Encore du Nicolas door René Goscinny & Sempé

Antwoorden boekje

Hoofdstuk 1
1. ganzenbord
2. z’n vader had zijn baas een persoonlijke dienst bewezen
3. loonsverhoging
4. omdat papa en mama het niet eens waren met elkaar
5. om te ruilen op het schoolplein
6. het moest een respectvolle brief worden en dat was moeilijk te schrijven
7. ze maakte ruzie over de brief
8. omdat er ruzie was wilde mama niet koken
9. hij heeft zijn hoofd gestoten
10. Chere grandmere,
Ca va?
merci pour le cadeau,
Il est tres beau
Merci beaucoup!
Nicky

Hoofdstuk 2
1. Hij krijgt er een beloning voor
2. Ze geven me meestal geld
3. Hij hield zijn hand in zijn zak omdat hij bang was zijn geld te verliezen
4. M. Compani, chocola
5. Nee
6. Voetbal, atlas
7. Hij vindt tien franc te veel voor 10 chocolade repen
8. Een 7.8
9. Ze weet niet hoe hij aan het geld is gekomen
10. Ze heeft geld gegeven voor de repen

Hoofdstuk 3
1. Hij vindt dat mama te veel geld uitgeeft aan de boodschappen en denk dat hij het beter kan.
2. Hij vond het leuk zijn vader te vergezellen
3. In het water levend koken, wel eens gegeten
4. Ze krijgen ruzie want hij vond het te weinig voor een kilo
5. Hij vond het te duur
6. Komkommer, tomaat en wortel
7. Kopje kleiner maken
8. Kabeljouw, zalm en haring
9. De auto stond verkeerd geparkeerd
10. ?

Hoofdstuk 4
1. Om dievensporen te zoeken
2. Hij wil zijn zaklamp niet uitlenen
3. Ja
4. Omdat hij zijn huiswerk moet maken
5. Nee, hij snapt het niet
6. Hij ging huiswerk maken en met zijn zaklamp spelen
7. Dan is het donker en kan hij met zijn lampje schijnen
8. De lamp had de hele nacht geschenen
9. Omdat zijn geld op was en de zaklamp kapot
10. Geruild voor een fluitje die het wel doet

Hoofdstuk 5
1. Omdat ze de trein van 15.47 heeft genomen
2. Ruimte boven je stoel waar je je bagage kwijt kan
3. Voor de bagage, ze had teveel mee
4. Nee, hij vond hem gewoon erg zwaar
5. Een bouwdoos, rode bal en kleine auto
6. Omdat oma in papa’s bed moet
7. Pizza
8. Hij had teveel gegeten
9. Oma zit al een uur in de badkamer
10. Netjes doen, aanpassen aan de rest

Hoofdstuk 6
1. 0 keer
2. Ze waren aan het rennen toen eudes zijn voet stak en rufus toen viel, toen hield de politie hen aan.
3. Vertegenwoordiger
4. Omdat de politieagent bij de directeur geklaagd had over hoe de kinderen oversteken
5. –
6. Rijweg voor auto’s stoep voor voetgangers
7. Rood, oranje en groen
8. Agnan had een 20
9. Nee, ze rennen gewoon weer hard over de weg
10. Motor, auto, scooter

Hoofdstuk 7
1. Dinosaurus botten
2. Een fotoalbum
3. G: een gouden horloge, J: een briefopener
4. 2
5. Niets
6. Hij moest hem bij de conciërge inleveren omdat het te gevaarlijk was
7. Nakomen en rustig een opstel schrijven
8. Huilen
9. Een klap geven
10. Strafregels schrijven

Hoofdstuk 8
1. Omdat de chef met de vrouw komt eten
2. Om meubels te beschermen
3. Het zag er grappig en geveegd uit
4. De schoonmaakster
5. De blauwe auto uit de vitrine
6. Vispastei
7. Pizza
8. Hij wilde geen blunder begaan
9. Hij zegt doei tegen de schoonmaakster terwijl moeder had gezegd dat ze altijd blijft
10. Waterpokken, kinkhoest, verkoudheid, mazelen