Encore du Nicolas door René Goscinny & Sempé

Wie:

De hoofdpersoon is Nicolas. Hij beleeft van alles met zijn vrienden Alceste, Maixent, Eudes, Agnan, Clotaire, Geoffroy, en Rufus, en met zijn ouders.

Wat:

Het grootste gedeelte van het verhaal gaat over allerlei dingen die op school gebeuren, en sommige dingen die thuis gebeuren. Het zijn allemaal korte verhaaltjes, dus er is niet één onderwerp.

Waar:

Er staat niet in het boek vermeld waar het zich afspreekt. Frankrijk lijkt me logisch, maar het is dus niet met zekerheid vast te stellen.

Wanneer:

Er staat ook niet in wanneer het verhaal zich afspeelt, maar de gebeurtenissen spelen zich wel in deze tijd (20/21e eeuw) af.

Samenvatting:

Hoofdstuk 1:

Nicolas krijgt altijd veel kado’s van zijn oma, maar zijn vader vindt dat onzin. Hij vindt dat je een kind niet zo moet verwennen. Toen Nicolas een kado van meneer Moucheboume kreeg, de baas van zijn vader, vond vader het wel goed. op een briefje bij het kado stond: ‘voor mijn kleine vriend die zo’n ijverige vader heeft.’ Zijn vader had werk gedaan voor zijn baas wat hij normaal niet hoeft te doen. Moeder had liever gehad dat zijn vader opslag had gekregen. Het kado is: een ganzenbord.

Nicolas wil het kado ruilen voor iets beters. Vader en moeder vinden dat hij naar Meneer Moucheboume moet schrijven, maar Nicolas wil bellen, omdat hij normaal alleen maar telefoon krijgt van zijn oma. Hij zegt dat als hij niet mag bellen dat ze het ganzenbord dan maar terug moeten sturen. Dan word vader boos en begint Nicolas te huilen. Moeder zegt dat als ze allebei niet ophouden ze niet zal koken. Dan stuurt Nicolas maar een brief. Omdat hij de brief schrijft krijgt hij twee toetjes.

Samen met vader gaat hij de brief schrijven. Alleen vader weet niet goed hoe hij de brief moet beginnen, en wat hij verder moet schrijven. Als ze uiteindelijk goed postpapier hebben gevonden gaan ze de brief schrijven. De brief is klaar.

Meneer Moucheboume belt. Vader neemt op, en doet alsof hij van niets weet.

Hoofdstuk 2:

De waarde van het geld:

Omdat Nicolas vierde van de klas is geworden met een proefwerk geschiedenis, krijgt hij van zijn ouders 10 francs. Want, zegt zijn vader, hij moet de waarde van het geld leren kennen. Zijn moeder vindt het eigenlijk te veel.

Nicolas laat het geld zien aan zijn vrienden. Ze zijn allemaal best jaloers op hem. Dan zegt een jongen uit zijn klas dat hij daar wel een mooie atlas van kan kopen. Maar dat wil Nicolas niet, hij krijgt al genoeg boeken van zijn tante. Andere vriendjes willen dat hij er een voetbal van koopt, maar dat wil Nicolas ook niet.

Nicolas is het lievelingetje van de lerares. Ze vraagt hoe hij aan dat geld komt, en Nicolas vertelt dat hij dat heeft gekregen omdat hij vierde van de klas was met het geschiedenisproefwerk.

Een ander vriendje van Nicolas zegt tegen hem dat hij van 10 francs wel vijftig chocoladerepen kan kopen. Nicolas gaat naar een winkel, hij geeft het biljet aan de winkeljuffrouw, en zegt dat hij daar 50 repen chocola voor kan kopen. De juffrouw kijkt heel verbaasd en zegt ”had je dat gedacht? Daar kan je maar 25 repen voor kopen. En ik houd niet van kleine dieven.” Nicolas zegt dat hij het heeft gekregen, maar dat gelooft de vrouw niet. Ze zegt tegen hem dat hij het moet terugleggen waar hij het heeft gevonden. Teleurgesteld gaat Nicolas naar huis, en vertelt het hele verhaal aan zijn moeder. Die geeft hem in plaats van de 10 francs, 50 centimes. Daar koopt Nicolas een reep chocola van die hij deelt met Alceste.

Hoofdstuk 3

Nicolas ging met zijn vader naar de markt. Zijn vader had tegen zijn moeder gezegd dat hij wel even goed en vooral goedkoop eten op de markt ging halen. Nicolas vond het leuk om naar de markt te gaan. Het was heel druk en het duurde even voor ze een parkeerplaats hadden gevonden. Ze wouden 1 kilo tomaten kopen, maar vader vond het heel raar dat er maar 5 tomaten in een kilo gingen, en dus kocht hij ze niet.

Even later zagen ze verse, levende(!) kreeften. De koopman vertelde de prijs en vader schrok. Zelfs de kleinste kreeft vond hij te duur. De koopman werd boos op vader, en er ontstond een ruzie. Vader zei tegen nicolas dat ze wel ergens anders eten zouden kopen.

Nicolas en vader reden naar huis. Omdat ze geen eten hadden nam vader Nicolas en moeder mee uit eten. Vader at niks, maar Nicolas en moeder namen kreeft.

Hoofdstuk 4

Nicolas was zevende van de klas met spelling, en daarom kreeg hij van vader geld om iets te kopen. Nicolas wou graag en zaklamp. Al zijn vrienden gingen mee naar de winkel. Nicolas was heel blij met zijn vrienden. Een van zijn vrienden, Alceste, vroeg hem waarom hij die zaklamp had gekocht. Hij had van het geld ook allemaal lekkere dingen kunnen kopen. Nicolas zei dat hij er detective mee wou spelen, want die hebben altijd een zaklamp om dieven op te sporen. De vriendjes van Nicolas vonden dat hij een goede keus had gemaakt. Rufus wou de zaklamp graag gebruiken, maar dat mocht niet van Nicolas.

Zelf Nicolas’ moeder vond het een leuk idee. Nicolas ging op zijn kamer in het donker spelen met zijn zaklamp. Toen hij aan het spelen was, vond hij een knikker die hij al een lange tijd kwijt was. Toen kwam zijn moeder binnen. Ze vroeg: “Nicolas, waar ben je?” Nicolas zei dat hij onder zijn bed met zijn zaklamp aan het spelen was. Nicolas’ moeder zei dat hij eerst maar huiswerk moest gaan maken. even later kwam ze weer terug en ze zei tegen Nicolas dat ze dacht dat hij huiwerk ging maken en daarna pas met zijn zaklamp spelen. Nicolas zei dat hij het idee had om zijn huiswerk te maken met zijn zaklamp. Zijn moeder zei dat het met zo’n kleine lamp wel heel erg lang duurde voor het huiwerk af was. Maar Nicolas zei dat hij al heel ver was. Toen zei zijn moeder dat hij het ook zelf maar moest weten.

Toen Nicolas’ vader thuiskwam, liet Nicolas gelijk zijn nieuwe zaklamp zien. Vader vond het een leuk idee. Dan vraagt Nicolas of de gordijnen dicht mogen. Zijn vader vraagt hem waarom hij dat wil en Nicolas zegt dat hij met zijn lamp wil spelen. Dat mag niet van zijn vader, want dan kan hij de krant niet lezen. Zijn vader wordt boos en Nicolas gaat naar boven.

Op een gegeven moment is de batterij op; Nicolas vraagt aan zijn vader of hij er nog een heeft. Die heeft hij niet. Dan begint Nicolas te huilen. Dan wordt zijn vader boos en zegt dat het een goede les was, hij heeft nu ie4ts gekocht waar hij geen behoefte aan had. En nu is het ook nog stuk. Nicolas heeft er inderdaad wat van geleerd en op school ruilt hij zijn kapotte zaklamp tegen het fluitje van Rufus, die het nog wel doet.

Het bezoek van oma:

Nicolas is erg blij, want zijn oma komt een paar dagen op bezoek. Hij vindt dat leuk omdat hij altijd veel cadeautjes van haar krijgt. Vader gaat oma met de trein halen, maar ondertussen heeft oma al een taxi genomen. Moeder is boos op oma, omdat vader nu nog op het station staat te wachten. Dan vraagt Nicolas waar de cadeautjes zijn. Oma zegt dat die in haar koffer zitten die nog op het bagagedepot staat. Dan komt vader thuis met de koffer van oma.

Nicolas krijgt een rode bal, een kleine auto, een brandweerauto en een tol met muziek. Moeder vindt dat hij veel te verwend is, maar oma vindt van niet.

Ze eten die avond veel lekkere dingen omdat oma er is, bijvoorbeeld eend met kleine erwtjes en kaas, en als toetje koek met crèmevulling en fruit.

Omdat oma er is moet vader op de bank slapen. Dat vindt hij helemaal niet leuk, maar hij doet het uiteindelijk toch. Die nacht worden Nicolas en zijn vader allebei ziek door het vele eten. De volgende ochtend wil Nicolas’ moeder dat hij gewoon naar school gaat, maar oma wil dat niet hebben, ook omdat hij haar bijna nooit ziet. Dan hoeft hij uiteindelijk toch niet naar school.

Verkeersles

Op weg naar school kijkt Nicolas in de etalages van winkels. Omdat hij zo treuzelt moet hij hard fietsen om op tijd te komen. ’s Middags moeten Nicolas en zijn vrienden weer naar school. Ze steken een straat over waar een agent het verkeer staat te regelen. De politieman zegt tegen hen dat je niet zomaar de straat over mag steken. Dat is gevaarlijk. Hij zegt dat hij dit aan Rufus’ vader gaat vertellen, want die is ook politieagent.

Op school komt de directeur in de klas. Hij vertelt dat een politieman hem had gezegd dat zijn leerlingen verkeerd waren overgestoken. Ze kennen de verkeersregels niet en dat is gevaarlijk. Dan krijgen ze van de juf les in verkeer. De juf vertelt dat niet alleen automobilisten, maar ook voetgangers zich goed aan de verkeersregels moeten houden. Ze vertelt dat als een stoplicht groen licht geeft je dan over mag steken, maar als hij rood licht geeft moet je wachten. Ze vertelt wat kruispunten zijn, en vraagt de kinderen ook dingen.

Aan het eind van de dag gaan ze met z’n allen het kruispunt oversteken waar de agent staat. Ze doen het goed, en de juf en de agent zijn tevreden.

Aanschouwelijk onderwijs

Nicolas’ juf vertelt dat ze morgen een bijzondere les gaan houden., iedereen moet een souvenir van een reis mee naar school neen. Nicolas wil met iets heel bijzonders o school komen. De juf vertelde dat er een keer iemand met een dinosaurusbot op school kwam. Nicolas wil dit ook erg graag, maar vader zegt tegen hem dat hij niet zou weten waar hij die vandaan zou moeten halen.

Hij neemt een hele mooie schelp mee naar school. Joachim heeft en briefopenermee, maar de strenge surveillant ziet dit als een wapen en het wordt afgepakt.

In de klas laat iedereen elkaar de souvenirs zien. Er zijn nog twee andere kinderen die ook een schelp bij zich hebben. Geoffry heeft een horloge van goud. Hij raakt hem kwijt. Later vindt hij het weer terug in de voering van zijn vest.

Maixant gooit de schelp van Nicolas op de grond. Ze krijgen ruzie. Toch was het een hele bijzondere les om nooit meer te vergeten.

Informeel

De baas van Nicolas’ vader, meneer Moucheboume, komt samen met zijn vrouw eten bij Nicolas’ ouders. Nicolas moeder doet ontzettend haar best om alles zo goed mogelijk te laten verlopen. Daarom mag Nicolas niet aan tafel mee- eten. Stel je voor dat hij wat uithaalt! Hij moet in de keuken eten. Nicolas vindt dat erg oneerlijk, en dat zegt hij dan ook tegen zijn moeder. Ze vertelt hem dat het diner erg belangrijk voor zijn vader is. Dan krijgen ze ruzie. Als meneer en mevrouw Mouceboume er zijn moet Nicolas zich heel netjes gedragen. Hij geeft ze allebei een hand. Ook geeft hij de kok, die ze speciaal voor dit etentje hebben ingehuurd, een hand. Nicolas ouders scheppen erover op dat ze die kok altijd hebben, maar dat is dus niet waar. Nicolas’ ouders doen zich dus veel groter voor dan ze zijn.

De loterij:

Omdat er een nieuw sportveld op school moet komen, wordt er een loterij gehouden. Elke leerling krijgt 25 loten mee naar huis die ze moeten verkopen voor een franc per stuk. De hoofdprijs is een bromfiets. Nicolas zou die bromfiets heel graag willen winnen. Een vriendje van Nicolas zegt dat dat geen probleem is: zijn rijke vader koopt alle loten wel van hem, dan hoeft hij er geen moeite voor te doen.

Nicolas hoopt ook dat zijn vader alle loten koopt. Hij zegt tegen zijn vader dat er een loterij is. zijn vader vindt dit leuk, want hij heeft vroeger ook veel loten voor loterijen verkocht. Hij vraagt aan Nicolas hoe duur zo’n lot is. Nicolas vertelt hem dat ze 1 franc per stuk kosten, en dan schrikt zijn vader. In zijn tijd waren ze veel goedkoper. Hij koopt maar een lot. Nicolas vindt dat veel te weinig. Dan wordt zijn vader boos, en hij wil de directeur van de school spreken over de loterij. Hij wil wel eens weten of zo’n loterij eigenlijk wel legaal is. Hij gaat daarom samen met Nicolas naar school.

Vader en de directeur krijgen ruzie en Nicolas begint te huilen. Uiteindelijk wordt de bromfiets maar in de kelder gezet.

Het wapen.

Nicolas en zijn vrienden willen een wapen voor hun bende, dan kan iedereen zien dat ze bij elkaar horen. Rufus wil zelfs een uniform. Eudes vraagt hem waar hij dat vandaan wil halen.

Onder aardrijkskunde ontwerpt Eudes het wapen in zijn schrift. Iedereen is heel erg benieuwd. Trots laat hij het in de pauze zien. Het is blauw, met geel en wit, er staat een adelaar op met hun namen eromheen. Ze vonden het wapen allemaal heel mooi.

Eudes zei dat hij alle wapens zelf thuis zal maken, en dan de volgende dag mee naar school zal nemen. Ook zal hij spelden maken, zodat ze het wapen aan het knoopsgat van hun uniform vast konden maken.

De volgende dag komen ze allemaal nieuwsgierig op school. Hoe zou het geworden zijn? Eudes vertelt dat hij er heel veel werk aan gehad heeft. Ze vinden het allemaal heel erg mooi.

Dan ziet Geoffroy dat het wapen van Eudes veel groter is dan dat van de anderen. Hij vraagt aan Geoffroy waarom zijn wapen het grootste is. Geoffry zegt omdat het wapen van de leider altijd groter is. en omdat de wapens zijn idee waren, is hij de leider. Dan worden ze allemaal heel erg boos op Eudes. Ze zeggen tegen hem: je kan je wapen terugkrijgen. Joachim vertrapt en verscheurd zijn wapen zelfs. Dan zeggen ze tegen Eudes dat hij geen vriend is en dat hij niet meer bij de bende hoort.

Het geheime bericht.

Onder het geschiedenisproefwerk roept Agnan: juffrouw, die leerling kijkt af, en hij wijst naar Geofroy. Geoffry zegt dat dat niet zo is. e juffrouw vergelijkt de antwoorden en geeft Geoffroy een 1. Geoffroy moet naar de directeur.

Tegen de klas zegt de juffrouw: “ Geoffry heeft een grote fout gemaakt. Hij heeft niet alleen afgekeken, maar ook nog eens ontkent en gelogen. Het zal een les voor hem zijn, want, hij wordt twee dagen van school geschorst.

In de pauze zeggen Nicolas dat ze Agnan zullen terugpakken, =want Geoffroy is hun vriend. Ze bedenken een plan.

Rufus vertelt dat hij een verhaal van een gemaskerde bandiet kent die geld stal van de rijken en het dan aan de armen gaf. Hij liet altijd een briefje achter waarop stond: men zal niet ongestraft spotten met de blauwe ruiter.

Maar als wij dat briefje schrijven, zal hij zien dat wij het hebben geschreven , en zullen ze ons straffen, zei een van de jongens.

Rufus zegt dat dat niet zal gebeuren omdat hij een truc kent. Ze moeten het handschrift onherkenbaar maken. dat doen ze door allerlei letters uit de krant te knippen en op een papier te plakken.

Daarna legden ze het op de bank van Agnan. De brief werd doorgegeven, en toen het bij Nicolas was, zag de lerares het papier. Ze zei: “Nicolas, geef dat papier aan mij. Met grote ogen las ze op wat er opstond. ‘Men zal niet ongestraft spotten met de bende. ‘ ze vroeg zich af wat dit nou weer voor gebrabbel was. Nicolas en nog een paar anderen moesten terugkomen.