Korte inhoud van het boek: Jean was geboren in 1921 in Maleisië. Omdat haar vader de manager was van een rubber fabriek. Doordat ze daar opgroeide kon ze goed Maleis spreken, maar toen haar broer de leeftijd had om naar school toe te gaan, ging Jean met haar moeder en broer terug naar Engeland, waar de ouders van Jean vandaan kwamen. Drie jaar later was haar vader overleden door een ongeluk met de auto. Het bedrijf waar haar vader werkte beloofde haar broer werk te geven nadat hij klaar was met zijn school. Hij ging naar Maleisië in 1937. Jean studeerde voor secretaresse, en maakte plannen om ook terug te gaan naar Maleisië. Haar moeder schreef een brief naar het bedrijf waar haar broer nu ook werkte, en het bedrijf liet haar daar werken. Twee jaar later, in 1941, brak de oorlog met Japan. Jean moest vluchten naar Singapore maar wou eerst nog langs vrienden die waarschijnlijk van niks wisten. Ze ging naar haar vrienden Eileen, Bill en hun drie kinderen. Toen Bill ’s avonds thuis kwam wouden ze vertrekken, maar ze hadden alleen nog een oude auto die onderweg kapot ging zodat ze weer terug moesten lopen. De volgende dag werden ze opgehaald door een legerauto die hun naar een plaats zou brengen om naar Singapore te varen. Daar aangekomen waren er een hele hoop mensen die aan het wachten waren. Toen het schip kwam zagen ze tot hun schrik dat er Japaners opstonden. Ze werden gevangen genomen en de mannen werden gescheiden van de vrouwen en kinderen. De vrouwen moesten daar nog zes weken blijven, totdat ze naar Singapore werden gestuurd omdat ze daar kampen hadden voor de gevangenen. Ze moesten naar de hoofdstad lopen en daar de trein pakken. Toen ze bij de eerste plaats aan kwamen konden ze nog eten kopen van wat geld. Later lukte dat al niet meer want het geld was op. Ze kregen te horen dat er geen bruggen meer waren voor de treinen dus moesten ze weer naar Port Swettenham, waar ze met de boot heen konden. Zo werden ze rondgestuurd en overleden er veel mensen omdat ze werden gestoken door mosqietos en omdat ze weinig eten hadden. Op een dag kwamen ze twee soldaten tegen. Een van hem Joe beloofde voor hun kippen te halen om te eten. Hij kwam terug met 5 grote zwarte kippen. Maar hij had ze gestolen van zijn baas, en die kwamen erachter dan Jean ze had. Ze hingen Joe aan een boom met naalden en sloegen hem net zo lang totdat ze dachten dat hij dood was. Jean en de groep vrouwen moesten toe kijken. Op een dag kwam de groep aan bij een plaatsje waar ze rijst teelde. Jean vroeg of ze daar mochten blijven om mee te helpen met rijst telen in ruil voor een slaap plaats en wat eten. Na een hoop gezeur mocht dat. Ze hadden daar nog drie jaar gezeten tot de oorlog over was. Jean ging na de oorlog terug naar Engeland en ging bij haar tante wonen. Ze werd secretaresse en vond een eigen huis. Ze leefde een rustig leven voor twee jaar. Toen kreeg ze bericht van een notaris. Een oom van haar was overleden en liet haar 53000 dollar na. Ze besloot terug te gaan naar het plaatsje waar ze drie jaar had gezeten en hun een waterput en was huisje te geven. Nadat ze dat gedaan had hoorde ze dat Joe, de man die hun geholpen had, nog leefde. Ze besloot hem te zoeken. Ze vonden elkaar en leefde nog lang en gelukkig…
Beschrijf het uiterlijk van enkele belangrijke personen. Jean had een nomaal figuur en was had donker haar. Joe was blond en had een stevig figuur.
REACTIES
1 seconde geleden
K.
K.
prut
13 jaar geleden
Antwoorden