De Heksendochter, Celia Rees
A
Titel: Heksendochter
Schrijfster: Celia Rees
Uitgeverij: van Goor
Uitgebracht in: 2000
Vertaald uit het Engels door: Marijke Emeis
Vervolg: bloedzusters
Celia Rees
Geboren: 17 juni 1949 in Solihull, Engeland. Vader directeur van een basisschool en moeder bleef thuis op haar en haar broer passen. Kinderjaren en tienerjaren gaven veel inspiratie voor veel boeken. Studeerde geschiedenis en politiek, geïnteresseerd in de Amerikaanse geschiedenis. Was 10 jaar lang lerares voordat ze schrijfster werd. Ze gaf les aan tieners, en kwam zo op het idee tienerboeken en jeugdboeken te gaan schrijven.
B
Het boek heet heksendochter omdat het over een meisje gaat wiens moeder en oma geneeskrachtige en misschien magische krachten hadden, en zij ook. Het is een historische jeugdroman, en het is in dagboekvorm geschreven. Het verhaal begint met een bericht dat er een deken is gevonden waarin briefjes zijn gestikt die samen een dagboek vormen. Dat dagboek is van Mary Newbury uit de burgeroorlog in Engeland in 1659. De gebeurtenissen verlopen in chronologische volgorde en er zijn geen flash-backs. Het boek is geschreven vanuit de ik-vorm. Eerst speelt het verhaal zich af in Engeland, daarna in Amerika. Het thema van het verhaal is heksenvervolgingen. De schrijfster heeft wel een bedoeling met het verhaal denk ik, ze wil je laten nadenken over hoe oneerlijk mensen soms oordelen. Het taalgebruik was prettig om te lezen en er zaten heel weinig dialogen in het verhaal.
Mary is een meisje van 14 en woont met haar oma in een dorpje in Engeland. Haar oma wordt beschuldigd van hekserij en wordt opgehangen. Mary wordt meegenomen door een vreemde vrouw, want ze is niet meer veilig in het dorp. De vrouw heeft de hele tijd tule voor haar gezicht en ze praat ook niet veel. Ze overnachten in een herberg en Mary wordt klaargemaakt om met een groep puriteinen naar Amerika te gaan. Puriteinen zijn mensen van een stroming van het christendom, en heel streng en gelovig. De geheimzinnige vrouw praat even met Mary, en als ze het gaas voor haar gezicht weghaalt weet Mary dat het haar moeder is, en dat ze haar nooit meer zal terugzien. Die vrouw heeft een kistje ingepakt voor Mary met noodzakelijke dingen: kleren, medicijnen, papier, een pen en een briefje. Dan gaat Mary op reis naar Amerika. Ze ontmoet een oudere vrouw, Martha Everdale, en met haar reist ze samen. Martha hoort bij de puriteinen. Bij de puriteinen ontmoet Mary ook Rebecca Rivers, Jona Morse, een apotheker, en zijn zoon Tobias. Hun leider is de dominee Elias Cornwell. Dan gaan ze op reis, met de boot naar Amerika. De reis duurt ongeveer 3 maanden en er worden veel mensen zeeziek, en er wordt een baby geboren, het broertje van Rebecca. Tobias geneest de mensen met zijn medicijnen, en Mary en Martha helpen met kruiden de zieken en ze helpen bij de geboorte. Op het schip ontmoet Mary de scheepsjongen Jack Gill. Ze kunnen het goed met elkaar vinden. Eindelijk is er land in zicht. Het schip gaat naar de havenstad Salem, en daar nemen Mary en Jack afscheid. Daar begint de tocht naar het dorp waar ze heen willen, het heet Beoela. Ze gaan de groep van dominee Johnson achterna, want daar hebben ze veel familie en bekenden. Ze worden begeleid door 2 indianen, want anders zouden ze verdwalen in het bos waar ze doorheen moeten. Als de groep bij het dorp van Johnson aankomt gaat iedereen snel een huis bouwen, want ze zijn eigenlijk te laat in het seizoen aangekomen. Als iedereen in het dorp een huis heeft en het dagelijks leven is weer zoals normaal voelt Mary zich niet thuis in het dorp. Af en toe gaat ze naar het bos, en daar komt ze de indianen tegen die hen hadden begeleid naar het dorp. Ze heten Blauwe Gaai en Witte Arend. Ze raakt met hen bevriend.
In het dorp gebeuren ook veel dingen. Rebecca en Tobias worden verliefd en willen gaan trouwen. Dan vraagt eerwaarde Johnson om Rebecca’s hand. Haar vader heeft al bijna ja gezegd, maar het blijkt dat Rebecca al zwanger is van Tobias. Dus Rebecca en Tobias trouwen.
Mary gaat steeds vaker naar het bos, totdat Martha ontdekt dat ze daar Blauwe Gaai ontmoet. Ze verbiedt Mary nog te gaan, omdat er anders slechte praatjes over haar komen. Mary gaat toch nog naar het bos, maar dan stiekem. Er zijn een paar meisjes in het dorp die een liefdesdrank willen maken, die dansen s’nachts door het bos. Een man uit het dorp heeft dat een keer gezien, en Mary wordt verdacht van hekserij in het bos. Als ze voor de raad komt getuigen de meisjes dat Mary het was in het bos. In alle drukte weet Mary te ontsnappen en gaat naar het huis van Rebecca, die net aan het bevallen is. Daar krijgt ze eten en kleren van Martha en de moeder van Rebecca mee, en vlucht ze naar het bos. De laatste bladzijden zijn geschreven door Martha. Het is een vrij open eind.
C
Ik vond het een mooi boek, want de hoofdpersoon spreekt me aan en het onderwerp ook. Ik vind ook dat het taalgebruik duidelijk is maar niet kinderachtig. Ik dacht eerst dat het verhaal echt was gebeurd, maar later las ik op internet dat de schrijfster dat gedaan had om het zo echt mogelijk te laten lijken.
D
Verwerkingsopdracht: 4 nieuwe titels
- Nieuw leven
- De vlucht
- Over het leven van een heks
- Buitenstaander
REACTIES
1 seconde geleden