1 ) Primaire gegevens
Harry Potter and the Philosopher’s Stone van Joanne K. Rowling werd in opdracht van uitgeverij De harmonie te Amsterdam gedrukt door Drukkerij Haasbeek te Alphen aan de Rijn.
Het bindwerk werd verzorgd door de Boekbinderij van Wijk b.v., Utrecht.
Het boek bestaat uit 228 pagina’s
De eerste druk : augustus 1998
De tweede druk : januari 1999
De derde druk : april 1999
Dit boek nam niet zoveel tijd in beslag, door de manier waarop Rowling de spanning opbouwt en de lezer zo vreselijk nieuwsgierig weet te maken, kon ook ik het boek niet wegleggen.
2 ) Verantwoording van mijn keuze Dit boek heb ik gekozen omdat ik er veel positieve reacties op heb gehoord. Ik heb toen de achterkant van het boek gelezen en het trok mijn aandacht. Het leek mij leuk om dit boek te lezen dat magie, spanning, irreële, maar toch alledaagse dingen te lezen.
3 ) Verwachting vooraf Het leek mij een heel leuk en spannend boek, grappig, vol verrassingen en actie. Wel een beetje kinderachtig, vanwege de magie.
4 ) Eerste reactie achteraf Dit boek is helemaal niet kinderachtig, het is echt voor iedereen geschikt. Het zit vol met vreemde, grappige taferelen. Ik moest vreselijk lachen om sommige stukken. Het was ook heel spannend en boeiend geschreven.
5 ) De samenvatting Harry Potter is een tien jaar oude wees die bij zijn oom, tante en neefje, de Dursleys, woont. Zijn ouders zijn omgekomen bij een auto – ongeluk volgens oom Vernon en tante Petunia. Het vreemde, bliksemvormige litteken op Harry’s voorhoofd is ook aan dat ongeluk te wijten. Harry wordt slecht behandeld, hij draagt de veel te wijde, oude kleren van vet neefje Dudley, slaapt in de kast onder de trap, wordt gepest en geslagen door Dudley en op alle andere mogelijke manieren benadeeld. Het boek begint echter tien jaar eerder, als oom Vernon naar zijn werk gaat en allemaal vreemde dingen ziet ; een kat zit voor zijn deur kaart te lezen, er vliegen voortdurend uilen over en mensen gekleed in vreemde gewaden vormen groepjes op straat, heel enthousiast pratend over een schijnbaar belangrijke gebeurtenis. Die nacht wordt de een jaar oude Harry Potter, op de stoep gelegd bij de Dursleys, door de oude, grijze Albus Dumbledore, een beroemde, wijze, machtige tovenaar, tevens het schoolhoofd van Hogwarts School for Witchcraft and Wizardry. Vlak voor Harry’s elfde verjaardag komt er een brief voor Harry, zeer nauwkeurig geadresseerd ( Mr H. Potter – The Cupboard under the Stairs – 4 Privet Drive – Little Whinging – Surrey). Echter voordat Harry de brief in de perkamenten envelop kan lezen, pakt oom Vernon hem af. Vernon en Petunia gedragen zich vanaf dan iets beter tegen Harry, maar als er steeds meer brieven in geel perkamenten enveloppen komen, vlucht oom Vernon met tante Petunia, Dudley en Harry naar een hutje op een rots in de zee, in de overtuiging dat de brieven dáár niet gebracht kunnen worden. Om middernacht valt opeens een halfreus met woest haar het hutje binnen, zijn naam is Rubeus Hagrid. Hagrid vertelt dat hij sleutelbewaarder is op Hogwarts, en dat Dumbledore hem persoonlijk heeft gestuurd om Harry de brief te bezorgen. Ook vertelt Hagrid dat Harry een tovenaar is, en niet zomaar eentje, Harry heeft toen hij één jaar oud was, een sterke, dodelijke vloek overleefd, tegen hem gebruikt door Voldemort, de machtigste tovenaar alle tijden. Voldemort heeft twaalf jaar lang geheerst in de tovenaarswereld en vermoordde alles en iedereen die tegen hem was, zelfs Muggles (mensen die niet kunnen toveren). Toen Voldemort Harry probeerde te vermoorden, hield Harry er enkel een litteken aan over, en er gebeurde er iets, het was ongelooflijk : Voldemort verdween! Niemand heeft hem sinds die nacht weer gezien, maar de geruchten gaan dat Voldemort nog maar een schim van zichzelf is, dwalend door bossen, wachtend op een kans om weer op volle krachten te komen. Omdat de Dursleys alles vrezen wat niet past in hun beeld van de wereld, hadden zij een hekel aan Lily Potter, Petunia’s zus, en haar man. En om diezelfde reden hadden ze besloten Harry niks te vertellen van de waarheid, die ze hadden gelezen in een brief van Dumbledore, en zich voorgenomen een ‘gewone’ jongen van Harry te maken. Hagrid neemt Harry mee naar de voor Muggles onbekende Diagon Alley, de Kalverstraat van de tovenaarswereld, althans, in Engeland, waar ze alle benodigdheden voor een schooljaar op Hogwarts kopen. Dat Harry is beroemd in de tovenaarswereld, blijkt al gauw. Tovenaars en heksen staren naar zijn litteken, gelukkig vaak bedekt door zijn ontembare zwarte lokken, en willen hem graag spreken of zien. Aan het eind van de zomervakantie, na nog een paar vreselijke weken bij de Dursleys, vertrekt Harry dan eindelijk naar Hogwarts, vanaf perron 9¾. In de trein ontmoet Harry Ron Weasly, een jongen met rood haar uit een groot, arm gezin. Ze worden goede vrienden met elkaar. Op Hogwarts zijn vier afdelingen, opgericht door vier heksen en tovenaars, enkele eeuwen geleden. De leerlingen op de afdelingen hebben dezelfde eigenschappen als de bijbehorende oprichter. Zo is er het trouwe, ijverige Hufflepuff, het slimme, wijze Ravenclaw, het ambitieuze, sluwe Slytherin en het moedige, sterke Gryffindor. Harry en Ron worden ingedeeld bij die laatste afdeling, waar ook Ron’s broers zitten, en zijn de rest van hun schoolcarrière Gryffindors. Professor Minerva McGonagall, het hoofd van Gryffindor heeft haar handen vol aan Harry en Ron. Ze hebben een uitgesproken talent voor het overtreden van de schoolregels en het is aan haar om hen in de gaten te houden. Hagrid vertelde dat Slytherin de meeste duistere tovenaars, gebruikers van de verboden Zwarte Kunsten en volgelingen van Voldemort heeft voortgebracht. Harry maakt een vijand op Slytherin; Draco Malfoy, een volbloed tovenaar uit een eeuwenoude tovenaarsfamilie die veel waarde hecht aan zuiver tovenaarsbloed. Ook heeft de leraar toverdranken, professor Severus Snape, hoofd van Slytherin, een hekel aan Harry, waarom is aanvankelijk niet duidelijk. Er gebeuren vreemde dingen op Hogwarts, merken Ron en Harry. Zo is er een verboden gang in de school, waarachter zich een enorme, driekoppige hond verschuilt. Ook gedraagt Snape zich vreemd; hij sluipt door de school. Na het uithoren van Hagrid, en wat achtergrondinformatie uit de bibliotheek van Hogwarts (door een vriendin van Harry, Hermione Granger, opgezocht), weten Harry, Ron en Hermione dat de Philosopher’s Stone op Hogwarts is verborgen. De steen is uitgevonden door een eeuwenoude vriend van Dumbledore, Nicolas Flamel, en bezit twee begerenswaardige eigenschappen: met behulp van de steen kan goud en levenselixer gemaakt worden. Harry en Ron weten zeker dat Snape is uit op de steen, ondanks de twijfels van Hermione en de tegenspraak van Hagrid. Snape wil de steen hebben om hem aan Voldemort te geven. Hagrid vertelt op een avond vlak voor het einde van het schooljaar, dat hij, toen hij dronken was in ruil voor een drakenei aan een in een mantel gehulde figuur heeft verteld hoe je langs de driekoppige hond kan komen. Harry beseft dat Snape dat was en wil die avond zelf gaan proberen de steen te pakken te krijgen, vóórdat Snape dat doet. Zeker als blijkt dat Dumbledore naar Londen is vertrokken, vanwege een oproep van het ministerie van Toverkunst. Samen met Ron en Hermione komt Harry langs Fluffy, de driekoppige hond, langs de toverspreuken van een paar docenten in de kerkers en in zijn eentje uiteindelijk langs de laatste toverspreuk. In de laatste kerker vindt hij de spiegel, waarvan hij weet dat de spiegel laat zien wat je het liefst zou willen, dat heeft Dumbledore hem persoonlijk geleerd. Ook vindt hij Professor Quirrel, een de leraar Verweer tegen de Zwarte Kunsten, die twee gezichten blijkt te hebben. Quirrel is de dienaar van Voldemort, dus Snape was onschuldig, Snape verdacht Quirrel er al van en probeerde hem van de Steen af te houden. Snape heeft zelfs Harry’s leven gered, in plaats van proberen te nemen, tijdens een Quidditchwedstrijd, toen Quirrel probeerde Harry van zijn bezem te toveren. Harry had gedacht dat Snape dat juist probeerde. Snape heeft dan wel een hekel aan Harry maar omdat James Potter, de vader van Harry, Snape een keer het leven had gered, wilde Snape iets terug doen en redde hem. In de spiegel ziet Harry hoe hij de steen in zijn zak steekt, en op dat moment zit de steen ook in zijn werkelijke broekzak. Het tweede gezicht van Quirrel zit onder zijn tulband op zijn achterhoofd en blijkt het vreselijke gezicht van Voldemort te zijn. Voldemort weet dat de steen in Harry’s broekzak zit en laat Quirrel hem aanvallen. Maar blijkbaar heeft Harry een soort bescherming in zijn bloed, want Quirrel kan hem niet aanraken; zijn huid verbrandt dan. Quirrel is gestorven na het gevecht, toen Voldemort zijn lichaam verliet. Voldemort is weer verdwenen. Harry was flauwgevallen en later vertelde Professor Dumbledore dat hij net op tijd kwam om hem naar de ziekenzaal te brengen, Dumbledore complimenteert Harry over zijn gevecht en moed en vertelt dat de steen is vernietigd en Voldemort Harry niet kon aanraken omdat Lily Potter indertijd haar leven heeft gegeven in een poging Harry te beschermen tegen Voldemort, waardoor een speciale bescherming, die niets met toverkracht te maken heeft, in Harry’s bloed zit. Harry verdenkt Dumbledore ervan dat hij hem een kans wilde geven om zich te bewijzen, na alle roem van het gevecht tegen Voldemort tien jaar geleden, waarvan hij zich niets kan herinneren. Door de gebeurtenissen krijgt Gryffindor een hoop afdelingspunten en wordt schoolkampioen. Harry keert gelukkig terug naar de Dudleys, in de wetenschap dat hij voor het eerst van zijn leven vrienden heeft en een fijne school, waar hij over twee maanden weer heen mag. Maar nu is het eerst zomervakantie, waarin hij gaat logeren bij zijn vrienden Ron en Hermione.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden
P.
P.
Ik heb echt ontzettend veel aan dit boekverslag gehad heel erg bedankt!
20 jaar geleden
Antwoorden