Acte 1
De eerste scène begint in het huis van meneer Jourdain. De dansleraar en de muziekleraar praten over meneer Jourdain. De muziekleraar is heel blij met meneer Jourdain omdat hij veel geld oplevert. De dansleraar is wel blij met het geld maar zou het wel op prijs stellen als meneer Jourdain wat meer waardering zou tonen voor hun werk. De muziekleraar zegt dat je van applaus alleen niet kunt eten. De dansleraar is het daar wel mee eens maar zou toch graag wat minder nadruk op het geld willen zien; dit hoort niet bij artiesten, vindt hij.
Meneer Jourdain komt binnen, flamboyant gekleed en vergezeld door twee lakeien. Hij praat heel “plat”, tot grote ergernis van de leraren en doet laatdunkend over de muziektermen die hij blijkbaar niet kan onthouden. Hij heeft duidelijk ook geen verstand van muziek. Wanneer meneer Jourdain een eigen liedje ten gehore brengt prijzen ze hem; meneer Jourdain heeft niet in de gaten dat hij voortdurend in de maling wordt genomen. De muziekleraar raadt meneer Jourdain aan ook muzieklessen te nemen naast zijn danslessen want dat doen mensen van adel ook. Hij krijgt ook al schermlessen en filosofielessen.
Dan breekt er een discussie los over wat belangrijker is in het leven: muziek of dans. Beide leraren vinden hun eigen vak natuurlijk het meest belangrijk.
Acte 2
De muziekleraar heeft een lied gecomponeerd in opdracht voor meneer Jourdain . Dit lied zal ten gehore worden gebracht tijdens het diner die avond waarbij een belangrijke dame aanwezig zal zijn. De muziekleraar adviseert meneer Jourdain om regelmatig, minstens een à twee keer per week, een muziekuitvoering te geven bij hem thuis. Dat hoort zo bij mensen van adel. Uiteraard stemt meneer Jourdain hiermee in.
Na de dansles komt de schermleraar binnen. Ook van schermen heeft meneer Jourdain nog niet veel begrepen. Met behulp van goede schermkunst kan men tegenstanders doden zonder ooit zelf gevaar te lopen; je hebt dan geen greintje moed meer nodig.
De schermmeester gooit weer “olie op het vuur” door te beweren dat schermen het belangrijkste vak is in het leven, zeker in vergelijking met nutteloze kunsten als dans en muziek…
Ogenblikkelijk barst de ruzie tussen de leraren weer los; nu tussen de drie aanwezige leraren. Meneer Jourdain probeert er nog tussen te komen maar het loopt helemaal uit de hand en ze maken elkaar uit voor van alles en nog wat.
Dan arriveert de filosofieleraar. Gelukkig, denkt meneer Jourdain, hij kan de dag nog redden. Meneer Jourdain legt de filosofieleraar het probleem uit. De filosofieleraar vraagt zich af hoe ze ook maar een vergelijking aan durven tussen zijn filosofie en dans, muziek of schermen die er alleen maar zijn om mensen bezig te houden. Nu breekt de hel echt los, er is geen houden meer aan. Ze gaan uiteindelijk met elkaar op de vuist.
Na een tijdje komt de filosofieleraar weer binnen, strijkt z’n pak glad en begint met zijn les. Hij begint in het Latijn tegen meneer Jourdain te praten. Meneer Jourdain beweert perfect Latijn te verstaan maar het lijkt hem een goed idee te doen alsof hij het nog niet weet dus misschien kan de filosofieleraar vertellen wat hij zojuist vertelde in het Latijn.
De filosofieleraar vraagt of meneer Jourdain de basisprincipes van de wetenschap kent. Natuurlijk zegt meneer Jourdain: ik kan lezen en schrijven. De filosofieleraar noemt enkele onderwerpen die ze kunnen behandelen: de logica, ethiek, natuurkunde. Meneer Jourdain stelt voor eerst te leren spellen. Ze beginnen met de klinkers. Dit gaat fantastisch , de volgende les behandelen ze de medeklinkers.
Dan heeft meneer Jourdain nog een persoonlijke vraag. Hij is verliefd op een dame van adel en hij heeft een briefje nodig waarop hij zijn gevoelens uit voor deze dame. Natuurlijk wil de filosofieleraar helpen. Moet het in poëzie of proza? Meneer Jourdain weet natuurlijk niet wat dat is. De filosoof legt het uit. De alledaagse taal blijkt proza en dat is wat hij wil. Ze maken een briefje voor de gravin.
De leraren zijn allemaal vertrokken wanneer de kleermaker komt. Meneer Jourdain klaagt steen en been over de te krappe kousen en schoenen maar de kleermaker weet hem wijs te maken dat dit niet zo is. Wanneer het patroon van het pak op z’n kop zit weet hij hem zelfs wijs te maken dat dit altijd zo gedragen wordt bij mensen van adel. Dan stemt meneer Jourdain er natuurlijk mee in. (de kleermaker blijkt zelf een pak te dragen van dezelfde stof die hij ooit voor meneer Jourdain kocht; de kleermaker zegt zo gecharmeerd te zijn van het materiaal dat hij ook voor zichzelf iets wilde maken. Meneer Jourdain vindt het goed zolang hij er zelf maar niet voor heeft betaald).
De leerlingen van de kleermaker komen binnen. Eén van de leerlingen noemt hem “eerwaarde”, zoals iemand van adel. Meneer Jourdain voelt zich zo gevleid en geeft een fooi. Bij elke nieuwe vleierij geeft hij opnieuw een fooi tot z’n geld op is.
Acte 3
Meneer Jourdain gaat zijn nieuwe pak showen in de stad. Zijn 2 lakeien moeten hem op de voet volgen zodat iedereen kan zien dat ze bij hem horen.
Thuis gekomen barst Nicole, de hulp in huis, in lachen uit om zijn nieuwe pak en kan niet meer ophouden. Meneer Jourdain geeft haar orders het hele huis schoon te maken in verband met het bezoek van vanavond. Dat bezoek kent ze maar al te goed en brengt haar direct in een slechte stemming.
Dan komt madame Jourdain binnen die ook in lachen uitbarst en vraagt of hij gek geworden is. Hij lijkt wel een circuspony. Ze herkent haar eigen huis de laatste tijd niet meer, het lijkt wel carnaval met al die dansers, muzikanten en zangers. Geen wonder dat de buren klagen.
Nicole valt haar bij: ze brengen alleen maar vuil in huis. Ze begrijpen ook niet wat meneer Jourdain met een dans- of schermleraar zou moeten op zijn leeftijd. Hij kan beter zijn energie stoppen in het vinden van een geschikte echtgenoot voor zijn dochter. Volgens meneer Jourdain dient die zich vanzelf wel aan, intussen concentreert hij zich op het verbeteren van zijn geest. Ook aan het nut van de filosofieleraar wordt getwijfeld. Meneer Jourdain zegt liever te discussiëren met beschaafde mensen. Hij probeert uit te leggen wat hij allemaal geleerd heeft. Zo is alles wat geen proza is, is poëzie en alles wat geen poëzie is , is proza. Ook de klinkers worden geoefend.
Nicole en madame Jourdain doen alsof ze het ongelooflijk vinden dat hij dat allemaal heeft geleerd (ook zij nemen hem dus in de maling).
Dan demonstreert meneer Jourdain het belang van goed kunnen schermen. Nicole blijkt het veel beter te kunnen en geeft hem meerdere tikken met haar sabel.
Madame Jourdain verklaart hem compleet voor gek en dat is begonnen sinds hij met de adel optrekt.
Wanneer ze over graaf Dorant begint verdedigt meneer Jourdain de graaf. Hij vindt het een eer dat een graaf, die regelmatig de koning bezoekt, ook zijn huis bezoekt. Ja, ja zegt madame Jourdain, in ruil voor het lenen van grote sommen geld. Meneer Jourdain vindt het genoeg zo: de graaf zal alles netjes terugbetalen.
Dan komt de graaf onverwacht langs. Hij buigt diep voor meneer Jourdain en vleit hem door hem te complimenteren met zijn nieuwe pak. Hij staat er op dat meneer Jourdain zijn hoed terugzet op zijn hoofd, immers ze zijn goede vrienden (gelijken).
De graaf zegt zijn lening te komen terugbetalen. “Zie je wel”, zegt meneer Jourdain tegen zijn vrouw, “ik zei het je toch”.
Meneer Jourdain telt alle bedragen bij elkaar op en komt op een bedrag van 15.800 francs. Mooi zegt de graaf, wanneer ik dan nog 200 louis van je leen vandaag ben ik je 18.000 francs schuldig (berekeningen kloppen niet want louis zijn meer waard). Dat bedrag zal ik je binnen een paar dagen brengen.
Madame Jourdain fluistert tegen meneer Jourdain: “Geloof je me nou!”
Meneer Jourdain doet alsof er niets aan de hand is en leent hem het geld. Madame Jourdain zegt dat de graaf hem nog eens failliet zal maken. De graaf zegt dat velen het een eer zouden vinden hem geld te lenen maar dat hij speciaal naar meneer Jourdain is gegaan omdat hij zijn vriend is. Meneer Jourdain stemt toe terwijl madame Jourdain kwaad wegloopt.
Als meneer Jourdain even weg is probeert de graaf in de gunst te komen bij madame Jourdain door allerlei vleiende opmerkingen en haar uit te nodigen voor een ballet of komedie bij de koning. Nou een komedie kon ze wel gebruiken.
Graaf Dorante fluistert meneer Jourdain toe dat gravin Dorimène, waar meneer Jourdain een oogje op heeft, eindelijk de diamant geaccepteerd heeft die meneer Jourdain haar geschonken had. Graaf Dorant is er zeker van dat de gravin blij is met alle cadeaus, zoals de serenades en bloemen, het grandiose vuurwerk bij de rivier speciaal voor haar, de diamantenring en het avondeten vanavond.
Meneer Jourdain zegt dat al het geld over heeft om het hart van een vrouw van zo hoge geboorte te kunnen veroveren. Hij heeft het zo geregeld dat madame Jourdain bij zijn zus zal dineren en daar de hele avond zal blijven.
Nicole heeft hier het een en ander over opgevangen en vertelt madame Jourdain dat die twee (meneer Jourdain en graaf Dorant) niet te vertrouwen zijn. Madame Jourdain vermoedt dat haar man een romantisch avontuurtje heeft gepland maar ze heeft belangrijker zaken aan haar hoofd. Cleonte is verliefd op hun dochter Lucile en ze vindt hem een goede gegadigde.
Nicole vindt dit fantastisch want zij valt op Covielle, de hulp van Cleonte, en als Cleonte en Lucile zouden trouwen mogen zij het vast ook.
Als Cleonte en Covielle binnenkomen zijn ze echter zeer ontstemd en hebben geen goed woord over voor Lucile. Nicole begrijpt er niets van.
Cleonte en Covielle beklagen zich over alle goede dingen die ze voor hun geliefden hebben gedaan. Ze willen hun beide geliefden zo snel mogelijk vergeten en proberen dit te doen door allerlei negatieve dingen over ze te verzinnen. Covielle noemt negatieve dingen op over Lucile maar Cleonte weet dit steeds weer in haar voordeel om te draaien. B.v. “Ze heeft een hele grote mond”. Cleonte: “Ja, maar het is de mooiste, de meest begeerde, de meest aantrekkelijke en de meest sexy mond in de hele wereld”. Zo probeert hij nog meer negatieve dingen op te noemen maar steeds geeft Cleonte er weer een positieve draai aan.
Covielle geeft het op en zegt dat het onbegonnen werk is: “Hij zal voor altijd verliefd op haar blijven”.Dan komen Nicole en Lucile binnen. De heren besluiten geen woord met hen te wisselen.
Dit houden ze nog geen twee tellen vol.
Lucile probeert uit te leggen waarom ze hem die ochtend negeerde maar ze weigeren te luisteren.
Wanneer Lucile er genoeg van krijgt zijn ze ineens wel bereid te luisteren maar nu heeft Lucile er ineens geen zin meer in. Ze weigert ook maar iets te zeggen. Het gesteggel gaat maar door. Cleonte zegt dat ze over zijn gevoelens heen walst en dat er niets anders op zit dat te sterven in de goot, van liefdesverdriet.
Eindelijk wil Lucile de reden van haar gedrag verklaren. Dit kwam door de aanwezigheid van haar tante die van mening is dat wanneer een man op indringende wijze naar een meisje kijkt hij haar onteerd voor het leven. De tante gaat hier altijd eindeloos over door, daarom geeft Lucile haar meestal haar zin. Cleonte gelooft haar en ze zijn spoedig verzoend.
Dan komt madame Jourdain binnen. Ze is blij Cleonte te zien. Haar man is onderweg en dit is zijn kans hem de hand van hun dochter te vragen. Dit klinkt Cleonte uiteraard als muziek in de oren.
Zodra meneer Jourdain er is vraagt hij de hand van zijn dochter. Meneer Jourdain wil weten of hij een gentleman is van hoge geboorte.
Cleonte antwoord hem dat tegenwoordig de titel “gentleman” door velen gebruikt wordt. Maar hij wil eerlijk zijn. Hij is van goede komaf en zijn ouders hebben een goede positie. Zelf was hij zes jaar lang legerofficier en zijn inkomen geeft hem een goede positie in de maatschappij. Hij wil echter geen valse titel claimen dus hij is niet geboren als gentleman.
Meneer Jourdain weigert hem zijn dochter omdat hij niet van adel is.
Madame Jourdain is verbijsterd. Immers zij komen ook van een gewone handelsfamilie. Hun beide vaders waren winkeleigenaar.
Meneer Jourdain ontkent dat zijn vader een gewone winkelier was. Hij is onverbiddelijk: zijn a.s. schoonzoon zal van adel zijn en zijn dochter zal gravin worden.
Madame Jourdain is er absoluut op tegen. Zij wil een gewone schoonzoon die niet op haar neer zal kijken.
Als Cleonte en Covielle alleen zijn vraagt Covielle zich af of hij niet wat had kunnen verzinnen over zijn afkomst maar Cleonte wil zich aan zijn principes houden en zijn geweten volgen.
Covielle heeft een idee. Er is een groep carnavalspelers in de buurt met acteurs en kostuums. Die kunnen hen helpen en ze gaan er naar toe.
Dorante arriveert bij meneer Jourdain. Grote paniek want alles is nog niet klaar. Als graaf Dorante en gravin Dorimène even alleen zijn vertelt Dorimène dat ze verlegen wordt van al die cadeaus die ze van Dorante (!) heeft gekregen. Ze kan haast een huwelijksaanzoek niet meer weigeren. Vooral niet na die diamantenring die ze net weer van hem gekregen heeft. Dorante adviseert haart zijn huwelijksaanzoek vandaag nog te accepteren. Dorimène vindt al die cadeaus echt te duur maar Dorante zegt dat de materiele waarde in geen verhouding staat met de liefde die hij voor haar voelt.
Meneer Jourdain komt binnen en probeert haar duidelijk te maken zeer vereerd te zijn met haar bezoek. Er komt echter niets dan gestuntel uit zijn mond.
Dorant fluister meneer Jourdain in niet naar de diamant te vragen, dat zou heel “vulgair zijn en haar zeer beledigen”.
Meneer Jourdain bedankt de graaf voor alle moeite die hij gedaan heeft om Dorimène naar zijn huis te krijgen. Dorant zegt dat het inderdaad een hele klus was maar dat doe je immers voor een vriend. Ze gaan zitten en het diner wordt opgediend en de muziek begint.
Acte 4
Dorante, meneer Jourdain en Dorimène zitten nog aan de dinertafel. Meneer Jourdain en Dorante verklaren beide aan Dorimène dat deze maaltijd, hoe goed ook, nog niet goed genoeg was voor een vrouw zoals zij. Dorimène is juist verrukt van het hele feest en heeft veel gegeten.
Meneer Jourdain zegt haar dat ze prachtige handen heeft. Dorimène vindt ze heel gewoon tenzij hij verwijst naar de diamant, die is inderdaad prachtig. O, nee dat bedoelde hij niet, dat “zou wel heel vulgair zijn”.
Dorimène bedankt Dorante voor de muziek tijdens het diner. Meneer Jourdain doet nog een poging haar te laten weten dat het zijn idee was maar Dorante geeft hem geen kans. Beide heren maken Dorimène het hof als madame Jourdain plotseling binnenkomt. Nu begrijpt ze waarom ze zonodig moest dineren bij meneer Jourdains zus. Ze is woest over al het geld dat meneer Jourdain heeft gespendeerd aan zo’n groots banket.
Dorante zegt haar dat ze niet te snel moet oordelen want het is zijn feest en hij heeft alles betaald. Meneer Jourdain is alleen zo aardig geweest zijn huis beschikbaar te stellen.
Madame Jourdain zegt dat ze niet gek is en beschuldigt Dorimène ervan te stoken in hun huwelijk. Dorimène begrijpt er helemaal niets meer van en loopt kwaad weg. Meneer Jourdain stuurt Dorante achter haar aan om zijn excuses over te brengen voor het gedrag van zijn vrouw.
Dan komt Covielle binnen, verkleed, dus onherkenbaar voor meneer Jourdain. Covielle zegt meneer Jourdain al te kennen vanuit de tijd toen hij nog een baby was. Ook de vader van meneer Jourdain, “een echte gentleman”, heeft hij goed gekend. Dit vindt meneer Jourdain natuurlijk fantastisch om te horen en hij is blij Covielle te hebben ontmoet.
Meneer Jourdain vraagt hem wat hem naar hier bracht. Covielle vertelt hem dat hij veel heeft gereisd en zijn (overleden) vader, “de gentleman van hoge geboorte”, beloofd heeft om op interessante zaken te letten voor zijn zoon. En nu heeft hij fantastisch nieuws. De zoon van de Sultan van Turkije (Mufti) is hier. Hij behoort tot de hoogst mogelijke rang en wil met zijn dochter Lucile trouwen.
Covielle beweert vloeiend Turks te spreken en vertaalt enkele Turkse zinnen die de zoon van de Sultan over zijn dochter gezegd zou hebben. Zo sprak hij over “de dochter van meneer Jourdain, de Franse edelman…”
Meneer Jourdain is helemaal verrukt en stemt ogenblikkelijk toe met het huwelijk. Alleen moet hij zijn dochter nog zover zien te krijgen want die is immers verliefd op Cleonte.
Dat is volgens Covielle niet zo’n heel groot probleem want het gelukkige toeval wil dat ze heel veel op elkaar lijken.
Dan komt Cleonte binnen, verkleed als Turk, met 2 bedienden. Cleonte spreekt Turks en Covielle vertaalt het voor meneer Jourdain. Meneer jourdain en Cleonte verdwijnen van het toneel.
Dorante komt binnen en herkent Covielle. Covielle vertelt hem hun plannetje. Dorante is er van overtuigd dat, als Covielle er achter zit, het vast wel zal slagen.
Er komt een heel Turks (gekleed) gezelschap binnen met zang, dans en gebeden tot Allah. Ook Mufti (Cleonte) is erbij. Zelfs meneer Jourdain heeft zich in Turkse kledij uitgedost.
Madame Jourdain begrijpt er intussen helemaal niets meer van en spreekt meneer Jourdain er op aan. Meneer Jourdain zegt haar vanaf nu een Mamamouchi te zijn, dat betekent een paladin, een hoge Turkse titel, bekend in de hele wereld.
Madame Jourdain denkt nu echt dat haar echtgenoot zijn verstand verloren heeft.
Acte 5
Dorante vertelt Dorimène dat ze zal lachen als nooit tevoren. Hij heeft Cleonte beloofd te helpen met zijn plan om zijn geliefde te kunnen trouwen. Hij mag Cleonte graag en vindt dat hij dat wel verdiend heeft. Ook Dorimène wil wel meehelpen.
Dorante vraagt haar hoe ze zijn diner vond gisteravond. Ze vond het fantastisch maar maakt zich onderhand zorgen om alle uitgaven die hij doet voor haar. Ze moet dit echt zien te stoppen voor hij failliet gaat. Ze weet maar één mogelijkheid, n.l. direct trouwen want dan houdt deze vrijgevigheid meestal vanzelf op.
Dan komt meneer Jourdain binnen in zijn Turkse kledij. Dorante en Dorimène feleciteren hem met zijn nieuwe titel en vertellen hem vereerd te zijn bij deze ceremonie aanwezig te mogen zijn.
Cleonte komt binnen en Dorante en Dorimène vertellen hem achter hen te staan. Meneer Jourdain raakt in paniek want de tolk, Covielle, is even weg. Gelukkig is hij er spoedig weer.
Dan komt Lucile binnen die nog van niets weet. Ze begrijpt niets van haar vaders kledij en wil al helemaal geen vreemde trouwen. Aanvankelijk protesteert ze heftig en zegt alleen met Cleonte te willen trouwen. Wanneer de verklede Cleonte binnenkomt herkent ze hem en zegt geen andere keuze te hebben dan haar vader te gehoorzamen.
Meneer Jourdain is in zijn nopjes met zo’n gehoorzame dochter die haar plicht kent.
Dan komt madame Jourdain binnen en vraagt zich af wat voor carnaval hier nu weer plaatsvindt. Wanneer madame Jourdain hoort over het voorgenomen huwelijk is ze er natuurlijkm op tegen. Ze krijgt ogenblikkelijk ruzie met meneer Jourdain omdat ze altijd alles voor hem weet te verpesten.
Covielle weet haar te overreden voor een gesprek onder vier ogen. Covielle legt haar alles uit en natuurlijk stemt ze nu wel in met het huwelijk. Meneer Jourdain is blij dat iedereen eindelijk voor rede vatbaar is.
Dorant zegt madame Jourdain dat ze niet langer bevreesd hoeft te zijn voor Dorimène want Dorante en Dorimène zullen tegelijkertijd trouwen (bij dezelfde notaris). Nicole kan met de tolk (Covielle) trouwen en zo wordt iedereen toch nog gelukkig.
Personages
Monsieur Jourdain de bourgeois, gegoede burger
Madame Jourdain zijn vrouw
Lucile hun dochter
Nicole de huishoudster van Jourdain
Cléonte de geliefde van Lucile
Covielle de bediende van Cléonte,
vriend van Nicole
Dorante graaf, geliefde van Dorimène,
vriend van meneer Jourdain
Dorimène markiezin, vriendin van Dorante
De Mufti Cléonte, verkleed als zoon van
De Turkse Sultan
De muziekleraar
De schermleraar
De filosofieleraar
De dansleraar
De kleermaker
Lakeien
Bedienden en dansers
Muzikanten
Etc.
Het verhaal vindt plaats in Parijs
REACTIES
1 seconde geleden