A. Zakelijke gegevens:

- Schrijver: Roald Dahl
- Titel: Boy
- Uitgever: Heinemann Educational Books Ltd
- Jaar van 1e uitgave: 1984
- Omslagillustraties van: Quentin Blake
- Aantal bladzijden: 160
- Genre: autobiografie

Ik denk persoonlijk dat dit boek onder het genre autobiografie valt, maar in het begin van het boek schrijft Roald min of meer:
”Een autobiografie is een boek dat iemand schrijft over zijn eigen leven. Het staat meestal vol met allerlei saaie details. Dit is geen autobiografie. Ik zou nooit mijn eigen geschiedenis schrijven. Toch zijn er mij in mijn schooltijd en vlak erna een aantal dingen overkomen die ik nooit vergeten ben.”
Maar ik zou zelf verder niet weten onder welk genre dit boek dan valt.

B. Eerste reactie:

Toen ik hoorde dat we een engels boekverslag moesten maken, was ik naar de mediatheek gegaan om een (makkelijk) boek te zoeken. Ik vond bijna alle boeken te moeilijk dus had ik in 1e instantie besloten om 2 boeken met 1 ster te lezen. Maar van één van de boeken snapte ik helemaal niks en ik bedacht dat 2 boekverslagen maken ook wel veel werk is. Toen ben ik op aanraden van u het boek ‘Boy’ gaan lezen. Ik vond het over het algemeen best een leuk boek om te lezen, stukjes waarin hij kattenkwaad uithaalde waren bijvoorbeeld leuk. Maar er waren ook stukjes waar ik weinig van begreep en die ik, voor zover ik het begreep, saai vond.

C. Verdieping:

a.samenvatting:
Het boek gaat over situaties die Roald Dahl zich nog uit zijn jeugd kan herinneren. Hij weet natuurlijk niet alles meer, maar er waren gebeurtenissen die zoveel invloed op hem hadden gehad dat hij ze nooit meer vergat. Roald Dahl is in 1916 in Llandaff, Groot-Brittanië, geboren. Roald had een half broer en een half zus van zijn vaders eerste vrouw en drie zussen van zijn tweede vrouw (Roalds moeder). Op driejarige leeftijd sterft zijn zus, Astri, aan een blindedarmontsteking. Enkele weken later sterft zijn vader uit verdriet om Astri. Na de dood van zijn vader verhuist Roald met zijn moeder broer en zussen naar een kleiner huis, zodat zijn moeder minder aan het huishouden hoefde te doen. De moeder van Roald was een sterke vrouw die goed voor haar kinderen en stiefkinderen zorgde. Elk jaar gingen ze op vakantie in Noorwegen om daar familie op te zoeken, Roalds vader was ook een Noor. Op zijn zesde levensjaar ging Boy naar de “Kindergarten” waar hij zich nog maar weinig van kan herinneren. Een jaar later gaat hij naar de Llandaff Cathedral School, een school in Engeland. Zijn vader was er altijd van overtuigd geweest dat de beste scholen in Engeland waren. Deze school lag vlakbij zijn huis, ongeveer anderhalve kilometer verderop. Op weg naar school moesten Roald en zijn vriendjes langs een snoepwinkel. Hoewel ze daar elke dag iets kochten vonden ze de bazin van de winkel een oud ‘wijf’, met vieze handen en stinkende kleren. Ze besloten om een dode muis in de pot toverballen te leggen. Als ze de volgende dag bij de prefect geroepen worden krijgen ze een onmenselijk pak slaag hiervoor. Toen Roald negen jaar was stuurde zijn moeder hem naar een andere school; St.- Peters, omdat Roald volgens zijn moeder verkeerd behandeld werd op de Llandaff Cathedral School. Van zijn 9e tot zijn 13e jaar zat hij op St.-Peters. Vanaf zijn eerste schooldag begon hij brieven te schrijven naar zijn moeder, iets wat hij blijven doen is tot aan haar dood. Op St.-Peters gebeurde er niet echt iets spectaculairs met Boy. Hij kreeg wel weer stokslagen, vaak onterecht, van de prefect toen hij zogezegd aan het praten was in de studie.
Tijdens een vakantie maakt de familie Dahl een ritje met hun allereerste auto en krijgt een ongeluk. Boy’s neus is er zo goed als afgesneden maar wordt er met succes terug ‘aangenaaid’. Repton was de laatste school waar Boy gezeten heeft (1929-1936) voordat hij bij Shell ging werken en naar Oost–Afrika reisde. Op Repton was Boy 2 jaar een fag. Dit is een hulpje van een persoon die een eigen studeerkamer heeft. Een fag moet de studeerkamer kuisen en in de winter de wc-bril opwarmen als hij te koud was. In zijn laatste jaren op Repton werd Boy kapitein van de squash ploeg en van een spel dat Eton-fives heette. Boy was ook een goeie speler in het Rugby team. Hij was ook nog verbazend goed in fotograferen. Hij heeft zelfs een eigen tentoonstelling gedaan en in 1934 de Royal Photographic Society-prijs in Londen gewonnen.
Op de dag dat hij zijn diploma gekregen heeft is hij zonder enige spijt de school uitgestapt en er nooit meer terug geweest.

b. onderzoek van de verhaaltechnieken:
- schrijfstijl: Het boek is over het algemeen in vrij ‘makkelijk’ Engels geschreven, maar dat is volgens mij vooral omdat het in het Nederlands ook een kinderboek is. Wanneer ik de betekenis van een woord niet wist kon ik het eigenlijk bijna altijd uit de context afleiden.

- de ruimte: Het verschil speelt zich af in zijn geboorteplaats: Llandaff in Groot-Brittanië. Dit is vooral toen hij kleiner was, en later in het boek (als hij wat ouder is) speelt het verhaal zich ook af in Finland op de Cathedral school. Dat is de strenge kostschool waar hij op zat.

- de tijd: De vertelde tijd is ongeveer 20 jaar (van 1916 tot 1936). Op het eind schrijft hij een heel klein stukje over 1939 dus eigenlijk worden er 23 jaren beschreven, tot zijn 22e levensjaar. Maar dat is vrij weinig; vrijwel het enige wat hij over 1939 zegt is: “When the big war broke out in 1939, I was in Salaam, and from there I went up to Nairobi to join the Raf Dar es (…enz.) Alleen de laatste 2 bladzijdes van het boek gaan over 1939. Het verhaal speelt zich op een chronologische volgorde af. Dat wil zeggen: in de volgorde dat de gebeurtenissen plaatsvonden. Er wordt geen gebruik gemaakt van flash-backs en flash-forwards.

- De verhaalfiguren:
De verhaalfiguren zijn: Harald Dahl (Roald’s vader), drie zussen, een halfbroer, een halfzuster, Sofie Magdalene Hesselberg (Roald’s moeder). Maar het boek draait eigenlijk om Roald Dahl. Hij schrijft over zichzelf, wat hij zich nog herinnert van vroeger. Het boek heet ‘Boy’ omdat Roald ten eerste over zijn leven schrijft toen hij nog een jong was. Maar ‘Boy’ is ook zijn koosnaampje van ze moeder. Roald groeit zonder zijn vader op, doordat Harald al overleed toen Roald nog klein was. Roald is een jongen die er wel van houdt om kattenkwaad uit te halen, een jongen die wel van avontuur houdt. De andere verhaalfiguren worden eigenlijk niet beschreven.

- de vertelsituatie: het boek is geschreven vanuit een ik-perspectief. Dat kan je vooral duidelijk zien in het volgende citaat. In dit stukje zegt Roald dat hij niet zo veel meer weet van zijn tijd op de kleuterschool (kindergarten).
“I can tell you all sorts of things that happened to me from eight onwards, but only very few before that. I went for a whole year to Elmtree House but I cannot even remember what my classroom looked like. Nor can I picture the fades of Mrs Corfield or Miss Tucker, although I am sure they were sweet and smiling.”
Hij beschrijft alles vanuit zijn eigen situatie, hij beschrijft de situaties met ‘ik’.

c. Op zoek naar de thematiek
Het thema van het boek is een conflict tussen Roald Dahl en zijn schoolhoofden. Hij wordt natuurlijk onderdrukt door iemand die boven hem staat. Alle kinderen op dat soort scholen in die tijd. Hij blijft maar vertellen over de straffen die hij kreeg als hij iets gedaan had, soms zelfs zonder dat hij wat gedaan had, maar de schoolhoofden namen dat maar aan van de andere leraren.
Hij benadrukt heel erg het slaan op scholen vroeger en de verschrikkingen ervan omdat het indruk op hem heeft gemaakt. Op zo ongeveer elke school waar hij op zat werd er geslagen. En als je je wekelijkse brief naar huis schreef, werd dat gecontroleerd door de leraren, waardoor je niks slechts over je school in je brief durfde te zetten, waardoor het net leek of het geweldig op school was.
En op Repton werd je niet geslagen door het schoolhoofd, maar de ‘Boazers’, de jongens die boven je stonden.

D. Informatie over de schrijver Roald Dahl.

Ik heb heel veel informatie over Roald Dahl gevonden maar eigenlijk staat er al een groot deel in de samenvatting en bij het stukje over de verhaalfiguren, dus dat gedeelte heb ik maar weggelaten.
Hier nog een klein stukje over Roald Dahl:
Toen Roald Dahl in 1942 zijn versie, zijn ervaringen over de oorlog op moest schrijven voor CS Forester, kwam hij er achter dat hij eigenlijk wel redelijk kon schrijven. Hij begon zich meer te interesseren voor schrijven, en zo begon hij aan zijn eerste boeken. Zijn eerste kinderboek was ‘The Gremlins’.
Pas later is hij ook boeken voor volwassenen gaan schrijven. Roald is net als zijn vader twee keer getrouwd. Van zijn eerste vrouw, Patricia Neal, had hij vijf kinderen: Olivia (overleden op haar 7e), Theo, Tessa, Ophelia en Lucy. Hij deed ideeën op voor zijn boeken wanneer hij zijn kinderen ’s avonds voor het slapen gaan een verhaaltje vertelde. Zijn tweede vrouw was Felicity Crosland.
Zij woonde vroeger bij elkaar in de straat maar hadden elkaar in tijden al niet meer gezien. In 1972 hebben ze elkaar weer voor het eerst ontmoet en in 1983 zijn ze getrouwd.

4. Beoordeling

Ik heb gekozen om het boek ‘Boy’ op punt 1, 6 en 8 te beoordelen.
1. Ik vond het heel erg leuk om de stukjes te lezen wanneer hij kattenkwaad uithaalde, bijv. die ene keer dat hij een muis in een snoeppot deed in de snoepwinkel. Dit had natuurlijk geen positief effect dat ik er goed over ging denken ofzo, maar ik vond het gewoon grappig.
6. Het taalgebruik was niet te moeilijk, maar ook niet veel te makkelijk. Ik begreep niet alles meteen maar als ik het dan even opnieuw las begreep ik het vaak wel weer. Ik denk dat het een vrij makkelijk taalgebruik was omdat het in het Nederlands een kinderboek is volgens mij.
8. Ik weet niet of ik dit boek aan anderen zo aanraden. Op zich is het wel een leuk boek om te lezen, het is niet al te dik, en niet zo heel moeilijk. Ik vond dit boek soms nog best moeilijk maar ik denk dat de meeste mensen het een veel te makkelijk boek zouden vinden. Dus eigenlijk raad ik dit boek alleen aan, aan mensen die ook niet zo sterk zijn in Engels.