Escape door Kate Cann

Rowan, een 19-jarig Engels meisje, krijgt ruzie thuis en wil weg. Ze besluit naar Amerika te gaan, om daar (tijdelijk) als au pair te gaan werken. Maar ze kan niet opschieten met de familie – de moeder is zwaar overspannen, de dochter is een verwend kreng dat last heeft van nachtmerries en de vader kan zijn handen niet thuishouden – en ze wil weg. Samen met de leguaan Iggy, die de familie wilde laten afmaken omdat hij te groot werd voor zijn peperdure kooi, vlucht ze ’s nachts weg. Op het busstation ontmoet ze Landon, een echte Amerikaanse jongen en ze valt als een blok voor hem. Ze praten een tijdje en als Rowan hem vertelt dat ze als au pair werkte en verder geen plannen heeft, stelt hij voor dat ze meegaat naar het hotel waar hij ook werkt. Rowan stemt in en samen vertrekken ze. Eenmaal daar aangekomen krijgt Rowan haar eigen hutje, en een baan als kinderjuffrouw in de crèche van het hotel. Ze krijgt er een leuke vriendin, LaToya. Ze is nog steeds verliefd op Landon, maar die is inmiddels weer terug bij zijn ex-vriendin Coco – het type “blond haar, lange benen, weinig hersens” – en dat vindt ze vreselijk.
Het gaat een tijd zo door, maar als het kouder wordt buiten wordt Iggy onrustiger. Nu hij buiten leeft kan hij slecht tegen het koudere klimaat. Maria, de Mexicaanse chef van de crèche, stelt voor dat Rowan met hem naar Cancún vertrekt, waar haar familie woont. Dat is beter voor Iggy en voor haar. Rowan doet het, omdat ze het beste voor Iggy wil en ze weet dat het met Landon toch niks meer zal worden. Maar in dat laatste vergist ze zich: Landon komt haar achterna reizen, en hij vertelt dat hij erachter is gekomen dat hij van Rowan echt houdt. Samen blijven ze nog heel lang in Cancún, mét een gezonde Iggy.