Eerste Reactie: - Keuze: Ik heb het boek ‘the war of the worlds’ gekozen omdat ik een keer een stukje van een hele oude film heb gezien die op het boek van H.G. Wells gebaseerd is. Er stonden op de lijst verder erg weinig boeken en de paar die me aanspraken (Dracula, Frankenstein, The picture of Dorian Gray) zal ik uit mezelf waarschijnlijk wel een keer lezen. ‘The war of the worlds’ heeft bovendien misschien nog wel meer dan Frankenstein en Dracula een stempel achter gelaten op de literatuur en maatschappij van nu. Eerste reactie: In het begin vond ik het boek erg moeilijk te lezen. Ik kon er maar geen hoogte van krijgen op welk moment van de dag of op welke dag het verhaal speelde. Zo ging de hoofdpersoon, nadat hij naar de eerste cilinder van Mars had gekeken naar huis en at hij met zijn vrouw, daarna deed hij een tijdje niets. In het hoofdstuk daarop ging hij weer bij de cilinder kijken, en toen dacht ik dus dat het inmiddels de volgende dag was, maar het was rond de avond van de eerste dag, nog steeds! Daardoor raakte ik de tel een beetje kwijt en dacht ik er over om het boek weg te leggen. Maar toen ik gewoon doorlas wende ik er aan en was het eigenlijk best goed te lezen. Het bleek uiteindelijk zelfs best leuk te zijn, niet dat het plot geniaal was, maar je moet er maar als eerste opkomen.
- Samenvatting: het eerste boek begint met de melding dat de aarde in de laatste jaren van de negentiende eeuw door de heersende wezens op de planeet Mars wordt bekeken. Deze wezens zijn verder geëvolueerd en kennen een hogere vorm van beschaving dan wij. De planeet Mars is namelijk kleiner dan onze planeet en hij draait sneller rond. Hierdoor duren de dagen korter en dus ook de jaren, de planeet Mars is al in staat van ontbinding, iets wat je van onze (in die tijd nog) frisse en groene planeet niet kan zeggen. De martianen begeren onze planeet daarom en beter nog, ze hebben haar zelfs nodig om te kunnen overleven. De martianen zien ons als lagere diersoorten zoals wij apen of zelfs insekten zien. Daarom besluiten ze in het jaar 1899 actie te ondernemen en naar de aarde te komen. De hoofdpersoon van het verhaal, die ik maar Wells zal noemen (het verhaal is namelijk in de ik-vorm geschreven) keek op een avond door de telescoop van zijn vriend de beroemde astronoom Ogilvy en zag een explosie op de planeet Mars. Dit fenomeen herhaalde zich 10 keer om de vierentwintig uur, de kranten legden het uit als een grote vulkaanuitbarsting op Mars. Het bleek echter een gigantische lanceerbuis te zijn, waaruit zeven cilinders werden geschoten met daarin elk vijf martianen. Op een dag zagen een aantal mensen een groene flits aan de hemel als van een vallende ster. Dit was in feite de eerste cilinder die was neergestort in de omgeving van Horsell en Woking. Oglivy ging vroeg op pad om de ‘vallende ster’ te zoeken. Hij vindt een cilindervormig metalen object, dat zichzelf in een aantal meters diepe krater heeft gestort. Maar dan hoort Oglivy geluiden van binnen in de cilinder en hij merkt dat de top rond draait alsof een deksel van een pot wordt gedraaid. Hij neemt contact op met een journalist en hij zet het in de krant. Een aantal mensen waaronder Wells bezoekt de krater en hij vermoed dat de kranten juist waren toen ze schreven dat de martianen erin waarschijnlijk dood zijn. Dan begint het roteren weer en de deksel valt van de cilinder af, er komt een vreemd wezen uit de cilinder, zijn ‘hoofd’ bestaat uit hersenen met een soort snavel eraan en daaronder een tiental tentakels. Het heeft grote moeite met bewegen omdat de zwaartekracht op aarde veel sterker is dan op Mars en het wezen valt weer terug in de cilinder. De geleerden, waaronder Oglivy proberen een toenaderingspoging en moeten dat bekopen met de dood. Er komt een soort camera op een stokje omhoog en daaruit komt een onzichtbare straal van pure hitte die alles wat het pad van deze straal kruist wordt verbrandt. Daarna wordt vrijwel iedereen die stond te kijken ook hierdoor gedood. Wells weet te ontkomen en gaat dineren met zijn vrouw en hij vertelt haar wat hij heeft gezien. Zijn vrouw wordt bang maar hij stelt haar en zichzelf gerust met het idee dat de martianen niet uit de krater kunnen komen. Die dag komt het leger ook ter plaatse en sluit het gebied rond de krater af. De kranten vertellen alleen dat er iets uit Mars geland is, meer weten ze namelijk ook niet. De volgende dag weet nog niet de helft van het stadje wat er gebeurd is. De volgende dag landt de tweede cilinder en het leger probeert deze op te blazen, voordat er nog meer mensen gewond raken. Dit werk echter niet en de ‘heat-ray’ ,zoals het eerder beschreven wapen wordt genoemd vernietigt het leger en de halve stad. Wells en zijn vrouw besluiten te vluchten, in een wagen die hij van een zekere heer leent, naar Leatherhead waar een aantal neven van Wells wonen. Hij brengt de paard en wagen weer terug naar Maybury Hill om hem terug te geven aan de heer van wie hij hem geleend had. Onderweg komt de derde cilinder op een paar honderd meter afstand van hem terecht. Hij schrikt hier zo van dat hij van de weg af raakt en omslaat. Het paard is op slag dood. Dan ziet hij gigantische machines zwart afgetekend tegen de stormachtige lucht. Deze vechtmachines bestaan uit een cabine op drie gigantische stelten, zij vernietigen alles op hun pad. Als ze weg zijn rent Wells naar zijn huis op Maybury hill en vanuit zijn raam ziet hij hoe de machines alles in de buurt wegvagen. Dan komt Wells een soldaat tegen uit het artillerie bataljon en hij zegt dat iedereen is vermoord. En dat met de heat-ray nog meer dorpen verwoest zijn. De soldaat moet naar Londen om zich weer bij het leger daar te voegen, Wells wil terug naar Leatherhead maar de cilinder ligt in de weg en hij besluit het eerste stuk mee te gaan om de cilinder te ontwijken. Ze gaan naar Weybridge om de officiers daar te informeren over de martianen. In Weybridge heerst chaos, een duizendtal vluchtelingen zijn binnen gestroomd en de bewoners worden door het leger uit hun huizen gezet, terwijl de bewoners niets weten ven de martianen. Dan wordt er een schot gelost; een aantal artillerie kanonnen bestoken drie martianen in hun vechtmachines. De Martianen komen op Wells af en een van hen heeft een heat-ray bij zich. Iedereen duikt in het water van de Thames. Een engels kanon schiet een vechtmachine aan stukken. De overige twee martianen worden pissig en smelten de hele stad en het leger om tot een dikke brij. Wells overleeft deze uitbarsting maar net. Hij ziet een boot in het water liggen en vaart hiermee naar Londen. Nu gaat het verhaal over in de belevenissen van de broer van Wells die woont in Londen. De broer van Wells wilde Wells opzoeken maar hij leest in de krant dat de martianen naar Londen komen en dat de hele stad wordt geëvacueerd. Hij neemt aan de Wells dood is en als hij gaat slapen wordt hij heel vroeg gewekt door allerlei gepraat en geschreeuw. Londen is nu totale chaos en anarchie. Hij leest in een krant dat de martianen een zwart gas gebruiken dat alles wat ademt (ze wisten toen nog niet dat planten dat ook doen) bij aanraking vermoordt. Hij besluit te vluchten. Onderweg komt hij twee dames in een koets tegen die worden aangevallen door een aantal rovers. Hij schakelt ze uit en samen vluchten ze naar de Noordzee kust Op een gegeven moment komen ze in een gigantische massa vluchtelingen terecht (zelfs toen behuisde Londen meer dan 6 miljoen mensen), na een zware tocht bereiken ze de kust en ze betalen al hun geld om op een Belgisch schip te varen. Als ze wegvaren komen er 3 martianen in vechtmachines aan, twee ervan worden door een torpedojager vernietigd, daarna wordt het gevecht aan het zicht onttrokken. Hierna vertelt Wells weer verder over zijn eigen ervaringen, dit is het begin van boek twee. Hij en een man, die dreigt zijn verstand te verliezen, duiken anderhalve dag onder in een huis. Wells begint te denken aan zijn vrouw, leeft ze nog? Wells wil zo snel mogelijk weg ondanks het gezeur van zijn medereiziger. Op de weg naar Kew zien ze dat een martiaan mensen oppakt en ze in een soort rugzak doet. In een huis in Sheen vinden ze voedsel en hebben ze onderdak. Dan valt er een cilinder vlak naast het huis. Wells en de gek zitten opgesloten in het huis, aar ze kunnen wel zien wat de martianen allemaal doen. Ook komen ze er achter waarom de martianen mensen oppikken: ze hebben bloed van mensen nodig om te overleven. Op een moment begint een man die net leeggezogen zou worden te gillen, hierop begint de gek ook te gillen, Wells slaat hem knock out maar de martianen hebben het gehoord en tentakels nemen de gek mee, Wells zelf ontsnapt maar net. Hij sluit zichzelf dagen op in een bijkamertje van het huis en heeft nauwelijks te eten of te drinken. Na ongeveer twee weken hoort hij buiten een hond blaffen, verder hoort hij niets, als hij naar buiten kijkt zijn de martianen verdwenen. Er is alleen nog een grote hoeveelheid rood onkruid uit Mars, dit is gestorven aan bacteriën op aarde waar ze niet resistent voor waren. hij besluit naar Londen te trekken, onderweg komt hij de soldaat weer tegen. Deze wil dat Wells met hem mee gaat om langzaam in het martiaanse systeem te infiltreren en ze dan allemaal af te maken. Wells besluit door te trekken naar Londen. Als hij in Londen aankomt is iedereen dood. Hij vindt alleen maar lijken van mensen, maar dan hoort hij in Kensington (een deel van Londen) een geluid als het huilen van een geflipte wolf (ulla, ulla, ulla). Als hij naar het geluid toeloopt ziet hij een dode martiaan, even later ziet hij er nog een, en nog een, alle martianen zijn dood. Ze zijn allemaal gestorven aan menselijke bacteriën waar ze niet immuun voor waren. Dan beginnen aan aantal moeilijke weken voor Wells, hierin moet hij de oorlogsdrama’s zien te verwerken. Hij besluit naar zijn huis op Mayburry Hill te gaan en daar treft hij zijn vrouw, levend en wel aan.
Verdieping:
- Tijd en ruimte: Het verhaal speelt zich af in Engeland omtrent Londen in 1899. Wijze van vertellen: Het hele verhaal is geschreven vanuit de ik-persoonzijn hij weet al wel wat er gaat gebeuren en vertelt ook een stuk over wat zijn broer is overkomen.
- Thema en Motieven: Een thema dat de hele tijd terug komt is dat wij ondergeschikt zijn aan de martianen. Hij benadrukt dit door beeldspraken waarin hij mensen vergelijkt met chaotische insekten.
- Personages: Het belangrijkste personage is de ik-persoon, de verteller. Zijn naam is niet bekend.
- Titel verklaring: Het boek heet ‘the war of the worlds’ ofwel de oorlog van de werelden. Dit betekent simpelweg dat het een oorlog is tussen de planeet van de mensen tegen de wereld van de martianen.
REACTIES
1 seconde geleden
-.
-.
goed boekverslag voor een eerste klasser.
22 jaar geleden
AntwoordenI.
I.
Goede samenvatting :D
nu snap ik ut verhaal :D
20 jaar geleden
AntwoordenP.
P.
THX !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
19 jaar geleden
AntwoordenN.
N.
hee, goede samenvatting ik gebruik em voor de so die ik morgen heb!
13 jaar geleden
AntwoordenI.
I.
@nicky, haha! Wat toevallig nou... ik heb morgen ook een so! En ik zit ook op het gymnasium. miss ben je mijn klasgenoot haha -> schuilnaam:D
Goede samenvatting!! :P
13 jaar geleden
Antwoorden