Ron denkt niet altijd even goed na wat hij zegt. Zowel in het voorval met betrekking tot de Vuurflits als in het gebeuren rondom het bezoek aan Zweinsveld*, zegt hij dingen tegen Hermelien die beslist niet voor herhaling vatbaar zijn. Hij is erg impulsief. Hij is goedig. Hij vergoelijkt vaak Hermeliens scherpe opmerkingen

*zie voor verdere uitleg van deze voorvallen bij de eigenschappen van Hermelien.

Opdracht 4; Wanneer?

Het is niet echt duidelijk in welke tijd het zich af speelt, omdat het zich in een hele andere wereld afspeelt. Het enige wat duidelijk is, is dat de telefoon net is uitgevonden. Het is een ouderwetse, 19e eeuwse omgeving. In het tovenaarsland zijn ze eigenlijk nog ouderwetser: Ze gebruiken geen telefoon maar versturen de post d.m.v. een uil.

Opdracht 5: Waar? Het begin van ieder boek speelt zich af in de Ligusterlaan nr. 4, ergens in (waarschijnlijk) Engeland. De omgeving daar wordt niet beschreven maar wel de gebeurtenissen die zich daar afspelen. Het verhaal speelt zich voornamelijk af in en rond Zweinstein. Een klein stukje speelt zich af op de wegisweg: een straat met de meest vreemdsoortige winkels, die allemaal volgepropt staan op een rommelige manier met dingen die alleen een tovenaar nodig heeft, zoals vliegende bezemstelen, toverstokken en kleding speciaal voor Zweinstein. Er is ook een boekwinkel met voornamelijk toverboeken (en monsterboeken die bijten en elkaar opeten) en een dierenwinkel (waar Hermelien bijvoorbeeld haar kat koopt en waar uilen te koop zijn) Op deze weg kunnen alleen tovenaars kunnen komen. Zweinstein ligt in het tovenaars deel van de wereld. Er wordt eigenlijk niets over het land waar dit in ligt, verteld. Zweinstein is een oud kasteel met vele gangen, donkere erkers en trappen en dikke deuren.

Als je Zweinstein binnenkomt dan zie je eerst een grote ontvangsthal met gangen en een grote trap omhoog. Als je naar links gaat kom je na eventjes lopen bij de eetzaal. Als je de eetzaal binnenkomt zie je veel lange eettafels en helemaal links en helemaal rechts een deur. Als je de linker deur ingaat zie je twee trappen, één helemaal links en één helemaal rechts. Daartussenin is de kamer van Professor Anderling, de directrice van Zweinstein.. De linker trap leidt naar de toren van Griffoendor, de rechter naar de Noordertoren. Halverwege deze trap is de kamer van Professor Lupos(leerkracht verweer tegen zwarte kunsten) en zijn lokaal. Als je de trap verder volgt dan kom je bij het lokaal Waarzeggerij. Halverwege deze trap zijn ook twee lange gangen met schilderijen, geheime gangen en enkele lokalen. Als je de rechter trap opgaat kom je na even lopen bij de toren van Griffoendor, de afdeling waar Harry bij hoort. Hier hangt een schilderij. Je moet een wachtwoord zeggen om de toren in te komen. Als je de toren binnenloopt, zie je een tafel waar je huiswerk kunt maken en verschillende deuren die naar de slaapzalen leiden.

Opdracht 6: genres

Het is een roman. Je kunt dit boek indelen bij de genres :spannend, griezelig en sprookjesachtig. Het boek heeft namelijk veel spannende en griezelige stukjes, bijvoorbeeld als Harry oog in oog staat met Sirius. En het is sprookjesachtig omdat er tovenaars e.d. in voorkomen. Het hele verhaal is puur fantasie en is totaal niet te toetsen aan of te vergelijken met de werkelijkheid.

Opdracht 7: uittreksel

Harry Potter en de Gevangene van Azkaban is het derde deel uit een zevendelige serie waarvan dit derde boek pas is verschenen. Elk boek beslaat precies één jaar uit Harry’s kostschoolleven. Dit derde deel gaat over de 13-jarige Harry Potter. Harry is de zoon van twee beroemde tovenaars, maar deze zijn toen Harry nog heel klein was vermoord door de beruchte tovenaar Voldemort. Harry heeft dit overleefd en hij wordt in de tovenaarswereld dan ook gezien als een heel bijzonder tovenaar die over geheime krachten moet beschikken omdat hij alleen maar een litteken, in de vorm van een bliksemschicht, aan het voorval met Voldemort heeft overgehouden. Hij woont nu bij zijn oom en tante. Dit zijn alleen geen tovenaars maar “Dreuzels” (niet-tovenaars). Harry zit op Het Zweinstein college, dit is een school speciaal voor tovenaars. Hij heeft twee goede vrienden: Ron Wemel en Hermelien Griffel. Samen met hen beleeft hij de vreemdste avonturen. Harry heeft één aartsvijand, Voldemort. Deze probeert hem nog steeds op alle mogelijke manieren te vermoorden. In dit boek is Sirius Zwarts, waar van men denkt dat hij een beruchte volgeling van Voldemort is, ontsnapt uit de ergste gevangenis die je je maar kunt bedenken; de gevangenis van Azkaban. De bewakers hier zijn Dementors, vreemde wezens die alle vrolijke gedachten uit je zuigen. De meeste gevangenen van Azkaban verpieteren dan ook verschrikkelijk. Wonder boven wonder was Sirius Zwarts hier kennelijk niet vatbaar voor want hij kon zijn verstand nog goed gebruiken. Hij is zelfs ontsnapt uit de gevangenis, wat tot nu toe als onmogelijk werd beschouwd. De meeste tovenaars gaan er van uit dat Sirius ontsnapt is om Harry te vermoorden.

Ondertussen draait het schooljaar alweer op volle toeren en Harry heeft het zo druk met zijn nieuwe en oude vakken en zwerkbal dat hij niet veel tijd heeft om hier over na te denken. Als blijkt dat Sirius Zwarts in de slaapzaal van Harry en Ron is geweest, wordt groot alarm geslagen. Ron is wakker geworden van Sirius die met een mes de gordijnen aan flarden sneed en daarna tussen de bedden van Ron en Harry in stond. Harry is nu wat meer op zijn hoede. Tijdens een stiekem uitstapje naar Zweinsveld ( = een dorp waar alleen tovenaars wonen), hoort hij dingen over zijn ouders en Sirius Zwarts, die hij nog niet wist. Zo hoort hij bijvoorbeeld dat Sirius de geheimhouder was van zijn ouders en ook ooit de beste vriend van zijn vader. Aan het eind van het boek, als Hermelien, Ron en Harry bij het huisje van Hagrid, de jachtopziener van Zweinstein weggaan, valt Ron en wordt hij door een zwarte hond meegesleurd in een “hut” onder de grond. Harry en Hermelien gaan er snel achteraan en als ze ook in de hut aankomen blijkt dat de hond zichzelf weer omgetoverd heeft in niemand minder dan….Sirius Zwarts! Nu blijkt dat Sirius helemaal niet ontsnapt was om Harry te vermoorden en dat hij Harry’s ouders ook niet heeft verraden. Hij was erop uit om de rat van Ron te pakken. Dit blijkt geen echte rat te zijn, maar een oud klasgenoot van Sirius Zwarts en James Potter ( de vader van Harry). Deze klasgenoot was altijd erg jaloers op Sirius en James en heeft Harry’s ouders ook aan Voldemort verraden. Na veel raadselachtige onthullingen, die ik niet allemaal vertel omdat er dan niets meer aan is om het boek te lezen, blijkt dat Sirius onschuldig is en Harry en Hermelien slagen er zelfs in hem te redden voor “de zoen van de Dementor”. Als je die zoen krijgt heb je namelijk helemaal geen gevoel meer. Het enige wat je nog kan doen, is bestaan. Harry Potter deel 3 is een schitterend boek en ik kijk uit naar juli: dan verschijnt deel 4!

Ondertussen draait het schooljaar alweer op volle toeren en Harry heeft het zo druk met zijn nieuwe en oude vakken en zwerkbal dat hij niet veel tijd heeft om hier over na te denken. Als blijkt dat Sirius Zwarts in de slaapzaal van Harry en Ron is geweest, wordt groot alarm geslagen. Ron is wakker geworden van Sirius die met een mes de gordijnen aan flarden sneed en daarna tussen de bedden van Ron en Harry in stond. Harry is nu wat meer op zijn hoede. Tijdens een stiekem uitstapje naar Zweinsveld ( = een dorp waar alleen tovenaars wonen), hoort hij dingen over zijn ouders en Sirius Zwarts, die hij nog niet wist. Zo hoort hij bijvoorbeeld dat Sirius de geheimhouder was van zijn ouders en ook ooit de beste vriend van zijn vader. Aan het eind van het boek, als Hermelien, Ron en Harry bij het huisje van Hagrid, de jachtopziener van Zweinstein weggaan, valt Ron en wordt hij door een zwarte hond meegesleurd in een “hut” onder de grond. Harry en Hermelien gaan er snel achteraan en als ze ook in de hut aankomen blijkt dat de hond zichzelf weer omgetoverd heeft in niemand minder dan….Sirius Zwarts! Nu blijkt dat Sirius helemaal niet ontsnapt was om Harry te vermoorden en dat hij Harry’s ouders ook niet heeft verraden. Hij was erop uit om de rat van Ron te pakken. Dit blijkt geen echte rat te zijn, maar een oud klasgenoot van Sirius Zwarts en James Potter ( de vader van Harry). Deze klasgenoot was altijd erg jaloers op Sirius en James en heeft Harry’s ouders ook aan Voldemort verraden. Na veel raadselachtige onthullingen, die ik niet allemaal vertel omdat er dan niets meer aan is om het boek te lezen, blijkt dat Sirius onschuldig is en Harry en Hermelien slagen er zelfs in hem te redden voor “de zoen van de Dementor”. Als je die zoen krijgt heb je namelijk helemaal geen gevoel meer. Het enige wat je nog kan doen, is bestaan. Harry Potter deel 3 is een schitterend boek en ik kijk uit naar juli: dan verschijnt deel 4!

A7 Kopieer of schrijf drie stukjes uit het boek over die jij belangrijk, interessant, mooi, spannend, o.i.d. vindt. Vertel in ongeveer 150 woorden waarom je dit vindt.

FRAGMENT 1: Ik heb dit stukje gekozen omdat ik het een spannend stukje vind. Hier blijkt Schurfie, de rat van Ron, geen rat te zijn maar Peter Pippeling, een vriend van Harry’s vader. Bovendien verneemt Harry in dit fragment voor het eerst het echte verhaal over zijn ouders. Hij hoort door wie zijn ouders verraden zijn en wie hem eigenlijk ook dood had willen hebben.

FRAGMENT 2: In dit Fragment hoort Harry wat over de lagere schooltijd van zijn vader, James Potter, en Remedus Lupos, (leerkracht verweer tegen zwarte kunsten) die weerwolf bleek te zijn, Sirius Zwarts ( de gevangene van Azkaban) en Peter Pippeling. Hij hoort ook hoe ze zich vermomden. Ik vind dit stukje niet alleen spannend, maar ook mooi, Voor Harry is het waarschijnlijk geweldig om wat meer te weten te komen over zijn ouders.

FRAGMENT 3: Dat is ook de reden waarom ik het derde gedeelte heb gekozen Ook hier komt hij dingen over het verleden van zijn ouders te weten, waarvan dan later de helft niet juist blijkt te zijn.

B6 Zoek of bedenk twee spreekwoorden die volgens jou Bij (een deel van) het boek passen. Leg uit waarom (100-150 woorden)

Schijn bedriegt: Dit blijkt in dit boek drie keer, in de andere twee boeken zie je dit ook. De eerste keer dat dit spreekwoord goed bij het boek past, is, als blijkt dat Sirius Zwarts, van wie aanvankelijk gedacht werd dat hij een groot misdadiger was en dat hij Harry’s ouders had verraden, een hele aardige man is, die onschuldig is en helemaal niks met de moord op Harry’s ouders te maken heeft gehad. De tweede keer dat het spreekwoord van toepassing is, is, als blijkt dat de rat Schurfie, die al twaalf jaar bij de familie Wemel woont en waar Ron op dit moment eigenaar van is, geen lieve rat is. Dit is Peter Pippeling, een oude schoolvriend van Sirius Zwarts en James Potter ( Harry’s vader). De derde keer dat het spreekwoord “schijn bedriegt” van toepassing is, is, als blijkt dat Peter Pippeling helemaal niet vermoord is door Sirius Zwarts en dat hij de vinger, die als enige van hem over zou zijn gebleven, zelf heeft afgehakt. Bovendien is hij de verrader van Harry’s ouders.

Hoogmoed komt voor de val: Dit blijkt in het boek bijvoorbeeld als Malfidus, een jongen die ook op Zweinsstein zit en die er alles voor over heeft om Harry en zijn vrienden het leven zwart te maken, niet gehoor geeft aan de waarschuwing van “een leraar”. Malfidus denkt dat hij het allemaal wel kan en hij daagt een dier uit, dat je nooit mag beledigen. Met alle gevolgen van dien.

C4 Schrijf een recensie over het boek. Als je niet (meer) weet wat dat is, zoek er dan een op in de krant of “Pauze” (100-200 woorden)

Het boek Harry Potter en de gevangene van Azkaban is alweer het derde boek van de succesvolle reeks Harry Potter boeken, geschreven door J.K. Rowling. Het derde boek gaat over de inmiddels dertien jarige Harry Potter die zijn derde jaar op Zweinstein college begint. Het boek zit weer vol humor en is een succes voor jong en oud. Harry Potter beleeft in dit boek vele avonturen: hij maakt geheime uitstapjes naar Zweinsveld en naar Hagrid, de jachtopziener, krijgt extra lessen verweer tegen zwarte kunsten om zichzelf tegen de gevreesde bewakers van Azkaban, de Dementors, te beschermen en hij leert zijn pleegvader Sirius Zwarts kennen. Zijn wens om met zijn ploeg zwerkbalkampioen te worden komt uit en hij krijgt te maken met een speciale machine waarmee je terug in de tijd kan gaan. Kortom, weer een hoop spanning en avontuur in De gevangene van Azkaban. Hoewel het boek oorspronkelijk geschreven is voor kinderen vanaf ongeveer 10 jaar, zullen volwassenen ook veel plezier aan dit boek beleven.