Arsene Lupin, gentleman-cambrioleur door Maurice Leblanc

Beoordeling 8.1
Foto van een scholier
Boekcover Arsene Lupin, gentleman-cambrioleur
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 1218 woorden
  • 17 november 2001
  • 351 keer beoordeeld
Cijfer 8.1
351 keer beoordeeld

Boekcover Arsene Lupin, gentleman-cambrioleur
Shadow
Arsene Lupin, gentleman-cambrioleur door Maurice Leblanc
Shadow
ADVERTENTIE
Studeer met een open blik

Een studie die filosofie, psychologie en sociologie combineert, en waarin je ook nog eens goed leert te reflecteren en gesprekken te voeren – klinkt dat als jouw droomstudie? Dan is de bachelor Humanistiek misschien iets voor jou.
Kom kennismaken op de Open Dag van 16 november.

Meld je aan voor de Open Dag

Arsène Lupin gentleman - cambrioleur Bernard d’Andrézy is aan boord van de boor “La Provence”. Op de boot krijgen de mensen een radiobericht. Er is een man, Arsène Lupin, aan boord. Dit is een beruchte dief en een meester in vermommingen. Hij heeft blond haar, een blessure aan zijn rechter arm, reist alleen onder de naam R…… dan valt de radio uit. Men verdenkt Mr. Rozaine. Hij laat zien dat hij geen blessure heeft aan zijn arm, maar hij laat de verkeerde arm zien. Rozaine wordt opgepakt. Dan worden de sieraden van Lady Jerland gestolen. Dit kan alleen Lupin geweest zijn, maar Rozaine zat opgesloten, dus hij is het niet. Dan wordt Rozaine zelf ook nog het slachtoffer van Arsène Lupin. Rozaine wordt vastgebonden gevonden, met een kaartje aan zijn kleren waarop stond: Arsène Lupin accepteerde met veel de dank de 10.000 Frank van Rozaine. Men wacht dus nu in spanning af wie Lupin wel kan zijn. Als de boot weer aan land gaat, gaan al de passagiers één voor één van boord. Ze lopen voorbij inspecteur Ganimard, die Lupin moet opsporen. Als Bernard d’Andrézy dan van boord wil gaan, houdt Ganimard hem tegen. D’Andrézy heeft een blessure aan zijn arm; het is Lupin. Arsène Lupin wordt gearresteerd. Aan de Seine ligt het goed beveiligde kasteel Malequis. Daar woont baron Nathan Cahorn, door de dorpsbewoners ook wel baron Satan genoemd. Hij woont alleen in het kasteel met zijn drie bedienden. De baron was in het bezit van zeer waardevolle spullen, zoals sieraden en edelstenen. Op een dag krijgt hij een brief. Het was een brief van Arsène Lupin. Lupin wilde zijn waardevolle bezittingen en als hij ze niet zou krijgen zou hij ze komen halen. Niemand geloofde dat de brief van Arsène Lupin kon zijn; die zat immers in de gevangenis. De baron roept de hulp van Ganimard in. Als Ganimard met twee bewakers op de nacht van 27 op 28 september (Lupin had geschreven dat hij in deze nacht de sieraden zou komen halen) dan zou de baron hem belonen. Op die bewuste nacht voelt de baron zich niet lekker. Ook al zijn inspecteur Ganimard en de twee bewakers er, hij voelt dat zijn bezittingen niet veilig zijn. Hij gaat samen met de inspecteur kijken bij de vitrines. Daar zitten de twee bewakers te slapen en alle sieraden zijn weg. Ganimard denkt dat het Arsène Lupin was, ook al zat deze achter slot en grendel. Hij zoekt Lupin op. Deze bekent meteen dat hij het heeft gedaan. Hij vertelt dat het heel gemakkelijk was om met de boot het kasteel te bereiken. De twee bewakers waren handlangers van Lupin en zij hoefden enkele maar de sieraden in de boot te gooien. Zo had Ganimard onbewust Lupin geholpen. Een paar dagen later weet Lupin te ontsnappen. Maar als de rechtszaak tegen hem begint is hij toch weer aanwezig. Zogauw de zitting van start gaat wordt zijn naam gevraagd. Hij zegt: “Baudru Désiré.” Dan merken ze dat ‘t niet Arsène Lupin is, die in het verdachtenbankje zit. Men staat voor een raadsel. Ganimard besluit Baudru te volgen. Als ze dan samen op een bankje in het park zitten lacht Baudru. Ganimard herkent de lach van Baudru. Het is toch Lupin. Lupin vertelt dat hij in zijn cel veel had getraind en een dieet had gevolgd om er anders uit te zien.

In het kasteel Thibermesnil zit Devanne, de rijke bankier, met zijn gasten aan tafel. Eén van hen is Velmont, een bekende schilder, die verdacht veel op Arsène Lupin lijkt. Velmont is een vriend van Devanne en hij logeert in het kasteel. Morgen zal hij moeten vertrekken omdat ’s middags de bekende Engelse inspecteur Herlock Sholmes komt. In het kasteel liggen vele schatten opgeborgen en nu is er uit de bibliotheek een boek gestolen, waar bijna alle geheime gangen van en naar het kasteel staan. In de nationale bibliotheek stond ook zo’n boek, maar dan met nog andere gangen erin beschreven. Ook dit boek is gestolen, op dezelfde dag. Degene die de twee boeken heeft, kan heel gemakkelijk de schatten uit het kasteel stelen. Devanne had dus Herlock Sholmes gevraagd, omdat hij bang was dat Arsène Lupin de boeken had gestolen en nu van plan was om het kasteel leeg te roven. Devanne weet dat er nog een andere ingang van het kasteel is, maar nog nooit heeft iemand die gekend, behalve koning Henri de vierde en koning Louis de zestiende. Zij hadden beiden in codetaal het geheim van die ingang opgeschreven. Die nacht wordt een geheime gang geopend naar het kasteel. De gang die niemand kon vinden. Het zijn Arsène Lupin en zijn handlangers. Ze halen samen de salon leeg en alle mannen gaan weer, behalve Lupin. Hij blijft nog om de sieraden te stelen. Als hij ze heeft hoort hij ineens iemand naar boven komen. Hij verstopt zich achter het gordijn. Maar hij wordt ontdekt. Het is Miss Nelly! Zij was die nacht bij Devanne komen logeren. Lupin wist eerst niets te zeggen. Daarna leegde hij zijn zakken en beloofde dat de volgende dag om drie uur alle meubels terug zouden zijn. Toen verdween hij. De volgende dag is de politie er. Alles wordt onderzocht en Miss Nelly houdt haar mond, maar ze verdenkt Velmont, omdat ze haast zeker weet dat hij Lupin is. De uren verstrijken, maar Velmont blijft rustig zitten in het kasteel. Miss Nelly is de belofte van Lupin niet vergeten. En ja hoor, om drie uur stoppen twee huifkarren voor het kasteel. Alle spullen van Devanne zitten erin. Miss Nelly blijft in die tijd op het terras. Dan komt Velmont naar haar toe en zegt: “Ik heb mij woord gehouden.” Velmont is dus toch Lupin. Nelly zwijgt. Het doet Lupin pijn, want hij houdt van Miss Nelly. Hij geeft haar de roos die hij van haar had gehad op de boot “La Provence” en die hij steeds had bewaard. Dan loopt hij weg.

Op een landweggetje komt Herlock Sholmes aangelopen. Hij spreekt Lupin aan en vraagt waar het kasteel van Devanne ligt. Lupin is even bang dat Sholmes hem zal herkennen, maar hij wijst hem de weg en loopt verder, weg van het kasteel. Herlock Sholmes hoort wat er is gebeurd. Hij start meteen zijn onderzoek en dan ontdekt hij de geheime gang waardoor Lupin is binnengekomen. Hij ontdekt dit door in de bibliotheek de letter H, R en L uit het woord Thibernesil om te draaien. Dit hadden koning Henri de vierde en Louis de zestiende in code taal beschreven. Devanne en Sholmes gaan de gang in en komen uit bij een kapel. Nu hebben ze dus het mysterie van de geheime gang opgelost. Dan zien ze de auto van Devanne staan. Ze gaan ernaartoe en ze vragen wat de chauffeur hier doet. De chauffeur vertelde dat hij op het station Velmont was tegen gekomen en dat die hem had gezegd naar de kapel te rijden en daar te wachten. Devanne en Sholmes begrijpen nu dus dat Velmont Lupin is. Ze stappen in de auto en rijden weg. In het zijvak ziet Devanne dan een pakketje liggen. Het is van Lupin voor Herlock Sholmes.. Er zit een horloge in. Het horloge van Herlock Sholmes..

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Arsene Lupin, gentleman-cambrioleur door Maurice Leblanc"