The woman in black door Susan Hill

2. Hill, S. The Woman in Black. Groningen, 2001 (Blackbirds, ’01)
3. Arthur Kipps is een accountant. Hij is verloofd met Stella en hij heeft een geweldig leven. Maar dan stuurt zijn baas, Mr. Bentley, hem weg om de zaak van Mrs. Drablow af te handelen. Zij is overleden en heeft het huis “Eel Managelaten. Je kan het alleen bereiken wanneer het eb is, omdat het op een eiland is gelegen. In de trein naar Crythin Giffor, de stad vlakbij Eel Marsh, komt Arthur Samuel Daily tegen. Een rijke man met veel land. Aan het einde van de reis geeft hij Arthur zijn kaartje.
Daar aangekomen gaat Arthur naar zijn hotel en wordt de volgende dag wakker. Hij gaat naar de begrafenis van Mrs. Drablow met Mr. Jerome, de advocaat van Crythin Gifford. Daar ziet Arthur een vrouw in het zwart. Als Arthur Mr. Jerome vraagt wie die vrouw is, zegt Mr. Jerome dat er helemaal geen vrouw was. Maar toen arthur zei dat er wel degelijk een vrouw was, kreeg Mr. Jerome bijna een hartaanval. Na dit incident gaat Arthur Kipps naar Eel Marsh met een pony en wagen. De bestuurder is Mr. Keckwick. Wanneer Arthur het huis ziet, wil hij er blijven. Keckwick gaat weer terug. Bij het huis ziet Arthur de vrouw weer, maar wanneer hij haar probeert te pakken, rent ze weg. Die nacht gaat hij naar buiten en hoort hij het geluid van een pony met wagen. Kipps denkt dat het Keckwick is en wacht op hem. Maar dan ineens hoort hij het geluid van een verdrinkend paard en het geschreeuw van een kind. Doodsbang rent Kipps naar binnnen en zeven uur later wordt hij wakker door de deurbel die gaat. Het is Keckwick was. De volgende dag gaat hij fietsen en s’ avonds naar het huis van Mr. Daily. Daar krijgt hij een hond, Spider genaamd, omdat Mr. Daily vindt dat het veiliger is met een hond. Spider wil eerst niet mee, maar als Kipps fluit schiet ze er zo achteraan.
De volgende dag gaat Kipps met Spider naar Eel Marsh en gaat aanhet werk. De tweede nacht in Eel Marsh moet Spider naar buiten. Buiten horen ze een fluitje en dan schiet Spider ineens weg. Ineens hoort hij het geluid van een hond die verdrinkt, dus rent hij naar het geluid toe en ineens hoort hij het fluitje.
“Kom op Spider je kan het, hou nog even vol”,roept hij. Dan ziet hij het hondje tot aan haar nek in het drijfzand. Dus gaat hij erheel en net als ze kop je onder wil gaan horen ze weer hetzelfde fluitje. Omdat moment pakt hij Spider in haar nek vel vast en trekt haar eruit. Dan horen ze weer het geluid van een paard en wagen die verdrinken. Kipps krijgt een balck-out en als hij bij komt is hij in het huis van Samuel Daily. Hij weet nu waar het geluid van het paard vandaan kwam. Namelijk van die van Daily. Kipps gaat met Daily naar zijn huis en blijft daar een paar dagen. Daar hoort hij het verhaal over de vrouw in het zwart.

Het blijkt dat Mrs. Drablow een zus had die Jennet heette, zij was door een jonge man zwanger geraakt. Haar ouders waren zo woedend en daarom gaf Jennet het kind aan Mr. En Mrs. Drablow. Maar Jennet miste het jongetje echt heel erg en daarom kwam ze steeds het jongetje opzoeken en uiteindelijk begonnen ze steeds meer van elkaar te houden en op elkaar te lijken. Op een keer toen ze hem kwam opzoeken reed het jongetje met paard en wagen het drijfzand in en overleed.
Keckwick, de vader van het jongetje was de bestuurder van de wagen. Sinds dat moment werd Jennet gek. Haar gezicht werd steeds bleker en ze werd ziek. Twaalf jaar later, na de dood van haar kindje, overleed zij ook. Maar haar ziel bleef op aarde als de vrouw in het zwart. Elke keer als ze naar Crythin Gifford komt overlijdt er een kindje.

Een dag nadat Kipps het verhaal heeft gehoord gaat hij met zijn verloofde en zoontje naar een attraktie. Joseph, het zoontje, gaat op een paard en wagen zitten. Op dat moment ziet Kipps de vrouw in het zwart weer en ze wijst naar Joseph. Dan wordt Joseph eruit geslingerd tegen een boom aan en overlijdt. Tien maanden later overlijdt Stella ook aan verwondingen. Hierna hoorde hij het geluid weer van een paard met een wagen dat verdronk.

4.A. 1. Het gaat over een man, Arthur Kipps, die voor zijn werk naar Crythin Giffor moet. Daar aan gekomen ziet hij een vrouw in het zwart, een zwarte geest. Die vrouw heeft een zoontje gehad, maar die is met paard en wagen verdronken in drijfzand. Nu telkens als de vrouw in Crythin Giffor is, overlijdt er een kindje, zo ook het zoontje van Arthur.
2. Toen ik de flaptekst las wilde ik het boek lezen want het leek mij een spannend boek en ik was nieuwsgierig geworden.
“Arthur Kipps, a young solicitor, is summoned to attned the funeral of Mrs Alice Drablow, in life the sole inhabitant of Eel Marsh House. Arthur is unamware of the tragic secrets which lie hidden behind its shuttered windows. But as he glimpses a young woman, dressed all in black, at the funeral, he begins to feel a creeping sense of unease, a feeling deepened by the reluctance of the locals to talk of the woman in black- an her terrible purpose.
3. Van Susan Hill had ik nog nooit gehoord en ik kende ook geen werk van haar.
Van het onderwerp wist ik eigenlijk ook niet zoveel af. Alleen dat geesten niet bestaan dus dat je het verhaal niet al te serieus moet nemen.

B. 1. Arthur Kipps is de hoofdpersoon. Het verhaal draait om hem en zijn beleving met de vrouw in het zwart.
2. Eerst een nuchter en avondtuurlijk persoon. Door de gebeurtenissen veranderd hij heel erg. Hij wordt verbitterd en sluit zich meer af van de buitenwereld.
3. Zijn relatie met Jennet, zij is de vrouw in het zwart en de oorzaak van alle problemen.
Zijn relatie met Stell, zijn eerdere vrouw die overlijdt tien maanden na hun zoon aan verwondingen.
Zijn relatie met Joseph, het is zijn zoon en die overlijdt door het toe doen van Jennet.
Zijn relatie met Spider, zijn hond waar hij steun aan heeft.
Zijn relatie met Samuel Daily, de rijke man die hem helpt en waar hij steun aan heeft.
Zijn relatie met Mr. Bentley, hij stuurt Arthur naar het plaatsje Crython Gifford waar alles gebeurd.
Zijn relatie met Mr. Keckwick, de bestuurder van de wagen en de man die Jennet zwanger heeft gemaakt.
Zijn relatie met Esme, zijn tweede vrouw waar hij steun aan heeft, maar toch niks aan vertelt.
4. Niet echt karakter trekken eerder de redenen waarom zij dingen doen, dat kan ik wel begrijpen en inkomen.
5. Arthur Kipps de hoofdpersoon, is geen bekend figuur en ik had nog nooit van hem gehoord, dus ook geen beeld van hem gemaakt. Daarom heb ik een beeld van hem gevormd onder het lezen.
6. Als ik Arthur was zou ik er met iemand over gaan praten want zo verwerk je het niet goed.
Dat Jennet wraak wil nemen dat begrijp ik wel maar ik zou niet daad werkelijk onschuldige mensen vermoorden.
“I had seen het ghost of Jennet Humfrye and she had her revenge.”(128)
7. Arthur Kipps is een man die door het zien van de vrouwelijke geest in het zwart verward raakt en alleen maar ongelukken mee maakt. Ook het verlies van zijn zoontje Joseph en zijn vrouw Stella ondergaat. Hij verbitterd hierdoor maar verteld uiteindelijk wel zijn verhaal. Wat ik heel goed van hem vind.
“They asked for my story. I have told it. Enough”(128)
8. Jennet Humfrye, zij heft haar zoontje moeten afstaan en daarna verloren wat heel erg is. Maar zij neemt wraak wat ik haar wel kwalijk neem want ik zou dat nooit willen en kunnen. Het ergste vind ik nog dat ze onschuldige mensen vermoord. Als ze nou mensen vermoorde die schuldig waren dan had ik het minder erg gevonden.

C. 1. Ik denk zo rond 1950 in de herfst en in de winter.
2. Nee, het is een tijdloos verhaal vooral door de geesten omdat men al heel lang in
geesten geloofd en altijd zal blijven doen. Alleen het verhaal moet zich afspelen na de making van het paard en wagen want dat is een essentieel onderdeel van het verhaal.
3. Het speelt zich niet af tegen de achtergrond van een bepaalde historische gebeurtenis. Althans dat kun je niet op maken uit het verhaal.
4. Opbouw van na de tweede wereldoorlog, maar niet echt in Engeland op die plek want daar op die plek hadden ze niet veel schade geleden aan de Tweede Werledoorlog.
5. Ik ben geen nieuwe informatie te weten gekomen over die tijd door dit verhaal. Dus wat ik nog niet wist weet ik nog steeds niet.
6. Hat boek is door het verhaal een terugblik en komt daarna wer terug in het heden. Ik heb het boek in 2 dagen gelezen en het verhaal speelt zich af in een paar maanden.
7. Een hele lange flash-back, omdat het over Arthurs belevingen in het verleden in gingen.
“They asked for my story. I have told it”(128)

D. 1. Het speelt zich af in Engeland, Monk’s Piece en Eel Marsh House en de Daily’s hun huis in Crythin Gifford.
“But if you’re staying in Cythin you won’t see the worst of it.`’I stay there tonight, at the Gifford Arms.”(29)
2. Van de plaats en streek wist ik niks af, maar over Engeland zelf wel omdat ik er een paar keer ben geweest. Dat het in die streek heel heuvelachtig en dat er veel landhuizen met grote stukken land waren wist ik ook.
3. Niet echt, alleen dat er veel landhuizen zijn en land is essentieel, dat maakt het spannender voor de rest is er niet veel extra.
4. Het was frisjes tot redelijk koud, geen slechte maatschappelijke situatie. Maar dit is niet van belang in het verhaal.
5. De omstandig heden van klimaat, landschap en maatschappelijke situatie vormen meer een decor voor het verhaal dan dat het heel belangrijk is.

E. 1. Je volgt het verhaal door de ogen van Arthur Kipps, tevens de hoofdpersoon. Hij vertelt het verhaal op zijn manier en bij de andere personen kijk je door zijn ogen.
“My first impressions of the little market town indeed, it seemed scarely larger than an over grown village- of Crythin Gifford were distinctly favourable”(33)
2. Doordat je allen door Arthurs ogen kijkt wordt het verhaal erg subjectief, maar er zitten ook dialogen in waardoor je mee over de andere personen te weten komt.

F. 1. Nee, dit boek heeft geen bepaalde boodschap omdat het een verhaal is dat in het echt niet kan gebeuren en omdat er geen geesten bestaan. Misschien bedoelt de auteur dat als je een erge gebeurtenis hebt mee gemaakt dat je dat het beste kan verwerken door er over te praten.
2. Volgens mij niet.
3. ik ervaar alleen de spanning en de nieuwsgierigheid van hoe het in elkaar zit.
“Yes, I had a story, a treu story, a story of haunting an evil, fear and confusion, horror and tragedy. But it was not a story to be told for casual entertainment, around the fireside upon Christmas Eve.”
4. Ik heb van dit boek geleerd dat als je iets erg hebt meegemaakt dat je dat het beste kan verwerken door er met mensen over te praten of om het van je af te schrijven.

G. 1. Nee ik vond de manier van schrijven niet zo leuk. Dit was heel jammer want het was wel een leuk verhaal.
2. Dezelfde tijd lijkt me wel leuk omdat het mij leuk lijkt om iets te lezen over de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. Helaas ging dit boek hier niet over.
3. Mij lijkt het daar heel saai en rustig en dat is niks voor mij.
4 Nee, want ik houdt niet zo van horror. Ik lees veel liever een roman.
“Heartstoppingly chilling”(flaptekst)
ga