1.1 Bibliografische steekkaart
Titel: De ondergang van het Huis Usher
(origineel: The fall of the house of Usher)
Auteur: Edgar Allan Poe
Jaar van uitgave: 1995 (tweede druk)
Plaats: Amsterdam
Uitgeverij: Zephy – Coppens & Frenks
Aantal Pagina’s: 23
1.2 Bibliografie
Edgar Poe is geboren op 19 januari 1809 te Boston. Zijn ouders stierven beiden toen hij nog jong was en hij verhuisde kort daarna naar Virginia waar hij opgroeide bij de familie Allan, die hem zijn tweede naam gaf. Aanvankelijk studeerde hij aan de University of Virginia, waar hij een militaire opleiding probeerde aan te vatten. Niet veel later begon hij te drinken en te gokken en kon hij zich niet meer volledig overgeven aan zijn studies. Daarna verhuisde hij naar Baltimore waar hij bij zijn grootmoeder, tante en nichtje verbleef. In 1836 trouwde hij met zijn nichtje, Virginia, die op dat ogenblik 13 jaar oud was. Hij begon te werken als redacteur en literair criticus, toen begon hij ook verhalen en gedichten te schrijven, maar met matig succes. Pas met de publicatie van zijn gedicht The Raven in 1845 begon hij literaire erkenning te krijgen. Hij had de smaak van het schrijven al lang te pakken, en ook daarna verschenen er nog verschillende bekende gedichten en romans: Annabel Lee, The Cask of Amontillado, enzovoort. Edgar Poe schrijft vooral over horror en fantasie en valt onder het genre the Gothic Novel.
Zijn grootste en blijvende faam dankt Poe aan zijn verhalen, waarin hij door een unieke combinatie van fantasie en logica en zijn gevoel voor een klassieke vormgeving meesterwerkjes wist te creëren in verhalen over de dood: The fall of the house of Usher, The masque of the red death, The pit and the pendulum, The premature burial; over kwaad en misdaad: The black cat, The tell-tale heart; en over voortbestaan na de dood: Ligeia, Morella.
1.3 Uitwerking Boekbespreking
1.3.1 Onderwerp
Edgar Poe koppelt dit boekje aan de gedachte van de dood. Bij het herlezen is het wel duidelijk dat het meer inhoudt. De verteller van het verhaal geeft al vanaf het begin een beangstigend gevoel weer. Niet alleen wat hij zegt, maar ook de beschrijving van de omgeving doet ons denken aan de dood. Het volledige verhaal streeft af op het einde, waar ons gevoel bevestigd wordt.
1.3.2 Gebeurtenissen
Ik denk dat het belangrijk is om eerst even kort het verhaal te schetsen en pas daarna enkele belangrijke gebeurtenissen te bespreken. Het boekje gaat over de verteller – wiens naam nooit vermeld wordt - die een brief krijgt van een oude vriend, Roderick Usher. Deze brief was zo doordringend en overspoeld door somberheid, dat de verteller niet anders kon dan Usher zelf gaan opzoeken. Bij aankomst bij het Huis Usher bemerkt hij dadelijk de ondraaglijke droefgeestigheid die het landschap omvat. Na een tijd verbleven te hebben in het Huis Usher, komt hij meer en meer te weten over de geestestoestand waarin Roderick Usher verkeert. Als niet veel later zijn zus overlijdt, slaan de stoppen volledig door. Na enkele avonden bemerkt hij ook bij zichzelf een onbeschrijfbaar gevoel. Op een stormachtige avond meent de verteller zich allerlei geluiden ingebeeld te hebben, maar ook Roderick hoort deze geluiden. Niet veel later blijkt dan ook dat ze Rodericks zus levend begraven hebben. Als ze kort daarna plots voor zijn duur staat, slaan de stoppen voor de tweede maal door en sterven Roderick Usher en diens zus samen.
Edgar Allan Poe kiest ervoor om de klemtoon te leggen op de gevoelens en de omgeving en minder op de gebeurtenissen. Het hele boek door vermeld de verteller de angstaanjagende sfeer die over het Huis Usher heerst. Dit zorgt ervoor dat bij elke gebeurtenis die plaatsvindt opnieuw de sfeer beschreven wordt. Ondanks het oud woordgebruik wordt bij elke passage de sfeer op een verschillende, maar typerende manier beschreven.
Om het verhaal toch iets concreter te benaderen, heb ik ervoor gekozen om één gebeurtenis die mij opgevallen is iets verder uit te werken; hier hebben de verteller en Roderick beiden door dat ze Madeline Usher, de overleden zus, levend opgeborgen hebben.
Als bij een hevige storm ze beiden menen geluiden gehoord te hebben, zoeken ze elkaar op in Rodericks kamer. Overstuur vertellen ze beiden wat ze gehoord hebben de afgelopen dagen en samen komen ze tot het besluit dat ze Madeline levend opgeborgen hebben.
Ik zeg je nu dat ik haar eerste zwakke bewegingen in de holle doodskist heb gehoord. Ik heb ze gehoord… vele, vele dagen geleden… maar ik durfde niet… ik durfde niet te spreken! En nu… vannacht… Ethelred, ha! ha!... die de deur van de kluizenaar in stukken rukt, en de doodskreet van de draak, en het galmen van het schild…! Of zeg liever, …
In dit citaat zie je duidelijk hoe overstuurt Roderick wel is bij het opmerken dat hij zijn zus levend begraven heeft. Willekeurig had de verteller om Roderick te kalmeren een boek gekozen om voor te lezen: Mad Trist van Sir Launcelot Cannings. In het paniekmoment herkende Roderick alle onderdelen van het verhaal in wat er de afgelopen dagen gebeurt is. Het opengaan van de kist, het binnentreden van de koperen gang die naar de kerker lijdt, enzovoort.
Het citaat is gekenmerkt door korte, onvolledige zinnen, uitroepingen en herhalingen. Zo probeert de auteur om een stevig tempo in de tekst te krijgen, wat hem volgens mij aardig lukt. Dit snel tempo resulteert in een spanning, waarbij de lezer benieuwd is naar de afloop van de passage. De kalme manier waarmee de verteller de omgeving schetste verdwijnt volledig en het nerveuze karakter van Roderick Usher komt tevoorschijn.
Persoonlijk vond ik dit laatste fragment één van de beste uit het boekje aangezien dit één van de enige keren is waarbij het tempo wordt opgevoerd en de spanning verhoogd. Ook geeft dit fragment een degelijke betekenis, in tegenstelling tot de voorgaande scènes waarbij de nadruk vooral wordt gelegd op de omgeving en de sfeer.
1.3.3 De personages
• Het hoofdpersonage, Roderick Usher
Het hele verhaal draait rond Usher en hoe hij eraan toe is. Over zijn uiterlijk wordt niets gezegd of het moet zijn dat hij er bleek en mager uitziet, niet verwonderlijk voor iemand die al in jaren niet meer is buiten geweest. De rest laat de auteur open voor eigen opvatting, zodat iedereen aan de hand van wat de verteller ons meegeeft over zijn toestand, zijn eigen beeld kan vormen van hoe Usher eruit ziet. Wel wordt er uitvoerig gesproken over de aandoening waaraan alle Ushers lijden. Het blijkt een aangeboren kwaal te zijn, een aandoening aan de zenuwen die zich uit in velerlei onnatuurlijke gewaarwordingen. Hij leed aan een ziekelijke gevoeligheid der zintuigen; kon slechts het flauwste voedsel verdragen en verschillende geuren en geluiden vervulden hem met een diep afgrijzen. Zelf heeft hij het gevoel constant in een gevecht te zijn met een wrede hersenschim, angst.
• De verteller
De verteller speelt eigenlijk in het verhaal een ongewone rol, over hem zelf kom je helemaal niets te weten, niets van emoties noch van uiterlijke kenmerken. Hij wordt gebruikt om het hoofdpersonage, Roderick Usher, te benaderen en te analyseren, best slim gezien als je het vanuit het standpunt van de auteur bekijkt. Aangezien de auteur niet zomaar iedereen Usher kan laten benaderen, kiest hij ervoor een korte inleiding in het verhaal te verwerken om enige samenhang tussen de verteller en Usher te creëren. Dit wordt namelijk als volgt opgelost: Usher blijkt een oude jeugdvriend te zijn van de verteller en vraagt aan hem om hem op te vrolijken in deze moeilijke periode.
1.4 Algemene appreciatie
Drie van de vijf sterren. Persoonlijk vind ik dit een tamelijk goed verhaaltje, de spanning op het einde wordt opgebouwd en de climax is goed, wat mij wel aanstaat. Maar toch geef ik dit boekje niet meer dan drie sterren, dit vanwege de – voor mij – oninteressante en overbodige scènes die uitvoerig en diepgaand beschreven worden en mij totaal niet interesseren. Ook duurt het wel een tijdje tegen dat er eindelijk iets gebeurt en de aanloop naar het einde verloopt zeer moeizaam. Al bij al zeker geen slecht boekje!
REACTIES
1 seconde geleden
O.
O.
dit is best wel lol
14 jaar geleden
Antwoorden