Titelbeschrijving
Harriet Beecher-Stowe, De negerhut van Oom Tom (Uncle Tom’s cabin), uitgeverij W. van Hoeve, Den Haag, 20e druk, de eerste uitgave was in 1852
2. Titel:
De negerhut van Oom Tom:
De negerhut: Tom is sterk gelovig en leest dus ook veel de bijbel, dit gaat langzaam omdat hij niet goed kan lezen en hij leest de bijbel in zin huisje.
Oom Tom: Tom is als een Oom voor iedereen, hij helpt iedereen altijd, zegt nooit iets kwaads over iemand, hij is een erg geliefd persoon.
Samenvatting
Oom Tom is een negerslaaf die werkt op de katoenplantage van Meneer Shelby. Hij heeft daar geen slecht leven en als het aan Tom zou liggen zou hij daar nooit meer weg gaan. Meneer Shelby is een goede man die goed voor zijn slaven zorgt en nooit een slaaf slaat of mishandeld. Maar Meneer Shelby komt in de geldproblemen te zitten en Tom moet verkocht worden. Iedereen in het dorp is verdrietig omdat Tom een hele eerlijke en trouwe slaaf is, en heel geliefd is onder de mensen. De nieuwe eigenaar, een slavenhandelaar, belooft ervoor te zorgen dat Tom op een goede plaats terecht komt. Eliza, ook een slaaf die werkt bij mr. Shelby heeft gehoord dat Tom en haar kind verkocht zullen worden en vertelt Tom dat ze gaat vluchten. Tom gaat niet mee, omdat zijn baas dan andere dingen zou moeten verkopen.
Tom wordt de volgende morgen opgehaald door de bikkelharde slavenhandelaar uit Zuid-Amerika. Tom wordt op de boot gezet naar Zuid-Amerika om daar op smerige Katoenplantages te gaan werken. Op de boot komt hij een blank meisje tegen: Eva. Eva is vijf jaar oud. Hij praat vaker met haar, en mag haar erg graag. Als haar vader even niet oplet valt Eva plots in het water. Tom duikt haar achterna en red haar uit het water. Door het aandringen van Eva en als beloning mag hij koerier van St. Clare, de vader van Eva worden.
Als hij bij het huis van St. Clare aankomt ziet hij een vrouw op de bank liggen.
Het is de vrouw van St. Clare. Ze is erg onaardig tegen Tom en daardoor voelt Tom zich al een stuk minder op zijn gemak. Hij gaat naar buiten om weer met Eva te gaan spelen. Tom kan het steeds beter met St. Clare en Eva vinden. Dan begint Eva steeds bleker te zien, en vertelt ze dat ze zich niet lekker voelt.Het gaat in de hele week niet over en Tom begint zich zorgen te maken. Na een week moet Tom bij Eva komen omdat Eva hem iets wil vertellen. Ze denkt dat ze gaat sterven, en wil dat haar tante haar mooie krullen afknipt. Dit alles doet ze om alle slaven, en familie een pluk van haar haar te geven, als aandenken aan haar. Ze vraagt nog een laatste gunst aan haar vader; of hij Tom vrij wil verklaren. Eva was een erg lief meisje, wat vrienden was van alle slaven, en nooit vervelend tegen iemand deed. De volgende dag stierf Eva. St. Clare is nu eenzaam en erg droevig. Hij wil de laatste wens van Eva laten uitkomen en roept Tom bij zich. Hij wil dat Tom vrij wordt, maar moet daarvoor eerst papieren invullen. Een tijdje later overlijdt St. Clare ook plotseling. Hij had de papieren nog niet klaar, en Tom ruikt de onraad al aankomen. De vrouw van St. Clare wil hem verkopen, en niet zijn vrijheid geven. Hij en alle andere slaven worden verkocht door hun bazin aan een slavenpakhuis op de handelsmarkt voor slaven. Een ruwe man, Mr. Legree, koopt Tom uit het slavenpakhuis. In het slavenpakhuis zitten nog veel meer andere slaven. Meneer Legree is een zeer slechte man die in Zuid-Amerika een katoenplantage heeft. Ze vertrekken over de Rode Rivier naar zijn katoenplantage. Op de katoenplantage aangekomen ziet Tom veel andere slaven. De meeste zijn helemaal uitgeput, bont en blauw geslagen en ondervoed. Tom ziet stinkende barakken die voor de slaven zijn en een heel groot en mooi huis voor Meneer Legree. De gekochte slaven moeten in de barak gaan zitten om uit te rusten.
De volgende morgen gaan de slaven naar het land gaan om katoen te plukken. Er is een negervrouw die bijna niet meer kan omdat ze te weinig eten heeft gekregen en Tom geeft haar wat katoen dat hij geplukt heeft om haar te helpen. Als er na de werkdag gewogen word krijgt de vrouw te horen dat ze te weinig heeft. Tom moet
haar gaan afranselen van Legree maar hij wil dat niet en tot grote woede van Legree doet Tom het ook niet. Legree is zo kwaad dat hij Tom helemaal afranselt. Als Legree eindelijk klaar is wordt Tom naar een barak gebracht en op een bed gelegd om daar bij te komen. De volgende dag moet Tom weer bij Legree komen en wordt hij opnieuw afgeranseld.
Maar Tom zal nooit iemand slaan, en gelooft sterk in God, dat die hem zal helpen
Als Tom ‘s morgens wakker wordt ziet hij de zoon van zijn oude meester, Mr. Shelby, over zijn bed hangen om Tom terug te kopen maar Tom is zo zwak dat hij het niet goed meer kan luisteren en zien. Hij overlijdt aan de ernstige verwaarlozingen van Legree, met een vredige glimlach over zijn gezicht, eindelijk is hij in Het Paradijs, en hoeft hij nooit meer te lijden….Eindelijk is hij vrij…..
In het huis van Shelby worden alle slaven vrijgelaten op eerbetoon aan Oom Tom, zodat als George Shelby doodgaat, de slaven niet kunnen worden door verkocht.
In het verhaal is Eliza, met haar kind goed en wel aangekomen in Canada, waar ze vrij is. Door behulp van de kwakers, is ze daar gekomen. Haar man was ook gevlucht, en die is ze tijdens haar weg tegengekomen, zodat ze samen verder konden vluchten.
Verwerkingsopdracht 6
Maak duidelijk in hoeverre dit boek aansluit bij, of juist botst met jouw ervaringen of visie op dit gebied
Ik heb zelf gelukkig geen ervaringen op het gebied van slavenhandel, maar ik heb er wel een visie van. Ik ben blij dat slavenhandel afgeschaft is want ik vind echt onzinnig! Als je je voorstelt, dat een zwart persoon al geboren werd als slaaf, dan heeft diegene toch geen leven meer? Waarom zouden zwarte mensen minder zijn dan blanken?
Maar zo was het vroeger wel. De blanken lazen in de bijbel dat zwarten mensen als dienaren dienden voor de blanken. Ze hadden dus niet eens het idee dat ze iets slecht deden, nee “zo had God het gewild”. Ik vind het erg dat zoiets heeft plaatsgevonden, en dan zeker dat de slaven vaak ook nog slecht behandeld werden; ze werden vaak geslagen of gegeseld. In dit boek zie je alles door de ogen van de zwarten mensen, zoals Tom. Je krijgt echt een beeld van hoe het in die tijd was. Je merkt dat Tom goudeerlijk was, maar toch geslagen werd door zijn laatste baas.
In deze tijd is het niet meer dat zwarten mensen slaven zijn van de blanken. Het komt wel nog voor, maar dan in een andere vorm. Zelf vind ik dat kinderarbeid ook een soort slavenhandel is.
Verwerkingsopdracht 9
Maak duidelijk waarom het verhaal zich ook in een andere tijd kan afspelen. In welke?
Welke inhoudelijk consequenties zou dat hebben? Of: leg uit waarom dit verhaal zich niet
in een andere tijd zou kunnen afspelen.
Dit verhaal speelde zich af in de 19e eeuw, maar het kon zich net zo goed in begin 20e eeuw afspelen, want toen was er ook slavenhandel. Het heeft geen consequenties als het zich in begin 20e eeuw afspeelt, want dat scheel niet zoveel jaren.
Een ander verhaal was het als het eind 20e eeuw zou afspelen, maar dat doet het niet. Tenminste….niet in dezelfde vorm en omstandigheden. Nu hebben volgens de wet negers net zoveel te zeggen als blanken, maar je ziet nog vaak dat de negers onderdrukt worden, of gediscrimineerd worden. Je vind nog veel racisten, in Nederland, en overal.
Slavenhandel vind niet meer ‘letterlijk’ plaats, maar je herkent wel soms iets van
de slavenhandel in dingen zoals kinderarbeid, wat ik al eerder genoemd heb.
En de vrouwen zijn in sommige landen ook als het ware slaaf van hun man, ze hebben vaak niks te zeggen, terwijl de man een stuk of 6 vrouwen heeft! Of in de landen waar mensen verkocht worden, dat is toch niet normaal! Zo zie je dat er toch nog een soort van slavenhandel plaatsvindt maar in mindere hoeveelheden.
Dit verhaal kan zich dus niet in de 21e eeuw afspelen, maar wel een dergelijk verhaal als dit.
Analyse
1. Waar gaat het verhaal over?
Oom Tom heeft een goed leven bij Mr. Shelby, maar als Mr. Shelby n geldproblemen komt, moet Tom verkocht worden samen met een klein kind. De 2e eigenaar is ook aardig tegen hem, en wil zijn vrijheid geven. Daarvoor moet hij papieren tekenen, maar dan gaat hij plotseling dood en Tom blijft slaaf. Hij wordt door verkocht naar een ruwe man, die zijn slaven vaak slaat en laat geselen. Hier wordt Tom uiteindelijk doodgegeseld
2. De personen
Oom Tom: Hij is goudeerlijk, en erg gelovig. Hij wil iedereen helpen, en zal nooit iemand kwaad doen. Hij is eigenlijk een en al goed.
Mr Shelby:Is Tom zijn 1e eigenaar, hij had het er goed en werd nooit geslagen. Door geldproblemen moest Tom verkocht worden. Maar Mr. Shelby was altijd goed voor zijn slaven.
George Shelby: een kleine jongen die erg veel van Oom Tom houd. Hij beloofde Tom dat hij hem vrij zou kopen, als ze het geld weer hadden. Na enkele jaren wilde hij dit ook doen, maar hij was te laat, Tom was dood…Uit eerbetoon aan Oom Tom liet hij al zijn slaven vrij.
St Clare: Tom zijn 2e eigenaar. Ook hij slaat nooit zijn slaven, en kan het erg goed met Tom vinden. Hij wil hem zijn vrijheid geven, maar door zijn plotselinge dood gaat dit niet door
Marie: St Clare’s vrouw. Ze had altijd iets om te klagen, voelde zich altijd zieker dan alle anderen. Ze zorgden niet goed voor de slaven.
Eva: klein meisje, maar wel een van de meest wijze personen in het boek. Ze is een goede vriend van Tom, maar wordt ernstig ziek. Haar laatste wens was dat Tom vrij werd.
Simon Legree: Tom’s 3e eigenaar. Erg uw en hardhandig, hij heeft nauwelijks gevoel in zich lijkt wel, hij is helemaal verhard. Hij is helemaal tegen God.
3. De tijd
Er komen geen flash-backs in voor, alles wordt in chronologische volgorde verteld. Het speelt zich af rond 1850, toen slavenhandel nog heel gewoon was.
4. De plaats
Het verhaal speelt zich op verschillende plaatsen af; op de drie woonplaatsen van Tom, op de boot, in het slavenpakhuis enz.
Het geeft een idee hoe de mensen toen leefden, je ziet bijvoorbeeld erg goed dat de negers in armoedige hutten moesten wonen, en de blanken in mooie huizen
5. De omstandigheden
De maatschappelijke omstandigheden waren erg slecht, de negers werden onderdrukt en hadden niks voor het zeggen.
Het weer heeft denk ik ook wel een grote rol gespeeld in het verhaal, want Oom Tom werkte op het laatst op een katoenplantage, wat erg hard werken was en erg zwaar (zeker als je net geslagen was) als het weer dan ook nog eens slecht was, was het moeilijk om goed door te werken.
6. Het vertelstandpunt
Het verhaal werd in de alwetende vertelsituatie vertelt; de schrijfster stond als het ware boven alle personen, en kon van alle personen zien wat hun gevoelens zijn, zien wat ze denken, horen wat ze zeggen, alles.De manier van vertellen is niet aan een persoon verbonden..
7. De structuur
Het verhaal is opgebouwd uit 45 hoofdstukken. Het bevat twee verhaallijnen; de belangrijkste was die van Oom Tom, hier ging het verhaal het meeste over.
De tweede verhaallijn was die van de vluchtelingen; Eliza die vluchtte vanwege het kind van haar dat ze wilden verkopen. Ze kwam onder het vluchten haar man tegen en ze werden geholpen door kwakers.
8. Wat is het thema en wat zijn de motieven?
Het thema is denk ik de wreedheid van de slavenhandel en dhet motief is de angst die de slaven hadden, en het sterke geloof in God van Tom.
9. Wat wilde de schrijfster aan zijn lezers duidelijk maken/overbrengen?
Uit het verhaal kun je opmaken dat de schrijfster zelf 100% tegen de slavernij is. Ik denk dat dit boek eigenlijk een soort klacht tegen de slavenhandel is. De slavenhandel is nu afgeschaft, misschien heeft dit boek er wel een handje bij geholpen…
Informatie over de schrijfster
Harriet Beecher Stowe: 1811-1896
See also: Bibliography
Harriet Beecher was born June 14, 1811, the seventh child of a famous protestant preacher. Harriet worked as a teacher with her older sister Catharine: her earliest publication was a geography for children, issued under her sister's name in 1833. In 1836, Harriet married widower Calvin Stowe: they eventually had seven children. Stowe helped to support her family financially by writing for local and religious periodicals. During her life, she wrote poems, travel books, biographical sketches, and children's books, as well as adult novels. She met and corresponded with people as varied as Lady Byron, Oliver Wendell Holmes, and George Eliot. She died at the age of 85, in Hartford Conneticutt.
While she wrote at least ten adult novels, Harriet Beecher Stowe is predominantly known for her first, Uncle Tom's Cabin (1852). Begun as a serial for the Washington anti-slavery weekly, the National Era, it focused public interest on the issue of slavery, and was deeply controversial. In writing the book, Stowe drew on her personal experience: she was familiar with slavery, the antislavery movement, and the underground railroad because Kentucky, across the Ohio River from Cincinnatti, Ohio, where Stowe had lived, was a slave state. Following publication of the book, she became a celebrity, speaking against slavery both in America and Europe. She wrote A Key to Uncle Tom's Cabin (1853) extensively documenting the realities on which the book was based, to refute critics who tried to argue that it was inauthentic; and published a second anti-slavery novel, Dred in1856. In 1862, when she visited President Lincoln, legend claims that he greeted her as "the little lady who made this big war": the war between the states. Campaigners for other social changes, such as Caroline Norton, respected and drew upon her work.
The historical significance of Stowe's antislavery writing has tended to draw attention away from her other work, and from her work's literary significance. Her work is admittedly uneven. At its worst, it indulges in a romanticized Christian sensibility that was much in favour with the audience of her time, but that finds little sympathy or credibility with modern readers. At her best, Stowe was a early and effective realist. Her settings are often accurately and detailedly described. Her portraits of local social life, particularly with minor characters, reflect an awareness of the complexity of the culture she lived in, and an ability to communicate that culture to others. In her commitment to realism, and her serious narrative use of local dialect, Stowe predated works like Mark Twain's Huckleberry Finn by 30 years, and influenced later regionalist writers including Sarah Orne Jewett and Mary Wilkins Freeman.
REACTIES
1 seconde geleden
J.
J.
ik heb een vraagje.....staan er in het boek ook plaatjes....of kun je mij vertellen hoe de voorkant eruit ziet
22 jaar geleden
AntwoordenE.
E.
hoi,wat is je mening over het boek?
20 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
dank u
maar ik zou graag willen weten wat voor ziekte eva precies had
14 jaar geleden
Antwoorden