bloem. m) Het einde is niet in ‘goed’ of ‘slecht’ samen te vatten. Het Prinsje is weer terug naar zijn planeet en zal daar gelukkig zijn, of niet, met zijn bloem, schaap en kraters. Het droevige zit hem vooral in de manier waarop het Prinsje terugreisde, een manier die de grote mensen en ook wel de kinderen benoemen als ‘sterven’, een woord waarbij veel verdriet en afscheid gepaard gaan. Maar dit afscheid heeft voor de piloot ook weer een waarde gegeven aan de sterren, zoals hij uitlegt, iets wat onbetaalbaar is. Het is een einde zoals het hoort, droevig maar vooral mooi. n) De boodschap van De Kleine Prins is naar mijn mening vooral het uitleggen van de les van de vos; dingen krijgen een waarde als het aan herinneringen verbonden is en andersom kan je dingen een waarde geven door ze te leren kennen, door er herinneringen aan te verbinden.
3 Questions générales c) De kleren die spelen in scène 5 zijn de Turkse kleren van een Turkse sterrenkundige die asteroïde B 612 (de planeet van het Prinsje) gezien had. De piloot legt uit dat volwassenen hem niet geloofden vanwege die Turkse kleren. Waarschijnlijk wil hij daarmee zeggen dat volwassenen erg veel waarde hechten aan kleren, en omdat de sterrenkundige geen (Westers) pak droeg, ze hem niet geloofden. In scène 8 zijn de kleren de kleren van de roos. Zij besteedt veel zorg aan haar uiterlijk, aan haar kleding. Iets waarvoor het Prinsje veel interesse toont, maar hij weet nog niet of hij het bewondert. In scène 9, de scène met de Koning, wordt de planeet van die Koning bijna helemaal bedekt met zijn kleding. Dit doelt op de drang van volwassenen om te pronken met hun uiterlijke rijkdom en laat tegelijk zien hoe zinloos het eigenlijk is; het laat voor de onderdanen niet eens meer de plek om te zitten, hoe kan de Koning dan ooit over ze regeren. In scène 10 gaat het om de kleren van de IJdeltuit, in het speciaal om zijn hoed. Het Prinsje heeft genoeg van het klappen om de uiterlijke perfectie van de IJdeltuit, en vraagt hem wat hij moet doen om de hoed van zijn hoofd te laten vallen. Zo zou er wat speelsheid komen in het uiterlijk van de IJdeltuit. De IJdeltuit wil hier niet aan meewerken, hij ziet slechts zijn geheel, zijn uiterlijke perfectie, en niets anders. In scène 19 wordt duidelijk dat de kleding, het uiterlijk, eigenlijk helemaal niet belangrijk is. Pas als je een speciale band met een voorwerp of persoon hebt, zoals vriendschap, of iets anders, krijgt dat voorwerp of persoon een uiterlijk wat je werkelijk kunt beoordelen. Zo werd de roos pas echt mooi voor het Prinsje toen hij besefte dat het zijn roos was, de roos waarvoor hij had geleden en naar had geluisterd. i) De gebreken die de personen op de planeten illustreren zijn: hebzucht (de Koning), ijdelheid (de IJdeltuit), lust (de Dronkaard), afgunst/hebzucht (de Zakenman), luiheid (de Lantaarnopsteker) en domheid (de Aardrijkskundige). j) Onder meer wordt de les van de vos in het boekje meerdere keren uitgelegd, en herhaald, zodat hij goed doordringt tot de lezer.
4 Citations B) Twee citaten waar ik commentaar op heb: b; ‘Les enfants doivent être très indulgents avec les grandes personnes’; kinderen moeten gehoord worden door volwassenen, dus zich ook láten horen. Wees als kind onderzoekend, volwassenen kunnen ook van kinderen leren, maar dan moeten kinderen zich niet toegeeflijk opstellen van hen. h; ‘- Pourquoi bois-tu? - Pour oublier. - Pour oublier quoi? - Pour oublier que j’ai honte. - Honte de quoi? - Honte de boire.’ ; dit vind ik een heel mooi en duidelijk voorbeeld van een vicieuze cirkel waarin men terecht kan raken. Je wordt er wel somber van, als je iemand zo hoort praten, en machteloosheid kan je overmannen. Mens, hou op met drinken en stap uit die cirkel!
5 Rapprochements e) Ik ken ook andere boeken die door zowel kinderen als volwassen worden gelezen, bijvoorbeeld de boeken van Thea Beckman. Toch is dit niet helemaal te vergelijken met Le Petit Prince, want de boeken zijn heel anders geschreven en vooral anders bedoeld. f) Het kleine Prinsje is geen buitenaards wezen, juist een wezen dat ín de mens zit. Daarmee verschilt het Prinsje van de buitenaardse wezens uit science-fiction verhalen.
6 Activités personnelles a) Op de zevende planeet stonden allemaal kasten met laden en deurtjes. Tussen die kasten zat een man met een kromme rug op een houten stoel. ‘Wie bent u?’ vroeg het Prinsje. ‘Wat heb jij bij je?’ vroeg de kromme man. ‘Wie bent u?’ vroeg het Prinsje weer. De kromme man stond op en liep naar het Prinsje toe. ‘Waar kom je vandaan?’ vroeg de man. Hij liep langzaam om het Prinsje heen en bekeek hem nauwkeurig. ‘Ik kom van de Aardrijkskundige,’ zei het Prinsje. ‘Wie bent u nou?’ ‘Ik ben de bewoner van deze planeet. Deze planeet is van mij.’ ‘Wat zit er in al die kasten?’ vroeg het Prinsje. ‘Daarin zitten spullen van mensen.’ ‘Wat voor spullen?’ De kromme man antwoordde: ‘Waardevolle spullen. Een dagboek, een vakantiefoto, een liefdesbrief, een speen van een baby.’ ‘Waarom zitten die in die kasten?’ vroeg het Prinsje verwonderd. ‘Waarom zijn die waardevolle spullen niet bij de mensen die er zo van houden?’ ‘Omdat ze die aan mij gegeven hebben om langs mijn planeet te mogen.’ Het Prinsje voelde zich ongemakkelijk. Hij had zelf niks waardevols bij zich. ‘Wat doet u met die spullen?’ ‘Niks. Ik zorg er enkel voor dat een ander ze niet heeft.’ Het Prinsje zocht in zijn zakken maar vond niks dat waardevol was. ‘Ik heb niks waardevols bij me,’ zei hij. ‘Dan moet je zelf maar hier blijven,’ zei de kromme man. ‘Dan stop ik jou in een laatje.’ ‘Nee,’ zei het Prinsje, ‘want ik ben voor niemand anders waardevol. Alleen voor mezelf.’ En hij dacht treurig aan zijn bloem, die zonder hem leefde op zijn eigen planeet. ‘Ik ga.’ En hij reisde verder.
REACTIES
1 seconde geleden
J.
J.
Heel net uittreksel, alleen veels te lang, en er staan ook redelijk onnodige dingen in zoals dat gedichtje,
Bedankt en laters
Joeri
23 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
Goed verslag man ! Maar heb je het in het Frans gelezen, nee toch zeker ?? Hoe kan je dat dan ZO goed snappen ?
23 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
Wat een super goed verslag! Waar haal je al die inspiratie vandaan? Pfff... ik moet nog een verslag over 'Le petit Prince' maken! Ik zal jouw verslag daar zeker bij gebruiken! Zeker een 10 gekregen, of niet?????
Groetjes Sjoerdtje (6VWO)
22 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
Yooo thx voor dit " uitmuntende uitreksel " als ik nu geen voldoende haal week ik het ook niet meer ;-)
met vriendelijke groet
SeSa
22 jaar geleden
AntwoordenI.
I.
Hai,
Sorry dat ik he lastig val maar ik zag op scholieren.com een boekverslag van Le petit Prince. Ik vroeg me af of je misschien ook recensies hebt die je mij zou kunnen mailen. Ik heb zelf gezocht in de bibliotheek maar kon niks vinden.
Met vriendelijk groet,
Ineke
21 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
Echt goed van je dat je zo'n uitgebreid verslag heb gemaakt van de "le petit prince". Ik kreeg een SO voor frans hierover en heb echt veel aan je verslag gehad!! Bedankt.... Stefan
20 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
Mijn complimenten voor je uitreksel. Ik ben zelf lerares frans en behandel het boekje nu met 4 vmbo en ben op zoek naar extra inspiratie, vragen etc. Knap werk!
Groetjes Saskia
20 jaar geleden
AntwoordenE.
E.
heel erg leesbaar, duidelijk en goed verslag.
had je er goede punten voor??
vriendelijke groeten,
Eleonora
(vanonder de rook van de Europoort)
20 jaar geleden
AntwoordenB.
B.
mooi gedaan hoor !!
17 jaar geleden
AntwoordenG.
G.
Hallo, heb met aandacht je boekverslag van Le petit prince gelezen, je hebt er ook een mooi gedichtje in gezet, mag ik weten van wie het is, ik zou het graag willen gebruiken bij de geboorte van mijn metekindje,
alvast bedankt,
Greet
16 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
hij is te lang
6 jaar geleden
Antwoorden