Boekbespreking : “Doornroosjes honden.”
1. Welke associaties roept de titel bij je op? Wat is het verband tussen de titel en het boek? Zijn er plaatsen in het boek waar die titel ter sprake komt of waaruit je de betekenis van de titel kunt afleiden?
De titel heeft iets sprookjesachtig. Het verband tussen de titel en het verhaal is vrij duidelijk: Cindy is Doornroosje en de honden zijn de personages die in haar leven komen en gaan.
De naam ‘Doornroosje’ is gemakkelijk te verklaren. Cindy vergelijkt alles met sprookjes en geloofd dat zij zelf een prinsesje is, net als Doornroosje. Vooral in het slot wordt de naam Doornroosje sterk benadrukt. Cindy wil net als Doornroosje 100 jaar slapen om dan wakker gekust te worden door een prins. Een prins die haar uit deze ellendige wereld bevrijd.
De personages die in haar leven komen en gaan worden ‘honden’ genoemd omdat Cindy hun doen en laten vergelijkt met die van een hond. Ze worden vooral met de hond Tristan vergeleken. Ook Tristan zelf is een van Doornroosjes honden.
2. Wat is het thema van het boek?
Het thema van het boek is “de harde, ontrouwe wereld.”
De inhoud van het boek is niet verzonnen maar geeft een beeld van de harde werkelijkheid in sommige gezinslevens. De armoede en problemen. En uiteindelijk de prostitutie om toch een inkomen te hebben.
3. Hoe is het verhaal opgebouwd? Is er een duidelijke indeling? Waarop is de indeling gebaseerd? Vat de gebeurtenissen kort samen?
De indeling van de gebeurtenissen valt samen met de leeftijd van Cindy en deze vormen tevens de 3 hoofdstukken.
- Eérst is er het geruzie tussen haar moeder en vader. Cindy is er getuige van hoe haar moeder regelmatig afgeranseld wordt door haar vader. Cindy en haar vader groeien stilaan uiteen en Cindy noemt haar vader niet meer ‘papa’ maar ‘Walter’. Op een dag verlaat Walter woedend het huis, hij zal niet meer terugkeren en Cindy blijft alleen met haar moeder Regina achter. Stilaan begint Cindy zich te herinneren hoe goed ze het vroeger met haar vader gehad heeft, hoe hij haar kwam toedekken, de papageur en hetgeen ze gemeen hadden. Zo wilden ze beiden een hond maar Regina was hier tegen. Cindy voelt hoe het verdriet - dat ze omschrijft als een worm - in haar borst knaagt en in een hoekje van haar hoofd wacht de hond die ze nooit gekregen heeft. Hier is Cindy 8 jaar.
- Wanneer Cindy 9 jaar is komt de hond de hond Tristan in haar leven. Inmiddels zijn ze verhuisd naar een klein huisje met een tuin. Op een dag gingen Regina en Cindy naar de stad om kleren te kopen. Na de hele dag gelopen te hebben rustten ze wat uit op een bank in het park. Cindy was de eenden aan het bestuderen toen ze plots het geblaf van honden hoorde. Eérst dichtbij, dan verder van haar verwijderd. Wanneer ze met haar moeder om de vijver loopt naar de plaats waar ze het geblaf hoorde komen ze aan een hondenkennel. Cindy had altijd gedacht dat haar moeder bang was voor honden omdat ze geen hond kreeg. Maar nu ze recht op de honden afliepen bleek dit helemaal niet waar te zijn. Aan het eind van de gang komen ze aan een grote hond. Een soort labrador maar dan met vlekken. De hond begon te huilen en te piepen. Cindy luisterde naar de hond die z’n hele levensverhaal bleek te doen. Hij herhaalde dit enkele keren en ook Regina werd er stil van. En toen Cindy vroeg of ze de hond mocht hebben zij ze éérst nee en wandelde van de kooi weg, maar toen keerde ze terug naar de kooi en ook de hond richtte zich weer op. Toen de hond z’n hele verhaal weer had gedaan stemde ze toch toe. En zo kwam Tristan in Cindy’s leven. Cindy speelde de hele dag met Tristan en leerde hem vele trucjes. Het ging lang goed met de hond, maar Regina vloog steeds meer uit tegen Tristan. Hierbij kreeg de hond er vaak erg van langs. In de grote vakantie besluit Regina om naar Spanje op reis te gaan. Maar daar mogen geen honden mee naar toe en Tristan moet terug naar de hondenkennel waar Cindy het heel moeilijk mee heeft. Wanneer ze op het punt staan om de hond weg te doen spartelt deze echter flink tegen en wanneer Cindy hem z’n leiband wil omdoen begint hij hevig te grommen. Hij werpt zich op Cindy, die half verdoofd door de schok overal handen en benen ziet. Plotseling wordt alles wazig voor haar ogen door een rode mist. Ze hoort haar moeder nog roepen en dan niets meer. Wanneer ze wakker wordt ligt ze in het ziekenhuis. Tristan heeft haar gebeten en heeft dit met z’n eigen leven moeten bekopen.
- In Cindy’s tiende levensjaar komt Ibrahim in haar leven. Regina had z’n komst min of meer al aangekondigd. Ze zij dat ze op haar werk de man al vele keren ontmoet had. Ibrahim was van vreemde afkomst. Hij had een donkere huidkleur. Hij was mohammedaan wist Regina te vertellen. Cindy kreeg een lappenpop van hem. De pop had felle kleuren en dat vrolijkte Cindy op. Cindy was erg blij met z’n komst en ze konden het goed met elkaar vinden. Na een poosje begon ze hem zelfs papa te noemen. Dat betekende Ibrahim dan ook voor Cindy, ze had opnieuw een vader. Ook Regina leek weer gelukkig. Als er ruzie was over het eten en andere gebruiken van Ibrahim kwam er altijd wel een oplossing voor het probleem. Zo moet bv. Regina de vreemde gerechten niet klaarmaken, maar doet Ibrahim dat. Toch gaat het uiteindelijk mis. Ibrahim was terug naar z’n eigen land vertrokken. Zijn broer was overleden en het is daarginds de gewoonte dat hij dan voor z’n broers vrouw en kinderen zorgt. Hij moet onder meer een nieuwe man voor de weduwe zoeken. Op een dag krijgt Regina het bericht dat hij niet meer terugkomt en met de weduwe - die Ibrahim’s broer heeft achtergelaten - gaat trouwen. Ze staan weer alleen. Ook Cindy voelt die worm weer in haar borst knagen. In een wilde bui vernield Cindy de lappenpop Aisja die ze van Ibrahim had gekregen. Ook haar pop Harlekijn moet eraan geloven. Cindy besluit om 100 jaar te slapen om dan wakker gekust te worden door een prins, weg van deze slechte wereld. Ze neemt drie doosjes slaappillen van haar moeder in zodat ze zeker lang genoeg zal slapen en legt zich neer op haar bed als een prinsesje. Alleen zal dit prinsesje nooit meer wakker worden.
4. Wie is de hoofdfiguur? Met welke problemen heeft ze te kampen? Hoe reageert ze daarop? Veranderd ze in de loop van het verhaal? Lost ze alle problemen zelf op of vindt ze ook ergens steun en begrip? Bij wie en op welke wijze?
De hoofdfiguur in het boek is Cindy.
Haar grootste probleem is de eenzaamheid. Telkens wanneer er iemand in haar leven komt verdwijnt deze weer en blijft ze alleen achter. Haar moeder is de hele dag gaan werken en als Cindy van school komt is ze boven en moet ze beneden op haar wachten, alleen.
Ze tracht het van zich af te zetten. Ze beeld zich in dat het niet zijzelf is die deze problemen ondergaat, maar een tweede Cindy. Een Cindy waar ze achter kan schuilen als er iets gebeurde. Ze zondert zich af om de problemen te ontwijken.
Naarmate ze ouder wordt is er voor haar nog altijd die tweede Cindy maar in mindere mate dan in het begin. Ze staat min of meer weer open voor de buitenwereld. Ze ontwijkt de problemen minder dan in het begin. Toch is ze soms nog bang en onzeker.
Ze vindt vooral steun bij haar moeder die haar telkens weer tracht te troosten. Ook vindt ze steun bij de hond Tristan en later ook bij Ibrahim, maar deze steun zal - zoals de samenvatting dat vertelt - maar van korte duur zijn. Niet alleen bij de levende wezens, maar ook bij haar poppen kan ze troost vinden. Eérst is er Harlekijn, dan Aisja de lappenpop. Haar moeder vertelt telkens weer dat zij het met hun tweetjes toch goed hebben. Met de hond Tristan kan ze spelen en ze mag op z’n rug rijden. Ibrahim is voor haar een tweede vader en van hem krijgt ze de lappenpop Aisja. Tegen haar kan ze rustig praten en de vrolijke kleuren vrolijken haar op. Harlekijn doet vooral dienst in haar éérste levensdeel, als haar ouders net gescheiden zijn. Harlekijn is dan het enige gezelschap dat ze heeft.
5. Welke eigenschap of karaktertrek heeft je in de hoofdfiguur het meest aangesproken?
Eigenlijk heeft ze me niet echt aangesproken. Een kind van 10 jaar zou toch al lang moeten weten dat ze geen echte prinses is en dat de sprookjes niet echt zijn. Eigenlijk vind ik ze maar wat flauw. Langs de andere kant zal dit wel te verklaren zijn door de problemen die ze heeft moeten doorstaan.
6. Wie is de belangrijkste tegenspeler of -speelster? Waarom handelt die zo?
Regina werkt Cindy het meeste tegen. Ook al zie je dat niet onmiddellijk. Ze tracht Cindy te sussen met leugens over haar werk e.d.. Ze maakt Cindy soms nog banger als ze al is door geheimzinnig te doen over al die ooms die op bezoek komen. Eigenlijk legt ze aan haar kind niets uit maar laat alles er beter uitzien door er hier en daar een leugentje tussen te flansen. Maar vele kleine leugentjes maken één grote en daar is het vooral mis gegaan.
Ik denk dat ze veel niet durft uit te leggen. Ze vertrouwt Cindy niet. Volgens mij denkt ze vooral veel aan haar eigen belangen en niet aan die van Cindy.
7. Bespreek de overige figuren en hun relatie met de hoofdfiguur.
Walter is de echte vader van Cindy. Ze hebben altijd veel om elkaar gegeven tot dat de problemen begonnen. Tijdens de vele ruzies tussen Walter en Regina keerde ze zich uiteindelijk tegen hem. Na een zware ruzie gaat Walter weg en keert niet meer terug.
Tristan is een hond die achter gelaten is door z’n baasje. Hij heeft een lange tijd in de hondekennel doorgebracht. Voor Cindy is de hond het symbool van vriendschap en nieuwe hoop. Wanneer Tristan bij hen intrekt bloeit ze weer helemaal open, toch loopt het uiteindelijk ook hier mis en de hond verlaat haar op een sobere manier.
Ibrahim is een vreemdeling van mohammedaanse afkomst. Zijn god heet Allah en de belangrijkste profeet is Mohammed. De kombinatie van deze godsdiensten levert en rare combinatie met soms vreemde gevolgen zoals het klaarmaken van het eten e.d.. Voor Cindy is hij als een vader en ze noemt hem dan ook papa. Niet direkt in de zintuiglijke wereld maar vooral in zichzelf. Ze houden ook veel van elkaar. Wanneer ook hij Cindy verlaat blijft ze echter van hem houden en hoopt dat hij terugkomt. Dit was bij Walter niet het geval.
Harlekijn is haar éérste belangrijke pop. Bij Harlekijn kan ze altijd terecht. Wanneer Ibrahim in haar leven komt heeft ze hem niet meer nodig. Nu heeft ze trouwens Aisja en Harlekijn wordt een symbool van het verleden. Door hem naar de lade van haar kast ze verwijzen laat ze als het ware het verleden achter zich.
Aisja is de tweede pop. Cindy heeft haar van Ibrahim gekregen. Aisja fleurt Cindy wat op en is tevens het teken van een nieuw begin. Integenstelling tot Harlekijn, teken van droefheid en verdriet, is zij het teken van geluk en nieuw leven.
8. Een aantal elementen komen herhaaldelijk in het boek voor met een symbolische betekenis. Die noemen we de ‘motieven’ in het verhaal. Een voorbeeld is de pop Harlekijn : symbool van de tederheid en de droefheid. Welke betekenis hebben de worm, de hond Tristan, het prinsesje, de papageur, de twee Cindy’s, de mist en de pop Aisja? Omdat Cindy’s verbeeldingswereld sterk wordt beïnvloed door haar lectuur van sprookjes, zit het verhaal ook vol met sprookjesmotiven. Geef voorbeelden.
De worm in haar borst is het symbool van het verdriet dat ze heeft. Tristan is een symbool van vriendschap. Bij Tristan vindt Cindy eindelijk weer een vriend. Het prinsesje staat vooral voor hoop. Cindy geloofd dat ze zoals Doornroosje wakker gekust zou worden waar alle problemen uit haar leven verdwenen zijn. De papageur staat voor troost en rust. Bij papa - en dus ook de geur - is ze veilig en kan ze tot rust komen. De tweede Cindy is als een muur die ze tussen de problemen en zichzelf kan zetten. Ze verbergt zich achter die Cindy. De mist geeft het buitenbewustzijn aan. De pop Aisja is een symbool van nieuw leven, geluk en blijdschap.
Een voorbeeld van een sprookjesmotief is het prinsesje Doornroosje. Ook is er op het einde de prins die haar wakker moet kussen in de nieuwe wereld. De prins staat voor een nieuwe vader of persoon in haar leven.
9. Bespreek het tijdsverloop. is het verhaal chronologisch of niet- chronologisch? Welke tijdsaanduidingen komen er in voor?
Op een enkele flashback na is alles in chronologische volgorde geschreven. Er zijn drie tijdsaanduidingen m.n. de drie leeftijden ( 8, 9 en 10 jaar) die Cindy doorloopt.
10. Waar speelt het verhaal zich af? Noem alle belangrijke plaatsen en ga na of er een verband is tussen de gebeurtenissen en de beschreven ruimte.
Het verhaal speelt zich af in een groot dorp aan de dokken. Aan de dokken zelf woont Ibrahim, in een steegje waar de huizen opvallend gekleurd zijn. Het ‘café’ waar Regina werkt, de school en de stadsvijver waar de hondenkennel is zijn de andere belangrijke plaatsen.
Eérst wonen ze in een triestige buurt met veel lawaai. Het is hier dat de ruzies en de echtscheiding plaats vindt. Dan is er hun tweede woonplaats. Rustiger gelegen met een tuintje om in te spelen. Hier kan Cindy tot rust komen. De fel gekleurde huisjes aan de dokken waar Ibrahim woont gaan samen met het nieuwe geluk en leven.
11. Staat het verhaal in de ik- of in de hij-vorm? Door wiens ogen zien we de gebeurtenissen? Krijgen we een neutrale of een subjectieve visie op de feiten? Is het taalgebruik aangepast aan het psychologische perspectief? Geef voorbeelden.
Het verhaal is in de hij-vorm geschreven.
We zien alle gebeurtenissen vanuit Cindy’s standpunt.
De auteur geeft ons een subjectieve visie op de feiten. Hij laat ons medelijden krijgen en meevoelen met Cindy.
Het taalgebruik is aan het psychologisch perspectief aangepast. Cindy ziet alles en ervaart alles als in een sprookje. Vooral de beschrijvingen zijn daar aan aangepast. Enkele vbn. : We worden meegenomen in de wereld van Cindy, een sprookje in het verhaal ( van Ibrahim ) benadrukt nog eens deze denkwijze. In het slot legt ze zich op het bed zoals ze vermoed dat een prinsesje dat zou doen.
12. Toon aan dat de nadruk ligt op de zintuiglijke waarneming van de hoofdfiguur en dat de kleuren voor haar een belangrijke rol spelen.
Als er verwarring is ziet Cindy overal benen en armen zwaaien. De naam Ptibram vat ze niet in de gevoelensvorm maar in de letterlijke vorm op. Ze had verwacht dat Ibrahim klein van gestalte zou zijn. Kleuren zijn voor Cindy heel belangrijk. Als ze omgeven is door triestige donkere kleuren voelt ze zich droevig ( bv. de pop Harlekijn ). Bij felle kleuren voelt ze zich blij en gelukkig ( bv. de pop Aisja, de fel gekleurde huisjes langs de dokken en het groene geitje van haar moeder ).
Vragen Doornroosjes honden
1. (voor de vragen, zie boven) De titel associeer ik met het sprookje van Doornroosje. De verpleegster vergelijkt Cindy met doornroosje, Cindy vergelijkt er zichzelf ook mee en ze droomt van honden. De naam Doornroosje wordt genoemd in het ziekenhuis en Cindy doet Doornroosje na op het einde.
2. Het thema is hoe een kind opgroeit in een ongewone gezinssituatie en de gevolgen ervan.
3. Er zijn maar drie hoofdstukken. Ieder hoofdstuk gaat over iemand, die in Cindy’s leven verschijnt en plots weer verdwijnt. Hfdst. 1: Nadat Cindy’s vader na veel geruzie met moeder op Cindy’s 8-jaar voorgoed verdwijnt, wordt het droevig in huis. Moeder begrijpt Cindy’s verdriet om vader niet. Als moeder thuis “ooms” ontvangt, vergeet Cindy haar problemen, tot op een dag twee mannen moeilijke vragen komen stellen. Moeder, die ondertussen een baantje in een “café” heeft, besluit om te verhuizen. Hfdst. 2: Op haar 9-jaar krijgt Cindy na lange tijd zeuren eindelijk een hond. De hond Tristan komt uit een kennel omdat hij achtergelaten is in een bos door zijn baas. Cindy hecht zich enorm aan de hond en ze vergeet haar vader. Wanneer ze op vakantie gaan, willen ze de hond naar een kennel brengen. De hond denkt dat hij weer achtergelaten wordt en hij valt Cindy aan. Moeder doodt per ongeluk de hond wanneer ze hem van Cindy weg wil halen. Hfdst. 3: Op cindy’s 10-jaar ontmoet moeder een nieuwe vriend, Ibrahim, hij komt dikwijls bij hun thuis. Cindy vindt hem sympathiek en ze aanvaardt hem als haar nieuwe papa. Maar wanneer hij om familiale problemen terug naar zijn geboorteland moet, komt hij nooit meer terug. Moeder zit er diep van in de put en schenkt geen aandacht meer aan Cindy. Wanneer die alleen thuis is, wil ze Doornroosje nadoen. Maar omdat ze niet moe genoeg is om 100 jaar te slapen, neemt ze 3 doosjes slaaptabletten van haar moeder in. Cindy sterft als een prinsesje alleen op haar kamertje.
4. Cindy is de hoofdfiguur. Haar vader, hond en stiefvader verdwijnen plots uit haar leven. Ze kampt met eenzaamheid, droefheid en ongeborgenheid telkens er zich zo een drama afspeelt. Op steun van haar moeder moet ze niet rekenen, die heeft het toch al moeilijk genoeg met zichzelf ! Daardoor loopt het verhaal zo dramatisch af.
5. Dat ze alles gelooft wat haar moeder haar wijsmaakt.
6. Ibrahim, hij probeert een nieuwe, goede vader voor Cindy te zijn. Hij handelt zo omdat hij in zijn geboorteland Algerije zijn familie had beloofd om zijn nichtje mee op te voeden. Maar omdat hij naar België kwam werd dit onmogelijk. Hij beschouwd Cindy als zijn nichtje.
7. Papa, Walter : Vader van Cindy, vertrok op haar 8-jaar uit haar leven. Daarna mistte zij hem enorm. Harlekijn : Cindy’s lievelingspop. Ze vertelt er haar problemen tegen. Tristan : De hond die naar Cindy luistert, haar als zijn baasje beschouwt. Sterft op Cindy’s 10 jaar. Ibrahim : koosnaampje van haar moeder : Ptitbram. Vriend van haar moeder. Cindy aanvaard hem als haar nieuwe papa. Verdwijnt op haar 10de uit haar leven.
8. De worm : symbool van verdriet en pijn. De hond Tristan : symbool van plezier en levensvreugde. Prinsesje : symbool van eenzaamheid. Papageur : symbool van tederheid en gemis. De 2 Cindy’s : symbool voor de vreemde dingen die gebeuren, vooral in haar fantasie. Mist : symbool van de dood. Pop Aisja : symbool van razernij en woede.
Sprookjesmotieven : De prins die Cindy wakker komt kussen. Het feit dat Cindy zich een prinses voelt of Doornroosje wordt genoemd. Wanneer ze met de naald in haar vinger prikt. De beschrijving hoe ze sterft.
9. Chronologisch: 1ste Hfdst. is Cindy 8 jaar, 2e 9 jaar en 3e 10 jaar.
10.
Voornamelijk thuis : Als in een kasteel
In het hondenkennel : Daar ontmoet ze voor het eerst Tristan, het is alsof die met Cindy communiceert en omgekeerd.
In Cindy’s slaapkamer : Haar veilige plekje, daar waar ze alleen kan zijn. Ze sterft er op het einde.
In Ibrahim’s wijk : Daar vergelijkt Cindy moeder met een koning als ze naar de mensen wuift.
Aan de schoolpoort : Daar noemt Cindy voor de eerst keer “papa”.
11. Het verhaal staat in de hij-vorm. We zien het verhaal door de ogen van Cindy. De schrijver vertelt wat er gezegd, gedacht en gedaan wordt door Cindy. Het taalgebruik is volledig aangepast aan de taal van een kind, zo worden moeilijke woorden vervangen door eenvoudige beschrijvingen. Vb.: “Bordeel” en “café met blauwe lichten” “Prostitué” en “opdienster in een café”
12. Hond : - Ze communiceerde met de hond;
- “Zijn pels was bruin, donkerbruin tot zwart met aderingen van lichter bruin en zelfs van héél licht bruin ... zijn kop leek donkerder dan zijn lijf ... Cindy zag dat er blekere strepen en vlekken op waren ... heldere, tabaksbruine ...”
Als de hond haar aanvalt : Gele ogen, rode vlekken op de canapé, op de hondekop rode strepen en rondom witte stukken van iets. Harlekijn : Witte broek met zwarte bollen, zwarte kraag en zwart mutsje. De pop Aisja : De kleren waren zo kleurrijk dat ze enorm moest lachen. Ibrahims wijk : Kleuren van de huisjes en de auto. Als Cindy de pop Aisja vernielt : Stukjes gekleurde stof en witte bloembladen.
REACTIES
1 seconde geleden
C.
C.
yow,
ge hebt mij uit de nood geholpen,thx
voor die bespreking heel heel erg bedankt
charlotte
23 jaar geleden
Antwoorden