Alice in Wonderland door Lewis Carroll

Auteur:

Lewis Carroll

Titel:

Alice’s Adventures in Wonderland

Plaats van uitgave:

Engeland

Jaar van uitgave (1^e druk):

1865

Alice is outside with her older sister who is reading a book. She is very bored, until she sees a white rabbit running away, who is talking. She follows the rabbit into the rabbit hole. Inside, there are a lot of halls and she finds one with doors that are all locked. In the middle of the room she sees a table with a key, she can open a door at the end of the hall and she finds this beautiful garden but she is too big. After a lot of shrinking and growing, she finally shrinks again and finds herself swimming in her own tears. She finds other animals and when the water is gone they tell each other stories. Later, Alice finds the white rabbit again and she goes to his house to find his gloves, here she grows larger than the house it self. When she finally gets back to her normal size she runs into a wood where she finds a puppy that is much larger than she is, when she runs away from him she finds a caterpillar on a mushroom, after having a discussion with him she meets the duchess, who leaves her with a baby to go to the Queen. Alice finds out the baby is actually a pig and lets it loose. After meeting more creatures, she finally reaches the garden of the Queen, who wants to chop her head off. Instead, they will play a game, but isn’t played as it is supposed to be. The Queen leads Alice to the Mock Turtle, who is always sad and also tells her his story. Later, they go to a trial, where someone is about to be executed. Here is where Alice starts to wake up, because it was all a dream. When she is awake she tells her sister all about her dream. At the end of the book, you can read how her sister is thinking about Alice, that when she grows up and has children, she can tell all these wonderful stories to her children.

Bron: http://www.scholieren.com/boekverslag/65965

(345 woorden)

Uitwerking

1

verhaallijn(en)

(werk de verhaallijn(en) uit)

Er is 1 verhaallijn in het boek. Dit is die van Alice. Het verhaal begint gewoon op een warme zomerdag, tot ze het witte konijn ziet. Daarna komt ze in Wonderland en beleeft ze van alles. Aan het einde van het boek komt ze weer terug uit Wonderland en is ze weer terug op dezelfde plek als in het begin van het boek.

2

gebruik van tijdsvolgorde

(chronologisch of niet? – voorbeelden)

Het verhaal is chronologisch verteld. Het heeft geen flashbacks of flashforwards. Het verhaal begint gewoon bij Alice op een zomerdag met haar zus, vervolgens is ze in Wonderland en daarna is ze weer terug.

3

vertelperspectief

(welk perspectief, waar zie je dat aan en wat is het effect)

Het is een alwetend vertelperspectief. Het verhaal wordt verteld door iemand buiten het verhaal. Ik weet niet precies wie het is, het zou de zus van Alice kunnen zijn, of de schrijver zelf die vertelt over zijn droom (over de avonturen van Alice in Wonderland). Ik zie dat aan het feit dat er niet echt gedachten of gevoelens van Alice naar voren komen in het verhaal. Je weet natuurlijk wel dat ze graag weer naar huis wil, maar dit wordt meer ‘beschrijvend’ verteld. Het effect hier van is dus dat je meer weet dan alleen informatie over Alice, maar ook over andere personen en aspecten in het verhaal.

4

titelverklaring

(titel, ondertitel en uitleg)

De titel is Alice’s Adventures in Wonderland. Dit is niet zo moeilijk te verklaren, want de verhalen in het boek gaan over de avonturen die Alice beleeft in Wonderland.

5

verteltijd - vertelde tijd

(verhouding tussen beide en belang voor het verhaal)

De verteltijd is 136 pagina’s en 12 hoofdstukken. De vertelde tijd is het stuk dat wordt beschreven en dat is een klein stukje voor en na dat Alice in Wonderland is en alle gebeurtenissen die in Wonderland gebeuren. Dit zullen zo’n vier dagen zijn geweest. Dit staat goed in verhouding met elkaar, waardoor het boek niet te langdradig is maar ook niet dat het te snel verteld wordt. Er is genoeg ruimte voor details, maar niet te veel.

6

hoofdstukindeling

(indeling, titels en belang van deze indeling)

Er zijn 12 hoofdstukken in 136 pagina’s. Het belang hiervan is dat het verhaal niet te langdradig wordt en het allemaal kort, maar krachtige hoofdstukjes zijn. De titels zijn allemaal kleine samenvattingen die vertellen wat er in het hoofdstuk gaat gebeuren. Zoals bijvoorbeeld: Hoofdstuk 5 - Advice from a caterpillar.

7

overig

(andere opvallende zaken bijv. taalgebruik)

Het taalgebruik in het boek is redelijk ouderwets, maar dat is natuurlijk niet zo opvallend als je bedenkt dat het boek geschreven is in 1865. 

Uitwerking

1

belangrijkste personages

(geef uitgebreide karakterbeschrijvingen)

Alice is de hoofdpersoon. Ze is een doodnormaal meisje. Ze is erg slim en dapper. Ze denkt logisch na, ook op het moment dat ze in Wonderland is kan ze niet geloven dat het echt is en denkt ze dat ze droomt. Het enige wat ze wil is weer terug, want ze is erg voorzichtig. Daarnaast is Alice ook erg opzoek naar haar eigen identiteit en in de tijd dat ze in Wonderland is, wordt ze ontzettend volwassen. Op het moment dat ze wakker wordt uit haar droom, is ze volledig volwassen geworden.

2

belangrijkste gebeurtenissen
(minimaal 2)

(uitgebreid uitwerken)

1. Het ontmoeten van het witte konijn. Door dat Alice het witte konijn voorbij ziet rennen en hem vervolgens achter na gaat, valt ze in een gat en komt ze terecht in Wonderland.
2. Het ontwaken uit de droom van Alice. Hierdoor weet je dat alles maar een droom was en dat ze niet echt in Wonderland is geweest en dat alles dus nep was.

3

tijd en ruimte

(waar en wanneer speelt het verhaal en waarom is dat belangrijk)

Het verhaal speelt zich af op het moment dat het boek wordt geschreven, dus in ongeveer 1865. Dit maakt opzich niet heel veel uit voor het verhaal, het gaat meer om Wonderland dan om de tijd waarin het zich afspeelt.Het speelt zich in het begin en het einde van het boek af in Engeland, maar het grootste gedeelte van het verhaal speelt zich af in Wonderland. Hiervan is het belang natuurlijk dat daar allerlei vreemde dingen gebeuren, daar gaat het boek over.

4

Motieven (minimaal 4)

(Uitgebreid uitwerken waarom dit motieven zijn – voorbeelden)

• Alice krimpt en groeit heel erg vaak. Zo groeit ze op het moment dat de koning en koningin haar willen vervolgen zo snel, dat ze niet meer bang hoefde te zijn. Ook groeit ze in het begin, als ze door een hele kleine deur moet. Maar dan is ze vergeten de sleutel van de tafel te pakken en moet ze weer groeien.
• Het zoeken van je eigen identiteit. Alice vraagt zich in Wonderland vaak af wie ze nou werkelijk is en door alle vreemde gebeurtenissen is ze nog meer in de war dan dat ze al was.
• De dieren die voorkomen in Alice’s Adventures in Wonderland zijn vaak vernoemt naar Engelse gezegdes. Zoals bijvoorbeeld the Mad Hatter, komt van de uitdrukking ‘as mad as a hatter’ en de naam Cheshire Cat komt van de uitdrukking ‘to grin like a Cheshire cat’
• Het opgroeien. Lewis Carroll heeft het boek geschreven vanuit het oogpunt van een kind in de verwarrende wereld van volwassenen. Alle rare dingen die er gebeuren en dieren die er rond lopen stellen de volwassen wereld voor.

5

symboliek

(uitgebreid uitwerken wat de symboliek is – voorbeelden)

Zoals ik net ook al noemde bij de motieven is alles wat er gebeurd in Wonderland symbolisch voor de wereld van de volwassenen, uit het oogpunt van een kind. Wanneer ze in Wonderland is leert ze heel veel dingen en groeit ze op.  Op het moment dat ze te volwassen is geworden en als ze beseft dat de wezens in Wonderland niks meer dan zijn een ‘pakje kaarten’ is ze zo opgegroeid dat ze wakker wordt in de wereld van de volwassenen.

6

motto

(citeer het motto en leg uit waarom de auteur het heeft gekozen)

“One:

I will go with thee, and be thy guide. In thy most need to go by thy side.

Two:

All in the golden afternoon

Full leisurely we glide

For both our oars, with little skill

By little arms are plied

While little hands make vain pretence

Our wanderings to guide.

Ah, cruel Three! In such an hour

Beneath such dreamy weather

To beg a tale of breath too weak

To stir the tiniest feather!

Yet what can one poor voice avail

Against three tongues together?

Imperious Prima flashes forth

Her edict “to begin it”

In gentler tone Secunda hopes

“There will be no nonsense in it”

While Tertia interrupts the tale

Not more than once a minute.

Anon, to sudden silence won,

In fancy they pursue

The dream- child moving through a land

Of wonders wild and new

In friendly chat with bird of beast

And half believe it true.

And ever, as the story drained

The wells of fancy dry

And faintly strove that weary one

To put the subject by

“The rest next time ” “It is next time!”

The happy voices cry.

Thus grew the tale of Wonderland:

Thus slowly, one by one

Its quaint events were hammered out

And now the tale is done,

And home we steer, a merry crew,

Beneath the setting sun.

Alice! a childish story take,

And with a gentle hand

Lay it where Childhood’s dreams are twined

In Memory’s mystic band,

Like pilgrim’s wither’d wreath of flowers

Pluck’d in a far- off land.”

Het is niet echt een motto, maar het verhaal begint met twee gedichten. Het eerste gedicht gaat (volgens mij) over dat Alice  steun krijgt van iemand die altijd bij haar zijde zal zijn. Het tweede gedicht gaat over drie zusjes die vragen om een verhaaltje en dan krijgen ze het verhaal van Alice te horen. Dit is dus het ontstaan van Alice’s Adventures in Wonderland.

7

eind

(beschrijf het einde van het boek – open, gesloten, passend?)

Het einde is gesloten. Alice wordt wakker uit haar droom over Wonderland en vertelt haar zus over wat ze heeft gedroomd. Vervolgens gaat Alice thee halen uit huis, en dan droomt haar zus de droom die Alice net heeft gedroomd. Ik vind het einde opzich jammer, je wilt liever dat er in Wonderland ook alles wordt opgelost, maar door het feit dat ze wakker weet je ook dat het allemaal maar een droom was en dus hoeven de zaken in Wonderland ook eigenlijk helemaal niet opgelost te worden. Het eind is dus wel passend.

8

overig

(andere opvallende zaken)

n.v.t.

Op het eerste gezicht lijkt het boek wat kinderachtig, maar als je wat tussen de regels doorleest en weet dat het boek een dubbele laag heeft (van de volwassen wereld in de ogen van een kind) zet het boek me echt aan het denken. Ook vind ik het boek erg origineel, je leest niet vaak over een stel kaarten dat witte rozen rood aan het verven zijn, überhaupt niet vaak over een wereld vol met pratende dieren en rare gebeurtenissen. Het boek is natuurlijk niet zo geloofwaardig, omdat pratende dieren niet bestaan en er ook geen Wonderland is, maar dat maakt het boek niet minder mooi. Ik vind het een heel mooi boek, vanwege het moraal in het verhaal. Het wordt dan wel heel simpel verteld, maar dat maakt het goed leesbaar en ondertussen zit er ook nog een goede les in.

(144 woorden)

Het thema van het boek is het vinden van je eigen identiteit. Alice probeert in Wonderland er telkens achter te komen wie ze zelf is en ze vraagt deze vraag dan ook heel erg vaak aan haar zelf. Ze vindt in Wonderland heel veel rare dingen, personen en dieren, die haar nog meer in de war brengen en het voor haar dus nog moeilijker te maken om uit te vinden wie ze nou werkelijk is.

(79 woorden)